Verordening watertoeristenbelasting gemeente Moerdijk 2017

 

 

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2016,

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet,

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing EN I nvordering van WATER TOERISTENBELASTING 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • a.

    kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

  • b.

    ligplaats: een plaats in of aan het water die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het afmeren of ten anker leggen van een vaartuig;

  • c.

    lengte: de lengte over alles;

  • d.

    vaste ligplaats: ligplaats voor een vaartuig middels een abonnement toegewezen aan eenzelfde vaartuig.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente op vaartuigen in het watergebied van de gemeente, waarvoor in verband met de aanwezigheid aldaar een vergoeding in welke vorm dan ook wordt betaald door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 bij, aan of op hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, wordt als belastingplichtige aangewezen de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • kano’s, roei- en volgboten;

    • motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt.

  • a.

    Door degenen op vaartuigen die door ijsgang, storm of andere redenen van overmacht, worden belemmerd hun reis voort te zetten.

  • b.

    Door degenen op historische vaartuigen met een bouwjaar voor 1965, die deelnemen aan als zodanig aangewezen evenementen, met een maximum van drie dagen per evenement.

  • c.

    Door deelnemers aan maritieme evenementen onder de voorwaarde dat zij aantoonbaar onderdeel uitmaken van en daardoor vormgeven aan het evenement.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,17.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Minimum aanslagbedrag

Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Indien een bestuurlijke boete is opgelegd is het bedrag inzake een bestuurlijke boete invorderbaar in twee gelijke termijnbedragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later

  • 3.

    In afwijking van de voorgaande leden moet een voorlopige aanslag waarvan het aanslagbiljet een dagtekening heeft die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteld worden betaald in zoveel gelijke termijnbedragen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden van het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal twee telt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Registratieplicht.

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 , eerste lid, is gehouden een registratie te houden waaruit het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 5 blijkt.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de watertoeristenbelasting

Artikel 14 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De 'Verordening watertoeristenbelasting Moerdijk 2016', vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening watertoeristenbelasting gemeente Moerdijk 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2016.

De griffier De voorzitter,

H.D. Tiekstra J.P.M. Klijs

Naar boven