Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2017

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

besluit:

De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, besluit van 16 februari 2016, wordt gewijzigd als volgt:

ARTIKEL I

A

Artikel 3.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste volzin wordt ‘gerechtelijke procedures’ vervangen door: gerechtelijke procedures voor de burgerlijke rechter.

    2. De zinsnede ‘Behalve voor in hoger beroep te voeren zaken geldt het voorgaande’ wordt vervangen door: Het voorgaande geldt.

    3. Het vierde gedachtestreepje van de opsomming (“aansprakelijkheidsprocedures”) vervalt.

  • 4.

    Na de opsomming wordt een volzin toegevoegd, luidende:

In afwijking van de vorige volzin geldt voor in hoger beroep te voeren zaken dat altijd toestemming van het college nodig is.

B

Aan artikel 19.3.5, eerste alinea, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

In dat geval past de ontvanger op de beslagvrije voet het percentage toe dat in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 en de bijlage bij die regeling is opgenomen voor het woonland van de belastingschuldige. Eventuele periodieke inkomsten die de belastingschuldige uit zijn woonland geniet, komen in mindering op de beslagvrije voet, nadat het in de vorige volzin bedoelde percentage is toegepast.

C

Artikel 25.1.12 vervalt.

D

In artikel 25.1.14, tweede volzin, vervallen de woorden ‘in een dagblad’.

E

Artikel 25.2.2.B wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    25.2.2.b Nadere gegevens

  • 2.

    De eerste volzin vervalt.

  • 3.

    De zinsnede “De ontvanger kan voorts” wordt vervangen door: De ontvanger kan.

F

Aan artikel 25.5.6, derde alinea, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Voor een belastingschuldige die in het buitenland woont, past de ontvanger op de hiervoor bedoelde betalingscapaciteit het percentage toe dat in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 en de bijlage bij die regeling is opgenomen voor het woonland van de belastingschuldige. Eventuele periodieke inkomsten die de belastingschuldige uit zijn woonland geniet, telt de ontvanger op bij de aldus berekende betalingscapaciteit.

G

Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste volzin wordt ‘WSF 2000’ vervangen door: WSF.

  • 2.

    In de vierde volzin vervallen de woorden ‘de partnertoeslag of’.

  • 3.

    In onderdeel A, wordt “€ 61” vervangen door: € 62.

H

In artikel 26.2.19 wordt ‘€ 86’ vervangen door: € 85.

I

Artikel 32.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

  • 32.2.

    Gemeenschapsschulden

  • 2.

    De tweede en derde volzin vervallen.

J

In artikel 73 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van de opsomming door een puntkomma, toegevoegd:

-wettelijk breed moratorium.

K

Aan artikel 73.4.6 wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

Het voorgaande geldt ook voor in hoger beroep te voeren zaken over een faillissementsaanvraag.

L

Artikel 73.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    73.5.1. Voorwaarden voor MSNP

  • 2.

    Voor de bestaande tekst wordt ingevoegd:

Stabilisatiefase

Een schuldhulpverleningstraject vangt in het algemeen aan met een stabilisatie-overeenkomst tussen de schuldenaar en de schuldhulpverlener als hierna bedoeld in onderdeel b. Voor de toepassing van dit artikel wordt met een stabilisatie-overeenkomst gelijkgesteld een schriftelijke mededeling van de schuldhulpverlener waarin staat dat hij activiteiten ontplooit die erop gericht zijn de financiële situatie van de schuldenaar op korte termijn te stabiliseren.

Vanaf de ontvangst van een afschrift van de stabilisatie-overeenkomst neemt de ontvanger gedurende 120 dagen geen dwanginvorderingsmaatregelen. Lopende invorderingsmaatregelen schort de ontvanger op, zo nodig in overleg met de schuldhulpverlener. Daarnaast vindt verrekening alleen plaats met belastingteruggaven die (materieel) zijn ontstaan tot en met de dag waarop het afschrift van de stabilisatie-overeenkomst is ontvangen. Als zich bijzondere omstandigheden voordoen kan de schuldhulpverlener de voormelde termijn in overleg met de ontvanger met maximaal 120 dagen verlengen. Het in deze alinea beschreven terughoudende beleid geldt niet in situaties waarin op voorhand duidelijk is dat de belastingschuldige niet in aanmerking komt voor uitstel van betaling op basis van het hierna in dit artikel beschreven beleid. De ontvanger informeert de schudhulpverlener hierover.

3.Boven de alinea die begint met de zinsnede “De ontvanger verleent uitstel van betaling voor een periode van maximaal 36 maanden als” wordt het volgende kopje geplaatst:

Schuldregelingsovereenkomst

4.In artikel 73.5.1, onderdeel a, wordt ‘Gedragscode Schuldregeling’ vervangen door: Gedragscode Schuldhulpverlening.

M

Artikel 73.5.2 vervalt.

N

In artikel 73.5.4 wordt in de derde alinea ‘de betalingscapaciteit’ vervangen door ‘de in artikel 13 van de regeling bedoelde betalingscapaciteit’, wordt ‘door de schuldhulpverlener wordt beheerd’ vervangen door ‘onder het financieel beheer door de schulpverlener valt’ en wordt ‘beheer’ vervangen door: financieel beheer.

O

In artikel 73.5.6 wordt na de laatste volzin toegevoegd:

Voor de gevolgen van een buitengerechtelijk akkoord wordt verwezen naar artikel 73.6.3 van deze leidraad.

P

Na artikel 73.6.9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

73.7. Wettelijk breed moratorium

Gedurende een door de rechtbank afgekondigde afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, schort de ontvanger lopende invorderingsmaatregelen op. Verrekeningen met belastingteruggaven vinden gedurende de afkoelingsperiode niet plaats, ongeacht de periode waarin die teruggaaf is ontstaan. De afkoelingsperiode is niet van invloed op een eventueel verleend uitstel van betaling of een voorwaardelijk verleende kwijtschelding. Hierop blijft het in deze leidraad opgenomen beleid op de artikelen 25 en 26 van de wet van toepassing. Gedurende de afkoelingsperiode schort de ontvanger de uitbetaling aan een derde op in verband met een executoriaal beslag op belastingteruggaven van de belastingschuldige.

ARTIKEL II
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, treedt artikel I, onderdeel P, in werking op het tijdstip dat artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking treedt.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 1e halfjaar 2017.

Stichtse Vecht, 23 mei 2017

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

Naar boven