Mandaat volmacht machtigingsbesluit Inzet Crisisvoorzieningen

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren

Overwegende dat:

  • 1.

    De gemeente de uitvoering van de wettelijke taak dat jeugdhulp te allen tijde bereikbaar en beschikbaar moet zijn in situaties waarin onmiddellijke uitvoering van taken is geboden, per 1 januari 2017 heeft belegd bij Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek.

  • 2.

    Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek belast is met de uitoefening van de taken van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling als bedoeld in artikel 4.1.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 3.

    Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek in de uitoefening van de onder 1 en 2 genoemde taken verantwoordelijk is voor het herstellen van acute veiligheid.

  • 4.

    Voor herstel van de acute veiligheid in sommige gevallen inzet van crisisopvang en/of crisispleegzorg op de kortst mogelijke termijn benodigd is.

  • 5.

    Veilig Thuis in de uitoefening van de onder 1 en 2 genoemde taken in staat is te beoordelen of inzet van crisisopvang en/of crisispleegzorg benodigd is.

  • 6.

    Inzet van zorg in beginsel is voorbehouden aan de uitvoeringsdienst van de gemeente Laren, maar dat de uitvoeringsdienst in de fase dat de acute veiligheid hersteld moet worden, nog geen zorg kan inzetten.

Besluit:

  • 1.

    De algemeen directeur van de Regio Gooi & Vechtstreek te mandateren dan wel volmacht dan wel machtiging te verlenen om de volgende wettelijke taken uit te voeren:

    • -

      Op grond van artikel 2.3 Jeugdwet toeleiden naar, adviseren over, bepalen van en inzetten van voorzieningen, uitsluitend in crisissituaties, voor zover dit ziet op de voorzieningen crisispleegzorg en crisisverblijf, voor een maximale periode van vier weken.

  • 1.

    Het verlenen van ondermandaat en substitutie toe te staan, conform het bepaalde in artikel 9 van dit besluit.

  • 2.

    Ten aanzien van de uitoefening van de onder besluit 1 vermelde bevoegdheden de navolgende voorschriften vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Crisis: situatie die onmiddellijke uitvoering van taken op grond van de Jeugdwet of hoofdstuk 4 van de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015 vereist

  • b.

    Crisisdienst Jeugdwet: de uitvoering van de taak om jeugdhulp te allen tijde bereikbaar en beschikbaar te hebben in situaties waarin onmiddellijke uitvoering van taken is geboden, uitgezonderd de situaties tijdens kantooruren waarin reeds een jeugdhulpaanbieder is betrokken

  • c.

    Crisispleegzorg: vorm van pleegzorg als omschreven in het Toelatingsdocument Jeugdhulp die per direct kan starten

  • d.

    Crisisverblijf: vorm van 24-uursverblijf als omschreven in het Toelatingsdocument Jeugdhulp dat direct beschikbaar is

  • e.

    WMO 2015: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • f.

    Veilig Thuis: het door de gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden en Naarden per 1 januari 2015 opgerichte Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

  • g.

    Regio: het openbaar lichaam “Regio Gooi en Vechtstreek”

  • h.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren

  • i.

    Burgemeester: de burgemeester van de gemeente Laren bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente ter zake van het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • j.

    Algemeen directeur: de algemeen directeur van het openbaar lichaam Regio Gooi en Vechtstreek

  • k.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college besluiten te nemen

  • l.

    Volmacht: de bevoegdheid om de gemeente te vertegenwoordigen bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van daarop betrekking hebbende besluiten die door of namens het college zijn genomen

  • m.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens het college handelingen te verrichten niet zijnde besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen.

  • n.

    Gemandateerde: degene die het mandaat ontvangt

  • o.

    Gevolmachtigde: degene die de volmacht ontvangt

  • p.

    Gemachtigde: degene die gemachtigd wordt

Artikel 2 Algemeen

Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging vindt plaats in naam en onder verantwoordelijkheid van het college.

Artikel 4 Begrenzing mandaat, volmacht en machtiging

De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht en machtiging geschiedt uitsluitend ten behoeve van het herstellen van acute veiligheid in zaken waarin de gemeente op grond van de Jeugdwet of op grond van hoofdstuk 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 een taak heeft.

Artikel 5 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging; instructies en voorschriften

1.De verlening van de bevoegdheden in mandaat, volmacht dan wel machtiging geschiedt in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken.

1.2. De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem krachtens mandaat genomen besluit.

1.3. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het college vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.

1.4. Eenieder aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht of machtiging (of het recht van substitutie) is verleend past de algemene dan wel specifieke instructie als bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college, respectievelijk de burgemeester toe.

1.5. Het college zorgt er voor dat de algemeen directeur over de aan het college bekende informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden. De algemeen directeur zorgt er voor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

1.6. Waar volmacht is verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van een daarop betrekking hebbend besluit wordt onder de volmacht ook begrepen het bewaken van de uitvoering van die rechtshandeling, waartoe onder meer worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden.

Artikel 8 Ondertekening

1.In de ondertekening van besluiten dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:

“namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren,

de algemeen directeur van de Regio Gooi en Vechtstreek

handtekening en naam”

2. Bij de uitoefening van volmacht moet de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de gemeente blijken uit de ondertekende stukken.

Artikel 9 Ondermandaat

1. Indien en voor zover niet anders is aangegeven, is ondermandaat en het recht van substitutie (doorgeven van volmacht en machtiging) toegestaan na afstemming met het college respectievelijk de burgemeester. Op het ondermandaat en op de doorgegeven volmacht en machtiging zijn alle bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

2.Ondermandatering en het doorgeven van volmacht geschieden bij schriftelijk besluit door de oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde.

De oorspronkelijke gemandateerde of gevolmachtigde blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de ondergemandateerde of doorgegeven bevoegdheden.

3.Ondermandaten en de doorgegeven volmachten worden ter kennis van het college gebracht.

3.4. Bij ondermandaat geschiedt de ondertekening op de wijze als bepaald in artikel 5, waarbij voor gemandateerde ontvanger de naam en functie van de ondergemandateerde moet worden ingevuld.

Artikel 10

De gemandateerde draagt zorg dat bij de uitoefening van de gemandateerde taak en bevoegdheid gehandeld wordt in overeenstemming met het gestelde bij en krachtens art. 2.6 lid 3, art. 2.7 lid 2 en art. 2.14 Jeugdwet.

Artikel 11 Mandatering van bevoegdheden, verlenen volmacht en machtiging

Algemeen

1.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 2.3 Jeugdwet, uitsluitend voor zover dit ziet op toeleiden naar, advisering over, bepaling van en inzetten van de voorziening crisispleegzorg en crisisverblijf, uitsluitend in crisissituaties, voor een maximale periode van vier weken.

Gegevensverwerking ten behoeve van de uitvoering van de wet en ten behoeve van beleidsinformatie

  • 2.

    Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 7.4.0 lid 1 en 2 van de Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:- Persoonsgegevens worden verwerkt van een jeugdige of zijn ouders, waaronder het burgerservicenummer van de jeugdige en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor:

    • a.

      de toeleiding naar, advisering over, bepaling van of het inzetten van een voorziening op het gebied van de jeugdhulp;

    • b.

      het doen van een verzoek tot onderzoek bij de raad voor de kinderbescherming of de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering;

    • c.

      de bekostiging van jeugdhulp of kinderbeschermingsmaatregelen, en

    • d.

      het verrichten van controle of fraude-onderzoek.

  • 3.

    Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging met het oog op de uitoefening van taken als bedoeld in artikel 7.4.1 lid 2 Jeugdwet en de daarmee verband houdende bevoegdheden, te weten dat:

    • -

      gegevens worden verwerkt ten behoeve van een doelmatig, doeltreffend en samenhangend gemeentelijk beleid ten aanzien van preventie, de toegang tot en verlening van jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, alsmede ten behoeve van de verwerking als bedoeld in het eerste lid van art. 7.4.1 Jeugdwet.

Wet bescherming persoonsgegevens ( Wbp )

3.Het college verleent aan de algemeen directeur mandaat, volmacht en machtiging tot de uitoefening van taken voortvloeiend uit de artikelen 35 tot en met 39 en 43 van de Wet bescherming persoonsgegevens uitsluitend voor zover deze voortvloeien uit de inzet van voorzieningen als omschreven onder besluit 1.

Artikel 12 Volmachtverlening

De burgemeester verleent volmacht, met recht van substitutie, aan de algemeen directeur, tot het verrichten van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen die verband houden met of voortvloeien uit de in het besluit bedoelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Artikel 13 Informatie en overlegplicht

1. De gemandateerde, gevolmachtigde of degene die in de plaats van de gevolmachtigde de (rechts)handeling verricht, stelt het college in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten en/of verrichte (rechts)handelingen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

a. de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt;

  • c.

    de algemeen directeur het noodzakelijk acht af te wijken van de door het college vastgestelde kaders en beleid.

    2. De algemeen directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondermandaat genomen besluiten via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het college.

    3. De algemeen directeur draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem op basis van volmacht en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondervolmacht verrichte rechtshandelingen via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het college.

    4. Periodiek evalueert de algemeen directeur in samenspraak met het college de mandaatverlening en de informatieverstrekking.

    Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit Inzet Crisisvoorzieningen”.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Laren 20 december 2016.

G.Kolhorn

 

secretaris

 

drs. E.J. Roest

 

burgemeester

Naar boven