Privacyprotocol Besluit verkeersmaatregel Milieuzone Rotterdam

De clusterdirecteur van het cluster Stadsontwikkeling,

 

overwegende dat:

  • de gemeenteraad op 28 mei 2015 maatregelen heeft vastgesteld om in 2018 de uitstoot van roet door gemotoriseerd verkeer in Rotterdam met 40% te verminderen en om de concentraties NO2 te verlagen om daarmee te voldoen aan de gestelde normen door Europa;

  • de luchtkwaliteit in Rotterdam een belangrijke oorzaak is van de slechtere gezondheid van de Rotterdammer in vergelijking met andere Nederlanders en met het instellen van de milieuzone Rotterdam wordt beoogd de luchtkwaliteit te verbeteren;

  • namens het college van burgemeester en wethouders op 16 november 2015 is beslist tot het per 1 januari 2016 instellen van een milieuzone centrum Rotterdam voor vrachtauto’s en personen- en bestelauto’s (hierna: het verkeersbesluit);

  • namens het college van burgemeester en wethouders op 16 november 2015 zijn vastgesteld ‘Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016’ (hierna: het ontheffingenbesluit);

  • in het kader van toezicht en handhaving van het verkeersbesluit en beoordelingen ontheffingen op grond van Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016 persoonsgegevens worden verwerkt, welke onder meer worden verkregen door ANPR-camera’s met vaste locatie, alsmede met behulp van ANPR-software in scanauto’s;

  • op deze verwerking van persoonsgegevens de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing is;

  • het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verantwoordelijk is voor deze gegevensverwerking;

  • de gegevensverwerking is gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De melding is bevestigd op 2 februari 2016 en heeft als kenmerknummer m1611889;

  • het wenselijk is doel en wijze van verwerking van persoonsgegevens in het kader van het verkeersbesluit en het ontheffingenbesluit te regelen;

besluit vast te stellen:

 

Privacyprotocol Milieuzone Rotterdam

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In dit protocol wordt (mede) verstaan onder:

 

a. betrokkene:

degene op wie een persoonsgegeven direct of indirect betrekking heeft;

 

b. bewerker:

degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegeven(s) verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen, in deze Connection Systems BV;

 

c. CJIB:

Centraal Justitieel Incasso Bureau;

 

d. clusterdirecteur Stadsontwikkeling:

clusterdirecteur van het cluster Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam;

 

e. persoonsgegeven:

elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon dat verwerkt wordt;

 

f. RDW:

Rijksdienst voor het Wegverkeer;

 

g. verwerking:

elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;

 

h. verantwoordelijke:

de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt, in deze het college van de burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

 

i. Wbp:

Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2 – Het doel van de verwerking

  • 1.

    Het primaire doel:

    • a.

      verwerking van de persoonsgegevens in het kader van toezicht en handhaving van het verkeersbesluit;

    • b.

      beoordelen van aanvragen op grond van het ontheffingenbesluit.

  • 2.

    Het college verwerkt de persoonsgegevens met het oog op de volgende secundaire doelen:

    • a.

      het voorlichten van burgers over het verkeersbesluit en het ontheffingenbesluit;

    • b.

      het afhandelen van bezwaar- en beroepszaken in het kader van het verkeersbesluit en het ontheffingenbesluit;

    • c.

      het afhandelen van klachten van betrokkenen door of namens de gemeente in het kader van het verkeersbesluit en het ontheffingenbesluit.

  • 3.

    Het college vergaart gegevens welke niet tot personen herleidbaar zijn voor (statistisch-) onderzoek waaronder verkeersmonitoring.

Artikel 3 – De verwerkte gegevens

De gegevensverwerking betreft een geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die bestemd zijn om in een bestand te worden opgenomen.

  • 1.

    De volgende gegevens worden verwerkt in het kader van handhaving en toezicht van het verkeersbesluit:

    • a.

      kenteken;

    • b.

      foto van het voertuig, alsmede van bestuurder en eventueel passagiers in voertuig, locatie, tijdstip en feitcode.

  • 2.

    De volgende gegevens worden verwerkt in het kader van de beoordeling van de aanvraag op grond van het ontheffingenbesluit:

    • a.

      naam-, adres-, woonplaatsgegevens van de aanvrager en mogelijk derden;

    • b.

      BSN van de aanvrager;

    • c.

      foto aanvrager;

    • d.

      financiële gegevens;

    • e.

      Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

    • f.

      gegevens die de aanvrager aanlevert in het kader van de hardheidsclausule, op voorhand is niet aan te geven welke persoons gegevens dit betreffen.

  • 3.

    De volgende gegevens worden verwerkt in het kader van verkeersmonitoring:

    • a.

      postcode 4 (numeriek).

Artikel 4 – Verantwoordelijke

  • 1.

    Het college is de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens. Het college stelt het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vast.

  • 2.

    De clusterdirecteur Stadsontwikkeling heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de verwerking. Hij draagt zorg dat de in deze regeling gestelde regels worden nageleefd en is bevoegd namens het college te besluiten op verzoeken genoemd in de artikelen 10, 11 en 12 van dit protocol.

  • 3.

    De verwerking van persoonsgegevens is opgedragen aan door de algemeen directeur Stadsontwikkeling daartoe geautoriseerde ambtenaren behorende tot zijn organisatie.

Artikel 5 – Bewerker

  • 1.

    Connection Systems B.V. treedt op als bewerker namens de verantwoordelijke, enkel en voor zover het betreffen de persoonsgegevens die worden verwerkt met behulp van de vaste ANPR-camera’s. Voor zover de persoonsgegevens worden verwerkt door middel van scanauto’s is er geen bewerker, maar worden de persoonsgegevens door de verantwoordelijke verwerkt.

  • 2.

    Met de bewerker zijn in de bewerkersovereenkomst afspraken gemaakt over de wijze van verwerking van persoonsgegevens en de beveiliging van de persoonsgegevens.

Artikel 6 – Verstrekking aan derden

  • 1.

    De verantwoordelijke en bewerker weigeren derden inzage in en/of verstrekking van persoonsgegevens tenzij het betreft voor het doel omschreven in artikel 2, aanhef, eerste lid, sub a, van dit protocol aan:

    • a.

      de RDW, enkel en alleen voor zover het betreft verstrekking van kentekens;

    • b.

      het CJIB, enkel en voor zover het betreft verstrekking van kentekens.

  • 2.

    De verantwoordelijke en bewerker weigeren derden inzage in en/of verstrekking van persoonsgegevens tenzij het betreft voor het doel omschreven in artikel 2, aanhef, eerste lid, sub b, van dit protocol aan:

    • a.

      B&R-advies, enkel en voor zover ten behoeve van het primaire doel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b, van dit protocol, en beperkt tot verstrekking van financiële gegevens van de aanvrager in het kader van het ontheffingenbesluit.

  • 3.

    De foto’s met de feitcode zoals bedoeld in artikel 3, aanhef, eerste lid, van dit protocol worden in het kader van handhaving op verzoek van het OM en/of CJIB aan hen doorgezonden.

Artikel 7 – Toegang

  • 1.

    Tot de bewaarde persoonsgegevens hebben de volgende personen toegang:

    • a.

      door de clusterdirecteur Stadsontwikkeling aan te wijzen gemeenteambtenaren;

    • b.

      medewerkers die in opdracht van de verantwoordelijke belast zijn met het onderhoud aan en de beveiliging van de applicatie.

  • 2.

    De personen bedoeld in het eerste lid, voor wie niet reeds uit hoofde van hun ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 8 – Beveiliging

  • 1.

    Het college neemt passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van te beschermen gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.

  • 2.

    De persoonsgegevens worden op een beveiligd netwerk van de gemeente Rotterdam opgeslagen.

Artikel 9 – Bewaar- en vernietigingstermijnen

  • 1.

    Kentekens van voertuigen die voldoen aan de toelatingscriteria van het verkeersbesluit worden maximaal 72 uur bewaard.

  • 2.

    Kentekens van voertuigen die niet voldoen aan de toelatingscriteria van het verkeersbesluit (de overtreders), worden maximaal vijf jaar bewaard.

  • 3.

    De persoonsgegevens die in het kader van het ontheffingenbesluit worden verwerkt, worden bewaard tot een jaar na het vervallen, intrekken en/of beëindigen van de ontheffing.

  • 4.

    De financiële gegevens die in het kader van de beleidsregels Ontheffingen worden verwerkt, worden in verband met fiscale verplichting maximaal zeven jaar bewaard.

  • 5.

    De gegevens niet langer bewaard dan noodzakelijk voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt. De Archiefwet is van toepassing.

Artikel 10 – Inzage in de persoonsgegevens

  • 1.

    Betrokkene kan het college schriftelijk verzoeken om inzage in de op hem of haar betrekking hebbende persoonsgegevens die bewaard worden in het geautomatiseerde systeem.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient gericht te worden aan de clusterdirecteur Stadsontwikkeling.

  • 3.

    De clusterdirecteur Stadsontwikkeling beslist namens het college binnen vier weken na ontvangst op het in het eerste lid bedoelde verzoek.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde beslissing is een besluit ingevolge artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 – Verzoek tot wijziging of verwijdering van persoonsgegevens

  • 1.

    Betrokkene kan het college schriftelijk verzoeken om de op hem of haar betrekking hebbende persoonsgegevens te wijzigen, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient gericht te worden aan de clusterdirecteur Stadsontwikkeling.

  • 3.

    Het college kan het in het eerste lid bedoelde verzoek slechts toewijzen, indien wijziging, aanvulling, verwijdering of afscherming van de persoonsgegevens in overeenstemming is met de Wbp en indien de gegevens aantoonbaar feitelijk onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking.

  • 4.

    Een gewichtig belang van de betrokkene kan reden zijn om de persoonsgegevens te wijzigen, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen.

  • 5.

    Indien op grond van een gewichtig belang van de betrokkene de verwerking niet gerechtvaardigd is, wordt de verwerking van zijn persoonsgegevens terstond beëindigd.

  • 6.

    De clusterdirecteur Stadsontwikkeling beslist namens het college, binnen vier weken na ontvangst op het in het eerste lid bedoelde verzoek.

  • 7.

    De in het vijfde lid bedoelde beslissing is een besluit ingevolge artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12 – Klachten

  • 1.

    Betrokkene kan een klacht indienen die betrekking heeft of verband houdt met de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het verkeersbesluit.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde klachten kunnen gericht worden aan de clusterdirecteur Stadsontwikkeling.

  • 3.

    De clusterdirecteur Stadsontwikkeling beslist namens het college binnen vier weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde klacht.

Artikel 13 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit protocol treedt in werking na ondertekening.

  • 2.

    Dit protocol wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en op de website van de gemeente Rotterdam (www.Rotterdam.nl).

 

Aldus vastgesteld op 25 april 2016.

Clusterdirecteur Stadsontwikkeling,

P.W. Verhoeven

Dit gemeenteblad 2016, nummer 55, is uitgegeven op 25 april 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven