Verordening op de rekenkamercommissie

 

 

Nr. 242643

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van het Presidium van de raad van 21 april 2016;

overwegende de wenselijkheid om over te gaan tot een vaste, jaarlijkse vergoeding voor de werkzaamheden van de leden;

gelet op:

  • -

    artikel 81oa van de Gemeentewet;

  • -

    de samenwerkingsovereenkomst d.d. 12 april 2005 tussen de gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten betreffende de gezamenlijke uitvoering van de rekenkamerfunctie;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende gewijzigde "Verordening op de rekenkamercommissie".

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Oldebroek;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie van de gemeente Oldebroek;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

  • e.

    raad: de raad van de gemeente Oldebroek.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De commissie bestaat uit drie leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden, waaronder de voorzitter.

  • 2.

    De leden worden voor een periode van vier jaar benoemd. Herbenoeming is één keer mogelijk voor maximaal vier jaar. In geval van gelijktijdige afloop van een zittingsperiode van de leden worden twee van de drie leden voor een periode van twee jaar herbenoemd.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de commissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de leden is artikel 81g van de Wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      bij einde van de benoemingsperiode.

  • 3.

    De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden

  • 1.

    De voorzitter en overige leden ontvangen een vaste vergoeding per jaar voor hun werkzaamheden. Voor de voorzitter is dit € 6.100,- per jaar en voor de leden € 5.200 per jaar. Indexering vindt niet plaats.

  • 2.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3.

    Naast de vaste vergoeding bestaat geen recht op een onkostenvergoeding.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kan de commissie rapporten, die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept van een onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie nog meer als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      eventuele interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      eventuele externe deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

3.De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 2016.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening op de rekenkamercommissie".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 2 juni 2016.

, voorzitter mr. A. Hoogendoorn,

, griffier J. Tabak.

Naar boven