Gemeenteblad van Noord-Beveland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Beveland | Gemeenteblad 2017, 156009 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Beveland | Gemeenteblad 2017, 156009 | Verordeningen |
Verordening re-integratie en tegenprestatie Participatiewet gemeente Noord-Beveland 2017
De raad van de gemeente Noord-Beveland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vijfde lid en zevende lid, van de Participatiewet;
vast te stellen het algemeen verbindend voorschrift van de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland tot vaststelling van de Verordening re-integratie en tegenprestatie Participatiewet gemeente Noord-Beveland 2017, inhoudende regels omtrent de Participatiewet, citeertitel Verordening re-integratie en tegenprestatie Participatiewet gemeente Noord-Beveland 2017:
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
HOOFDSTUK 2- BELEID EN FINANCIERING
Artikel 2. Evenwichtige verdeling en financiering
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk.
Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.
Het college kan een voorziening beëindigen als:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
Artikel 4. Werkervaringsplaats
Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep op een werkervaringsplaats plaatsen. Deze plaatsing duurt maximaal zes maanden met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden, indien dit door het college noodzakelijk wordt geacht voor het verwerven van vaardigheden die de inschakeling in de arbeid bevorderen.
Artikel 8. Participatievoorziening beschut werk
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.
Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.
Artikel 9. Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
Artikel 10. Ondersteuning bij beheersing Nederlandse taal
Het college kan aan een persoon ten aanzien van wie het redelijk vermoeden bestaat dat hij niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden en het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, een voorziening aanbieden ter ondersteuning van de beheersing van de Nederlandse taal op referentieniveau 1F.
HOOFDSTUK 4. TEGENPRESTATIE NAAR VERMOGEN
Artikel 18. Het opdragen van een tegenprestatie
Artikel 22. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de verordening re-integratie en tegenprestatie gemeente Noord-Beveland 2015, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de verordening re-integratie en tegenprestatie gemeente Noord-Beveland 2015 voor de duur:
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergadering van 21 september 2017.
De griffier,
C.H. Poortvliet
De voorzitter,
M.J.A. Delhez MSc
Bijlage bij artikel 17 - loonkostensubsidie ex artikel 10d Participatiewet
Het college maakt gebruik van de loonwaardemethodiek van het UWV om de loonwaarde van een persoon te bepalen. Hierna wordt de werkwijze van deze methode omschreven.
In artikel 10d, eerste lid, van de Participatiewet is bepaald dat als een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met die persoon, het college de loonwaarde van die persoon vaststelt. Hiervoor is geen aanvraag vereist.
De vastgestelde loonwaarde legt het college vast in een beschikking waartegen de werkgever bezwaar en beroep kan instellen.
Als een dienstbetrekking tot stand komt, verleent het college loonkostensubsidie aan de werkgever met inachtneming van artikel 10d van de Participatiewet.
Methode van loonwaardebepaling
De loonwaardebepaling wordt vastgesteld en uitgevoerd door deskundige en gecertificeerde arbeidsdeskundigen. Van belang is dat sociaal-medische gegevens aanwezig zijn. Dit kan in de vorm van een Sociaal Medisch Advies van UWV of vergelijkbare informatie uit een andere bron.
Het onderzoek vindt vooral plaats op de werkplek van de werknemer.
Het bestaat uit de volgende stappen:
Verzamelen van sociaal-medische gegevens voor het opstellen van een arbeidskundig werknemersprofiel. Hierin zijn de kennis; vaardigheden en belastbaarheid van de klant opgenomen.
Vaststellen en beschrijven van de soortgelijke functie van een collega zonder beperkingen: de functieanalyse (taken- en urenanalyse).
Vaststellen van het loonniveau van deze college als referentie/norm.
Vaststellen van het prestatieniveau van de werknemer: de loonwaarde.
Verslaglegging; verwachting loonontwikkeling en advies planning vervolgonderzoek.
De gegevens worden vastgelegd in een rapportage. In deze rapportage wordt daarnaast, met het oog op het beter en duurzamer functioneren van de klant, geadviseerd over aanpassingen in het werk. Ook wanneer de inzet van een voorziening leidt tot een mogelijk hogere loonwaarde en/of vergroting van de duurzaamheid van de plaatsing wordt dit aangegeven.
Met de loonwaardebepaling krijgen de gemeenten ondersteuning bij het bevorderen van duurzaam werk voor de gemeentelijke doelgroep.
De loonwaardemethodiek van het UWV is een beproefde methode voor loonwaardebepaling in het kader van loonkostensubsidie, De gemeente ontvangt een vakkundig en onafhankelijk oordeel over de loonwaarde.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-156009.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.