1e wijziging Verordening onroerende zaakbelastingen 2017

De raad van de gemeente Barendrecht,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017;

 

gelet op het advies van de commissie Planning & Control van 12 juni 2017;

 

gelet op artikel op artikel 216 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

 

Vast te stellen:

 

Eerste wijziging van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2017.

Artikel 1.

Artikel 4, eerste lid van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2017 luidende:

“In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

 

wordt gewijzigd door na onderdeel l. de volgende vrijstellingsbepaling toe te voegen:

 

  • m.

    gebouwde eigendommen met begrip van de ondergrond:

    • 1.

      welke in eigendom en beheer zijn van kerkgenootschappen, voor zover die eigendommen mede in gebruik zijn ten behoeve van de openbare eredienst, dan wel in hoofdzaak in gebruik zijn voor kerkelijke activiteiten.

    • 2.

      welke in eigendom, beheer en/of in gebruik zijn van/bij plaatselijke verenigingen ten behoeve van de amateuristische sportbeoefening en/of jeugd- en jongerenwerk.

Artikel 2. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van de heffing is 1 januari 2017.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 27 juni 2017.

De griffier,

mw. mr. G.E. Figge

De voorzitter,

drs. J. van Belzen

Naar boven