Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2016, 184641 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2016, 184641 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van leges 2017
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 21 december 2016;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2016; FA20, nr: 16.0010260;
artikel 219, tweede lid, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011, 440);
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 (Legesverordening 2017).
Deze verordening verstaat onder:
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
’maand’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;
leges: het recht als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en sub b van de Gemeentewet;
APV: Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
bouwkosten: de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals de UAV of het normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze verordening onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);
aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze verordening onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze verordening onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);
De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld;
De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Bruto-vloeroppervlakte (BVO): bruto-vloeroppervlakte als bedoeld in de Nederlandse Norm NEN2580 “Oppervlakten en inhouden van gebouwen – termen, definities en bepalingsmethoden ‘(uitgave van het NNI d.d. mei 2007).
Terreinoppervlakte: oppervlakte in m2 van een door kadastrale of andere grenzen bepaald perceel waarop in mindering wordt gebracht de verticale projectie op het horizontale vlak van op dat terrein eventueel aanwezige bebouwing.
TAG-initiatief: initiatief dat voldoet aan de randvoorwaarden voor Tijdelijk Anders Gebruiken als bedoeld in de notitie ‘Tijdelijk Anders Gebruiken en bestemmen’.
Artikel 1A Terinzagelegging bijlagen
De NEN-normen waarnaar in deze verordening wordt verwezen worden bekendgemaakt door terinzagelegging.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht .
Leges worden niet geheven voor:
afgifte van een verklaring omtrent inkomen en vermogen;
afgifte van attestaties de vita of het legaliseren van handtekeningen, nodig voor de ontvangst van pensioen, lijfrente, wachtgeld of uitkeringen verbonden aan Nederlandse ridderorden;
het legaliseren van handtekeningen van de tot tekenen bevoegde personen van voogdijverenigingen, benodigd voor de uitreiking van reispapieren aan onder het toezicht van die verenigingen geplaatste personen;
aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;
afgifte van stukken, afschriften en uittreksels, als bedoeld in de onderdelen Algemeen en Directie Bestuur en Organisatie van de tarieventabel ten behoeve van gemeenteambtenaren, ambtenaren van de provincie en van het Rijk, raadsleden, commissieleden, alsmede voor personen en instanties, die de gevraagde stukken c.a. nodig hebben voor de uitoefening van hun publieke taken;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen op, aan of boven de weg als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod op geluidhinder als bedoeld in artikel 4.1.1.van de APV, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.2.3 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2 Verordening Winkeltijden Nijmegen, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 Drank- en Horecawet, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van een jaar :
van het verbod op het rijden op de busbaan, als bedoeld in artikel 87 juncto 81 van het RVV 1990,
voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders),
van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad;
indien deze ontheffing wordt aangevraagd door verloskundigen, de dierenambulance of huisartsen. Deze ontheffing wordt uitsluitend verleend in combinatie met de hulpverlenersvergunning.
Artikel 5 Tarieven en maatstaven van de heffing
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 7 Termijnen van betaling
De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Bij de invordering van de in deze verordening vermelde leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats.
Een verzoek om kwijtschelding, zoals in het eerste lid genoemd, wordt getoetst aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, met dien verstande dat het in artikel 16 lid 1 van de regeling genoemde percentage voor de kosten van bestaan wordt vervangen door 100.
Een verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend vóórdat ter zake van de betreffende aanslag een dwangbevel wordt betekend. Als het volledige belastingbedrag al is betaald, kan binnen drie maanden na die betaling alsnog een verzoek om kwijtschelding worden ingediend.
Een verzoek om kwijtschelding, ingediend na de in het derde lid vermelde termijnen wordt niet in behandeling genomen.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Indien na het in behandeling nemen van een dienst als bedoeld in artikel 2 van deze verordening een negatieve beslissing volgt, dan vindt, onverminderd het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig het in de tarieventabel bepaalde bedrag een teruggaaf plaats van 75%, met dien verstande dat in ieder geval een bedrag van € 12,49 verschuldigd blijft, tenzij in een bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van B&W
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
De “Legesverordening 2016” zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2015 en gepubliceerd onder nummer Gmb2015-126582 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11a Overgangsrecht Wabo
De ingetrokken "Legesverordening 2010", zoals gepubliceerd onder nummer GB 2010-011, blijft van kracht in de gevallen waarop artikel 1.3 van de Invoeringswet Wabo (gepubliceerd in het Stb 2010, 142) ziet, voor wat betreft de volgende onderdelen van de bij de "Legesverordening 2010" opgenomen tarieventabel: Titel 1 onderdeel 1.16 .18 en Titel 2 Rubriek II Afdeling bouwen en wonen.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017 met dien verstande dat onderdeel 2.2.13A van de bij de verordening behorende tarieventabel in werking treedt op het moment dat de Wet natuurbescherming in werking treedt..
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2017’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2016 .
De plaatsvervangend raadgriffier,
De Legesverordening is gebaseerd op de artikel 229 van de Gemeentewet. Het hierin vermelde begrip "rechten" omvat mede de leges. In de verordening is ervoor gekozen de rechten "leges" te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.
De verordening bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten en de daarop van toepassing zijnde tarieven.
Ingevolge artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet kunnen gemeenten onder andere rechten heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’. Hieruit blijkt dat voor de vraag of er sprake is van een dienst doorslaggevend is of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij deze dienst. Dit individuele belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd.
Ten slotte zij opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de modelverordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is derhalve sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.
Hieronder wordt een – chronologisch aflopend – overzicht gegeven van de jurisprudentie, dat meer inzicht geeft of in een concreet geval sprake is van verlening van diensten bedoeld in artikel 229b, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.
- HR 23 maart 2007, nr. 40664, LJN: BA1262 (Velsen)
Bij een bouwaanvraag die incompleet is en door de gemeente op grond van artikel 4:5 van de AWB ‘verder buiten behandeling is gelaten’ is voldaan aan het belastbaar feit voor heffing van leges ‘het in behandeling nemen van een aanvraag’. Deze uitspraak is het vervolg op Gerechtshof Amsterdam 23 januari 2004, nr. 02/06849, LJN: AO3409, dat anders oordeelde, ook in: Gerechtshof Amsterdam 26 september 2003, nr. 03/01041, LJN: AN7885 (Haarlemmermeer)
- HR 13 augustus 2004, nr. 37863, LJN: AI0408
Bij de behandeling van aanvragen voor planschade is sprake van een publieke taakuitoefening door de gemeente en niet van een individualiseerbaar belang, zodat geen sprake is van verlening van een dienst in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet (zie voor planschadevergoeding ook verderop in deze toelichting).
II. Artikelsgewijze toelichting
Dit artikel spreekt voor zich.
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen.
De omschrijving van het belastbare feit is van belang voor de vraag of de materiële belastingschuld ontstaat en het tijdstip waarop die belastingschuld ontstaat. In de verordening is gekozen voor "het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning". Dit heeft als voordeel dat leges reeds verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag en dat niet bepalend is het moment waarop de vergunning wordt verleend. Overigens kan op grond van wettelijke bepalingen niet in alle gevallen het belastbare feit worden omschreven als "het in behandeling nemen van een aanvraag" (bijv het voltrekken van een huwelijk).
Het belastbaar feit is uitgebreid met handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Deze uitbreiding van de omschrijving van het belastbaar feit houdt direct verband met de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011, 440) een reparatiewet. Artikel 2, eerste lid, van deze reparatiewet bewerkstelligt dat de bestaande gemeentelijke verordeningen inzake het heffen van rechten voor de identiteitskaart, komen te berusten op artikel 1 van die wet. Dat wil zeggen dat als in die verordening het begrip "dienst" voorkomt, dit begrip waar het de aanvraag van een identiteitskaart betreft niet meer moet worden uitgelegd op basis van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, maar op de voet van artikel 1 van de reparatiewet. Dus als het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een identiteitskaart, waarbij het individualiseerbaar belang niet meer ter zake doet. Kortom, onder de reparatiewet kunnen rechten geheven worden op basis van de bestaande verordeningen.
Vanwege het uiteenlopende karakter van de diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden. Het gebruik van de woorden "dan wel" is bedoeld om te voorkomen dat ter zake van dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, te weten de aanvrager en degene te wiens behoeve de dienst wordt verricht, leges zullen worden geheven.
In verband met de uitbreiding van het belastbaar feit, is ook de omschrijving van de belastingplicht gewijzigd.
In dit artikel zijn niet vermeld de vrijstellingen die in hogere wettelijke regelingen voorkomen.
De beleidsvrijheid van gemeenten bij de keuze van heffingsmaatstaven is groot.
Artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet stelt als belangrijkste beperking dat niet alleen de heffingsmaatstaf maar ook het tarief of de vrijstellingen niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen.
Als algemeen uitgangspunt geldt, dat de leges worden geheven naar een kostendekkend tarief, met dien verstande dat de afzonderlijke titels (titels 1 en 2) van de tarieventabel behorende bij de legesverordening op kostendekkendheid moeten worden beoordeeld, waarbij geldt dat binnen titel 3 de afzonderlijke hoofdstukken kostendekkend moeten zijn.
Er is gekozen voor heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Artikel 251, tweede lid, van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid voor de op andere wijze geheven belastingen afwijkende voorschriften te geven betreffende de wijze waarop van het verschuldigde bedrag kennis wordt gegeven aan de belastingschuldige en betreffende de termijn van betaling. Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Wordt de kennisgeving uitgereikt dan dient er betaald te worden op het moment van het uitreiken van de kennisgeving. Wordt de kennisgeving toegezonden, dan bepaalt artikel 7, onderdeel b, dat binnen 30 dagen betaald moet worden.
Kwijtschelding wordt uitsluitend verleend voor de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart
Artikel 242 van de Gemeentewet regelt de termijn waarbinnen en de wijze waarop een in de verordening voorziene teruggaaf, vrijstelling, vermindering of ontheffing dient te worden aangevraagd. Op grond van het gestelde in het tweede lid van dit artikel vindt een gedeeltelijke teruggaaf van 75% plaats in het geval het in behandeling nemen van een aanvraag leidt tot een negatieve beslissing, tenzij in de bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.
Artikel 10 Regeling gemeentelijke belastingen
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 18 maart 2008 in een regeling gemeentelijke belastingen (GB08-054) de formele bepalingen over de heffing en invordering vastgesteld.
Artikel 11 regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.
Artikel 11a Overgangsbepaling gefaseerde bouwvergunning
Artikel 11a bewerkstelligt dat de oude legestarieven (leges die golden voor invoering van de Wabo) nog gelden in gevallen van gefaseerde bouwvergunningen; dit zijn gevallen waarbij de aanvraag voor de bouwvergunning fase 1 is ingediend voor de invoering van de Wabo (1 oktober 2010 ) en die van fase 2 erna. Op grond van een artikel in de Invoeringswet Wabo is het namelijk zo dat voor deze gevallen niet de Wabo geldt maar de oude regelgeving en daarmee de oude tarieven.
Artikel 12 Inwerkingtreding en ingang van heffing
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Na de datum van bekendmaking treedt de verordening in werking. De publicatiedatum op het Gemeenteblad geeft aan op welke datum de uitgave feitelijk verkrijgbaar is. Als extra service wordt in het huis aan huisblad "de Brug" nog geattendeerd op de vaststelling, wijziging of intrekking van de verordening. De datum van ingang van de heffing is vastgelegd in het tweede lid.
In artikel 13 is in de citeertitel een jaartal genoemd .
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-184641.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.