Verordening op de heffing en invordering van leges 2017

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 21 december 2016;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2016; FA20, nr: 16.0010260;

 

Gelet op:

artikel 219, tweede lid, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011, 440);

 

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 (Legesverordening 2017).

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

’maand’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;

’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;

'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

leges: het recht als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en sub b van de Gemeentewet;

APV: Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

bouwkosten: de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen, als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals de UAV of het normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze verordening onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);

aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze verordening onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze verordening onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);

De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld;

De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Bruto-vloeroppervlakte (BVO): bruto-vloeroppervlakte als bedoeld in de Nederlandse Norm NEN2580 “Oppervlakten en inhouden van gebouwen – termen, definities en bepalingsmethoden ‘(uitgave van het NNI d.d. mei 2007).

Terreinoppervlakte: oppervlakte in m2 van een door kadastrale of andere grenzen bepaald perceel waarop in mindering wordt gebracht de verticale projectie op het horizontale vlak van op dat terrein eventueel aanwezige bebouwing.

TAG-initiatief: initiatief dat voldoet aan de randvoorwaarden voor Tijdelijk Anders Gebruiken als bedoeld in de notitie ‘Tijdelijk Anders Gebruiken en bestemmen’.

 

Artikel 1A Terinzagelegging bijlagen

De NEN-normen waarnaar in deze verordening wordt verwezen worden bekendgemaakt door terinzagelegging.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht .

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

afgifte van een verklaring omtrent inkomen en vermogen;

afgifte van attestaties de vita of het legaliseren van handtekeningen, nodig voor de ontvangst van pensioen, lijfrente, wachtgeld of uitkeringen verbonden aan Nederlandse ridderorden;

het legaliseren van handtekeningen van de tot tekenen bevoegde personen van voogdijverenigingen, benodigd voor de uitreiking van reispapieren aan onder het toezicht van die verenigingen geplaatste personen;

aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;

afgifte van stukken, afschriften en uittreksels, als bedoeld in de onderdelen Algemeen en Directie Bestuur en Organisatie van de tarieventabel ten behoeve van gemeenteambtenaren, ambtenaren van de provincie en van het Rijk, raadsleden, commissieleden, alsmede voor personen en instanties, die de gevraagde stukken c.a. nodig hebben voor de uitoefening van hun publieke taken;

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen op, aan of boven de weg als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod op geluidhinder als bedoeld in artikel 4.1.1.van de APV, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.2.3 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2 Verordening Winkeltijden Nijmegen, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 Drank- en Horecawet, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;

het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van een jaar :

van het verbod op het rijden op de busbaan, als bedoeld in artikel 87 juncto 81 van het RVV 1990,

voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders),

van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad;

indien deze ontheffing wordt aangevraagd door verloskundigen, de dierenambulance of huisartsen. Deze ontheffing wordt uitsluitend verleend in combinatie met de hulpverlenersvergunning.

 

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van de heffing

De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de in deze verordening vermelde leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats.

Een verzoek om kwijtschelding, zoals in het eerste lid genoemd, wordt getoetst aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, met dien verstande dat het in artikel 16 lid 1 van de regeling genoemde percentage voor de kosten van bestaan wordt vervangen door 100.

Een verzoek om kwijtschelding moet worden ingediend vóórdat ter zake van de betreffende aanslag een dwangbevel wordt betekend. Als het volledige belastingbedrag al is betaald, kan binnen drie maanden na die betaling alsnog een verzoek om kwijtschelding worden ingediend.

Een verzoek om kwijtschelding, ingediend na de in het derde lid vermelde termijnen wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Indien na het in behandeling nemen van een dienst als bedoeld in artikel 2 van deze verordening een negatieve beslissing volgt, dan vindt, onverminderd het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig het in de tarieventabel bepaalde bedrag een teruggaaf plaats van 75%, met dien verstande dat in ieder geval een bedrag van € 12,49 verschuldigd blijft, tenzij in een bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van B&W

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Legesverordening 2016” zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2015 en gepubliceerd onder nummer Gmb2015-126582 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11a Overgangsrecht Wabo

De ingetrokken "Legesverordening 2010", zoals gepubliceerd onder nummer GB 2010-011, blijft van kracht in de gevallen waarop artikel 1.3 van de Invoeringswet Wabo (gepubliceerd in het Stb 2010, 142) ziet, voor wat betreft de volgende onderdelen van de bij de "Legesverordening 2010" opgenomen tarieventabel: Titel 1 onderdeel 1.16 .18 en Titel 2 Rubriek II Afdeling bouwen en wonen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017 met dien verstande dat onderdeel 2.2.13A van de bij de verordening behorende tarieventabel in werking treedt op het moment dat de Wet natuurbescherming in werking treedt..

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2017’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2016 .

 

De plaatsvervangend raadgriffier,

S.E.M. Bruins MA MSc

 

De voorzitter,

drs. H.M.F. Bruls

 

 

TOELICHTING LEGESVERORDENING

 

I. Algemene toelichting

 

1. Wettelijke basis

De Legesverordening is gebaseerd op de artikel 229 van de Gemeentewet. Het hierin vermelde begrip "rechten" omvat mede de leges. In de verordening is ervoor gekozen de rechten "leges" te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.

 

2. Opzet

De verordening bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten en de daarop van toepassing zijnde tarieven.

 

3 Het begrip ‘dienst’

Ingevolge artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet kunnen gemeenten onder andere rechten heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’. Hieruit blijkt dat voor de vraag of er sprake is van een dienst doorslaggevend is of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij deze dienst. Dit individuele belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd.

Ten slotte zij opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de modelverordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is derhalve sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.

 

Hieronder wordt een – chronologisch aflopend – overzicht gegeven van de jurisprudentie, dat meer inzicht geeft of in een concreet geval sprake is van verlening van diensten bedoeld in artikel 229b, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

 

- HR 23 maart 2007, nr. 40664, LJN: BA1262 (Velsen)

Bij een bouwaanvraag die incompleet is en door de gemeente op grond van artikel 4:5 van de AWB ‘verder buiten behandeling is gelaten’ is voldaan aan het belastbaar feit voor heffing van leges ‘het in behandeling nemen van een aanvraag’. Deze uitspraak is het vervolg op Gerechtshof Amsterdam 23 januari 2004, nr. 02/06849, LJN: AO3409, dat anders oordeelde, ook in: Gerechtshof Amsterdam 26 september 2003, nr. 03/01041, LJN: AN7885 (Haarlemmermeer)

 

- HR 13 augustus 2004, nr. 37863, LJN: AI0408

Bij de behandeling van aanvragen voor planschade is sprake van een publieke taakuitoefening door de gemeente en niet van een individualiseerbaar belang, zodat geen sprake is van verlening van een dienst in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet (zie voor planschadevergoeding ook verderop in deze toelichting).

 

 

II. Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen.

 

De omschrijving van het belastbare feit is van belang voor de vraag of de materiële belastingschuld ontstaat en het tijdstip waarop die belastingschuld ontstaat. In de verordening is gekozen voor "het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning". Dit heeft als voordeel dat leges reeds verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag en dat niet bepalend is het moment waarop de vergunning wordt verleend. Overigens kan op grond van wettelijke bepalingen niet in alle gevallen het belastbare feit worden omschreven als "het in behandeling nemen van een aanvraag" (bijv het voltrekken van een huwelijk).

 

Het belastbaar feit is uitgebreid met handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Deze uitbreiding van de omschrijving van het belastbaar feit houdt direct verband met de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011, 440) een reparatiewet. Artikel 2, eerste lid, van deze reparatiewet bewerkstelligt dat de bestaande gemeentelijke verordeningen inzake het heffen van rechten voor de identiteitskaart, komen te berusten op artikel 1 van die wet. Dat wil zeggen dat als in die verordening het begrip "dienst" voorkomt, dit begrip waar het de aanvraag van een identiteitskaart betreft niet meer moet worden uitgelegd op basis van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, maar op de voet van artikel 1 van de reparatiewet. Dus als het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een identiteitskaart, waarbij het individualiseerbaar belang niet meer ter zake doet. Kortom, onder de reparatiewet kunnen rechten geheven worden op basis van de bestaande verordeningen.

Artikel 3 Belastingplicht

Vanwege het uiteenlopende karakter van de diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden. Het gebruik van de woorden "dan wel" is bedoeld om te voorkomen dat ter zake van dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, te weten de aanvrager en degene te wiens behoeve de dienst wordt verricht, leges zullen worden geheven.

In verband met de uitbreiding van het belastbaar feit, is ook de omschrijving van de belastingplicht gewijzigd.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

In dit artikel zijn niet vermeld de vrijstellingen die in hogere wettelijke regelingen voorkomen.

 

Artikel 5 Tarieven

De beleidsvrijheid van gemeenten bij de keuze van heffingsmaatstaven is groot.

Artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet stelt als belangrijkste beperking dat niet alleen de heffingsmaatstaf maar ook het tarief of de vrijstellingen niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen.

Als algemeen uitgangspunt geldt, dat de leges worden geheven naar een kostendekkend tarief, met dien verstande dat de afzonderlijke titels (titels 1 en 2) van de tarieventabel behorende bij de legesverordening op kostendekkendheid moeten worden beoordeeld, waarbij geldt dat binnen titel 3 de afzonderlijke hoofdstukken kostendekkend moeten zijn.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

Er is gekozen voor heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

Artikel 251, tweede lid, van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid voor de op andere wijze geheven belastingen afwijkende voorschriften te geven betreffende de wijze waarop van het verschuldigde bedrag kennis wordt gegeven aan de belastingschuldige en betreffende de termijn van betaling. Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Wordt de kennisgeving uitgereikt dan dient er betaald te worden op het moment van het uitreiken van de kennisgeving. Wordt de kennisgeving toegezonden, dan bepaalt artikel 7, onderdeel b, dat binnen 30 dagen betaald moet worden.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Kwijtschelding wordt uitsluitend verleend voor de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart

en -parkeerplaats.

 

Artikel 9 Teruggaaf

Artikel 242 van de Gemeentewet regelt de termijn waarbinnen en de wijze waarop een in de verordening voorziene teruggaaf, vrijstelling, vermindering of ontheffing dient te worden aangevraagd. Op grond van het gestelde in het tweede lid van dit artikel vindt een gedeeltelijke teruggaaf van 75% plaats in het geval het in behandeling nemen van een aanvraag leidt tot een negatieve beslissing, tenzij in de bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.

 

Artikel 10 Regeling gemeentelijke belastingen

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 18 maart 2008 in een regeling gemeentelijke belastingen (GB08-054) de formele bepalingen over de heffing en invordering vastgesteld.

 

Artikel 11 Overgangsbepaling

Artikel 11 regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.

 

Artikel 11a Overgangsbepaling gefaseerde bouwvergunning

 

Artikel 11a bewerkstelligt dat de oude legestarieven (leges die golden voor invoering van de Wabo) nog gelden in gevallen van gefaseerde bouwvergunningen; dit zijn gevallen waarbij de aanvraag voor de bouwvergunning fase 1 is ingediend voor de invoering van de Wabo (1 oktober 2010 ) en die van fase 2 erna. Op grond van een artikel in de Invoeringswet Wabo is het namelijk zo dat voor deze gevallen niet de Wabo geldt maar de oude regelgeving en daarmee de oude tarieven.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en ingang van heffing

Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Na de datum van bekendmaking treedt de verordening in werking. De publicatiedatum op het Gemeenteblad geeft aan op welke datum de uitgave feitelijk verkrijgbaar is. Als extra service wordt in het huis aan huisblad "de Brug" nog geattendeerd op de vaststelling, wijziging of intrekking van de verordening. De datum van ingang van de heffing is vastgelegd in het tweede lid.

 

Artikel 13 Citeertitel

In artikel 13 is in de citeertitel een jaartal genoemd .

 

 

nummer

Activiteit

Tarief oud

Tarief nieuw

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

1.1.1

HUWELIJKSVOLTREKKINGEN EN PARTNERSCHAPREGISTRATIES

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of

registratie van een partnerschap in het gemeentehuis van Nijmegen,

of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet

rechten burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking is

bepaald:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a.op maandag:

tussen 9.30 uur en 10.00 uur

alleen locatie Stadswinkel

 

NIHIL

 

 

NIHIL

 

 

tussen 12.00 uur en 16.00 uur

€306,90

€312,50

 

b.op dinsdag:

tussen 12.00 uur en 16.00 uur

 

€306,90

 

€312,50

 

c.op woensdag:

tussen 12.00 uur en 16.00 uur

 

€306,90

 

€312,50

 

d.op donderdag:

tussen 09.00 uur en 12.00 uur

 

€306,90

 

€312,50

 

tussen 12.00 uur en 16.00 uur

€369,55

€376,30

 

e.op vrijdag:

tussen 09.00 uur en 16.00 uur

 

€369,55

 

€376,30

 

f.op maandag tot en met woensdag tussen

10.00 uur en 12.00 uur,

waarbij de huwelijksvoltrekking niet langer

duurt dan 15 minuten (korte ceremonie)

op locatie Stadhuis

 

 

 

 

€214,85

 

 

 

 

€218,80

 

op locatie Stadswinkel

€173,90

€177,10

 

g.op maandag tot en met woensdag tussen

10.00 uur en 12.00 uur,

waarbij de huwelijksvoltrekking langer

duurt dan 15 minuten (uitgebreide ceremonie)

op locatie Stadhuis

 

 

 

 

€306,90

 

 

 

 

€312,50

 

op locatie Stadswinkel

€306,90

€312,50

 

h.op maandag tot en met zaterdag:

tussen 16.00 uur en 22.00 uur

 

€981,05

 

€999,00

 

i.op zaterdag:

tussen 09.00 uur en 16.00 uur

 

€667,60

 

€679,80

 

j.op de niet onder a tot en met h genoemde uren en op zon- en

feestdagen of op de door het gemeentebestuur vastgestelde

collectieve sluitingsdagen:

 

 

€1.278,

00

 

 

€1.301,40

 

 

 

 

1.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van de omzetting van een

geregistreerd partnerschap in een huwelijk (zonder ceremonie):

 

€134,75

 

€137,20

1.1.3

Ter zake van de voltrekking van een huwelijk in een bijzonder huis

ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek bedraagt het tarief:

 

€380,60

 

€387,55

1.1.4

Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een

partnerschap plaats vindt op een andere locatie dan het gemeentehuis

of een bijzonder huis als bedoeld in 1.1.3 vindt er

een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats

van:

 

 

 

 

€134,75

 

 

 

 

€137,20

1.1.5

Indien voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap, benoeming plaats vindt van een persoon naar eigen keuze

tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

vindt er een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats van:

 

 

 

€257,35

 

 

 

€262,05

1.1.6

Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan

wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk,

ongeacht de oorzaak, wordt geannuleerd:

a. tot 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt de restitutie een zodanig bedrag dat aan leges nog verschuldigd blijft

 

 

 

 

€55,80

 

 

 

 

€56,80

 

b. binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt de restitutie een zodanig bedrag dat aan leges nog verschuldigd blijft

 

€165,35

 

€168,40

1.1.7

Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak, wordt verzet:

a. tot 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt het tarief:

 

 

 

 

€28,60

 

 

 

 

€29,10

 

b.binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt het tarief:

 

€84,75

 

€86,30

1.1.8

TROUWBOEKJE / PARTNERSCHAPSBOEKJE

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:

a.een trouwboekje / partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

 

 

€17,15

 

 

€17,45

 

b.een trouwboekje / partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€32,40

€33,00

1.1.9

GETUIGEN

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige:

 

 

€32,40

 

 

€33,00

1.1.10

PERIODIEKE OPGAVEN BURGERLIJKE STAND

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het periodiek verstrekken van opgaven van geboorten,

huwelijksaangiften, huwelijken en overlijden, bij wijze van abonnement,

met een geldigheidsduur van één jaar:

voor elke categorie afzonderlijk

 

 

 

 

 

€270,05

 

 

 

 

 

€275,00

1.1.11

TOESTEMMING UITSTEL BEGRAVING/CREMATIE

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het verlenen van toestemming voor uitstel van begraving of crematie als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Lijkbezorging

 

 

 

€19,20

 

 

 

€19,55

1.1.12

LAISSER-PASSER VOOR LIJKEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het verlenen van een laisser-passer voor lijken

 

 

€19,20

 

 

€19,55

1.1.13

WET RECHTEN BURGERLIJKE STAND

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten

burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het

Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

 

1.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld

in artikel 2, eerste lid van de paspoortwet, ten behoeve van een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18

jaar heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen

in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

b. een reisdocument van het Koninkrijk der Nederlanden als

bedoeld in artikel 2, eerste lid van de paspoortwet, die op het

moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft

bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit

Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden.

c. een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede

lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het

moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt het

maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit

Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

d. een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede

lid van de Paspoortwet ten behoeve van een persoon, die op het

moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft

bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit

Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

e. de tarieven genoemd onder a, b, c en d worden bij

spoedlevering vermeerderd met het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag

a. tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

 

 

€38,95

 

 

€38,95

 

b.indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt,

welk document bij de aanvraag of bij de uitreiking van het nieuwe

rijbewijs niet compleet kan worden overgelegd, wordt de ter zake te

heffen leges verhoogd met

 

 

 

€ 30,55

 

 

 

€31,10

 

c. het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 onder a wordt bij een

spoedlevering vermeerderd met

Zodra 1 of beide bedragen bedoeld in de artikelen 111 6e lid van de wegenverkeerswet 1994 en 121 1e lid van de wegenverkeerswet 1994 worden aangepast, wordt het onder 1.3.1 genoemde tarief vervangen door de som van de na aanpassing op gronde van 111 6e lid en/of 121 1e lid van de wegenverkeerswet 1994 geldende bedragen, afgerond op 5 cent naar beneden.

 

€43,90

 

€44,10

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

 

1.4.1

1. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een ingezetene, per verstrekking:

 

 

€11,50

 

 

€11,70

 

2. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een niet- ingezetene, per verstrekking:

 

 

€15,15

 

 

€15,45

 

3. Indien terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens de schriftelijke instemming van de geregistreerde noodzakelijk is, bedraagt het tarief

 

 

€37,90

 

 

€38,60

 

4. Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van genealogisch onderzoek bij Burgerzaken bedraagt, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier

 

€10,70

 

 

€10,90

 

 

5.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement met de geldigheidsduur

van één jaar op het periodiek verstrekken van een opgave van

verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en

vestigingen in de gemeente:

voor elke categorie afzonderlijk

 

 

 

 

 

€270,05

 

 

 

 

 

€275,00

 

6.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens omtrent één

persoon die niet is opgenomen in de basisregistratie personen, per verstrekking

 

 

€28,90

 

 

€29,45

 

7.Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van papieren verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.1.4 van de wet basisregistratie personen geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan

één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

1.4.2

INLICHTINGEN UIT DE GEAUTOMATISEERDE BASISREGISTRATIE PERSONEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van

een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de geautomatiseer-

de basisregistratie personen

 

 

 

 

€329,15

 

 

 

 

€335,15

 

Het bovenstaande tarief wordt verhoogd met:

een bedrag per 1000 inlichtingen van:

 

€6,05

 

€6,15

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Overige Publiekszaken

 

 

1.5.1

VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG

Ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het

Gedrag geldt het tarief zoals dat in artikel 39 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor dit document is vastgesteld

 

 

1.5.2

LEGALISATIE HANDTEKENING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening:

 

 

€11,50

 

 

€11,70

1.5.3

KOPIE CONFORM ORIGINEEL

Het tarief bedraagt ter zaken van het waarmerken van kopieën

van originele documenten

 

 

€11,50

 

 

€11,70

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

 

 

1.6.1

1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in artikel 35 van

de Wet bescherming persoonsgegevens (de wet), per pagina

 

 

€0,24

 

 

€0,25

 

met een maximum, per bericht, van

€4,95

€5,04

 

2. De vergoeding voor het bericht dat op een andere gegevensdrager

wordt verstrekt dan papier bedraagt

 

€4,95

 

€5,04

 

3.De vergoeding voor het bericht, bestaande uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking moeilijk toegankelijke gegevensverwerking, bedraagt in afwijking van de bovenstaande

artikelleden

 

 

€24,76

 

 

€25,21

 

4.De vergoeding voor het bericht dat uit meer dan honderd pagina's

bestaat bedraagt in afwijking van de bovenstaande artikelleden

 

€24,76

 

€25,21

 

5.De vergoeding voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de wet bedraagt

6.Indien voor hetzelfde bericht op grond van het eerste tot en met vierde lid meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd

 

€4,95

 

€5,04

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

 

1.7.1

WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van schriftelijke stukken:

- voor minder dan 6 kopieën:

 

 

NIHIL

 

 

NIHIL

 

- voor 6 tot 13 kopieën:

€4,95

€5,04

 

- voor 14 of meer kopieën, per kopie:

€0,39

€0,40

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel van een document of een samenvatting van de inhoud van een document, per pagina van het uittreksel of de samenvatting

 

€2,47

 

€2,52

1.7.3

BEGROTING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van de concernbegroting, een dienstbegroting, een bijlage bij de begroting, deelnota's, concern- en dienstrekening, beleidsplan of beleidsprogramma, de voorjaarsnota, de najaarsnota, een (concern-) MARAP, voor een exemplaar met:

1 tot 25 bladzijden

 

 

 

€7,56

 

 

 

€7,70

 

25 tot 50 bladzijden

€11,84

€12,06

 

50 tot 75 bladzijden

€16,13

16,42

 

75 tot 100 bladzijden

€19,75

€20,11

 

100 tot 150 bladzijden

€27,34

€27,84

 

150 tot 200 bladzijden

€35,56

€36,21

 

200 tot 300 bladzijden

€47,73

€48,61

 

300 tot meer bladzijden

€58,33

€59,04

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Regionaal Archief Nijmegen

 

 

1.8.1

FOTOKOPIEEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van fotokopieën:

a. uit boeken, tijdschriften, archivalia e.d.

-zwart-wit, formaat A4, per afdruk

 

 

 

€0,31

 

 

 

€0,31

 

-zwart-wit, formaat A3, per afdruk

€0,36

€0,36

 

-kleur, formaat A4, per afdruk

€1,02

€1,04

 

-kleur, formaat A3, per afdruk

€1,28

€1,30

1.8.2

PRINTAFDRUKKEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

a. reader-printafdrukken van microfiches:

-formaat A4, per afdruk

 

 

 

€0,56

 

 

 

€0,57

 

-formaat A3, per afdruk

€0,66

€0,68

 

b. printafdrukken van kranten

-formaat A4, per pagina

 

€0,56

 

€0,57

 

-formaat A3, per pagina

€0,66

€0,68

 

c. printafdrukken van scans, per afdruk A4

-zwart-wit

 

€1,01

 

€1,04

 

-kleur

€2,56

€2,60

1.8.3

ONDERZOEKSKOSTEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van onderzoek in het Regionaal Archief Nijmegen, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier:

 

 

€16,63

 

 

€16,94

1.8.4

SCANNEN VAN FOTO’S

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het scannen van foto’s, afgedrukt tot het formaat maximaal 21 bij 29,7 cm:

-een scan standaardresolutie 300 dpi op CD-ROM, op USB-stick of te verzenden per e-mail, per scan

 

 

€4,74

 

 

€4,83

 

-een scan, gescand op hogere resolutie of nabewerkt, op CD-ROM op USB-stick of te verzenden per e-mail, per scan

 

€7,90

 

€8.04

 

-materiaalkosten van een CD-ROM

€2,52

€2,56

1.8.5

UITLEEN VAN KOPIEËN VAN BEELD- OF GELUIDMATERIAAL

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een reproductie van een beeld- of geluidmateriaal, per uitgeleende band, zo nodig vermeerderd met onderzoekskosten

 

 

€18,74

 

 

€19,08

1.8.6

ADMINISTRATIEKOSTEN BIJ VERZENDING VAN MATERIAAL

De tarieven genoemd in dit hoofdstuk, onderdelen 1.8.1 tot en met 1.8.5 worden in geval van verzending per post van het materiaal vermeerderd met een bedrag van

 

 

€7,82

 

 

€7,97

1.8.7

RONDLEIDINGEN (duur ca. 1 uur)

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geven van een rondleiding voor minimaal 10 personen, per persoon per uur

 

€6,68

 

€6,80

 

Maximum kosten per groep (max. 15 personen per rondleider)

€66,67

€67,89

1.8.8

TENTOONSTELLINGEN ETC

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van medewerking aan het samenstellen van tentoonstellingen,cursussen, inleidingen, studiedagen en dergelijke, per kwartier, exclusief materiaalkosten

 

 

€16,63

 

 

€16,78

1.8.9

ONDERZOEK

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het doen van nasporingen in de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen berustende stukken, door een ambtenaar,

per dossier

 

 

 

 

€3,24

 

 

 

 

€3,30

 

met een maximum van

met dien verstande dat per aanvraag ten hoogste 10 dossiers worden doorlopen

€19,13

€19,48

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 9 Verkeer en vervoer

 

 

1.9.1

ONTHEFFING WEGENVERKEERSREGLEMENT EN REGLEMENT VERKEERSREGELS EN VERKEERSTEKENS 1990 (RVV):

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing, zoals bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 bedraagt de ontheffing op kenteken voor het rijden op de busbaan;

(artikel 87 juncto 81 van het RVV (busbaan) per kenteken:

 

 

€47,41

 

 

€48,28

 

met een maximum van:

€473,03

€481,69

 

een ontheffing op kenteken voor drie maanden van het verbod een voertuig te parkeren voor een inrit of een uitrit (artikel 87 juncto artikel 24, eerste lid onder b van het RVV), voor zover het betreft een locatie betreft, waar krachtens de vigerende Verordening Parkeerbelastingen parkeerbelasting wordt geheven:

 

€47,74

 

€48,62

 

ceen parkeerontheffing op kenteken, voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders) per kenteken:

voor één dag

 

€8,76

 

€8,92

 

voor een periode van minimaal twee tot maximaal zeven dagen

€47,52

€48,39

 

voor een maand of gedeelte daarvan, doch meer dan twee weken

€95,04

€96,78

 

voor één jaar

€190,05

€193,53

 

d.een ontheffing op kenteken van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad voor de periode van maximaal één jaar bedraagt per kenteken:

met een maximum van:

voor maximaal 24 uur per kenteken;

 

 

€8,80

 

 

€8,96

 

met een maximum van;

€87,98

€89,59

 

voor langer dan 24 uur met een maximale geldingsduur van zeven dagen per kenteken;

€17,63

€17,95

 

met een maximum van;

€176,32

€179,55

 

voor langer dan zeven dagen met een maximale geldingsduur van een maand of gedeelte daarvan, doch meer dan twee kalenderweken per kenteken;

 

€26,45

 

€26,93

 

met een maximum van;

€264,48

€269,32

 

voor langer dan een maand met een maximale geldingsduur van één jaar of gedeelte daarvan per kenteken;

 

€70,71

 

€72,00

 

met een maximum van;

€707,12

€720,06

 

e.een ontheffing op kenteken voor zover deze aanvraag geen betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad;

voor maximaal 24 uur per kenteken

 

€8,80

 

€8,96

 

met een maximum van

€87,98

€89,59

 

voor langer dan 24 uur met een maximale geldingsduur van drie maanden per kenteken

€47,74

€48,62

 

met een maximum van

€477,45

€486,19

 

voor langer dan drie maanden met een maximale geldingsduur van een half jaar per kenteken

€95,50

€97,25

 

met een maximum van

€954,99

€972,46

 

voor langer dan een half jaar met een maximale geldingsduur van één jaar per kenteken

€190,96

€194,45

 

met een maximum van

 

€1.909,57

 

€1.944,52

 

 

f. een ontheffing op kenteken voor zover deze aanvraag betrekking heeft op het parkeren op het marktterrein Kelfkensbos voor één of twee dagen per week met een maximale geldigheidsduur van één jaar

 

€101,58

 

€103,43

1.9.2

GEHANDICAPTENVOORZIENINGEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeer kaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

 

 

€25,26

 

 

€25,72

 

het verkrijgen van een gemeentelijke parkeerontheffing voor gehandicapten met gehandicaptenparkeerschijf

€11,45

€11,66

 

3. het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats

€84,20

€85,74

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

 

 

1.10.1

ONTTREKKINGSVERGUNNING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 30 van de Huisvestingswet

 

 

€400,38

 

 

€800,00

1.10.2

Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.10.1 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als besloten wordt dat er geen vergunning vereist is, of als de

vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft van de op grond van onderdeel 1.10.1 verschuldigde leges:

 

 

25%

 

 

25%

1.10.3

MANTELZORGURGENTIE

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de mantelzorgurgentie:

 

 

 

€55,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 11 Leegstandwet

 

 

1.11.1

VERGUNNING TIJDELIJKE VERHUUR

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 15 lid 1 van de Leegstandwet i.v.m. het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst

 

 

€200,24

 

 

€203,90

 

verlenging als bedoeld in artikel 15 lid 5 van de

Leegstandswet van de onder a genoemde vergunning

 

€80,36

 

€81,83

1.11.2

Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.11.1 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal van de op grond van onderdeel 1.11.1 verschuldigde leges verschuldigd

blijft:

Voor een besluit dat geen vergunning of geen verlengingsbesluit vereist is, is geen leges verschuldigd.

 

 

25%

 

 

 

25%

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Kansspelen

 

 

1.12.1

VERGUNNING TOT VESTIGEN / EXPLOITEREN VAN EEN SPEELAUTOMATENHAL

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

het verkrijgen van een vergunning ex artikel 2.3.3.2. van de APV

 

 

€819,55

 

 

€834,55

 

het wijzigen van een vergunning ex artikel

2.3.3.2. van de APV

 

€145,67

 

€148,34

1.12.2

AANWEZIGHEIDSVERGUNNING

1.Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen geldt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000

2.Deze tarieven zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden, resp. langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de geldende tarieven naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning worden verlaagd resp. verhoogd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.12.3

VERGUNNING VOOR KANSSPELEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het houden van:

a.een kansspel per keer

 

 

 

€110,65

 

 

 

€112,67

 

b.een fancy fair

€110,65

€112,67

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 Winkeltijdenwet

 

 

1.13.1

ONTHEFFING WINKELTIJDENWET

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een ontheffing van de verboden van de Winkeltijdenwet, het vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en de "Verordening Winkeltijden voor de gemeente Nijmegen"

 

 

€110,65

 

 

€112,67

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 14 Standplaatsen

 

 

1.14.1

VERGUNNING VOOR HET INNEMEN VAN EEN STANDPLAATS

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:

a. een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een vaste standplaats ex artikel 5.2.3. van de APV

 

 

€285,38

 

 

€290,60

 

b. een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een losse solitaire tijdelijke standplaats ex artikel 5.2.3. van de APV en het verlengen van de onder a genoemde vergunning

 

 

€87,63

 

 

€89,23

 

Indien de aanvraag van de standplaats betrekking heeft op de Vierdaagsefeesten bedraagt het tarief, in afwijking van het bovenstaande

 

€245,34

 

€249,83

1.14.2

DUPLICAAT STANDPLAATSVERGUNNING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een duplicaat van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening Nijmegen 2007:

 

 

€12,59

 

 

€12,82

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 15 Telecommunicatie

 

 

1.15.1

INSTEMMINGSBESLUIT OP GROND VAN DE ALGEMENE VERORDENING ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een instemmingsbesluit ingevolge artikel 5 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur

 

 

€506,56

 

€515,83

 

Het bovenstaande tarief wordt verhoogd met:

coördinatiekosten per meter (m1) te leggen kabels en leidingen:

 

 

€2,29

 

 

€2,33

1.15.2

MELDING HUISAANSLUITING OP GROND VAN DE ALGEMENE VERORDENING ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een melding huisaansluiting ingevolge de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur:

 

 

€78,98

 

 

€80,43

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 16 Diversen

 

 

1.16.1

BESCHIKKINGEN, STUKKEN, AFSCHRIFTEN, UITTREKSELS E.D.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

€7,54

 

 

€7,68

 

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

 

€0,05

 

€0,05

1.16.2

FOTOKOPIEEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

eenheidsformaat A0

 

 

 

€8,19

 

 

 

€8,34

 

eenheidsformaat A1

€4,88

€4,97

 

eenheidsformaat A2

€3,93

€4,00

 

eenheidsformaat A3

€0,12

€0,12

 

eenheidsformaat A4

€0,05

€0,05

 

L. 30 bij B. 60

€3,57

€3,63

 

L. 30 bij B. 90

€4,89

€4,98

 

L. 40 bij B. 60

€3,74

€3,81

 

L. 40 bij B. 90

€4,92

€5,01

 

L. 50 bij B. 60

€4,01

€4,08

 

L. 50 bij B. 90

€4,92

€5,01

 

L. 60 bij B. 60

€4,18

€4,26

 

L. 60 bij B. 90

€4,92

€5,01

 

L. 70 bij B. 60

€4,47

€4,55

 

L. 70 bij B. 90

€6,63

€6,75

 

L. 80 bij B. 60

€4,71

€4,79

 

L. 80 bij B. 90

€6,98

€7,11

 

L. 90 bij B. 60

€4,92

€5,01

 

L. 90 bij B. 90

€7,17

€7,30

 

L. 100 bij B. 60

€5,11

€5,20

 

L. 100 bij B. 90

€7,61

€7,75

 

L. 110 bij B. 60

€5,41

€5,51

 

L. 110 bij B. 90

€7,94

€8,08

 

L. 120 bij B. 60

€5,65

€5,76

 

L. 120 bij B. 90

€8,33

€8,48

 

L. 130 bij B. 60

€5,91

€6,02

 

L. 130 bij B. 90

€8,69

€8,85

 

L. 140 bij B. 60

€6,21

€6,32

 

L. 140 bij B. 90

€9,06

€9,23

 

L. 150 bij B. 60

€6,46

€6,58

 

L. 150 bij B. 90

€9,42

€9,59

1.16.3

TOEZENDING VAN STUKKEN

Het tarief bedraagt voor het op verzoek toezenden van stukken, uittreksels, afschriften, doorslagen of fotokopieën voor zover daarvoor

niet elders in deze tabel of in een wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

 

 

€0,05

 

 

 

€0,05

 

 

met een minimum van

€13,08

€13,32

1.16.4

AFSCHRIFTEN EN KAARTEN

Het tarief voor het verstrekken van een afschrift van een voorontwerpbestemmingsplan, ontwerpbestemmingsplan, vastgesteld bestemmingsplan, of voor een kaart, behorende bij een (ontwerp-)bestemmingsplan bedraagt:

a. voor bestemmingsplan voorschriften (zwart/wit tot

50 bladzijden) met kaart A4-formaat

 

 

 

 

€19,60

 

 

 

 

€19,96

 

b. voor bestemmingsplan voorschriften (vanaf 50 blz)

€45,75

€46,59

 

c. voor een kaart, formaat A0, per stuk

€8,18

€8,33

 

d. voor een kaart, formaat A1, per stuk

€4,88

€4,97

 

e. voor een kaart, formaat A3, per stuk

€0,16

€0,16

1.16.5

VERGUNNING INNEMEN LIGPLAATS

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van

a. een vergunning ex artikel 2.1,lid 2 van de Haven- en kadeverordening

 

 

€61,80

 

 

€62,94

 

b. een vergunning ex artikel 2.3.3.2. van de APV

€62,87

€64,02

 

c. van een vergunning ex artikel 2.7. van de Haven- en Kadeverordening

€62,87

€64,02

1.16.6

VERGUNNING ROLCONTAINER

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1. van de APV, ten behoeve van het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen

vermeerderd met:

 

 

 

€39,94

 

 

€40,67

 

van 1 tot 5 containers, per container

€37,53

€38,22

 

voor de volgende 5 containers, per container

€32,93

€33,53

 

voor de volgende 15 containers, per container

€29,33

€29,87

 

voor de volgende 25 containers, per container

€25,32

€25,79

 

voor de volgende 50 containers, per container

€21,05

€21,43

 

voor elke volgende container, per container

€14,16

€14,42

1.16.7

ONTHEFFING VOOR PARKEREN, STALLEN EN HERSTELLEN

VAN VOERTUIGEN OP DE WEG

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 5.1.6, 5.1.7, 5.1.8. en 5.1.9. van de APV, voor zover deze aanvraag betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de

binnenstad:

 

 

 

€55,95

 

 

 

€56,97

1.16.8

VERGUNNING VOOR WERKEN OF VOORWERPEN

T.B.V. DERDEN IN, OP OF LANGS WEGEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.1.5.1. en 2.1.5.2. van de APV:

 

 

 

€155,17

 

 

 

€158,01

1.16.9

ONTHEFFING VOOR PARKEREN IN PARK OF PLANTSOEN

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren in een park of plantsoen ingevolge artikel 5.1.11 van de APV:

 

 

€8,89

 

 

€9,05

1.16.10

BESCHIKKING INGEVOLGE DE ZONDAGSWET

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3, 4 of 5 van de Zondagswet:

 

 

€47,44

 

 

€48,31

1.16.11

VOETBALVERGUNNING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.7. van de APV:

a. indien de aanvraag betrekking heeft op meerdere wedstrijden

 

 

€368,00

 

 

€374,74

 

b. indien de aanvraag betrekking heeft op één wedstrijd

€122,66

€124,91

1.16.12

PROCEDURE HOGERE GRENSWAARDE

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een aanvraag tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld de in de Wet geluidhinder bedraagt het tarief:

 

 

€4.267,80

 

 

€4.345,90

1.16.13

ONTHEFFING VERBOD GELUIDHINDER

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1.1.1. van de APV, ten behoeve van:

a. een wijkfeest, een niet commercieel evenement

 

 

€45,97

 

 

€46,81

 

b. een commercieel evenement

€138,57

€141,11

 

c. een evenement voor meer dan 30.000 bezoekers

(vierdaagsefeesten uitgezonderd)

€367,78

 

€374,51

 

 

d. de beoordeling van bouwlawaai, aanvraag voor één dag ontheffing

€413,76

€421,33

 

e. de beoordeling van bouwlawaai, aanvraag voor twee of meer dagen

ontheffing

€413,76

€421,33

1.16.14

BODEMGESTELDHEIDONDERZOEK

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van bodeminformatie uit het archief van Bureau Bodem en het gemeentelijk bodeminformatiesysteem betreffende de milieuhygiënische bodemgesteldheid, per adres

 

 

€39,67

 

 

€40,40

1.16.15

INZAMELVERGUNNING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.2.4.1.van de APV:

a. een incidentele vergunning

 

 

€65,94

 

 

€67,15

 

b. een doorlopende vergunning

€110,65

€112,68

1.16.16

ONTHEFFING VOOR PARKEREN, STALLEN EN

HERSTELLEN VAN VOERTUIGEN OP DE WEG

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 5.1.2, 5.1.6, 5.1.7, en 5.1.8 van de APV, voor zover deze aanvraag geen betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad:

 

 

 

€47,85

 

 

 

€48,73

1.16.17

TOESTEMMING INGEVOLGE WET OP DE LIJKBEZORGING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 29 van de Wet op de Lijkbezorging:

 

 

€159,28

 

 

€162,20

1.16.18

AANLEGVERGUNNING MET VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om een aanlegvergunning als bedoeld in Titel 2 waarbij tevens sprake is van toepassing van artikel 16 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanvragen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten):

 

 

€1.990,94

 

 

€2.027,37

1.16.19

 

VERGUNNING VOOR HET HEBBEN VAN VOORWERPEN OP, AAN OF BOVEN DE WEG

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen ingevolge artikel 2.1.5.1 APV:

 

€87,63

 

€89,23

1.16.20

indien de aanvraag van de vergunning betrekking heeft op de Vierdaagse-feesten bedraagt het tarief, in afwijking van bovenstaande:

 

€245,34

 

€249,83

1.16.21

VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR OP GROND VAN LUCHTVAARTWETGEVING

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen caso quo landen van een luchtvaartuig:

 

 

€110,65

 

 

€112,68

1.16.22

VERGUNNING BOUWOBJECTEN

 

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de APV:

 

 

€183,33

 

 

€186,68

1.16.23

TERUGGAAF EN ANDERE ACTIVITEITEN

 

 

 

Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld in Titel 1hoofdstuk 12, 13 en 14, 1.16.10, 1.16.11, 1.16.19 en 1.16.20 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de aanvraag (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft 25% van de op grond van dat desbetreffende onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

nummer

Activiteit

Tarief oud

Tarief nieuw

Titel 2

Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

 

 

Hoofdstuk 1 Vooroverleg /conceptaanvraag / stedenbouwkundige beoordeling

 

 

 

 

Vooroverleg: uitleg planologische voorschriften

 

 

2.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor uitleg van planologische voorschriften:

€70,61

€71,90

 

Concept-aanvraag: planologische toets

 

 

2.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag voor een omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan planologische voorschriften:

Deze beoordeling betreft niet een beoordeling op stedenbouwkundige haalbaarheid van de aanvraag.

 

 

 

€70,61

 

 

 

 

 

 

€71,90

 

 

 

 

Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:

 

 

 

€35,30

 

 

 

€35,95

 

Concept-aanvraag: welstandstoets/cultuurhistorietoets

 

 

2.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan welstandsvoorschriften en/of cultuurhistorievoorschriften:

 

 

 

 

€70,61

 

 

 

 

€71,90

 

Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges

mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:

 

 

 

 

€35,30

 

 

 

 

€35,95

 

Concept-aanvraag: uitgebreide bouwplantoets

 

 

2.1.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-bouwaanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan andere aspecten en activiteiten (niet zijnde stedenbouwkundige haalbaarheid) van het plan dan genoemd in 2.1.2 en 2.1.3 :

 

 

 

 

 

€ 161,49

 

 

 

 

 

€ 164,45

 

Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges mits er geen sprake is van een wezenlijk ander bouwplan:

 

 

 

€70,61

 

 

 

€71,90

 

Concept-aanvraag: beperkte stedenbouwkundige beoordeling

 

 

2.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op stedenbouwkundige haalbaarheid van het plan als de beoordeling plaatsvindt door een stedenbouwkundige:

 

 

 

 

 

€ 266,74

 

 

 

 

 

€ 271,62

 

Concept-aanvraag: uitgebreide stedenbouwkundige beoordeling

 

 

2.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op stedenbouwkundige haalbaarheid van het plan als de beoordeling plaatsvindt door een stedenbouwkundige waarbij tevens andere adviseurs moeten worden geraadpleegd:

 

 

 

 

 

 

€533,47

 

 

 

 

 

 

€543,23

 

Concept-aanvraag: toets aan andere Wabo-aspecten

 

 

2.1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag voor een omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op haalbaarheid aan andere Wabo-activiteiten en/of Wabo-aspecten als bedoeld in 2.1.2 t/m 2.1.6:

 

 

 

 

 

€70,61

 

 

 

 

 

€71,90

 

Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag er een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges

mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan:

 

 

 

 

€35,30

 

 

 

 

€35,95

 

Concept-aanvraag: geen omgevingsvergunning vereist

 

 

2.1.8

Als toetsing van de aanvraag als bedoeld in de onderdelen 2.1.1 t/m 2.1.7 tot de conclusie leidt dat er geen omgevingsvergunning is vereist, is geen leges verschuldigd.

 

 

 

Verkennend stedenbouwkundig vooroverleg

 

 

2.1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling of een afwijking van het bestemmingsplan of de beheersverordening haalbaar is:

 

 

 

€533,47

 

 

 

€543,23

 

Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning

 

 

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

2.2.2

Bouwactiviteiten

 

 

2.2.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

- voor het deel van de bouwkosten tot en met

€ 12.400.000,00:

 

 

 

 

 

24 promille

 

 

 

 

 

26 promille

 

- voor het deel van de bouwkosten vanaf € 12.400.000,00 tot en met € 20.833.333,00:

 

18 promille

 

18 promille

 

- voor het deel van de bouwkosten boven € 20.833.333,00:

 

6 promille

 

6 promille

 

van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00, met een minimum van:

 

€136,17

 

€138,66

 

beoordeling bodemrapport

 

 

2.2.2.2

Onverminderd het bepaalde in 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

a. voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

 

 

 

 

 

€285,69

 

 

 

 

 

€290,92

 

b. indien beschikbare onderzoeksresultaten worden beoordeeld:

 

€285,69

 

€290,92

 

c. voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

 

€384,20

 

€391,23

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

2.2.2.3

Onverminderd het bepaalde in 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na, door de gemeente geconstateerde en schriftelijk bevestigde, aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit en de vergunning tevens wordt verleend:

van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00

 

 

 

 

 

2,4 promille

 

 

 

 

 

 

 

2,4 promille

 

 

 

met een minimum van:

€136,17

€138,66

2.2.3

Aanlegactiviteiten

 

 

2.2.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief:

Met dien verstande dat als de aanvraag betrekking heeft op:

 

 

 

€1.354,27

 

 

 

€600,00

 

Een of meer bomen tot en met negen bomen een startbedrag van:

 

 

€45,51

 

Vermeerderd met een opslag per boom

voor boom 2 tot en met 9 van:

 

 

€11,32

 

Tien of meer bomen:

 

€169,90

2.2.4

Planologisch strijdig gebruik: binnenplanse en kleine buitenplanse afwijkingen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde onder 2.2.2 en 2.2.3,

 

 

2.2.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 en/of onder 2 van de Wabo jo. artikel 4, onderdelen 1 t/m 7 Bijlage II Bor (binnenplanse en kleine buitenplanse afwijking) wordt toegepast, mits het aantal woningen niet toeneemt:

NB Als door de gebruikswijziging 1 kamersgewijs bewoond pand wordt gerealiseerd, geldt dit als toename van 1 woning

 

 

 

 

€ 150,00

 

 

 

 

€ 200,00

2.2.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 8 Bijlage II Bor wordt toegepast:

 

 

€ 615,00

 

 

€ 626,25

2.2.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo jo. artikel 4, onderdelen 9 en 10 Bijlage II Bor (kleine buitenplanse afwijking) wordt toegepast, mits het aantal woningen niet toeneemt:

a.een startbedrag van:

 

 

 

 

 

€ 500,00

 

 

 

 

 

€ 700,00

 

b.vermeerderd met een bedrag van:

per vierkante meter bruto-vloeroppervlak-te over de vierkante meters boven 250 m2 bruto-vloeroppervlakte ,

€ 3,00

 

€ 4,00

 

 

met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:

€ 16.000,00

€ 16.292,80

2.2.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid , onder a, onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 9 en 10 Bijlage II Bor wordt toegepast , waarbij sprake is van een toename van het aantal woningen:

a.een startbedrag van :

als de aanvraag betrekking heeft op een toename met 1 woning,

NB Als door de gebruikswijziging 1 kamersgewijs bewoond pand wordt gerealiseerd, geldt dit als toename van 1 woning.

 

 

€4.000,00

 

 

 

 

€4.073,20

 

 

 

b.vermeerderd met een opslag per zelfstandige woning van: voor de woningen 2 t/m 9

€1.500,00

€1.527,45

2.2.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 11 Bijlage II Bor (tijdelijke afwijking) wordt toegepast met betrekking tot bouwwerken, geldt het tarief als bedoeld onder 2.2.4.3 en/of 2.2.4.4,

met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:

 

€1.500,00

 

€1.527,45

2.2.4.6

indien sprake is van een initiatief Tijdelijk Anders Gebruiken (TAG), geldt 50% van het tarief als bedoeld onder 2.2.4.3, 2.2.4.4 en/of 2.2.4.5 ,

met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:

 

 

€1.500,00

 

 

€1.527,45

2.2.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 jo. artikel 4, onderdeel 11 Bijlage II Bor met betrekking tot terreinen wordt toegepast, waarop 2.2.4.1 t/m 2.2.4.6 niet van toepassing is:

a.een startbedrag van:

 

 

€500,00

 

 

€509,15

 

b.vermeerderd met een bedrag van:

per vierkante meter over de vierkante meters boven 250 m2 terreinoppervlakte

€1,00

 

€1,02

 

 

met dien verstande dat maximaal verschuldigd is:

€1.500,00

€1.527,45

2.2.5

Planologisch strijdig gebruik: grote buitenplanse afwijking

 

 

 

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrek-king heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c jo. 2.12, eerste lid, onder a onder 3 van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde onder 2.2.2 en 2.2.3:

 

€16.000,00

 

€16.292,80

2.2.5.A

Planologisch strijdig gebruik en exploitatieplan

 

 

 

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c jo. artikel 2.12, eerste lid, onder b Wabo, bedraagt het tarief:

 

€453,94

 

€462,25

2.2.5.B

De bepalingen onder 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.5A en hoofdstuk 7 zijn niet van toepassing voor zover de kosten zijn opgenomen in een overeenkomst of een exploitatieplan.

 

 

2.2.6

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.2.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo:

- voor zover daarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen (kamerverhuur uitgezonderd: deze categorie is meldingsplichtig);

- voor zover daarin dagverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen:

een startbedrag van:

 

 

 

 

€1.319,81

 

 

 

 

€1.343,96

 

vermeerderd met een bedrag van per vierkante meter over de vierkante meters tussen 500 m² en 1500 m², en

€0,50

 

€0,51

 

 

vermeerderd met een bedrag van per vierkante meter over de vierkante meters tussen 1500 m² en 5000 m², en

€0,44

 

€0,45

 

 

vermeerderd met een bedrag van per vierkante meter over de vierkante meters boven 5000 m²

€0,29

 

€0,30

 

 

met een maximum van

€1.470,63

€1.497,54

2.2.6.2

Wanneer de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in 2.2.6.1 betrekking heeft op een tijdelijk (maximaal 31 aaneengesloten dagen) bouwwerk, bedraagt het tarief:

a. een startbedrag van:

 

€ 336,97

€ 343,13

 

b. vermeerderd met een bedrag van per vierkante meter over de vierkante meters tussen 500 m² en 1500 m², en

€ 0,15

 

€ 0,15

 

 

c. vermeerderd met een bedrag van per vierkante meter over de vierkante meters tussen 1500 m² en 5000 m², en

€ 0,06

 

€ 0,06

 

 

d. vermeerderd met een bedrag van per vierkante meter over de vierkante meters boven 5000 m²

€ 0,05

 

€ 0,05

 

 

met een maximum van

€272,34

€277,33

2.2.6.3

Indien het tijdelijk bouwwerk zich bevindt binnen een inrichting waarvoor een gebruiksvergunning op grond van artikel 2 van de Brandbeveiligingverordening is afgegeven bedraagt het tarief:

 

€ 91,98

 

€ 93,67

2.2.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

2.2.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, of artikel 2.2, tweede lid van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, bouwhistoriemonument, stadsbeeldobject of identiteitsbepalend object waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

van de kosten (exclusief omzetbelasting) berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met

 

 

 

2,4 promille

 

 

 

 

2,4 promille

 

 

een minimum van:

€43,78

€44,58

 

en een maximum van:

€6.173,97

€6.286,96

2.2.7.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht (beschermd stadsbeeld), bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c van de Wabo, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

 

12 promille

 

 

12 promille

 

van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van

€43,78

€44,58

 

en een maximum van

€6.286,83

€6.401,88

2.2.8

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

2.2.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 

12 promille

 

 

 

 

 

 

12 promille

 

van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 , met een minimum van

 

€43,78

 

€44,58

 

en een maximum van

€6.286,83

€6.401,88

 

Beoordeling archeologisch bodemrapport

 

 

2.2.8.2

Onverminderd het bepaalde in 2.2.8.1 bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

 

 

€384,20

 

 

€391,23

2.2.9

Uitweg

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e van de Wabo, bedraagt het tarief per uitweg:

 

 

 

 

 

 

 

 

€447,25

 

 

 

 

 

 

 

 

€455,43

2.2.10

Houtopstand

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen, of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.4.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

a. voor een aanvraag voor één of meer bomen tot en met negen bomen, een startbedrag van:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€44,69

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€45,51

 

vermeerderd met een opslag per boom voor boom 2 tot en met 9, van:

 

€11,12

 

€11,32

 

b. voor een aanvraag voor tien of meer bomen:

€166,84

€169,90

2.2.11

Handelsreclame

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.6.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame op of aan een onroerende zaak, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder h, of uit het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i van de Wabo.

 

 

 

 

 

 

 

 

€119,40

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€150,00

 

 

 

 

 

 

2.2.12

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.2.12.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.2.12.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

2.2.13

Welstandsadvies

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien de welstandscommissie (i.c. de commissie Beeldkwaliteit) advies uitbrengt over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, voor zover deze (mede) betrekking heeft op een bouwactiviteit:

 

 

 

 

 

 

 

3,6 promille

 

 

 

 

 

 

 

3,6 promille

 

van de bouwkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van:

 

€43,78

 

€44,58

 

en een maximum van:

€8.209,39

€8.359,62

2.2.13A

Verklaring van Geen Bedenkingen (vvgb) Wet natuurbescherming

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) ingevolge artikel 2.27, eerste lid jo. artikel 2.1, eerste lid sub j en k Wabo vereist is:

 

 

2.2.13A.1

indien de vvgb vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j en artikel 2.17a Wabo jo. de artikelen 2.7, leden 2 en 3 en 1.13 Wnb (vvgb ziet uitsluitend op verstrekking van ontwikkelruimte van stikstofdepositie op grond van de PAS):

 

 

 

 

€800,00

 

 

 

 

€814,64

2.2.13A.2

Indien de vvgb vereist is op grond van artikel 2.1., eerste lid onder j en artikel 2.17a Wabo jo. de artt. 2.7, leden 2 en 3b en 2.8, negende lid Wnb (v.v.g.b. voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten waarvoor geen passende beoordeling vereist is):

 

 

 

 

 

 

€1.850,00

 

 

 

 

 

 

€1.883,86

2.2.13A.3

indien de vvgb vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid onder j en artikel 2.17a Wabo jo. de artt. 2.7, leden 2 en 3a en 2.8, eerste lid Wnb (vvgb voor het realiseren van niet stikstof gerelateerde projecten of andere handelingen die mogelijk significante effecten voor habitats en soorten kunnen veroorzaken):

 

 

 

 

 

 

€3.700,00

 

 

 

 

 

 

€3.767,71

2.2.13A.4

indien de vvgb vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid onder j en artikel 2.17a Wabo jo. de artt. 2.7, leden 2 en 3a, 2.8, eerste lid en 1.13 Wnb (vvgb voor het realiseren van zowel stikstof als niet stikstof gerelateerde projecten of andere handelingen die mogelijk significante effecten voor habitats en soorten kunnen veroorzaken:

 

 

 

 

 

 

€4.600,00

 

 

 

 

 

 

€4.684,18

2.2.13A.5

Indien de vvgb vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid onder j en artikel 2.17a Wabo met toepassing van artikel 2.7, lid 3a en artikel 2.8, vierde lid Wnb (vvgb voor toelaatbare significant negatieve effecten door het ontbreken van alternatieven, de aanwezigheid van dwingende redenen van groot openbaar belang en compensatie (ADC toets)):

 

 

 

 

 

 

 

€7.350,00

 

 

 

 

 

 

 

€7.484,51

2.2.13A.6

indien de vvgb vereist is op grond van artikel 2.1, eerste lid onder k en artikel 2.17c Wabo (vvgb voor het opzettelijk verstoren, doden, vangen, plukken etc. van beschermde soorten):

 

 

 

€1.200,00

 

 

 

€1.221,96

2.2.14

Bezwaar en Beroep

 

 

2.2.14.1

Indien een buiten behandeling gelaten of geweigerde omgevingsvergunning als gevolg van een bezwaar of (hoger) beroepsprocedure alsnog in behandeling wordt genomen of wordt verleend, is het gestelde in dit hoofdstuk van toepassing met dien verstande dat de reeds verschuldigde leges in mindering wordt gebracht.

 

 

 

Hoofdstuk 3 Vermindering

 

 

2.3.1

Vermindering bij nieuwe aanvraag binnen zes maanden

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2 en is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsvergunning voor, naar de omstandigheden beoordeeld, hetzelfde project, waarbij laatstgenoemde aanvraag is ingetrokken of door de gemeente buiten behandeling is gelaten of is geweigerd, wordt op verzoek van de aanvrager 50% van de ter zake van de eerdere aanvraag op grond van 2.2.2.1 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 2, mits de nieuwe aanvraag binnen zes maanden na de intrekking of beslissing op de eerdere aanvraag is ingediend. De leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag zullen nimmer minder bedragen dan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€136,17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€138,66

2.3.2

Vermindering in verband met grote planologische afwijking

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo waarvoor een eerdere aanvraag, die tevens een verzoek was om een projectbesluit te nemen of om afwijking als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo, door de aanvrager is ingetrokken en er daarna een vastgesteld, uitgewerkt of gewijzigd bestemmingsplan in werking is getreden waarmee de nieuwe aanvraag in overeenstemming is, wordt op verzoek van de aanvrager 100% van de ter zake van de eerdere aanvraag op grond van Titel 2 , hoofdstuk 2 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in Titel 2, hoofdstuk 2, mits de nieuwe aanvraag binnen één jaar na de inwerkingtreding van het vastgestelde, uitgewerkte of gewijzigde bestemmingsplan is ingediend en mits het nieuwe plan niet zodanig is dat in feite van een nieuw plan dient te worden gesproken.

 

 

 

Hoofdstuk 4 Teruggaaf

 

 

2.4.1

Teruggaaf en bouwactiviteiten

 

 

 

Teruggaaf als er sprake is van vergunningsvrije activiteiten als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

 

 

2.4.1.1.

Als de gemeente besluit dat voor de bouwactiviteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, met dien verstande dat per vergunningsvrije bouwactiviteit minimaal verschuldigd blijft:

 

 

 

 

€ 133,37

 

 

 

 

€ 135,81

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag en buiten behandeling laten van de aanvraag voor bouwactiviteiten

 

 

2.4.1.2

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.2.2, intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

 

50%

 

 

 

 

 

 

50%

 

van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

 

 

€75,59

 

 

€76,98

 

en maximaal verschuldigd blijft bij buiten behandeling laten van de aanvraag:

 

€13.641,29

 

€13.890,92

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

 

 

2.4.1.3

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

 

 

25%

 

 

 

 

 

 

 

25%

 

van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

 

 

€136,17

 

 

€138,66

 

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

 

 

2.4.1.4

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2.weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

25%

 

 

 

 

 

25%

 

van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:

 

 

€136,17

 

 

€138,66

 

Teruggaaf leges bij wijziging bouwkosten

 

 

2.4.1.5

Als achteraf bij gereedmelding van het bouwwerk blijkt dat de werkelijke bouwkosten lager zijn, vindt op aanvraag van de vergunninghouder teruggaaf van teveel betaalde leges plaats. Teruggaaf vindt niet plaats als de verleende vergunning betrekking heeft op legalisatie achteraf van een zonder vergunning gebouwd bouwwerk. In dat geval gelden als bouwkosten de geraamde bouwkosten naar het prijspeil ten tijde van indiening van de aanvraag.

 

 

2.4.2

Teruggaaf en andere activiteiten

 

 

2.4.2.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit aanleg-, monument-, sloop-, of reclameactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.3, 2.2.7.1, 2.2.7.2 , 2.2.8.1 2.2.11 (gedeeltelijk) intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door de gemeente, of als de gemeente besluit dat voor de activiteit geen vergunning is vereist, of als de vergunning door de gemeente (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op de betrokken activiteiten betrekking hebbende leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€43,78

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€44,58

2.4.2.2.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit handelen in strijd met een planologische regeling, brandveiligheid-, uitweg/inrit-, en houtopstandactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.4, 2.2.5A, 2.2.6.1, 2.2.6.2, 2.2.6.3, 2.2.9 of 2.2.10 (gedeeltelijk) intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door de gemeente, of als de vergunning door de gemeente (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

75%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

75%

 

van de op grond van dat onderdeel voor de betrokken activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft:

 

 

 

€43,78

 

 

 

€44,58

 

Als de gemeente besluit dat voor vorenbedoelde activiteiten geen vergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, met dien verstande dat per vergunningsvrije activiteit minimaal verschuldigd blijft:

 

 

 

 

€43,78

 

 

 

 

€44,58

2.4.2.3

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project,

zoals bedoeld in de onderdeel 2.2.5 voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt of de aanvraag door de gemeente buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges

 

 

 

 

 

 

 

75%

 

 

 

 

 

 

 

75%

2.4.2.4

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project zoals bedoeld in de onderdeel 2.2.5, voordat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de gemeente wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges

 

 

 

 

 

 

50%

 

 

 

 

 

 

50%

2.4.2.5

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project zoals bedoeld in de onderdeel 2.2.5, nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges

 

 

 

 

 

 

25%

 

 

 

 

 

 

25%

 

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

2.4.2.6

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.2.2, 2.2.2.3, 2.2.8.2, 2.2.13 en 2.2.13A wordt geen teruggaaf verleend

 

 

2.4.3

Teruggaaf en bestemmingsplan, uitwerkings- of wijzigingsplan.

 

 

2.4.3.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan

zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt, of de aanvraag door de gemeente buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges

 

 

 

 

 

 

 

 

75%

 

 

 

 

 

 

 

 

75%

2.4.3.2

Als de aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, voordat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de gemeente wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges

 

 

 

 

 

 

50%

 

 

 

 

 

 

50%

2.4.3.3

Als de aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges

 

 

 

 

 

 

25%

 

 

 

 

 

 

25%

2.4.4

Teruggaaf na bewaar en beroep

 

 

2.4.4.1.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.1.4. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak of herroeping in het kader van een beslissing op bezwaar

 

 

2.4.5

Minimum voor teruggaaf

 

 

2.4.5.1

Een bedrag minder dan:

wordt niet teruggegeven.

€43,78

€44,58

2.4.6

Afwijking van artikel 9 Legesverordening

 

 

2.4.6.1

In afwijking van artikel 9 lid 1 en lid 2 van de verordening geldt de teruggaafbepaling zoals in dit hoofdstuk vastgelegd

 

 

 

Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning

 

 

2.5.1

Als een verleende omgevingsvergunning voor een project op verzoek van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid onder b van de Wabo - geheel dan wel gedeeltelijk - wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, tenzij onderdeel 2.4.1.2 van toepassing is, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

 

 

 

75%

 

 

 

 

 

 

 

 

75%

 

van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft:

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.2.2, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.5A, 2.2.13 en 2.2.13A wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

€ 43,78

 

 

 

€44,58

 

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

2.6.1

Wijziging omgevingsvergunning

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

 

2.6.1.1

indien het betreft de activiteit bouwen:

24 promille

26 promille

 

van de meerdere bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van:

 

 

€136,17

 

 

€138,66

2.6.1.2

indien het andere activiteiten betreft:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges

20%

 

20%

 

 

met een minimum van:

€43,78

€44,58

 

Hoofdstuk 7 bestemmingsplanherziening

 

 

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

 

 

 

€ 16.000,00

 

 

 

€ 16.297,12

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een uitwerking of wijziging als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen:

 

 

 

€ 16.000,00

 

 

 

€ 16.297,12

2.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen:

 

 

 

€1.962,72

 

 

 

€1.998,63

2.7.4

Indien tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2 berekende bedrag verhoogd met:.

 

 

 

 

€ 4.267,80

 

 

 

 

€ 4.345,90

 

 

nummer

Activiteit

Tarief oud

Tarief nieuw

Titel 3

Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

 

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

3.1.1

Terrasvergunning

 

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een terras ingevolge artikel 2.3.1.5. van de APV

a. regulier

 

 

 

€942,09

 

 

 

€959,33

 

b. wijziging tenaamstelling bij overname terras

€390,61

€397,76

 

c. wijziging in oppervlakte en/of situering bestaand terras

€725,34

€738,62

 

d. vierdaagse feesten bestaand terras

€136,49

€138,99

3.1.2

Exploitatievergunning alcoholvrije inrichting

 

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van

a.een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.6 van de APV:

 

 

€364,63

 

 

€371,30

 

been vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 2.3.1.6. zesde lid van de APV)

 

 

€106,82

 

 

€108,78

3.1.3

Vergunning/ ontheffing Drank-, Horecawet

 

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

a. een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

 

 

€598,09

 

 

€609,03

 

b. een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met een “melding” tot het bijschrijven van een leidinggevende als bedoeld in artikel 30a Drank- en horecawet.

 

€106,82

 

 

€108,78

 

 

c. een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend verandering van de inrichting qua situering en oppervlakten

€106,82

 

€108,78

 

 

d. een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€137,99

€140,51

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen

 

 

 

Vergunning evenement

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2.2.2. van de APV

a. basistarief

 

 

 

 

 

 

 

€219,00

 

b. voor een adviesaanvraag openbare orde in geval van een

A-evenement

 

 

€97,00

 

c. voor een adviesaanvraag openbare orde in geval van een

B- of een C-evenement

 

 

€194,00

 

d.voor een adviesaanvraag openbare veiligheid in geval van een

A-evenement

 

 

 

€97,00

 

e.voor een adviesaanvraag openbare veiligheid in geval van een

B of een C-evenement

 

 

€194,00

 

f.voor een adviesaanvraag milieu in geval van een A-evenement

 

€97,00

 

g.voor een adviesaanvraag milieu in geval van een B- of een

C-evenement

 

 

€194,00

 

h.voor een adviesaanvraag verkeer in geval van een A-evenement

 

€97,00

 

i.voor een adviesaanvraag verkeer in geval van een B of een

C-evenement

 

 

€194,00

 

j.voor een adviesaanvraag volksgezondheidin geval van een

A-evenement

 

 

€97,00

 

k.voor een adviesaanvraag volksgezondheidin geval van een

B- of een C-evenement

 

 

€194,00

 

l.voor een adviesaanvraag woon- en leefklimaat in geval van een

A-evenement

 

 

€97,00

 

m.voor een inspectie vooraf van het evenemententerrein

in geval van een B-evenement (schouw)

 

 

€970,00

 

n.voor een inspectie vooraf van het evenemententerrein

in geval van een C-evenement (schouw)

 

 

€1.940,00

 

o. voor evenementen die geclassificeerd worden als “A-evenement” en waarbij er geen sprake is van een winstoogmerk

 

Bovenstaande tarieven zijn inclusief – voorzover van toepassing – het tarief voor de produkten opgenomen in titel 1 onder 1.13.1, 1.16.10, 1.16.13, 1.16.19.

 

€41,94

 

€ 42,71

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

 

 

Vergunning seksinrichting of escortbedrijven

 

 

3.3.1

1. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. lid 1 van de APV:

a.voor een escortbedrijf

 

 

 

€492,41

 

 

 

€501,42

 

b.voor een seksinrichting met:

niet meer dan één werkruimte

 

€1.027,66

 

€1.046,46

 

meer dan één werkruimte

€1.225,20

€1.247,63

 

2. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 3.4.2, tweede lid van de APV)

 

 

 

€197,61

 

 

 

€201,22

 

Geschiktheidverklaring seksinrichting

 

 

3.3.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een geschiktheidverklaring als bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit Nadere Regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven:

vermeerderd met:

voor een seksinrichting met een oppervlakte van:

 

 

€336,23

 

 

 

 

€342,39

 

 

 

a.tot en met 100 m2

€80,35

€81,82

 

b.van meer dan 100 m2 tot en met 300 m2

€158,66

€161,57

 

c.van meer dan 300 m2 tot en met 600 m2

€261,44

€266,22

 

d.van meer dan 600 m2

€261,44

€266,22

 

vermeerderd per 100m2 boven de 600 m2

€28,26

€28,78

 

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening/Routeringsverordening

 

 

 

Vergunning ingevolge de brandbeveiligingsverordening

 

 

3.4.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Brandbeveiligingsverordening,

a. een startbedrag van:

 

 

 

€336,97

 

 

 

€343,13

 

b. vermeerderd met een bedrag van

per vierkante meter over de vierkante meters tussen 500 m² en 5000 m², en

€0,05

 

€0,05

 

 

c. vermeerderd met een bedrag van

per vierkante meter over de vierkante meters tussen 5000 m² en 10000 m², en

€0,01

 

€0,01

 

 

d. vermeerderd met een bedrag van

per vierkante meter over de vierkante meters boven 10000 m²,

€0,01

 

€0,01

 

 

tot een maximum van

€533,47

€543,24

3.4.2

ONTHEFFING INGEVOLGE ROUTERINGSVERORDENING

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een

aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel

22 jo. artikel 21 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

 

 

 

€231,42

 

 

 

€235,65

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf en andere activiteiten

 

 

 

Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld Titel 3, hoofdstuk 1 t/m 3 en hoofdstuk 5 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de aanvraag (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft 25% van de op grond van dat desbetreffende onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

Naar boven