Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2017

 

RAADSBESLUIT

 

De raad van de gemeente Binnenmaas;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2016;

 

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen, alsmede artikel 28, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

 

overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen;

 

besluit vast te stellen:

 

‘Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2017’

 

Artikel 1. Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:

• De toeristenbelasting 2017;

• De precariobelasting 2017;

• De forensenbelasting 2017;

• De lijkbezorgingsrechten 2017, met uitzondering van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 2, hoofdstuk 3 en van hoofdstuk 4, de onderdelen 4.1 t/m 4.2.1. van de tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2017;

• De leges 2017, met uitzondering van de leges voor een Nederlandse identiteitskaart, voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats en voor de aanvraag voor en de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats;

• De marktgelden 2017;

• De haven- en kadegelden 2017;

 

Artikel 2. Percentage kosten van bestaan

Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent;

• De OZB 2017;

• De RZB 2017;

• De rioolheffing 2017;

• De hondenbelasting 2017;

• De rechten als bedoeld in hoofdstuk 2, hoofdstuk 3 en van hoofdstuk 4, de onderdelen 4.1 t/m 4.2.1. van de tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2017;

• De leges voor een Nederlandse identiteitskaart;

• De leges voor aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart;

• De leges voor aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats.

 

Artikel 3. Definitie begrip vermogen

In afwijking van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt onder vermogen verstaan het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. In de gevallen dat het berekende vrij te laten vermogen na toepassing van artikel 34 van de Participatiewet lager uitvalt dan bij toepassing van de vermogensberekening onder artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, geldt het vrij te laten vermogen, zoals dat berekend is na toepassing van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

 

Artikel 4. Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent

Met betrekking tot een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening kwijtschelding 2016’ van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening kwijtschelding 2017’.

3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerst dag na die van de bekendmaking.

4. De datum van ingang van deze verordening is 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 december 2016.

 

De griffier, De voorzitter,

 

 

 

drs. M.J.W. Tobeas mr. drs. A.J. Borgdorff

 

Naar boven