Gemeenteblad van Gemert-Bakel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gemert-Bakel | Gemeenteblad 2017, 16566 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gemert-Bakel | Gemeenteblad 2017, 16566 | Overige besluiten van algemene strekking |
Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze regeling verstaat onder:
Brabant-Zuidoost: de regio die bestaat uit het gebied van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' respectievelijk gelezen: 'de GGD', 'het Algemeen Bestuur', 'het Dagelijks Bestuur' en 'de voorzitter'.
De GGD Brabant-Zuidoost is een regionaal samenwerkingsverband van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid.
Het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam kan daarnaast op verzoek van één of meer gemeenten en van niet aan de regeling deelnemende gemeenten dan wel van derden opdrachten aannemen voor de uitvoering of ondersteuning van taken mits die passen binnen de doelstelling van de GGD en dat gebeurt op een budgettair neutrale wijze voor de andere deelnemende gemeenten.
Het Algemeen Bestuur is bevoegd te besluiten tot de oprichting van of deelname in stichtingen, maatschappen, vennootschappen en coöperaties en verenigingen, dan wel de ontbinding daarvan of beëindiging van deelneming daaraan op voorwaarde dat de raden van de deelnemende gemeenten vooraf in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorgenomen besluit aan het Algemeen Bestuur kenbaar te maken.
Voor zover nodig worden de collegebevoegdheden betreffende uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, onder verantwoordelijkheid van de colleges opgedragen aan het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam op basis van een door elk college afzonderlijk vast te stellen extern mandaatbesluit.
De leden van het Algemeen Bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van 4 jaar en treden af op de dag waarop in het kader van een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad een nieuw geïnstalleerd college een besluit neemt tot aanwijzing van het lid en plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen.
Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één van de deelnemende gemeenten dan wel door of vanwege het Dagelijks Bestuur van het lichaam aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld zij die in dienst van één der deelnemers dan wel van het lichaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement, en de daarin aangebrachte wijzigingen, worden aan de colleges van de deelnemende gemeenten gezonden. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 t/m 33 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Het Algemeen Bestuur vergadert minimaal twee maal per jaar. Meerdere vergaderingen kunnen ingelast worden wanneer de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig acht en wanneer ter voldoening aan het bepaalde in artikel 12, tweede lid van deze regeling een of meer leden van het Dagelijks Bestuur moeten worden benoemd of wanneer tenminste 5 leden van het Algemeen Bestuur, onder opgave van redenen, dit schriftelijk verzoeken.
De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer ten minste 5 van de aanwezige leden hierom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht en het Algemeen Bestuur hiertoe besluit. Voor het overige is ten aanzien van de openbaarheid artikel 23 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Het Algemeen Bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het Algemeen Bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het Algemeen Bestuur haar opheft.
Het Dagelijks Bestuur stelt voor de uitvoering van zijn taken een reglement van orde vast. Op het houden van de orde van de vergadering van het Dagelijks Bestuur zijn de artikelen 52, 53 en 54 tot en met 60 van de Gemeentewet, voor zover daarvan niet bij of krachtens de wet wordt afgeweken, van overeenkomstige toepassing.
Het Dagelijks Bestuur is in het bijzonder belast met:
te besluiten namens het openbaar lichaam, het Dagelijks Bestuur of het Algemeen Bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het Algemeen Bestuur, voor zover het het Algemeen Bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
Het Dagelijks Bestuur kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het Dagelijks Bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen.
Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens de vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het Dagelijks Bestuur haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het Dagelijks Bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel het Algemeen Bestuur haar opheft.
HOOFDSTUK 8 COMMISSIES, WERKGROEPEN, OVERLEG, TEGEMOETKOMING
Het Algemeen Bestuur kan, conform artikel 25 van de wet, commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. Het Algemeen Bestuur stelt vooraf de raden van de deelnemende gemeenten van dit voornemen op de hoogte en stelt hen in de gelegenheid hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen.
Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter kunnen werkgroepen en overlegvormen instellen.
De leden van commissies van advies die geen burgemeester, wethouder of raadslid zijn, kunnen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen.
De artikelen 96 tot en met 99 van de Gemeentewet, alsmede de op grond daarvan gestelde nadere regelen, zijn alsdan van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat, wanneer daarin sprake is van een onderverdeling in gemeenteklassen, het bepaalde voor de gemeenteklasse van 50 001-100 000 inwoners van toepassing is.
HOOFDSTUK 10 INFORMATIE EN VERANTWOORDINGSPLICHT
Het Algemeen Bestuur regelt van welke besluiten van het Dagelijks Bestuur in ieder geval kennisgeving wordt gedaan aan de leden van het Algemeen Bestuur.
Daarbij kan het Algemeen Bestuur de gevallen bepalen waarin met ter inzage legging kan worden volstaan. Het Dagelijks Bestuur laat de kennisgeving of ter inzage legging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.
De rekenkamer(commissie)s van de deelnemende gemeenten afzonderlijk en in samenwerking met elkaar worden door het Dagelijks Bestuur in staat gesteld om alle informatie te verkrijgen die voor de wettelijke taakuitoefening nodig is, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 184 Gemeentewet.
HOOFDSTUK 11 AMBTELIJKE ORGANISATIE
Het Dagelijks Bestuur regelt de taken, bevoegdheden en werkwijze van de ambtelijke organisatie en legt die vast in een organisatiebesluit.
Het Dagelijks Bestuur kan de in het tweede lid bedoelde bevoegdheden tot het aanstellen, schorsen en ontslaan van personeel van het openbaar lichaam mandateren aan de directeur publieke gezondheid met de bevoegdheid van ondermandaat aan leden van het Managementteam, tenzij het de controller en ambtenaren betreft die belast zijn met functies van leidinggevende aard die rechtstreeks onder de directeur ressorteren.
HOOFDSTUK 12 FINANCIELE BEPALINGEN
Het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en het voorlopige jaarverslag aan de raden van de deelnemende gemeenten.
De bijdragen van de deelnemende gemeenten als genoemd in het eerste lid, onder a, worden verdeeld naar rato van het aantal inwoners van iedere gemeente, per 1 januari van het direct voorafgaande kalenderjaar, overeenkomstig de aantallen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek deze openbaar gemaakt heeft.
Het Algemeen Bestuur kan besluiten in specifieke gevallen een uitzondering op het principe van verdeling naar inwoneraantal te maken.
Indien door het Dagelijks Bestuur besloten wordt tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met een van de deelnemende gemeenten als bedoeld in artikel 5, vierde lid, dan geldt hierbij als uitgangspunt dat hiervoor door de betreffende gemeente enkel in rekening gebracht kunnen worden de toe te rekenen personeelskosten plus gemeentelijke overhead.
Wanneer aan het Algemeen Bestuur blijkt dat de raad van een deelnemende gemeente niet voldoet of zal voldoen aan het gestelde in artikel 35, doet het Algemeen Bestuur aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot overeenkomstige toepassing van artikel 194 van de Gemeentewet.
Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam. Dit overeenkomstig een door het Algemeen Bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995, vast te stellen regeling, de Archiefverordening, die aan het college van Gedeputeerde Staten moet worden medegedeeld.
Van de terbeschikkingstelling wordt een verklaring opgemaakt, die ten minste bevat een specificatie van de terbeschikkinggestelde archiefbescheiden. Een exemplaar van deze verklaring wordt bewaard door het overheidsorgaan waaronder de archiefbescheiden zouden berusten, indien zij niet ter beschikking waren gesteld.
De kosten van het beheer van de terbeschikkinggestelde archiefbescheiden komen ten laste van het openbaar lichaam, dat de archiefbescheiden ter beschikking heeft gekregen. De zorgdrager voor de archiefbescheiden van het overheidsorgaan dat de archiefbescheiden ter beschikking heeft gesteld, blijft in alle andere aangelegenheden de zorgdrager voor de archiefbescheiden.
HOOFDSTUK 15 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING, OPHEFFING
Tenzij bij of krachtens enig wettelijk voorschrift anders is bepaald, vindt toetreding plaats met ingang van 1 januari van het jaar volgende op dat waarin de voor toetreding noodzakelijke wijziging van de regeling in werking is getreden, het college van de toetredende gemeente daartoe heeft besloten en voldoet aan de eventueel door het Algemeen Bestuur aan de toetreding verbonden voorwaarden.
Op uittreding van een college uit de gemeenschappelijke regeling is artikel 43 van overeenkomstige toepassing.
De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden opgeheven voor zover de Wet publieke gezondheid hier niet aan in de weg staat. Een besluit tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt niet genomen voordat de colleges van alle deelnemende gemeenten na verkregen toestemming van de raden daarmee hebben ingestemd.
Het liquidatieplan wordt door het Algemeen Bestuur, nadat de raden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze hebben kunnen inbrengen, vastgesteld. Voor zover mogelijk wordt het liquidatieplan gelijktijdig met het voorstel tot opheffing, aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten voor inspraak respectievelijk ter besluitvorming voorgelegd.
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. De bekendmaking van deze regeling geschiedt door het college van de gemeente Eindhoven.
De bij de wet voorgeschreven toezending van de wijziging van deze regeling aan gedeputeerde staten geschiedt door het college van de gemeente Eindhoven.
Deze regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost”.
Vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Aldus gewijzigd vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders van Gemert-Bakel in zijn vergadering van 24 mei 2016.
Na verkregen toestemming van de raad d.d. 14 juli 2016 .
het college van burgemeester en wethouders ,
Tegen het collegebesluit tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken, gerekend vanaf de dag na deze bekendmaking, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Het adres is: Postbus 10.000, 5420 DA Gemert. In het bezwaarschrift laat u weten de redenen waarom u het met het besluit niet eens bent. Ook vermeldt u de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft en u ondertekent de brief met uw handtekening. Als het mogelijk is, voegt u een kopie van het besluit waartegen u bezwaar heeft bij uw bezwaarschrift.
Als u bezwaar maakt, wordt de werking van dit besluit niet stopgezet. Mocht u dat willen en hebt u een spoedeisend belang, dan kunt u tevens een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, sector bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch.
U kunt pas een voorlopige voorziening vragen nadat u een bezwaarschrift hebt ingediend. Een kopie van het bezwaarschrift voegt u bij uw verzoek aan de voorzieningenrechter.
De rechtbank brengt u voor het in behandeling nemen van een verzoek om voorlopige voorziening kosten in rekening (griffierecht).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-16566.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.