Gemeenteblad van Wierden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wierden | Gemeenteblad 2017, 164055 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wierden | Gemeenteblad 2017, 164055 | Verordeningen |
Verordening toeristenbelasting 2016
Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het besluit van de raad van 8 december 2015) de tekst bekend van de Verordening toeristenbelasting 2016, zoals deze luidt op de datum van deze bekendmaking.
Besluit van de gemeenteraad van Wierden over vaststelling Verordening toeristenbelasting 2016.
De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2015.
Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van een toeristenbelasting
Voorwerp van de belasting; belastbaar feit.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de
gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeer
onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste stand
plaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die
niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt
onder de naam toeristenbelasting een directe belasting geheven.
Deze verordening verstaat onder:
a.vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde
komens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd
voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en
b.mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s,
soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke
voertuigen welke bestemd zijn voor dan wel
verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
c.niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere
verblijven, of gedeelten daarvan,
onderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak zijn
als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch
perioden van het jaar voor die doeleinden worden
verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;
d.vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is
1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid geeft tot verblijf
als bedoeld in artikel 1 in hem ter
dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
2.De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te
verhalen op degene, ter zake van
3.Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf
a.als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of
gebrekkigen, van hulpbehoevenden of
van ouden van dagen verblijft;
b.verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter
b. beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd.
Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing.
1.Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking
a.vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten
bepaald op het aantal slaapplaatsen;
op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor
verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met 2,4 en
het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer
personen, vermenigvuldigd met 3,6.
2.Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen
a.ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-
beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen,
welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen
worden gedurende een periode van:
Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de
belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van
de heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen,
indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal
overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende
De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan
de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de
maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de
1.Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoelt in artikel 3, eerste lid, is gehouden,
voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze
verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Inwerkingtreding en citeerartikel.
1 .De ‘Verordening toeristenbelasting 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 december 2014,
nummer 14-00820, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die
zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-164055.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.