Gemeenteblad van Hattem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hattem | Gemeenteblad 2017, 128938 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hattem | Gemeenteblad 2017, 128938 | Verordeningen |
Gemeente Hattem – Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Hattem 2014 (inclusief eerste wijziging)
De raad van de gemeente Hattem;
gelezen het voorstel van het college van 23 juli 2013, no 201306822, inzake de begraafplaats;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
V erordening op het beheer en op het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Hattem 2014
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Artikel 3. Openstelling begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de administratie. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de administratie vastgesteld.
Artikel 6. Opgravingen en ruimen
Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan het college. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. De nabestaanden kunnen na een begraving het sluiten van een graf en het bedienen van de graflift onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8. Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke grafrusttermijn verloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en particuliere urnennissen en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college regelt tevens de afmetingen en, met inachtneming van de wettelijke minimumtermijn, de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 11. Aantal overledenen in algemene graven
Artikel 12. Volgorde van uitgifte
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 14. Termijnen particuliere graven
De rechthebbende is verplicht adreswijzigingen tijdig aan het college door te geven. Indien een rechthebbende verzuimt een dergelijke aangifte te doen dan kan deze zich nooit beroepen op het niet of niet tijdig ontvangen van aanwijzingen of mededelingen ingevolge deze verordening of de verordening met betrekking tot begrafenisrechten.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, in dien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. In dien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bij gezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 17. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 18. Vergunning grafbedekking
Artikel 19. Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.
Artikel 20. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te herstellen kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de hele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of van de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
Artikel 21. Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende grafbeplanting op een graf die in verwaarloosde staat verkeert wordt door de beheerder verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Linten, kransen, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 22. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste twee jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste twee jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de administratie een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
HOOfDSTUK 7. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
HOOFDSTUK 8. INRICHTING REGISTER
Artikel 26. Intrekking oude regeling
De beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Hattem 2003, vastgesteld op 8 december 2013, wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Hattem 2014.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 september 2013.
VERORDENING TOT EERSTE WIJZIGING BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS GEMEENTE HATTEM 2014
De raad van de gemeente Hattem;
gelezen het voorstel van het college, d.d. 24 februari 2015;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat de raad op 9 september 2013 de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Hattem 2014 heeft vastgesteld.
Nu de nieuwe urnennissen en urnengraven gerealiseerd zijn nadere regelgeving noodzakelijk is;
het vaststellen van de Verordening tot eerste wijziging van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Hattem 2014
Artikel 1 onder I wordt vervangen door: grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats of de afsluitplaat van een urnennis;
Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: Eerste wijziging van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Hattem 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hattem, gehouden op 30 maart 2015.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-128938.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.