Financieel besluit Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op de Verordening Jeugdhulp 2017

Overwegende: Verordening Jeugdhulp 2017 is vastgesteld, waarin in artikel 5 lid 6 is aangegeven dat de tarieven separaat van deze verordening wordt vastgesteld in het Financieel besluit Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen het volgende

 

Financieel besluit Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht

Artikel 1 Pgb-tarieven

 

Uw PGB wordt bepaald op basis van de door u en uw ondersteuner opgestelde begroting. Onderstaande tarieven zijn daarbij de maximale tarieven waarop een PGB wordt berekend en die u binnen uw PGB mag declareren bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). U mag ondersteuning inkopen die duurder is dan de onderstaande tarieven, maar dan dient u het verschil tussen het ingekochte tarief en het maximum tarief bij te betalen aan de SVB.

 

Omschrijving Eenheid Instellings-tarief Formeel Tarief Informeel tarief

Ambulante begeleiding

individueel Uur EUR 46,00 EUR 38,00 EUR 20,00

Specialistische ambulante

begeleiding Uur EUR 64,00 EUR 52,50 n.v.t.

Ambulante begeleiding groep Dagdeel EUR 42,00 EUR 34,50 EUR 20,00

Persoonlijke Verzorging Uur EUR 43,00 EUR 35,00 EUR 20,00

Basis Jeugd GGZ Uur EUR 60,00 EUR 60,00 n.v.t.

Gespecialiseerde Jeugd GGZ Uur EUR 71,00 EUR 71,00 n.v.t.

Kortdurend Verblijf Etmaal EUR 180,00 n.v.t. EUR 30,00

Vervoer individueel Rit EUR 27,50 n.v.t. n.v.t.

Vervoer groep Etmaal EUR 8,00 n.v.t. n.v.t.

 

 

In de Verordening Jeugdhulp 2017 gemeente Utrecht wordt onderscheid gemaakt tussen tarieven voor informele zorgverleners uit het eigen sociale netwerk en tarieven voor professionele zorgverleners:

- Het informele tarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij iemand die geen professional is

- Het formele tarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij een zelfstandige professional of bij een kleine instelling voor professionele zorg. Om in aanmerking te komen voor het formele tarief, dienen de volgende documenten overlegd te worden:

a. De inschrijving in het Handelsregister waaruit blijkt dat er sprake is van er een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d, of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of voor het grootste deel bestaan uit het verlenen van Jeugdhulp.

b. Een kopie van een relevant diploma van een erkende Nederlandse instelling voor beroepsonderwijs uitgereikt aan de beoogd zorgverlener die werkzaam is bij de organisatie waarvan de onder a genoemde inschrijving bij de Kamer van Koophandel is overlegd.

- Het instellingstarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij een grote specialistische instelling; Grote instellingen met hoge overheadkosten als gevolg van o.a. administratie, P&O, en vastgoed hebben te maken met hogere kosten dan kleinere organisaties of zzp-ers. (Schattingen variëren van circa 16% (Berenschot 2013) tot 18% (recente jurisprudentie). Recente jurisprudentie toont dat grote specialistische instellingen om die reden ook via pgb een hoger tarief horen te ontvangen. Het instellingstarief is alléén van toepassing in de uitzonderingssituatie dat u de jeugdhulp inkoopt bij een grote, specialistische instelling. U dient hierbij zélf aannemelijk te maken dat de door u gewenste zorgaanbieder zich kwalificeert als grote specialistische instelling met bijbehorende overhead. U kunt zich hierbij onder andere baseren op de volgende documenten:

a. De inschrijving in het Handelsregister waaruit blijkt dat er sprake is van er een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d, of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of voor het grootste deel bestaan uit het verlenen van Jeugdhulp.

b. De melding loonheffingen aanmelding werkgever zoals deze bij de Belastingdienst is ingediend en de bevestiging.

c. Een kopie van een geanonimiseerde arbeidsovereenkomst waaruit blijkt welke cao wordt toegepast. Het dient daarbij te gaan om een voor de betreffende sector relevante cao die aangemeld is bij de directie UAW van het Ministerie van SZW

d. Een overzicht van het aantal gekwalificeerde werknemers die in loondienst zijn van de organisatie waarvan sprake is in lid a.

 

Artikel 2 Intrekking

Het Financieel besluit Jeugdhulp 2016 komt per 1 januari 2017 te vervallen.

 

Artikel 3 Inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt op 1 januari 2017 in werking.

 

Artikel 4

 

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp Utrecht 2017 gemeente Utrecht.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2016,

 

De burgemeester, De gemeentesecretaris,

 

Naar boven