Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Hardenberg 2016

 

 

De raad van de gemeente Hardenberg;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 maart 2016;

 

gelet op:

  • -

    artikel 147, eerste lid en artikel 150 Gemeentewet;

  • -

    artikel 2.10 van de Jeugdwet;

  • -

    artikel 47 van de Participatiewet;

  • -

    artikel 2, lid 3, van de Wet sociale werkvoorziening;

  • -

    artikel 2.1.3, lid 3, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Hardenberg 2016

 

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;

  • b.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • c.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening

Artikel 2. Doel, taken en positie van de Participatieraad

  • 1.

    De Participatieraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren en te informeren over alle zaken die van belang zijn voor de zelfredzaamheid en de participatie van de ingezetenen van de gemeente Hardenberg.

  • 2.

    De Participatieraad stelt zich tot doel om met zijn adviezen een bijdrage te leveren aan:

    • a.

      het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van ingezetenen van de gemeente Hardenberg;

    • b.

      het verbeteren van de kwaliteit van het gemeentelijk beleid en de uitvoering op het terrein van de Jeugdwet, de Participatiewet, de Wmo en de Wsw.

  • 3.

    De Participatieraad zorgt daarnaast voor de wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie zoals onder meer vermeld in de Jeugdwet, de Participatiewet, de Wmo en de Wsw.

  • 4.

    De Participatieraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.

  • 5.

    De Participatieraad is niet bevoegd te adviseren over individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele burgers betrekking hebben.

Artikel 3. Advisering en adviestermijnen

  • 1.

    Wanneer het college de Participatieraad om advies vraagt wordt hierbij een adviestermijn van zes weken gehanteerd.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat het college de Participatieraad al in een vroegtijdig stadium bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betrekt.

  • 3.

    Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een advies van de Participatieraad.

Artikel 4. Door het college te verstrekken informatie

  • 1.

    De Participatieraad krijgt van het college ongevraagd en gevraagd alle stukken die hij voor de uitoefening van zijn taken zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij wettelijke voorschriften dit in de weg staan. Zo nodig zullen ter zake kundige ambtenaren een mondelinge toelichting geven.

  • 2.

    Het college verstrekt geen informatie aan de Participatieraad over individuele personen.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de Participatieraad hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de informatie die hen door het college is verstrekt, voor zover het college heeft aangegeven dat deze informatie (nog) niet openbaar is.

Artikel 5. Overleg tussen college en de Participatieraad

  • 1.

    Het college of een delegatie daarvan heeft tenminste twee keer per jaar overleg met de Participatieraad.

  • 2.

    Alle deelnemers aan het overleg hebben de bevoegdheid om alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening betreffen op de agenda te laten zetten.

Artikel 6. Samenstelling Participatieraad

  • 1.

    De Participatieraad telt, naast een onafhankelijk voorzitter, ten hoogste 13 leden.

  • 2.

    De leden van de Participatieraad vertegenwoordigen de volgende doelgroepen:

a.

(Vertegenwoordigers van) cliënten Participatiewet waaronder de Sociale werkvoorziening (beschut werken)

3 zetels

b.

Mensen met een beperking

2 zetels

c.

Mantelzorgers

1 zetel

d.

(Vertegenwoordigers van) cliënten GGZ

2 zetels

e.

Vrijwilligers in het domein zorg

1 zetel

f.

Ouderen

1 zetel

g.

Plaatselijke belangen

1 zetel

h.

Jongeren

1 zetel

i.

Diaconaal Platform Hardenberg

1 zetel

  • 3.

    De leden van de Participatieraad hebben zitting zonder last, maar voeren voor zover van toepassing wel ruggespraak met hun achterban.

  • 4.

    De leden en de voorzitter wonen in de gemeente Hardenberg, bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Hardenberg, zijn geen lid van het college of de gemeenteraad en zijn niet in dienst van de gemeente Hardenberg of van de Bestuurdienst Ommen-Hardenberg. Ze hebben ook geen zakelijke binding met de gemeente Hardenberg voor zover deze van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie.

  • 5.

    De voorzitter heeft daarnaast gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen, houdt overzicht en is procesgericht.

Artikel 7. Benoeming en zittingsduur van de voorzitter en de leden

  • 1.

    De voorzitter van de Participatieraad wordt benoemd door het college op voordracht van een sollicitatiecommissie bestaande uit twee leden van de Participatieraad, alsmede een vertegenwoordiger namens het college.

  • 2.

    De leden van de Participatieraad worden benoemd door het college op voordracht van de Participatieraad.

  • 3.

    De werving van de voorzitter van de Participatieraad vindt plaats door middel van een open sollicitatieprocedure op basis van een profielschets.

  • 4.

    De zittingsduur van de voorzitter en de leden van de Participatieraad bedraagt vier jaar.

  • 5.

    Zowel de voorzitter, als de leden kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door intrekking van de benoeming door het college, nadat de Participatieraad hierover een gemotiveerd voorstel heeft ingediend;

    • d.

      doordat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor benoeming.

  • 7.

    De Participatieraad stelt een rooster van aftreden op, voor een goede balans tussen continuïteit en vernieuwing.

Artikel 8. Benoeming voorzitter en leden bij de instelling van de Participatieraad

  • 1.

    In tegenstelling tot hetgeen in artikel 7 is bepaald worden bij de instelling van de Participatieraad de leden benoemd op voordracht van de Cliëntenraad WWB, de Adviesraad Wmo en de Cliëntenraad Wsw.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde raden dragen uit hun midden iemand voor de functie van tijdelijk voorzitter voor.

  • 3.

    De tijdelijk voorzitter vervult de taken van voorzitter, genoemd in artikel 9, tot het moment dat een voorzitter is benoemd.

  • 4.

    Na instelling van de Participatieraad wordt zo spoedig mogelijk een procedure, conform artikel 7, lid 3, gestart voor het werven van een voorzitter.

Artikel 9. Taken voorzitter

  • 1.

    De voorzitter zit de vergaderingen van de Participatieraad voor.

  • 2.

    De voorzitter vertegenwoordigt de Participatieraad.

Artikel 10. Vergoedingen en middelen

  • 1.

    De voorzitter en leden van de Participatieraad ontvangen per bijgewoonde vergadering een onkostenvergoeding. De hoogte van deze vergoeding wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    Naast de in lid 1 genoemde vergoedingen stelt het college voor de Participatieraad jaarlijks een budget beschikbaar, bedoeld voor het functioneren van de Participatieraad. De Participatieraad dient hiervoor jaarlijks een begroting bij het college in.

  • 3.

    Voor de vergaderingen van de Participatieraad stelt de gemeente een goed bereikbare en toegankelijke vergaderlocatie ter beschikking.

Artikel 11. Huishoudelijk Reglement en werkwijze

  • 1.

    De Participatieraad stelt een huishoudelijk reglement vast, waarin de werkwijze van de Participatieraad nader wordt geregeld.

  • 2.

    Het huishoudelijk reglement wordt ter informatie toegezonden aan het college.

  • 3.

    De vergaderingen van de Participatieraad zijn openbaar. De Participatieraad kan besluiten tot het houden van een besloten vergadering of een gedeelte van de vergadering.

Artikel 12. Verslaglegging

Jaarlijks vóór 1 mei brengt de Participatieraad verslag uit aan het college en aan de gemeenteraad van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het door het college beschikbaar gestelde budget.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college;

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Participatieraad Sociaal Domein gemeente Hardenberg 2016”;

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 2016. Met ingang van deze datum worden de Verordening cliëntenparticipatie gemeente Hardenberg WWB, WIJ en Ioaw/z” en de “Voorlopige Verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening” ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hardenberg d.d. 19 april 2016.

 

De raad voornoemd,

 

De griffier, De voorzitter,

F.G.S. Droste P.H. Snijders

Naar boven