Uitvoeringsregeling fiscale uitruil reiskosten woon- werkverkeer gemeente Stichtse Vecht

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel is opgedragen aan Burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

Gelezen het besluit van Burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2016 met betrekking tot het vaststellen van de LOGA circulaire van 29 juni 2016 (ECWGO/U201600995) betreffende het verplicht instellen van een Individueel Keuze Budget (IKB) met ingang van 1 januari 2017;

Na overeenstemming met de Commissie voor Georganiseerd Overleg (GO) d.d.31 oktober 2016;

Besluit vast te stellen de volgende

UITVOERINGSREGELING FISCALE UITRUIL REISKOSTEN WOON- WERKVERKEER GEMEENTE STICHTSE VECHT

Artikel 1 Toepassing

Medewerkers van de gemeente Stichtse Vecht worden door deze regeling in staat gesteld de fiscale ruimte voor een vergoeding van woon–werkverkeer optimaal te benutten.

Artikel 2 Deelname

Deelname aan de regeling staat open voor alle medewerkers van de gemeente Stichtse Vecht, als bedoeld in artikel 1.1 sub a van de CAR.

Artikel 3 Fiscale voorziening

  • 1.

    Aan de medewerker wordt op zijn verzoek via het Individueel keuze pensioen (IKB) een onbelaste aanvullende vergoeding voor de reiskosten woon-werkverkeer toegekend.

  • 2.

    De aanvullende vergoeding wordt gefinancierd door het afzien van (een deel van) het bruto opgebouwde individueel keuze budget en/of bruto loonwaarde.

  • 3.

    Het opgebouwde IKB en/of brutoloon kan maandelijks of over een andere aangegeven periode worden uitgeruild.

  • 4.

    Deze fiscale vergoeding wordt verstrekt ongeacht de wijze van vervoer.

  • 5.

    De vergoeding voor de medewerker wordt vastgesteld op basis van het vaste reispatroon dat door de direct leidinggevende voor de medewerker is vastgesteld. Het reispatroon wordt administratief verwerkt door HRM in de module IKB via YouPP.. Hierbij wordt uitgegaan van de methode dat een medewerker gemiddeld 214 dagen op fulltime basis heen en weer reist. Voor een parttimer geldt alles naar rato.

  • 6.

    De reisafstand wordt bepaald door administratie HRM aan de hand van de routeplanner van de ANWB met als optie de kortste route, zoals vastgelegd in de personeelsadministratie bij HRM.

  • 7.

    De maximale reisafstand woon-werkverkeer is vastgesteld op 150 kilometer heen en terug (75 kilometer enkele reis).

  • 8.

    De aanvullende vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer bedraagt maximaal de persoonlijke fiscale ruimte van de medewerker voor het betreffende jaar.

  • 9.

    De persoonlijke fiscale ruimte van de medewerker wordt bepaald door het aantal woon-werkverkeer kilometers te vermenigvuldigen met de fiscaal vrije vergoeding voor woon-werkverkeer die door de belastingdienst (landelijk) is goedgekeurd.

  • 10.

    De hoogte van de fiscale voorziening wordt bepaald door de volgende rekenkundige formule:

A x 2 x (214 x B/5) x C

A is het rekenkundige getal op één decimaal achter de komma van de reisafstand. De factor 2 staat voor de reisafstand heen en terug. De factor 214 staat voor het aantal reisdagen per jaar, waarbij rekening is gehouden met kortdurende ziekte, vakantie of verlof. B is het aantal reisdagen per week en C is de maximale belastingvrije kilometervergoeding. Om het netto voordeel te bepalen, wordt de uitkomst vermenigvuldigd met het voor de medewerker van toepassing zijnde belastingtarief.

De hierboven berekende fiscale ruimte wordt door de administratie HRM verminderd indien gedurende een periode van meer dan vier weken de reisafstand niet wordt afgelegd wegens ziekte, langdurig verlof etc.

  • 11.

    De conform lid 9 berekende persoonlijke fiscale ruimte van de medewerker wordt verminderd met de eventuele vergoeding woon-werkverkeer die de medewerker maandelijks ontvangt.

  • 12.

    De persoonlijke fiscale ruimte (zichtbaar via de module IKB) van de medewerker die resteert komt voor vergoeding in aanmerking en vormt voor de medewerker de maximale aanvullende vergoeding woon-werkverkeer.

  • 13.

    De uitruil mag niet meer bedragen dan 30% van de pensioengrondslag.

  • 14.

    De fiscale ruimte wordt maandelijks in de module IKB via het softwarepakket YouPP vastgesteld. Het is aan de medewerker om te bepalen op welk moment wordt uitgeruild via de module IKB.

Artikel 4 Fiscale randvoorwaarden

  • 1.

    Uitvoering van deze regeling vindt plaats binnen de wettelijke voorschriften en tot de maximumbedragen zoals die door de minister van Financiën zijn vastgesteld.

  • 2.

    Indien de in lid 1 bedoelde voorschriften van de minister van Financiën wijzigen, dan zijn de gewijzigde voorschriften vanaf het moment van ingang van overeenkomstige toepassing op deze uitvoeringsregeling fiscale uitruil woon- werkverkeer.

Artikel 5 Deelname

  • 1.

    Het al dan niet deelnemen aan de fiscale uitruil woon-werkverkeer is de verantwoordelijkheid van de medewerker. Via de module IKB (YouPP) kan deelname aan de uitruil geactiveerd worden. Per kalenderjaar dient een eventuele fiscale uitruil opnieuw geactiveerd te worden door de medewerker via de module IKB.

  • 2.

    Als een medewerker in de loop van het jaar uit dienst treedt, wordt op dat moment de fiscale ruimte woon-werkverkeer berekend, en met de laatste salarisbetaling afgerekend indien de medewerker deze keuze heeft geactiveerd in de IKB module.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1.

    Wanneer de medewerker onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruikt maakt van deze regeling, wordt de eventuele aan de gemeente opgelegde naheffingsaanslag (inclusief de boete en heffingsrente) van de belastingdienst met terugwerkende kracht op de medewerker verhaald.

  • 2.

    Het bevoegd gezag aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de mogelijk in andere (wettelijke) regelingen opkomende gevolgen van de verlaging van het bruto loon (inclusief IKB) als gevolg van het gebruikmaken van de fiscale voorziening.

  • 3.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de directie een bijzondere voorziening treffen.

  • 4.

    Als deze fiscale voorziening door de belastingdienst wordt gewijzigd of afgeschaft, wijzigt of verdwijnt deze regeling dienovereenkomstig.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Uitvoeringsregeling fiscale uitruil reiskosten woon-werkverkeer gemeente Stichtse Vecht”;

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2017;

  • 3.

    De “Regeling fiscale uitruil reiskosten woon-werkverkeer gemeente Stichtse Vecht - laatstelijk gewijzigd vastgesteld per 1 januari 2013 - komt te vervallen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Stichtse Vecht van 4 juli 2017.

Burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht,

gemeentesecretaris burgemeester

Naar boven