Gemeenteblad van Stichtse Vecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2017, 192996 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2017, 192996 | Verordeningen |
Besluit tot wijziging van de Huisvestingsverordening Stichtse Vecht 2015.
De binding van een persoon aan de woningmarktregio waarbij die persoon voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op het duurzaam verrichten van arbeid binnen of vanuit deze woningmarktregio. |
Een woningzoekende is economisch gebonden als bedoeld in artikel 14 lid 3 van de Wet |
Gezamenlijke verzamelinkomens als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 |
Gezamenlijke verzamelinkomens als bedoeld in artikel 2.18 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. |
Lid 18 Inkomensgrens van de doelgroep De grens van de doelgroep volgens de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting (TRDAEBTIV). De inkomensgrens wordt jaarlijks aangepast. |
Lid 17 Inkomensgrens van de doelgroep De grens van de doelgroep volgens Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV). De inkomensgrens wordt jaarlijks aangepast. |
De tijd die verstreken is na de daadwerkelijke inschrijving van een woningzoekende in het register van woningzoekenden. |
|
Woningzoekenden met een maatschappelijke of economische binding en |
Woningzoekenden met een maatschappelijke of economische binding aan het omschreven gebied in hoofdstuk 3, gemeentelijk woonbeleid, lid 3 en |
Hieronder wordt mede begrepen het deels onttrekken van woonruimte in een pand waardoor de gehele woonruimte niet langer geschikt is voor bewoning door een huishouden van dezelfde omvang als waarvoor deze zonder zodanige onttrekking geschikt is. |
|
Woningzoekende die een voltijdsopleiding volgt aan een in de regio Utrecht gevestigde instelling voor middelbaar- of hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs of deze opleiding niet langer dan 2 jaar geleden heeft afgerond en niet ouder is dan 30 jaar. |
Woningzoekende die een voltijdsopleiding volgt aan een instelling voor middelbaar- of hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs of deze opleiding niet langer dan 2 jaar geleden heeft afgerond en niet ouder is dan 30 jaar. |
Artikel 2.2.3 Eisen voor verlening huisvestingsvergunning Lid 2. Het in lid 1 c. genoemde inkomen is niet van toepassing op urgenten met een volkshuisvestelijke indicatie, maatschappelijke indicatie en statushouders. |
Artikel 2.2.3 Eisen voor verlening huisvestingsvergunning 2. Het in lid 1 c. genoemde inkomen is niet van toepassing op urgenten met een volkshuisvestelijke indicatie, maatschappelijke indicatie en woningzoekenden die uitgezonderd zijn van de inkomenstoets zoals vermeld in de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, bijlage 1A. |
II Inwerkingtreding en citeertitel
Door deze wijzigingen sluit de tekst beter aan op de Huisvestingswet. Inhoudelijk zit er geen verschil in de huidige tekst en het voorstel.
Het begrip is overbodig. In plaats van groepswonen wordt in verordening het begrip woongroep gebruikt. Het begrip groepswonen komt afgezien van de begrippenlijst niet meer voor in de huisvestingsverordening.
Vanwege een wijziging in de Wet op de Inkomstenbelasting moet de verwijzing naar het begrip inkomen worden aangepast. Het artikel verwijst naar het nieuwe artikel in die wet.
Lid 17. Inkomensgrens van de doelgroep
De tijdelijke regeling is omgezet naar structurele wetgeving, te weten de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV).
Dit betreft een verduidelijking van het begrip inschrijfduur.
Verduidelijking van de tekst door aan te geven waar de maatschappelijke of economische binding van toepassing is. De verwijzing is naar een omschrijving van het gebied zoals vastgesteld door Burgemeester en wethouders.
Nieuw lid 29 Onttrekken van woonruimte
Deze toevoeging geeft verduidelijking in het geval woonruimte voor een deel wordt onttrokken. Bijvoorbeeld als één of meerdere kamers in een woning worden gebruikt voor hennepteelt.
Deze wijziging is op verzoek van woningcorporatie SSH om binding geen rol meer te laten spelen bij de student. Door deze wijziging maakt het dus niet meer uit waar de student studeert. Verder wordt voorgesteld het begrip te vernummeren zodat de begrippen in artikel 1.1. weer op alfabetische volgorde staan.
Voor bepaalde huishoudens wordt een uitzondering gemaakt op de inkomenstoets die bepalend is toegang tot sociale huurwoningen. Eén van deze uitzondering betreft de statushouders die al waren opgenomen in lid 2 als uitzondering. Voornaamste aanvulling zijn de huishoudens met een bepaalde zorgindicatie, namelijk als er:
Een ruimere omschrijving wordt gegeven in de ‘Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting, bijlage 1A’
C. Artikel 2.2.5., lid 1.c Intrekking
In artikel 18, lid 2, van de Huisvestingswet staat deze derde grond ook genoemd om een huisvestingsvergunning in te trekken. In de huidige verordening staan alleen de eerste twee gronden uit artikel 18, lid 1 sub a en sub b.
D. Artikel 2.3.1. Behoud inschrijfduur bij een tijdelijk contract
In de Huisvestingswet is vanaf 1 juli 2016 bepaald dat een inschrijving in ieder geval niet vervalt bij een tijdelijk contract voor jongeren (artikel 11a van de Huisvestingwet). Echter, een tijdelijk contract kan een woningcorporatie ook afgeven in een aantal bijzondere situaties. De tijdelijkheid is gesteld op maximaal twee jaar. Behoud van inschrijfduur bespoedigt de verdere doorstroming. Meer informatie over een tijdelijk huurcontract is te vinden op www.woonbond.nl/../tijdelijk-contract-woning en voor de betreffende wet “wet doorstroming huurmarkt 2015” van 14 april 2016.
E. Artikel 2.5.1. Relatiebeëindiging
De begrippen ouders en/of verzorgers zijn omvattender dan ‘partners’. Hierdoor kan ook de biologische ouder, zelfs als deze niet meer betrokken is bij de betreffende relatieverbreking, verantwoordelijk worden gesteld voor de woningbehoefte. Daarnaast wordt met de wijziging ook de term ‘enigerlei wijze’ toegepast om discussie te voorkomen dat alleen wordt gekeken naar overname van de huidige woning.
F. Artikel 2.5.1 lid 3b C. Mantelzorgindicatie
De tekstwijziging is ter verduidelijking.
G. Artikel 2.5.1 Urgent woningzoekenden, lid 3bE Maatschappelijke indicatie
In de verordening staat de bepaling dat de indicatie huiselijk geweld is beperkt tot de woningmarktregio. In artikel 16 van de Wet staat vermeld dat een bindingseis niet is toegestaan. Dit heeft geen betrekking op de uitstroom hulp- en dienstverlening. In het voorstel wordt daarom voor beide indicaties een tekst opgenomen. In de tekst voor huiselijk geweld wordt geen bindingseis meer gesteld en is verder de omschrijving van huiselijk geweld overgenomen.
Zie ook artikel 16 van de Huisvestingswet
H. Toevoegen aan artikel 2.5.1, lid 3bF Statushouders (vergunninghouders)
Voor de huisvesting van statushouders (vergunninghouders) is tijdelijke huisvesting een oplossing. Uiteindelijk zal het betreffende huishouden ook door moeten stromen. Als dit nog niet op eigen kracht kan, bijvoorbeeld omdat er nog te weinig tijd is verstreken voor het opbouwen van voldoende inschrijfduur, kan een gemeente bemiddelen. Deze werkwijze wordt al jarenlang in Stichtse Vecht en de andere U16 gemeenten toegepast.
I. Artikel 2.5.2 Aanvraag en besluitvorming tot urgentie
Het is onwenselijk als iemand voor meerdere urgentiegronden tegelijkertijd aanvragen heeft lopen. Het is juridisch wel mogelijk dat iemand na afwijzing van de ene urgentiegrond een aanvraag mag indienen voor een andere urgentiegrond.
Het splitsen van lid 3 in sub a. en b. maakt duidelijk dat het om twee verschillende regels gaat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-192996.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.