Verordening afvalstoffenheffing 2017

Vastgesteld door de gemeenteraad op 20 december 2016

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolde de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel:

    • a.

      is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

    • b.

      indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

    • c.

      indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

    • d.

      het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

    • e.

      Indien de belasting in de loop van het jaar door middel van een verhuizing als bedoeld in onderdeel d, verschuldigd wordt voor een lager tarief, bestaat aanspraak op vermindering voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar nog verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de verhuizing volgens de Basisregistratie Personen, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, derde lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, moeten de op de voet van artikel 6, lid 2 verschuldigde belastingen worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

 

Artikel 10 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing 2016” van 8 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2017".

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2016.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage Verordening Afvalstoffenheffing 2017

Tarieventabel

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven voor periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven.

     

1.1

Het vaste tarief bedraagt per perceel per belastingjaar

€126,00

1.2

Het gedifferentieerde tarief bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

1.2.1

per aanbieding ter lediging van een container van 240 liter bestemd voor restafval

€7,00

1.2.2

per aanbieding ter lediging van een container van 140 liter bestemd voor restafval

€4,00

1.2.3

per aanbieding ter lediging van een container van 240 liter bestemd voor gft-afval

€0,00

1.2.4

per aanbieding ter lediging van een container van 140 liter bestemd voor gft-afval

€0,00

1.2.5

per ontgrendeling van een ondergrondse inzamelcontainer met behulp van een toegewezen middel ten behoeve van het aanbieden van een afvalzak

€ 0,70

1.3

In afwijking van 1.1 bedraagt het tarief per perceel per belastingjaar voor het aanbieden van huishoudelijk afval in een bovengrondse verzamelcontainer

€ 186,00

 

Hoofdstuk 2 Diversen

 

2.

Onverminderd het bepaalde in 1.1 tot en met 1.3 bedragen de kosten voor:

 

2.1

Het inruilen van een 240 liter container voor een 140 liter container

€46,00

2.2

Het inruilen van een 140 liter container voor een 240 liter container

€46,00

2.3

Het voor de eerste maal inruilen van een 140 liter container voor een 240 liter container, in afwijking van het bepaalde in 2.2

nihil

2.4

Onverminderd het bepaalde in 1.1 tot en met 1.3 worden er, in het geval van verhuizing, éénmalig gedurende maximaal drie maanden, geen kosten voor het omwisselen van containers zoals genoemd in 2.1 en 2.2 in rekening gebracht, geldend vanaf de datum van aanvang van de belastingplicht van het perceel.

 

2.5

De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 wordt vermeerderd voor het bij aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, het plaatsen van een extra container met:

€25,00

2.6

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1, bedraagt de belasting bij aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt),

 

2.6.1

Container bestemd voor gft-afval, per extra container met

€ 9,25

2.6.2

Container bestemd voor overig huishoudelijk afval, per extra container met

€ 9,25

2.7

Indien de container voor overig huishoudelijk afval is aangevraagd en wordt gebruikt in verband met een medische indicatie, is het bedrag van de vermeerdering

€ 0,00

2.8

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1, bedraagt de belasting indien de container door oneigenlijk gebruik moet worden vervangen:

 

2.8.1

in het geval van vervanging van een 140 liter container

€51,90

2.8.2

in het geval van vervanging van een 240 liter container

€57,10

2.9

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting indien een milieupas voor de toegang tot ondergrondse afvalcontainers door oneigenlijk gebruik of verlies moet worden vervangen bij een perceel zoals genoemd in 1.3

€15,00

 

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven voor achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen

 

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 en 2, bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op het milieustation, gelegen aan de Handelstraat 4 te Giessen, mits en voor zover deze worden aangeboden met een personenauto of -busje al dan niet voorzien van een enkel- of dubbelassige aanhangwagen:

3.1.1

van puin, per kilogram

€0,06

3.1.2

van composteerbaar tuin- en snoeiafval, per kilogram

€0,00

3.1.3

van grof huishoudelijk restafval, per kilogram

€0,22

3.1.4

van huishoudelijk restafval, per kilogram

€0,22

3.1.5

van asbest, indien dit volgens de aanleveringsvoorwaarden wordt aangeboden, per kilogram

€0,00

3.1.6

van de afvalstof zoals genoemd onder 3.1.1 geldt bij aanbieding van minder dan 42 kg een verhoging tot

€2,50

3.1.7

van de afvalstoffen zoals genoemd onder 3.1.3 en 3.1.4 geldt bij aanbieding van minder dan 23 kg een verhoging tot

€5,00

3.1.8

van autobanden zonder velg van een personenauto, per autoband, mits afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden

€0,00

3.1.9

van autobanden met velg van een personenauto, per autoband, mits afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden

€2,60

3.1.10

ferro- en non-ferrometalen, oud papier, textiel, koel- en vrieskisten, verpakkings- en vlakglas niet zijnde autoruiten en spiegels, schoeisel, wit- en bruingoed, klein chemisch afval, kunststof verpakkingen als bedoeld in het Besluit kunststof verpakkingen mits en voor zover componenten niet gelijktijdig met componenten als genoemd onder 3.1.1 en 3.1.3 worden aangeboden

€0,00

 

Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven indien de weegbrug buiten werking is

 

  • 1.

    Indien de weegbrug al dan niet door een technische storing geen dienst doet, worden de tarieven voor het aanleveren, in afwijking van hoofdstuk 3, vastgesteld als volgt per aflevering:

4.1.1

schoon puin gebracht met:

 

 

een personenauto

€ 10,00

 

een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, danwel een busje zonder aanhangwagen

€ 20,00

 

een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen

€ 30,00

4.1.2

bouw- en sloopafval,(grof huishoudelijk) restafval en niet-composteerbaar tuinafval, gebracht met:

 

 

een personenauto

€ 7,50

 

een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, danwel een busje zonder aanhangwagen

€ 12,00

 

een personenauto of een busje met dubbelassige aanhangwagen

€ 18,00

4.1.3

composteerbaar snoeihout en composteerbaar tuinafval gebracht met:

 

 

een personenauto

€ 0,00

 

een personenauto of een busje met enkelassige aanhangwagen, danwel een busje zonder aanhangwagen

€ 0,00

 

een personenauto of busje met dubbelassige aanhangwagen

€ 0,00

4.1.4

van autobanden zonder velg van een personenauto per autoband, mits afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden

€ 0,00

4.1.5

van autobanden met velg van een personenauto per autoband, mits afzonderlijk van andere afvalstoffen aangeboden

€ 2,60

 

Hoofdstuk 5 Maatstaven en tarieven in het geval van gemengde aanlevering van huishoudelijke afvalstoffen

 

  • 1.

    Indien het aangeleverde afval als bedoeld in hoofdstuk 3 en 4 uit verschillende categorieën afval bestaat, wordt het verschuldigde bedrag berekend met toepassing van het hoogste tarief van de onderscheiden fracties.

 

Hoofdstuk 6 Maatstaven en tarieven voor op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk restafval

 

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 en/of 2, 3 en 4 bedraagt de belasting voor het op aanvraag, op een daartoe bestemde ophaaldag, inzamelen van uit particuliere huishoudens afkomstig grof huishoudelijk restafval:

6.1.1

een bedrag aan voorrijkosten van

€ 40,90

 

vermeerderd met een bedrag per kilogram van

€ 0,20

 

Behorend bij raadsbesluit van 20 december 2016.

 

De griffier.

 

Naar boven