Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2017 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein

Capelle aan den IJssel 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gemeente: de gemeente Capelle aan den IJssel.

  • 2.

    Gemeentelijk adviseur: een door het college aangewezen medewerker van de gemeente met wie voorafgaand aan de eventuele aanvraag om subsidie over de aanvraag wordt overlegd.

  • 3.

    Innovatieve activiteit: een activiteit die - met de ondersteuningsbehoefte van de Capellenaar als uitgangspunt - gericht is op de ontwikkeling, vernieuwing en/of verbetering van de werkwijzen en/of het aanbod van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor innovatieve activiteiten bestaande uit:

    • a.

      het in de Capelse praktijk onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe of verbeterde werkwijzen en/of nieuw of verbeterd aanbod van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein, en/of

    • b.

      het in de Capelse praktijk implementeren van in verhouding tot de bestaande situatie aantoonbaar efficiëntere of effectievere werkwijzen en/of aantoonbaar efficiënter en effectiever aanbod van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein.

  • 2.

    De innovatieve activiteiten dienen te passen binnen één of meer van de volgende thema’s zoals die zijn beschreven in de Ontwikkelagenda Sociaal Domein 2017-2020:

    • a.

      sterke sociale basis en herkenbare ondersteuningsstructuur;

    • b.

      samenwerking en samenhang in het hulpaanbod.

  • 3.

    De innovatieve activiteiten dienen bij te dragen aan één of meer van de zes onderstaande doelen:

    • a.

      een laagdrempelige integrale toegang tot zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein (de Toegang);

    • b.

      bevorderen van de zelfredzaamheid en eigen regie van Capellenaren;

    • c.

      vernieuwen en/of verbeteren van te leveren maatwerk;

    • d.

      verbeteren van de samenwerking en samenhang op het gebied van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein;

    • e.

      voorkomen van problemen van Capellenaren respectievelijk voorkomen van een beroep op zwaardere zorg en ondersteuning door Capellenaren op het gebied van het sociaal domein (preventie);

    • f.

      bevorderen van de effectiviteit en efficiëntie van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein.

  • 4.

    Innovatieve activiteiten die uit andere bronnen (kunnen) worden bekostigd, komen niet in aanmerking voor subsidie op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 4 Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5 Subsidieontvanger

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon;

  • b.

    een natuurlijke persoon;

  • c.

    een groep van natuurlijke personen.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie verstrekt aan een subsidieontvanger zoals bedoeld in artikel 5, onder a bedraagt maximaal € 80.000.

  • 2.

    Een subsidie verstrekt aan een subsidieontvanger zoals bedoeld in artikel 5, onder b en c bedraagt maximaal € 2.000.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Voorafgaand aan het indienen van een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager met een gemeentelijk adviseur over de aanvraag.

  • 2.

    Voorafgaand aan het indienen van de aanvraag kan de aanvrager worden verzocht om de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd te presenteren aan de wethouders die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het sociaal domein.

  • 3.

    In aanvulling op het bepaalde in artikel 6, tweede lid, van de ASV beschrijft de aanvrager in de aanvraag eveneens:

    • a.

      hoe de te subsidiëren activiteiten zullen bijdragen aan de ontwikkeling, vernieuwing en/of verbetering, dan wel de bevordering van de efficiency of effectiviteit van de werkwijzen en/of het aanbod van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein en hoe de Capelse burgers daarmee gebaat zullen zijn;

    • b.

      op welke wijze de te subsidiëren activiteiten passen in een of meer van de thema’s bedoeld in

artikel 3, tweede lid;

  • c.

    welk doel of welke doelen als bedoeld in artikel 3, derde lid, met de te subsidiëren activiteiten wordt of worden nagestreefd en hoe de te subsidiëren activiteit aan het realiseren van dit doel of deze doelen zal bijdragen;

  • d.

    welke investering in tijd of geld de aanvrager zelf doet in de te subsidiëren activiteiten.

    • 4.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid onder d van de ASV kunnen de activiteiten ook in twee opeenvolgende kalenderjaren worden ontplooid. Activiteiten worden echter gedurende maximaal 12 achtereenvolgende maanden gesubsidieerd.

    • 5.

      In de aanvraag moeten de begin- en einddatum van de te subsidiëren activiteiten worden vermeld, waarbij de einddatum van de activiteiten niet mag liggen na 31 december 2020. Een aanvraag om subsidie voor activiteiten die doorlopen na 31 december 2020 wordt geweigerd.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, eerste en tweede lid van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk acht weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie moet uiterlijk op 1 oktober 2019 zijn ingediend.

Artikel 10 Subsidieplafond en wijze van verdeling

1.Voor deze subsidieregeling geldt een subsidieplafond zoals door de gemeenteraad is vastgesteld.

Het subsidieplafond en het tijdvlak waarvoor deze gelden, worden bekend gemaakt in het Gemeenteblad van Capelle aan den IJssel op Overheid.nl en op www.capelleaandenijssel.nl.

2.De verdeling van dit subsidieplafond vindt plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 11 Bevoorschotting

1.In afwijking van artikel 13, tweede en vierde lid, van de ASV wordt bij een subsidie vanaf € 5.000 tot

€ 50.000, 80% direct als voorschot uitbetaald en 20% na de subsidievaststelling.

2.In afwijking van artikel 13, derde en vierde lid, van de ASV wordt bij een subsidie vanaf € 50.000 gedurende de looptijd van de activiteiten 90% van het subsidiebedrag voor het eind van iedere maand in gelijke delen als voorschot uitbetaald en 10% na de subsidievaststelling.

Artikel 12 Aanvraag tot vaststelling

In het inhoudelijk verslag bedoeld in artikel 15, lid 2 sub a en artikel 16, lid 2 sub a van de ASV, dient de subsidieontvanger ook te beschrijven:

  • a.

    hoe de activiteiten zijn verlopen en of het doel dat met de activiteiten werd nagestreefd is bereikt;

  • b.

    welke problemen zich bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten hebben voorgedaan;

  • c.

    of en, zo ja, hoe het resultaat van de gesubsidieerde activiteiten in de praktijk van het sociaal domein zal kunnen worden toegepast.

Artikel 13 Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien waarbij kinderen zij betrokken, dienen een beleid te voeren gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 14 Slotbepalingen

1.Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juni 2017 en heeft een looptijd tot en met

31 december 2019.

2.Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein Capelle aan den IJssel 2017.

Capelle aan den IJssel, 6 juni 2017.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco mr. P. Oskam

Algemene toelichting

Inleiding

Het college heeft op 10 januari 2017 de Ontwikkelagenda Sociaal Domein 2017-2020 vastgesteld. Onderdeel van de Ontwikkelagenda is een innovatiebudget van jaarlijks € 450.000 over de periode 2017 tot en met 2019 om de transformatie in het sociaal domein - de ontwikkeling naar nieuwe manieren van werken die passen bij de decentralisatie - te realiseren.

De achterliggende gedachte achter de transformatie in het sociaal domein is, dat ondersteuning en zorg anders moeten worden georganiseerd, met de ondersteuningsbehoefte van de Capellenaar als uitgangspunt. De transformatie van het sociaal domein beoogt met behoud van kwaliteit en binnen de huidige budgetten een grotere doelgroep te kunnen ondersteunen, met de bedoeling dat tijdens de uitvoering wordt geleerd voor de toekomst. Dit vraagt van de gemeente om zowel ruimte te bieden als om regie te voeren. Ruimte bieden aan Capellenaren en organisaties die ondersteuning en zorg bieden om verbeteringen en vernieuwingen in aanbod en werkwijze aan te brengen. En als gemeente regie voeren bij het verwezenlijken van de transformatieopgaven.

De Ontwikkelagenda zegt over het innovatiebudget:

'Binnen het begrotingsprogramma willen wij ruimte creëren voor een ontschot innovatiebudget, om de transformatie een impuls te geven, gericht op maatwerk, preventie, versterken van eigen regie en kracht, effectief, efficiënt en integraal werken. Het is belangrijk dat Capelle de verschillende domeinen blijft verbinden, nieuwe vormen van zorg mogelijk blijft maken en aanbieders stimuleert om over de eigen schutting heen te kijken en slimme allianties aan te gaan. Een ontschot innovatiebudget willen wij enerzijds inzetten om ruimte te bieden aan initiatieven van Capellenaren (‘right to challenge’, uitdagingsrecht) of zorgaanbieders, voor vernieuwingen die de onderdelen Jeugdhulp, Wmo en Participatiewet overstijgen.

Het gaat om initiatieven vanuit de samenleving zelf. Of de financiële ruimte hiervoor wordt benut, is vooral afhankelijk van deze initiatieven. Anderzijds willen wij het budget inzetten om de samenwerking en uitwisseling tussen loketten onderling en met de zorgorganisaties een impuls te geven, bijvoorbeeld met behulp van actieonderzoek waarin beleid en praktijk met elkaar worden geconfronteerd om lerend door te ontwikkelen. Wij stellen voor om voor de jaren 2017 tot en met 2019 een jaarlijks innovatiebudget van

€ 450.000 beschikbaar te stellen en dit te onttrekken aan de Reserve Sociaal Domein.’

De gemeenteraad heeft bij het vaststellen van de Eerste begrotingswijziging 2017 besloten om in 2017, 2018 en 2019 het bedrag van € 450.000 te onttrekken aan de reserve Sociaal Domein. Zoals hierboven aangegeven is het budget enerzijds bedoeld om initiatieven vanuit de samenleving te faciliteren, en anderzijds om als gemeente initiatief te nemen om in samenwerking met andere partijen de beoogde vernieuwingen aan te jagen.

-De gemeenteraad heeft besloten om ten behoeve van onderhavige Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein voor de periode 2017-2019 een subsidieplafond vast te stellen van

€ 300.000 per jaar. Dit bedrag is derhalve jaarlijks beschikbaar voor initiatieven van Capellenaren en organisaties die met hun activiteiten bijdragen aan de ontwikkeling, vernieuwing en/of verbetering van de werkwijzen en/of het aanbod van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein, aansluitend op wat Capelse burgers zelf kunnen, al dan niet met hun netwerk, en wat hun hulpbehoefte is.

-Naast deze subsidieregeling neemt de gemeente Capelle zelf initiatieven om de transformatie in het sociaal domein aan te jagen, onder meer door het netwerk van partijen die ondersteuning en zorg bieden aan Capellenaren te versterken, en samenwerking, integraal werken en kennisdeling binnen het netwerk van partijen te bevorderen.

Aanjaagbudget

Het doel van het innovatiebudget is het aanjagen van initiatieven die een vernieuwende, verrassende en/of inspirerende bijdrage leveren aan de transformatieopgaven in het sociaal domein rondom:

  • -

    een laagdrempelige integrale toegang tot zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein (de Toegang);

  • -

    het bevorderen van de zelfredzaamheid en eigen regie van Capellenaren;

  • -

    het vernieuwen en/of verbeteren van te leveren maatwerk;

  • -

    het verbeteren van de samenwerking en samenhang op het gebied van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein;

  • -

    het voorkomen van problemen van Capellenaren respectievelijk het voorkomen van een beroep op zwaardere zorg en ondersteuning door Capellenaren op het gebied van het sociaal domein (preventie);

  • -

    het bevorderen van de effectiviteit en efficiëntie van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein.

Het innovatiebudget moet een impuls geven aan de realisatie van genoemde transformatieopgaven.

Een innovatie hoeft echter niet per definitie bekostigd te worden vanuit dit budget maar kan soms mogelijk ook - gedeeltelijk - uit andere bestaande budgetten worden bekostigd. Eveneens is het de bedoeling dat een innovatie bij goede resultaten wordt voortgezet en bekostigd vanuit de reguliere middelen. Passend bij de rol van de gemeente om de innovatie in het sociaal domein te bevorderen, ligt het daarom meer voor de hand om te spreken over een ‘Aanjaagbudget transformatie sociaal domein.’

Tegen deze achtergrond heeft het college deze Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein vastgesteld. De Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein is gebaseerd op de bevoegdheid die de Algemene subsidieverordening (ASV) het college geeft om subsidieregelingen vast te stellen. De ASV is op het verstrekken van subsidies uit de Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein van toepassing, voor zover in de subsidieregeling niet van de ASV afgeweken wordt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Met deze subsidieregeling wordt beoogd ruimte te bieden aan Capellenaren en organisaties die zorg en ondersteuning bieden, om verbeteringen en vernieuwingen in het ondersteunings- en zorgaanbod en de werkwijzen op het gebied van het sociaal domein tot stand te brengen. Daarbij is het de wens om de beschikbare middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten. Met het oog op dit laatste is het de bedoeling dat degenen die een subsidie willen aanvragen voor een innovatieve activiteit, eerst over hun plannen overleg plegen met een gemeentelijk adviseur (zie artikel 8, lid 1). Deze adviseur leest en denkt met de initiatiefnemer mee en bewaakt onder andere dat de te subsidiëren initiatieven niet overlappen met bestaande voorzieningen of in strijd zijn met wet- en regelgeving. Pas na overleg kan de definitieve aanvraag worden ingediend.

Een innovatie kan veelomvattend zijn, zoals het ontwerpen van een geheel nieuw werkproces waarbij het vanuit de Capellenaar denken en de integraliteit voorop staan. Ook kan een verzameling van samenhangende, kleinere vernieuwingen leiden tot innovatie van of binnen de huidige ondersteuning. In de eerste vorm is er sprake van innovatie als het ontwikkelen van geheel nieuwe kennis, werkwijzen of producten (research & development). In de tweede situatie wordt innovatie begrepen als het samenbrengen en breed inzetbaar maken van bestaande kennis, werkwijzen en producten, waardoor vernieuwing plaatsvindt. Innovatie is ook een permanent leerproces, waarbij het essentieel is dat partijen bereid zijn om bestaande kennis beschikbaar te stellen en nieuwe kennis tot zich te nemen om tot vernieuwing te komen.

In het kader van de Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein wordt de ene of de andere vorm niet uitgesloten. Er wordt een breed begrip van de term innovatie gehanteerd waar in beginsel alle activiteiten onder kunnen vallen die leiden tot de ontwikkeling, vernieuwing en/of verbetering van de werkwijzen en/of het ondersteuningsaanbod aan Capellenaren.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3 Activiteiten

In lid 1 is bepaald voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Met ‘in de praktijk onderzoeken’ wordt in lid 1 sub a bedoeld, dat sprake moet zijn van onderzoek in de dagelijkse praktijk van de activiteiten binnen het sociaal domein. Abstract, wetenschappelijk, onderzoek komt niet voor subsidiering onder deze subsidieregeling in aanmerking. De onderzoeksactiviteiten moeten plaatsvinden in de gemeente

Capelle aan den IJssel en niet in een andere gemeente.

Het kan zijn dat geld nodig is voor de implementatie in de Capelse praktijk van hetzij (al of niet met een subsidie op basis van deze subsidieregeling) in Capelle, hetzij elders ontwikkelde efficiëntere en/of effectievere nieuwe werkwijzen en/of aanbod van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein. Lid 1, sub b maakt het mogelijk dat voor een dergelijke activiteit een subsidie wordt verstrekt.

De te subsidiëren activiteiten moeten op grond van lid 2 passen binnen het eerste en/of tweede van de drie thema’s die zijn benoemd in de Ontwikkelagenda Sociaal Domein 2017-2020. Samengevat houden de eerste twee thema’s het volgende in.

1.Sterke sociale basis en herkenbare ondersteuningsstructuur

Wij willen bereiken dat er in Capelle een hecht en samenwerkend netwerk ontstaat van informele en formele verbanden. Dit zijn groepen, clubs en verenigingen die door Capellenaren zijn opgezet en organisaties die ondersteuning en zorg bieden aan Capellenaren. Deze netwerken dienen voor de Capellenaren, samen met de Toegang tot zorg en ondersteuning, overzichtelijk, laagdrempelig, toegankelijk en effectief te zijn.

2.Samenwerking en samenhang in het hulpaanbod

Wij willen bereiken dat de partijen die zorg en ondersteuning bieden op de hoogte zijn van elkaars ondersteuningsaanbod, in onderling overleg ‘producten’ samen brengen tot maatwerkarrangementen en afspraken maken over samenwerking en regie. Het gaat hierbij zowel om de horizontale samenwerking tussen partijen in de Toegang en verticale samenwerking tussen lokaal georganiseerde en regionaal of landelijk georganiseerde ondersteuning.

Met nieuw of verbeterd maatwerk wordt in lid 3, sub c, gedoeld op maatwerk in brede zin, uiteenlopend van op de persoon toegesneden zorg en ondersteuning, tot maatwerkarrangementen voor gezinnen waarin sprake is van een meervoudige problematiek.

Lid 4 houdt in, dat geen beroep op deze subsidieregeling kan worden gedaan voor activiteiten waarvoor uit een andere bron geld kan worden gekregen. Hiermee wordt onder andere gedoeld op de mogelijkheid dat de activiteit valt onder een andere - al of niet gemeentelijke - subsidieregeling. Ook komen activiteiten niet in aanmerking voor subsidie als hierover afspraken zijn of kunnen worden gemaakt in de

(dienstverlenings-)overeenkomsten tussen de gemeente en bepaalde partijen.

Artikel 4 Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 14).

Artikel 5 Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling aanjaagbudget transformatie sociaal domein vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Ten aanzien van subsidieverstrekking aan (een groep van) natuurlijke personen wordt het volgende opgemerkt.

1.Belang aansprakelijkheidsverzekering

De gemeente is in beginsel niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Degene die de activiteit uitvoert en daarbij (op onrechtmatige wijze) schade veroorzaakt wel. Voor natuurlijke personen geldt dat zij voor deze schade privé aansprakelijk zijn. Het is daarom van belang dat de subsidieontvanger een aansprakelijkheidsverzekering heeft die dergelijke schade vergoedt. Natuurlijke personen die op individuele basis gesubsidieerde activiteiten ontplooien, hebben in dit kader een andere positie dan natuurlijke personen die in organisatorisch verband actief zijn.

1A.Aansprakelijkheidsverzekering - groep van natuurlijke personen

Indien de subsidieontvanger een groep van natuurlijke personen betreft, kan deze groep vallen onder de dekking van de VNG Vrijwilligersverzekering, waarvoor de gemeente een polis heeft afgesloten bij Centraal Beheer Achmea. Deze verzekering is afgesloten ten behoeve van alle vrijwilligers die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verrichten ten behoeve van anderen en/of de samenleving en waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend. Wat betreft natuurlijke personen bestaat het collectief verzekeringspakket uit:

• een ongevallen- en persoonlijke eigendommenverzekering voor vrijwilligers;

• een aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers;

• een rechtsbijstandsverzekering voor vrijwilligers;

• een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers.

Het gaat hierbij om een secundaire verzekering. Dit betekent dat deze verzekering alleen van kracht is, voor zover de schade niet is gedekt door een andere verzekering al dan niet van oudere datum.

Men hoeft zich niet als vrijwilliger aan te melden voor de verzekering. Ook hoeft geen urenregistratie te worden bijgehouden.

Niet verzekerd zijn:

• de vrijwillige politie en de vrijwillige brandweer, vanwege speciaal voor hen getroffen rechtspositieregelingen;

• vrijwilligers die actief zijn voor een Vereniging van Eigenaren of een huurdersvereniging, omdat deze organisaties het eigen belang tot doel hebben en niet een maatschappelijk belang;

• vrijwilligers die zich op individuele basis inzetten, zonder dat sprake is van enig organisatorisch verband.

1B.Aansprakelijkheidsverzekering - natuurlijke personen die niet in organisatorisch verband actief zijn

Indien de subsidieontvanger een natuurlijk persoon is die op individuele basis actief is, zonder dat sprake is van enig organisatorisch verband, dan valt deze subsidieontvanger niet onder de dekking van bovengenoemde verzekering. In dit geval is de subsidieontvanger afhankelijk van een eigen persoonlijke aansprakelijkheidsverzekering, waarbij het de vraag is of de persoonlijke aansprakelijkheidsverzekering schade dekt die voortvloeit uit de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Het is de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger om in dit geval contact op te nemen met zijn of haar verzekeraar om na te gaan wat onder de dekking van de verzekering valt en na te gaan wat de mogelijke (financiële) risico’s zijn.

2.Financiële verplichting

Wie in een groep van natuurlijke personen of als individueel natuurlijk persoon subsidie ontvangt, krijgt dit op persoonlijke titel. Dit betekent dat wanneer de afgesproken prestaties (waarvoor de subsidie is verleend) niet worden geleverd, de subsidie kan worden teruggevorderd. In dit geval is/zijn de subsidieontvanger(s) met zijn of haar privévermogen aansprakelijk.

3.Bijstandsuitkering

Indien een natuurlijk persoon een bijstandsuitkering ontvangt en hij of zij voornemens is om een subsidie aan te vragen, dan wordt aangeraden om voorafgaand aan de subsidieaanvraag dit voornemen te bespreken met de betrokken casemanager van Sociale Zaken IJsselgemeenten. Dit om te voorkomen dat de subsidie gezien wordt als inkomsten en mogelijk in mindering worden gebracht op de uitkering, dan wel dat de uitkering later worden teruggevorderd of dat er zelfs een boete wordt opgelegd. Ook zal de betrokken casemanager beoordelen of het is toegestaan om de gesubsidieerde activiteiten uit te voeren met behoud van uitkering en of dit past binnen een eventueel re-integratietraject.

4.Overige uitkeringen

Indien een natuurlijk persoon een uitkering, anders dan een bijstandsuitkering, ontvangt en hij of zij voornemens is om een subsidie aan te vragen, dan wordt aangeraden om voorafgaand aan de subsidieaanvraag dit voornemen te bespreken met de betrokken uitkerende instantie. In overleg met de instantie kan worden bepaald of het ontvangen van een subsidie en het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten mogelijk is of niet.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8 Aanvraag

Zoals in het voorafgaande (artikel 1) al is aangegeven, wordt over de in te dienen aanvraag overlegd met een gemeentelijk adviseur. Deze adviseur fungeert als vraagbaak voor de aanvrager. Bij toekenning van de subsidie blijft de adviseur voor de subsidieontvanger beschikbaar tot en met afronding van de gesubsidieerde activiteit. De definitieve subsidieaanvraag kan worden ingediend na overleg met de gemeente adviseur. De aanvrager kan worden verzocht om de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, te presenteren aan de wethouders die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het sociaal domein.

In artikel 9, eerste lid onder d, van de ASV is bepaald dat het college een aanvraag om subsidie weigert, als deze een periode van meer dan één kalenderjaar betreft. Met gebruikmaking van de mogelijkheid geboden in artikel 9, tweede lid, van de ASV, maakt het derde lid het mogelijk om voor deze subsidieregeling subsidies aan te vragen voor activiteiten in twee achtereenvolgende kalenderjaren. De maximale termijn voor subsidiering is daarbij wel gesteld op 12 maanden.

Een subsidie moet op grond van artikel 9, lid 2, uiterlijk op 1 oktober 2019 zijn aangevraagd, maar de activiteiten kunnen wel in 2020 ondernomen worden.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

In de ASV worden twee soorten subsidies onderscheiden: subsidie voor de duur van een kalenderjaar en subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt. In deze subsidieregeling wordt dit onderscheid niet gemaakt. Alle subsidieperiodes zijn mogelijk (met een maximum van 12 maanden), voor korte activiteiten maar ook voor projecten van meer dan een kalenderjaar. De aanvraagtermijnen zijn hieraan aangepast, waarbij de in de ASV voorgeschreven termijn van uiterlijk 10 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de te subsidiëren activiteit, is ingekort tot 8 weken.

Artikel 10 Subsidieplafond en wijze van verdeling

De gemeenteraad heeft besloten dat aan deze subsidieregeling voor het begrotingsjaar 2017 (die gelijk loopt met het kalenderjaar) een bedrag van € 300.000 uitgegeven kan worden. Met het vaststellen van dit subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht, heeft de raad het maximumbedrag bepaald dat voor de subsidies beschikbaar is. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Als een aanvraag niet compleet is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag compleet is als ontvangstdatum.

Artikel 11 Bevoorschotting

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 12 Aanvraag tot vaststelling

De in artikel 13 gevraagde aanvullingen op het inhoudelijk verslag bedoeld in artikel 15, lid 2 sub a en

artikel 16, lid 2 sub a, van de ASV, hebben ten doel een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het verloop en de opbrengst van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 13 Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen als bedoeld in lid 1, is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Deze subsidieregeling heeft ten doel activiteiten te subsidiëren die bijdragen aan de transformatie in het sociaal domein. Het delen van de kennis die met het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten wordt ontwikkeld, kan de transformatie in het sociaal domein bevorderen. De subsidieontvanger kan er daarom op grond van artikel 14, lid, 2 onder meer toe worden verplicht op een bepaalde manier over de ontwikkelde kennis te communiceren. Verder kunnen aan de subsidieontvanger bijvoorbeeld verplichtingen worden opgelegd ten aanzien van wijze waarop de activiteiten moet worden uitgevoerd of over de evaluatie van de uitkomsten van de activiteiten.

Artikel 14 Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Naar boven