Haven Afvalstoffen Plan 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen stellen vast:

 

Haven Afvalstoffen Plan 2016

 

Voor zeeschepen in de haven van Harlingen

 

Voorwoord

 

Voorkoming van afvallozingen op zee is voor de Nederlandse overheid altijd één van de speerpunten in haar milieubeleid geweest. In 1986 is in de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen een verbod op afvallozing opgenomen alsmede een verplichting voor havenbeheerders om scheepsafval in te nemen. In 2004 is in deze wet ook de Europese Richtlijn betreffende havenontvangstvoorzieningen geïmplementeerd.

 

Hiermee heeft de wetgever een instrument in handen gekregen dat niet alleen een verbod op afvallozingen uitvaardigt, maar tevens aangeeft hoe de verschillende partijen om dienen te gaan met hun afval en hun afvaladministratie. Omdat tevens richtlijnen zijn gegeven voor de wijze van financiering van de afhandelingskosten is er binnen Europa een methodiek ontstaan waarbij het voor geen enkele betrokken partij financieel interessant is om zich aan de milieuvereisten te onttrekken.

 

Om tot een goede operationele uitvoering van de afvalstoffenafhandeling te komen heeft iedere havenbeheerder de verplichting om een Havenafvalstoffenplan op te stellen waarin wordt beschreven op welke wijze de inzameling en verwerking van scheepsafval en (restanten) van schadelijke stoffen zal plaats vinden.

 

Voor u ligt het Haven Afvalstoffen Plan van de Havendienst Harlingen voor de periode 2016-2019. Dit document is in 2005 in generieke zin opgesteld in een nauwe samenwerking tussen de drie Noordelijke zeehavens Den Helder, Harlingen en Groningen Seaports. Bij het overleg zijn ook de havengebruikers en de regionale overheden betrokken. In 2008 is dit plan uitgebreid met de inzameling van oliehoudend afval (Annex I) en Kga (Annex V).

 

Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs) is de geldigheidsduur van een Haven Afvalstoffen Plan drie jaar. Het eerste Haven Afvalstoffen Plan Harlingen is op 01 maart 2008 in werking getreden. Op grond van genoemd artikel dient er derhalve een nieuw plan te worden vastgesteld. Voor u ligt dan ook een herzien Haven Afvalstoffen Plan Harlingen waarin ervaringen, welke zijn opgedaan met het eerste plan, zijn verwerkt.

 

De implementatie van EU-richtlijn 2010/65 en de inrichting van het Maritime Single Window voor het digitaal melden van scheepsbezoeken heeft ook gevolgen voor de meldingsprocedure van scheepsafvalstoffen. Omdat bij het actualiseren van dit Haven Afvalstoffen Plan nog geen definitieve startdatum bekend was, zijn dan ook zowel de oude als de nieuwe meldingsprocedure opgenomen.

1 Inleiding

1.1 Verplichting

In 1986 is in Nederland de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs) van kracht geworden. Met deze wet voldoet Nederland aan de verplichtingen die voortkomen uit het Marpolverdrag. De Wvvs bevat ondermeer een verbod op het lozen van schadelijke stoffen door schepen en een verplichting voor havenbeheerders om te zorgen voor voldoende voorzieningen voor het in ontvangst nemen van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen van schepen. Een en ander is nader uitgewerkt in een aantal AMvB’s en ministeriële regelingen. Op 28 december 2002 is de Richtlijn nr. 2000/59/EG betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van kracht geworden. Deze richtlijn is opgesteld met als doel: het tegengaan van de mariene vervuiling door afvalstoffen afkomstig van zeeschepen. De implementatie van Richtlijn 2000/59, welke op 15 oktober 2004 in werking is getreden vindt plaats door een aanpassing van de Wvvs, welke op 15 oktober 2004 in werking is getreden (en herzien in 2007).

Door middel van deze wijziging worden regels met betrekking tot havenontvangst-voorzieningen voor scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen in de wet opgenomen. In artikel 6 lid 3, 4 en 5 van de Wvvs wordt het opstellen van een Haven Afvalstoffen Plan (HAP) voorgeschreven.

 

Het artikel luidt als volgt:

Artikel 6 lid 3, 4 en 5 – Wvvs

  • 1.

    De havenbeheerder stelt, na overleg met de betrokken partijen, in het bijzonder de havengebruikers, voor een termijn van ten hoogste drie jaar, een passend plan voor ontvangst en verwerking van scheepsafval en de in het eerste lid bedoelde andere stoffen vast. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven met betrekking tot de inhoud, de wijze van vaststelling, de aanbieding aan het met de goedkeuring belaste bestuursorgaan en de bekendmaking van het havenafvalplan .

  • 2.

    Twee of meer havenbeheerders kunnen gezamenlijk een havenafvalplan als bedoeld in het derde lid vaststellen, mits daarin de behoefte aan en de beschikbaarheid van havenontvangstvoorzieningen voor elke haven apart worden vermeld, onverminderd het bepaalde bij en krachtens het derde lid.

  • 3.

    Het havenafvalplan behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat aan het plan goedkeuring wordt verleend dan wel onthouden door een bij die maatregel aangewezen ander bestuursorgaan.

Daarnaast is op basis van de EU-richtlijn 2010/65 de Regeling meldingen en communicatie scheepvaart (RMCS) van kracht geworden. Hiermee wordt in Nederland uitvoering gegeven aan de inrichting van een nationaal Maritime Single Window (MSW) voor elektronische meldingen rondom scheepsbezoeken aan Nederlandse zeehavens. In de loop van 2016 wordt dit MSW operationeel en vervangt bestaande lokale meldingsprocedures. Het betreffende artikel uit het RMCS luidt als volgt:

Artikel 6 RMCS

Van een schip als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen worden aan de havenbeheerder, bedoeld in artikel 1 juncto artikel 6 van die wet, van de haven waarnaar toe het schip onderweg is en die wordt genoemd in de bijlage bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen , de gegevens gemeld die worden genoemd in bijlage II van de richtlijn havenontvangstvoorziening .

1.2 Instrumenten

De Wvvs geeft een aantal instrumenten:

  • 1.

    Meldplicht: elk schip dat een EU haven nadert meldt van alle scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen de soort en hoeveelheid die zich aan boord bevinden, inclusief de daarvoor bestemde totale opslagcapaciteit;

  • 2.

    Afgifteplicht: elk schip is behoudens bij, of krachtens de Wvvs geformuleerde uitzonderingen, verplicht al het scheepsafval en schadelijke stoffen af te geven;

  • 3.

    Indirecte financiering: elk schip draagt bij in de kosten voor inname en verwerking van scheepsafval (minimaal 30% van de kosten van de havenontvangstvoorzieningen moeten middels indirecte financiering worden geïnd);

  • 4.

    Haven Afvalstoffen Plan (HAP): elke haven beschikt over een HAP dat de organisatie beschrijft van de inzameling en verwerking van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen.

1.3 Vaststelling

In het Besluit havenontvangstvoorzieningen is gesteld dat er voor elke haven een passend plan voor de ontvangst en verwerking van scheepsafval moet worden uitgewerkt en vastgesteld. Dit is uitgewerkt in onderstaand schema:

Procedure 1: Vaststellingsprocedure HAP

1.4 Afstemming Noordelijke zeehavens

De haven van Harlingen, Groningen Seaports en Port of Den Helder hebben er in 2005 voor gekozen in regionaal verband een HAP op te zetten. De plannen van de havens zijn op elkaar afgestemd. De procedures die in het HAP beschreven staan, zijn vergelijkbaar en ook het implementatietraject in de verschillende havens is hetzelfde geweest.

1.5 Evaluatie, kwaliteitsborging en distributie

De Havendienst Harlingen neemt deel aan de landelijke Klankbordgroep Havenontvangst-voorzieningen. In deze Klankbordgroep worden de jaarlijkse monitorrapportages besproken en vindt afstemming plaats tussen ministerie, havenbeheerders en inzamelaars over wijziging in wet- en regelgeving, inzamel- en financieringsstructuren. Deze informatie wordt door de havens meegenomen bij de evaluatie en actualisatie van haar eigen Haven Afvalstoffen Plan.

 

Bij de evaluatie van het HAP wordt nagegaan of het plan nog aan de behoeften voldoet. Het plan dient te worden aangepast indien er relevante wijzigingen in de operationele situatie, tarieven of afgifterechten, of in de wetgeving optreden. Input hiervoor volgt onder meer uit rapportages, meldingen van klachten en tekortkomingen.

 

Tussentijdse wijzigingen kunnen worden doorgevoerd en zullen moeten worden vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen. Eén keer per drie jaar wordt het Haven Afvalstoffen Plan ter goedkeuring aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

 

De Havendienst Harlingen stelt het plan ter beschikking aan alle betrokken partijen. De actuele versie van het plan wordt via de website beschikbaar gesteld of op aanvraag hetzij digitaal of in gedrukte vorm toegezonden.

 

2 Toepassingsgebied

2.1 Algemene gebiedsinformatie

De haven van Harlingen bestaat uit zowel een handels-, visserij- als recreatiehaven. De haven van Harlingen bestaat uit de Noorderhaven, de Zuiderhaven, het Dok, de Nieuwe Willemshaven, de Visserijhaven , de Industriehaven en de Nieuwe Industriehaven. De havens van Harlingen liggen ‘buitendijks’. In het verleden werden de havenuitbreidingen in zee gerealiseerd, bij de aanleg van de Industriehaven werd hier echter van afgezien. Deze haven ligt achter de zeedijk, toch is de Industriehaven een buitendijkse haven. In 2003 is de Industriehaven uitgebreid. Deze uitbreiding is eveneens achter de zeedijk aangelegd waarna de bestaande zeewering werd doorgestoken en ook het nieuwe gedeelte van de Industriehaven een buitendijkse haven is geworden.

2.2 Deelgebieden

Zeeschepen worden grotendeels gefaciliteerd in de Industriehaven en Nieuwe Industriehaven. Harlingen beschikt in de verschillende havens over 1.500 meter kade waaraan schepen geladen en gelost kunnen worden, eventueel met portaal- en autokranen. Dit betreft met name overslag van mineralen, gekoelde en bevroren voedselproducten, agrarische producten en stukgoed. Daarnaast is er in de Industriehaven een cluster van scheepswerven waar zee- en binnenvaartschepen, maar ook zeegaande jachten, worden gebouwd en onderhouden.

 

Met het groter worden van hun kotters hebben Urker vissers Harlingen gekozen als thuishaven omdat deze vanaf de Noordzee vrij bereikbaar is. Aan het eind van de week lossen veel schepen bij de Urker visveiling. Op het Wad zijn garnalenkotters, kokkelschepen en mosselaars actief.

 

Zeeloodsen, sleepboten en de moderne Verkeerstoren kunnen assistentie verlenen bij aan- en afvaart.

 

Baggerschepen houden de vaargeulen op een diepte van zeven meter; voor het op deze diepte brengen heeft het Harlinger bedrijfsleven een bijdrage geleverd. Boeienleggers verzorgen de betonning op het telkens veranderende Wad. Harlingen is de thuishaven van patrouillevaartuigen van diverse overheidsdiensten. Er liggen hier twee KNRM-reddingboten op station. Gaswinning op het Wad heeft geleid tot de vestiging van een gasbehandelingsstation.

2.3 Lokaal registratiepunt / bereikbaarheid / verantwoordelijk functionaris

De Havendienst Harlingen is als havenbeheerder de spil van het HAP en treedt op als Lokaal Registratie Punt (LRP). Dit houdt in dat de Havendienst Harlingen afvalaanmeldingen ontvangt, verwerkt en de informatie (indien nodig) doorgeeft aan de havenontvangstinstallaties en andere havens. Namens de gemeente Harlingen treedt de Havenmeester op als verantwoordelijke functionaris. De Havendienst is continu bereikbaar via:

Tel:

+31 (0)517 492300 / 412512

VHF

+31 (0)517 492300 / 412512

E-mail:

haven@harlingen.nl

Website:

www.harlingen.nl/haven

Noot: Alle handeling van het LRP worden geacht door de havenmeester te zijn verricht. Alle meldingen gedaan aan het LRP zijn gericht aan de havenmeester.

2.4 Schepen

In artikel 3 en 4 van de Wvvs wordt omschreven welke schepen onder de Wet vallen. Deze omschrijving geldt ook voor dit havenafvalstoffenplan.

De artikelen luiden:

Artikel 3

Deze wet is niet van toepassing op:

  • 1.

    oorlogsschepen, marinehulpschepen en andere schepen die in gebruik zijn de uitvoering van de militaire taak ongeacht hun nationaliteit;

  • 2.

    schepen in eigendom of beheer bij een vreemde staat, niet zijnde schepen als bedoeld in onderdeel a, gedurende de tijd dat zij uitsluitende worden gebruikt voor andere dan handelsdoeleinden.

Artikel 4

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van schepen geheel of gedeeltelijk van de toepassing van een of meer krachtens deze wet gegeven regels en voorschriften worden uitgezonderd.

 

Dit Haven Afvalstoffen Plan is ook van toepassing op buitenlandse schepen. In de Wvvs wordt onder schip een “vaartuig (…) dat op zee wordt gebruikt” verstaan. Met als gevolg dat de Wvvs niet van toepassing is op binnenvaartschepen. Voor de binnenvaart is sinds 1993 het Stichting Afvalstoffen Binnenvaart (SAB) verantwoordelijk voor het creëren, het in stand houden en het uitbreiden van een netwerk van havenontvangstvoorzieningen voor de binnenvaart. Voor visserijvaartuigen en pleziervaartuigen waarmee ten hoogste twaalf passagiers mogen worden vervoerd geldt, dat de afgifteplicht van toepassing is, maar de meldplicht niet (Wvvs artikel 12a lid 7). Voor deze vaartuigen kan een andere wijze van financiering worden gekozen (Wvvs artikel 6 lid 7).

 

De visserijactiviteiten vallen wel onder het toepassingsgebied van dit plan, maar voor deze sector wordt in samenspraak met de Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij een apart Haven Afvalstoffen Plan Visserij (VisHAP) opgesteld.

 

De bruine vloot (zeilende bedrijfsvaartuigen) maakt voor een deel gebruik van de voorzieningen vanuit het SAB en voor het huishoudelijk afval van de inzamelvoorzieningen die speciaal voor deze doelgroep in de haven zijn ingericht.

 

Voor pleziervaartuigen geldt een vergelijkbare regeling als voor de visserij. Voor deze schepen is het Jachthavenbesluit van toepassing.

 

2012

2013

2014

2015

Zeevisserij

1393

1801

2008

2124

Overige Zeevaart

806

1266

867

1059

Totaal

4211

5080

4889

5198

Tabel 1: Overzicht bezoekende zeeschepen 2012-2015

2.5 Indeling afvalstoffen

Scheepsafvalstoffen zijn overeenkomstig het Marpolverdrag ‘73/’78 ingedeeld Het Marpol verdrag maakt onderscheid in een aantal klassen. De betreffende klassen worden in verschillende annexen van dit verdrag besproken.

 

Tabel 2 geeft een overzicht van de verschillende annexen en de bijbehorende soorten en afvalstoffen.

Annex

Soort afval

Voorbeelden

Inwerkingtreding

I

Oliehoudend

Afgewerkte smeerolie, bilgewater, brandstofresten, sludge, ladingresiduen met olie, was- en ballastwater met olie

Oktober 1983

II

Chemicaliën in bulk

Ladingresiduen, was- en ballastwater met chemicaliën

April 1987

III

Chemicaliën verpakt

Verpakte chemicaliën

Juli 1992

IV

Sanitair afval

Spoelwater van toiletten

Februari 2006

V

Vuilnis

Huishoudelijk afval, veegvuil e.a. 2

December 1998

VI

Luchtverontreiniging

Incinerator uitlaatgassen

19 mei 2005

Tabel 2: Indeling afvalstoffen volgens Marpol ‘73/’78

 

Dit Haven Afvalstoffen Plan is van toepassing op scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen zoals bedoeld in Annex I en in Annex V van Marpol ‘73/’78.

2.6 Afgifte patroon

Op basis van de S-formulieren is een analyse gemaakt van het afgifte patroon over de jaren 2012 – 2015

 

2012

2013

2014

2015

 

Annex I

Annex V

Annex I

Annex V

Annex I

Annex V

Annex I

Annex V

Zeevisserij

130 m3

10 m3

210 m3

23 m3

247 m3

25 m3

235 m3

30 m3

Zeevaart

360 m3

352 m3

301 m3

546 m3

389 m3

636 m3

598m3

619 m3

Tabel 3: Afgiftepatroon 2012-2015

 

3 Melding & Registratie

3.1 Meldingen

Vanuit de Wvvs zijn schepen verplicht een vooraanmelding scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen aan de beheerder van de aanloophaven te doen, tenzij een kapitein kan aangeven dat hij zijn afval in een volgende haven af kan geven en dat hij voldoende opslagcapaciteit aan boord heeft.

 

Om het proces van aanmelding tot verwerking in goede banen te leiden, is een vooraanmelding niet voldoende. Ook zijn twee operationele meldingen en een melding van afgifte middels het afgifteformulier nodig.

3.2 Procedure vooraanmelden

De kapitein, reder of agent van een schip, als bedoeld in art. 12a Wvvs, dat op weg is naar de haven, doet waarheidsgetrouw en nauwkeurig aangifte aan de Havendienst van de gemeente Harlingen (hierna te noemen Havendienst Harlingen):

  • 1.

    middels het meldingsformulier,

of na de implementatie van het Maritime Single Window:

 

  • 2.

    via de functionaliteit “Melding Schip” vanuit het Port Community System van Portbase. Deze afvalmelding wordt op basis van het unieke Call Reference Number aan het scheepsbezoek verbonden.

 

De volgende eisen zijn gesteld waarop de vooraanmelding moet worden verricht:

  • 1.

    Tenminste 24 uur vóór aankomst, wanneer de aanloophaven bekend is, of:

    • 1.

      zodra de aanloophaven bekend is, indien deze informatie minder dan 24 uur voor aankomst beschikbaar is, of;

    • 2.

      uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt.

  • 2.

    De kapitein, reder of agent neemt zelf tijdig (24 uur vóór aankomst of zodra de aanloophaven bekend is, of uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt) contact op met de inzamelaar.

 

De verplichte aanmelding van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen is beschreven in artikel 12a van de Wvvs. Artikel 12a luidt:

Artikel 12a – Wvvs

  • 1.

    De kapitein van een schip dat op weg is naar een haven die is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, verstrekt ten minste 24 uur voor aankomst de havenbeheerder waarheidsgetrouw de bij regeling van Onze Minister in het belang van de doelmatigheid van havenontvangstvoorzieningen en de doeltreffende planning van het afvalbeheer aan te wijzen gegevens. Bij die regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze van verstrekking van de gegevens.

  • 2.

    Voor zover de bestemming niet ten minste 24 uur voor aankomst bekend is, verstrekt de kapitein van dat schip de in het eerste lid bedoelde gegevens, zodra de bestemming bekend is, doch uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt.

  • 3.

    De kapitein bewaart de in het eerste lid bedoelde gegevens in ieder geval tot de volgende aanloophaven aan boord en geeft die desgevraagd ter inzage aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de Europese Unie, waarin die volgende aanloophaven is gelegen.

  • 4.

    De kapitein van een schip dat vanuit een haven van een lidstaat van de Europese Unie, op weg is naar een haven die is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, bewaart aan boord de gegevens die ter uitvoering van de richtlijn havenontvangstvoorzieningen , al dan niet door tussenkomst van de houder van een havenontvangstvoorziening zijn gemeld aan de daartoe aangewezen bevoegde autoriteit en geeft deze desgevraagd aan Onze Minister ter inzage. De kapitein bewaart deze gegevens in ieder geval tot de eerstvolgende buiten Nederland gelegen aanloophaven aan boord.

  • 5.

    De havenbeheerder bewaart de aan hem verstrekte gegevens. Artikel 6, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing. De havenbeheerder informeert de inspecteur-generaal onverwijld omtrent de gevallen waarin een kapitein van een schip na daartoe strekkend verzoek geen gegevens verstrekt.

  • 6.

    Het eerste, tweede, vierde en vijfde lid zijn ook van toepassing op buitenlandse schepen.

  • 7.

    Dit artikel is niet van toepassing op pleziervaartuigen waarmee niet meer dan 12 passagiers mogen worden vervoerd en vissersvaartuigen.

 

De vooraanmeldingen zullen volgens de volgende procedure verlopen:

Procedure 2: Vooraanmelding aan Havendienst Harlingen

                   Let op: Na implementatie MSW uitsluitend afvalmelding via PCS Portbase!

3.3 Procedure afgifte melding

De inzamelaar dient bij de afronding van de inzameling van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen het afgifteformulier (bijlage 8) in te vullen. Het formulier wordt ondertekend door de kapitein en door de inzamelaar. Vervolgens stuurt de inzamelaar het formulier elektronisch naar de Havendienst Harlingen. Het afgifteformulier wordt door de Havendienst Harlingen opgenomen in een digitaal dossier van het scheepsbezoek. Dit dossier wordt tenminste 5 jaar bewaard. De Havendienst Harlingen controleert de feitelijke afgifte met de vooraanmelding. Indien afwijkingen worden geconstateerd, wordt dit gemeld aan de ILT/Scheepvaart via periodieke rapportages.

 

Schematisch verloopt de procedure van de afgiftemelding als volgt.

Procedure 3: Afgiftemelding

3.4 Registratie scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen

Alle documenten behorend bij een scheepsbezoek worden door de Havendienst digitaal opgeslagen in een uniek dossier van het betreffende scheepsbezoek. Met de implementatie van het Maritime Single Window zal dit plaats vinden op basis van het Call Reference Number.

3.5 Verantwoordelijkheden melding en registratie

Deze paragraaf beschrijft de verantwoordelijkheden van het schip, de inzamelaars en de Havendienst Harlingen.

3.5.1 Verantwoordelijkheden schip

De kapitein, reder of agent doet de vooraanmelding en deze informatie wordt door het schip of de agent bewaard in ieder geval tot het schip de volgende haven aandoet na de havens in het beheersgebied van de Havendienst Harlingen. De gegevens van de werkelijke afgifte (middels een afgifteformulier) worden aan boord van het schip bewaard tenminste tot de volgende haven na de haven van Harlingen en wordt desgevraagd ter beschikking gesteld aan de daartoe bevoegde instantie. Het “bestellen" van de inzamelaar(s) zal ook door de kapitein, reder of agent worden gedaan.

3.5.2 Verantwoordelijkheden inzamelaar

De inzamelaar meldt binnen 8 dagen de door een schip werkelijke hoeveelheid afgegeven scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen aan Havendienst Harlingen middels een S-formulier. De inzamelaar bewaart de gegevens tenminste vijf jaar.

3.5.3 Verantwoordelijkheden Havendienst Harlingen

De Havendienst Harlingen ontvangt de vooraanmelding, de operationele meldingen en de afgiftemeldingen. De meldingen worden geregistreerd in een automatiseringssysteem. De Havendienst Harlingen maakt melding van de volgende afwijkingen aan ILT/Scheepvaart:

  • 1.

    indien bij de vooraanmelding niet wordt voldaan aan volledigheid, juistheid en tijdigheid;

  • 2.

    indien de kapitein aangeeft te willen afzien van afgifte en hiertoe niet gerechtigd is.

 

4 Afgifte, inzamelen en verwerken

 

Met de invoering van de wijziging van de Wvvs zijn schepen verplicht hun scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen af te geven. Dit hoofdstuk gaat in op de procedures die doorlopen worden en op de verantwoordelijkheden van de partijen.

4.1 Procedure afgifte en inzameling

De procedure die bij de afgifte en inname van scheepsafval en (restanten) van schadelijke stoffen wordt doorlopen is schematisch weergegeven in procedure 4.

Procedure 4: Afgifte en inzameling

 

Indien een schip scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen gaat afgeven, neemt de kapitein, reder of agent tijdig contact op met een inzamelaar. De inzamelaar die gaat inzamelen, vult het afgifteformulier in. De inzamelaar stuurt het formulier op naar de Havendienst Harlingen. De Havendienst Harlingen zorgt voor de registratie van de feitelijke inname in het automatiseringssysteem (zie ook procedure 5).

4.1.1 Onnodig oponthoud

Procedure 3 laat zien dat tijdens de inname van de inzamelaar wordt verlangd dat hij Scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen inneemt zonder onnodig oponthoud en conform Marpol ‘73/’78.

 

Onnodig oponthoud kan ontstaan als de tijd die nodig is voor afgifte van afvalstoffen langer is dan de normale verblijfstijd van het betreffende schip in de betreffende haven. Er kan nooit sprake zijn van onnodig oponthoud als de vertraging is veroorzaakt door het schip, de kapitein, de eigenaar of zijn vertegenwoordigers, veiligheidsmaatregelen of normale havenprocedures. Om te voorkomen dat onnodig oponthoud optreedt, moeten het schip, de overheid en de haven goed samenwerken. Deze samenwerking is in onderstaande tabel weergegeven.

 

Schip

Overheid

Haven

De kapitein of zijn vertegenwoordiger moet tijdig vooraanmelden (24 uur). Deze melding moet in ieder geval bevatten: ETA en verwachte tijd van afgifte. Dit laatste moet in overeenstemming zijn met de HOI.

Verzekeren dat de formaliteiten (Douane, milieu, gezondheid) een vlot verloop niet belemmeren. Kosten mogen geen belemmering vormen voor het gebruik van de HOI.

Moet in staat zijn scheepsafval en (restanten) van schadelijke stoffen te ontvangen die doorgaans in de haven worden behandeld. Benodigde capaciteit moet tijdig worden geleverd. Regelingen welke moeten worden getroffen om onnodig oponthoud te voorkomen worden afgesproken tussen schip en HOI.

Tabel 3: Samenwerking ter voorkoming onnodig oponthoud

 

De tijd die nodig is voor afgifte van afvalstoffen speelt geen formele rol bij onnodig oponthoud. Hoofdstuk 8 beschrijft hoe klachten kunnen worden gemeld

4.2 Procedure afgifte scheepsafvalstoffen en (restanten van) schadelijke stoffen

In deze paragraaf vindt een nadere uitwerking van de processen en procedures met betrekking tot de afgifte van de scheepsafvalstoffen en (restanten van) schadelijke stoffen plaats.

4.2.1 Verantwoordelijkheden ontdoener, inzamelaar en havenbeheerder

Deze paragraaf beschrijft de verantwoordelijkheden van het schip, de inzamelaars, en de havenbeheerder

4.2.3 Verantwoordelijkheden schip

De kapitein van een schip dat de haven aandoet (ontdoener) geeft alvorens het schip weer uit de haven vertrekt het scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen af bij de daarvoor in aanmerking komende havenontvangstvoorziening(en). De gezagvoerder of zijn agent neemt zelf contact op met een inzamelaar. De inzamelaar moet tijdig op de hoogte zijn van de hoeveelheden en soort van het afval om zo effectief en efficiënt mogelijk het afval in ontvangst te kunnen nemen. Een kapitein kan van afgifte afzien, of slechts een deel van het scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen afgeven, voor zover bij of krachtens de Wvvs geregeld. De kapitein is tevens verantwoordelijk voor het aan boord van het schip aanwezig hebben van de voorgeschreven standaardaansluitingen voor de afgifte van oliehoudende restanten afkomstig uit de ruimten voor de machines.

4.2.3 Verantwoordelijkheden inzamelaar

De inzamelaar is verantwoordelijk voor een snelle en verantwoorde wijze van verwijdering van het scheepsafval en/of (restanten van) schadelijke stoffen. De inzamelaar is tevens verantwoordelijk voor het direct verwijderen van mobiele ontvangstvoorziening (bijvoorbeeld vuilcontainer) na vertrek van het schip. Tot slot meldt de inzamelaar de feitelijke inname aan de Havendienst Harlingen.

4.2.4 Verantwoordelijkheden havenbeheerder

De organisatie van de inname van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen in de haven is zodanig opgezet, dat het afgeven van afval aan daartoe bestemde havenontvangstvoorziening(en), de activiteiten van het schip niet onnodig ophoudt (artikel 6.1 Wvvs). De havenbeheerder (Havendienst Harlingen) is verantwoordelijk voor de aanwezigheid van voldoende capaciteit aan havenontvangstvoorzieningen voor schepen die de haven normaliter aandoen.

 

De havenbeheerder wijst ter uitvoering van deze taak bedrijven aan die zorgen voor de inname van scheepsafval en/of (restanten van) schadelijke stoffen. Deze bedrijven hebben een ontvangstplicht. In de aanwijzing is een voorschrift opgenomen waaruit deze ontvangstplicht bestaat en onder welke omstandigheden de ontvangstplicht voor een bepaald bedrijf niet van toepassing is. Daarbij zijn ook milieu- en veiligheidsaspecten meegewogen. De aanwijzingen worden door de havenmeester van Harlingen namens het College van B&W van Harlingen afgegeven.

4.2.5 Verantwoordelijkheden Havendienst Harlingen

Ook controleert de Havendienst Harlingen de feitelijke gegevens, die vermeld staan op het afgifteformulier met de opgegeven verwachte afgifte van de vooraanmelding. Middels rapportages wordt de ILT/ Scheepvaart van deze gegevens op de hoogte gebracht.

4.3 Verwerking

Het laatste proces in de afvalstroom is de verwerking van het scheepsafval en/of (restanten van) schadelijke stoffen. Deze paragraaf gaat in op de procedures die doorlopen worden en op de verantwoordelijkheden van de partijen.

4.3.1 Procedure verwerking scheepsafval

Afgegeven scheepsafval wordt beschouwd als in het vrije verkeer te zijn gebracht in de zin van artikel 79 van Verordening 2913/92/EEG tot vaststelling van het communautair douanewetboek. De verantwoordelijkheid voor toezicht op een gedegen overdracht van inzamelaar aan verwerker berust niet bij de havenbeheerder en valt buiten de toepassing van dit plan. Verwezen wordt naar de desbetreffende vergunningen van de verwerkers en de betreffende artikelen in het Landelijk Afvalbeheer Plan van de Rijksoverheid.

4.3.2 Verantwoordelijkheden inzamelaar

De inzamelaar van scheepsafval biedt de ingezamelde afvalstoffen aan bij een verwerker van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen, die over de daartoe vereiste vergunningen beschikt. De inzamelaar is ook verantwoordelijk voor het verkrijgen en tijdig aanleveren van een verklaring van verwerking aan de Havendienst Harlingen. Eveneens dient de inzamelaar een accountantsverklaring van inzameling en verwerking aan te leveren (verificatie). De inzamelaar ontvangt de kosten voor de verwerking pas definitief nadat een verklaring van verwerking is overlegd (artikel 6a lid 5 Wvvs).

Artikel 6a lid 5

1. De havenbeheerder betaalt de kosten met betrekking tot de verwerking van het scheepsafval niet eerder dan na ontvangst van een verklaring van verwerking. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot deze verificatie.

4.3.3 Verantwoordelijkheden verwerker

De verwerking van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen, inclusief het scheiden en gescheiden houden, geschiedt in overeenstemming met de regels zoals neergelegd in:

  • 1.

    Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen en andere relevante communautaire afvalstoffenwetgeving;

  • 2.

    Richtlijn 75/439/EEG inzake de verwijdering van afgewerkte olie en Richtlijn 91/689/EEG betreffende gevaarlijke afvalstoffen;

  • 3.

    Meerjarenplan Gevaarlijke Afvalstoffen II 1997-2007, juni 1997.

De verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving op de naleving hiervan ligt met name bij gemeente, provincie en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

 

5 Capaciteit en financiering

5.1 Achtergrond en doelstelling

Per 15 oktober 2004 zijn de verplichtingen volgend uit de EU richtlijn 2000/59/EG geïmplementeerd in de Wvvs. Artikel 6a lid 1-3 van deze gewijzigde Wvvs luidt als volgt:

Artikel 6a lid 1–3

  • 1.

    De havenbeheerder heft van de exploitant van een schip dat zijn haven aandoet, bij iedere aanloop van dat schip een bijdrage in de kosten van het in die haven in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval.

  • 2.

    De hoogte van de bijdrage wordt door de havenbeheerder vastgesteld. Hij doet dit zodanig dat de som van de jaarlijks geheven bijdragen tenminste gelijk is aan het bij regeling van Onze Minister te bepalen percentage van de totale jaarlijkse kosten van het in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval in de desbetreffende haven.

  • 3.

    Het voldoen van de bijdrage geeft de kapitein van het schip het niet overdraagbare recht gedurende het verblijf van het schip in de desbetreffende haven scheepsafval af te geven bij een houder van een havenontvangstvoorziening zonder daarvoor een afzonderlijke vergoeding verschuldigd te zijn. De havenbeheerder kan de hoeveelheid, de eigenschappen en de wijze van afgifte van het desbetreffende scheepsafval bepalen, indien het krachtens het tweede lid bepaalde percentage minder bedraagt dan 100%.’

Dit voorschrift heeft ertoe geleid dat de Havendienst Harlingen in haar beheersgebied een systeem voor het inzamelen en verwerken van scheepsgebonden afvalstoffen heeft opgezet. Er zijn inzamelaars van scheepsgebonden afvalstoffen aangewezen en er is een financieringssysteem opgezet.

 

De havenontvangstinstallatie wordt bekostigd door middel van directe en indirecte financiering. De indirecte financiering geschiedt via de Havendienst Harlingen, de directe financiering is een zaak tussen de inzamelaar en de ontdoener (exploitant van het schip).

 

Onder de regeling van indirecte financiering vallen alle van zee afkomstige schepen. Uitzondering hierop zijn ‘oorlogsschepen, marinehulpschepen of andere schepen in eigendom van of in beheer bij een Staat ten tijde dat zij uitsluitend worden gebruikt in dienst van de overheid voor andere dan handelsdoeleinden’ (Wvvs hoofdstuk 2, artikel 3).

 

Voor pleziervaartuigen met minder dan 12 passagiers en visserijvaartuigen mogen aparte regelingen worden getroffen.

5.1.1 Aantallen schepen

Zeeschepen vallen onder de regeling van indirecte financiering.

Een overzicht van zeeschepen die de haven van Harlingen hebben bezocht geeft het volgende beeld:

 

2012

2013

2014

2015

Aantallen Zeeschepen

806

1266

867

1059

Tabel 4: Aantal zeeschepen in Harlingen 2012 - 2015

 

De passagiersschepen (veerdiensten) hebben ontheffing gekregen omdat zij elders voorzieningen hebben getroffen voor de inzameling van scheepsgebonden afvalstoffen.

 

De visserij heeft middels het SFAV een regeling voor de financiering en inzameling van Annex I en Annex V KGA-afval. Dit betekent dat visserijschepen nog wel vallen onder het systeem van indirecte financiering voor wat betreft de inzameling van Annex V Huishoudelijk afval. Dit is opgenomen in het VisHAP.

5.1.2 Raming afgifte scheepsafvalstoffen

Sinds 2008 worden Annex I en V (KGA) meegenomen worden in het systeem van indirecte financiering. De kosten boven het afgifte recht worden direct door inzamelaar in rekening gebracht.

5.1.3 Raming hoeveelheid afgifte scheepsafvalstoffen

In paragraaf 2.6 is reeds een overzicht gegeven van beschikbare gegevens over de hoeveelheden afgegeven afval in de periode 2012-2015. Voor de komende jaren wordt een vergelijkbaar afgifte patroon verwacht.

5.1.4 Beoordeling huidige capaciteit met verwachte behoefte

Elke havenbeheerder is verantwoordelijk voor een juiste inschatting van de benodigde capaciteit van havenontvangstvoorzieningen in zijn haven. Daarnaast is de havenbeheerder ook verantwoordelijk dat er voldoende capaciteit beschikbaar is. Omdat wordt uitgegaan van een vergelijkbaar afgifte patroon voorde komende jaren is de verwachting dat de huidige capaciteit voldoende is voor de toekomstige behoefte. Bijlage 5b geeft een lijst met aangewezen inzamelaars.

 

Momenteel is er een bilgeboot met KGA (Klein Gevaarlijk Afval) voorzieningen aanwezig en is er een KGA depot gerealiseerd op een afgesloten terrein met vloeistofdichte vloer en opslagcontainers.

 

Het huisvuil wordt door middel van m3-containers (of bigbags) bij de schepen ingezameld.

5.2 Financiering

De uitvoering van het Haven Afvalstoffen Plan leidt ook tot een financiële stroom. Schepen betalen een bepaald tarief bij het aanlopen van het havengebied dat in Harlingen een vast bedrag is. Aan elk tarief is een afgifterecht verbonden. In de navolgende paragrafen worden ook de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen beschreven.

5.2.1 Algemeen

In de WvvS wordt in artikel 6a voor wat betreft de financiering van de in ontvangst name en verwerking van afvalstoffen het volgende voorgeschreven:

Artikel 6a – Wvvs

  • 1.

    De havenbeheerder heft van de exploitant van een schip dat zijn haven aandoet, bij iedere aanloop van dat schip een bijdrage in de kosten van het in die haven in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval.

  • 2.

    De hoogte van de bijdrage wordt door de havenbeheerder vastgesteld. Hij doet dit zodanig dat de som van de jaarlijks geheven bijdragen tenminste gelijk is aan het bij regeling van Onze Minister te bepalen percentage van de totale jaarlijkse kosten van het in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval in de desbetreffende haven. De havenbeheerder maakt de bijdragen alsmede de grondslagen ervan bekend in het havenafvalplan . Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte van de bijdrage van schepen die door hun milieuzorgsysteem, het ontwerp, de uitrusting of de exploitatie aantoonbaar minder scheepsafval produceren.

  • 3.

    Het voldoen van de bijdrage geeft de kapitein van het schip het niet overdraagbare recht gedurende het verblijf van het schip in de desbetreffende haven scheepsafval af te geven bij een houder van een havenontvangstvoorziening zonder daarvoor een afzonderlijke vergoeding verschuldigd te zijn. De havenbeheerder kan de hoeveelheid, de eigenschappen en de wijze van afgifte van het desbetreffende scheepsafval bepalen, indien het krachtens het tweede lid bepaalde percentage minder bedraagt dan 100%

  • 4.

    De havenbeheerder gaat met de desbetreffende houder van een havenontvangstvoorziening een overeenkomst aan met betrekking tot het overeenkomstig het derde lid af te geven scheepsafval.

  • 5.

    De havenbeheerder betaalt de kosten met betrekking tot de verwerking van het scheepsafval niet eerder dan na ontvangst van een verklaring van verwerking. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot deze verificatie.

  • 6.

    De exploitant van een schip vergoedt aan de houder van de havenontvangst-voorziening de kosten van de ontvangst, de opslag en de verwerking van de door de kapitein van dat schip bij die houder afgegeven scheepsafval, schadelijke stoffen dan wel restanten van schadelijke stoffen, voor zover het niet het krachtens het derde lid afgegeven scheepsafval betreft.

  • 7.

    In afwijking van het eerste lid kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur ten aanzien van pleziervaartuigen, waarmee niet meer dan 12 passagiers mogen worden vervoerd, of vissersvaartuigen regels worden gesteld, waarbij de exploitant van een schip aan de beheerder of beheerders van één of meer van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde havens een periodieke vergoeding is verschuldigd, ongeacht het aantal malen dat het schip één of meer van die havens aandoet.

  • 8.

    Dit artikel is ook van toepassing op buitenlandse schepen.

De bovengenoemde wijze van indirecte financiering geldt in principe voor al het scheepsafval, maar beperkt zich in Harlingen tot het annex I en V afval. Conform lid 3 van artikel 6a van de WvvS verkrijgt het schip hiervoor een bepaald afgifterecht. De afgifte van al het afval dat buiten dit afgifterecht valt wordt direct gefinancierd (lid 6 van artikel 6a van de WvvS). (Restanten van) schadelijke stoffen worden dus direct gefinancierd.

5.2.2 Verantwoordelijkheden schip

De exploitant van een schip dat de haven aandoet is een heffing verschuldigd als bijdrage in de kosten van voorzieningen voor het in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval. De kosten voor afgifte van afvalstoffen buiten zijn afgifterecht dienen direct betaald te worden aan de inzamelaar.

5.2.3 Verantwoordelijkheden havenbeheerder

De havenbeheerder bepaalt de hoogte van de bijdrage voor het in ontvangst nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval. Door de Havendienst Harlingen worden betalingen gedaan aan gerechtigden.

5.2.4 Wijze van facturering

De Havendienst Harlingen zal van ieder zeeschip dat valt onder het systeem van indirecte financiering een afvalheffing toevoegen op de factuur van de havengelden. Ieder schip dat participeert in het systeem van indirecte financiering verkrijgt een afgifterecht van € 50,– voor de afgifte van Annex I en V afvalstoffen.

 

Buiten het afgifterecht voor schepen vallen de kosten ten gevolge van:

  • 1.

    de afgifte van lading gebonden afval (ladingresiduen);

  • 2.

    afwijkingen van de acceptatiecriteria van de inzamelaar

  • 3.

    langere afhandelingstijd dan 30 minuten;

  • 4.

    afgifte buiten standaard servicetijden (standaard servicetijden ma. t/m za. van 8.00 -17.00 uur).

De financiële afhandeling van de afvalafgifte is een zaak tussen de inzamelaar en de ontdoener (directe financiering).

 

Na afronding van de inzamelactiviteiten ondertekenen de ontdoener (het schip) en de inzamelaar beiden het S-formulier. De inzamelaar stuurt de rekening naar de ontdoener en stuurt een kopie van de rekening naar de Havendienst Harlingen. De kopie van de rekening dient, samen met het S-formulier, uiterlijk binnen 8 dagen na afronding van de inzamelactiviteiten bij de Havendienst Harlingen te worden ingediend om voor creditering van de indirecte financiering in aanmerking te komen.

 

De Havendienst controleert de gegevens op de rekening en het S-formulier. Vervolgens worden de afvalheffing en administratiekosten op de factuur van havengelden geplaatst. De financiële vergoeding van het afgifterecht zal als credit op de factuur van de havengelden worden geboekt. Indien een schip lagere kosten maakt dan de kosten die vallen binnen de voorwaarden van indirecte financiering (dus lager dan het verkregen afgifterecht), zullen slechts die specifieke kosten vergoed worden.

 

Artikel 6a lid 5 van de Wvvs schrijft voor dat de betaling pas kan worden verricht als de verklaring van verwerking bij de Havendienst Harlingen ingediend is. Omdat er vaak veel tijd zit tussen inname en eindverwerking, wordt er door de Havendienst na het ontvangen van de afgifteformulieren (S-formulier) en de kopie van de nota een voorlopige betaling/creditering verricht aan de agent/het schip. Periodiek worden er door de havenontvangstinstallaties verklaringen van verwerking en accountantsverklaring(en) toegezonden aan de Havendienst. Na controle van deze gegevens, wordt overgegaan tot een definitieve afrekening. Indien de gegevens niet kloppen, dient de havenontvangstinstallatie het verschil te betalen aan de Havendienst. Vervolgens bepaald de Havendienst of dit verschil uit het directe of het indirecte deel van de rekening komt. Indien dit het indirecte deel betreft, is de vergoeding voor de Havendienst. Indien de vergoeding ten goede komt voor het directe deel van de rekening, wordt dit bedrag alsnog aan de agent/het schip overgemaakt.

5.3 Administratie kosten

Voor de verwerking van de vooraanmeldings, de operationele melding start en einde inzameling en de verwerking van het S-formulier en verder de financiële handelingen welke binnen het proces verricht worden zal door de Havendienst een heffing van € 15,- per call gedaan worden.

5.4 Tarieven

Op basis van de ingezamelde hoeveelheden van afgifte van scheepsgebonden afvalstoffen in de periode 2012-2015 is het volgende tarieven vastgesteld per 2016:

Indirecte bijdrage

excl. BTW

Administratiekosten Havendienst

Totale heffing per call

Afgifterecht voor afgifte van Annex I en V

€ 50,–

€ 15,–

€ 65,–

€ 50,–

Tabel 8: Tarieven Indirecte Financiering per 2016

Noot: Havendienst Harlingen houdt zich het recht voor om tarieven tussentijds, na evaluatie, te wijzigen.

 

De afgelopen jaren is in Harlingen het systeem van indirecte financiering beperkt tot Annex I en Annex V (huisvuil en KGA). De totale indirecte fee, inclusief €15,– administratiekosten, bedraagt € 65,– (geboekt op een aparte kostenplaats voor afvalinzameling/HAP) waarvoor men het afgifterecht ter waarde van €50,– krijgt voor de afgifte van Annex I en Annex V afvalstoffen. Wordt er meer afgegeven, dan wordt dit direct verrekend tussen inzamelaar en reder (agent).

 

Middels deze tarieven en de verwachte aanloop van schepen in de haven zal circa 40% van de totale kosten van afvalinzameling in de havens van de Havendienst gefinancierd worden met het systeem van indirecte financiering.

 

6 Vrijstelling, ontheffing en afzien van afgifte

 

Een schip hoeft in bepaalde omstandigheden niet aan haar verplichting om afval af te geven te voldoen. Dit is het geval als het schip onder een vrijstellingscategorie valt, een ontheffing van de Minister van Infrastructuur van Milieu. heeft of afziet van afgifte.

 

In dit hoofdstuk worden deze begrippen behandeld. Het is voor de duidelijkheid belangrijk om te weten dat de begrippen ontheffing en vrijstelling binnen de Richtlijn en de Wvvs op een andere manier worden gebruikt. Het voorliggende Havenafvalplan is gebaseerd op de definities uit de Wvvs.

6.1 Vrijstelling

Uit artikel 4 van de Wvvs volgt, dat de Minister van Infrasctructuur en Milieu vrijstelling van regels en voorschriften met betrekking tot de afgifte van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen, kan verlenen aan categorieën schepen.

Artikel 4 – Wvvs

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van schepen geheel of gedeeltelijk van de toepassing van een of meer krachtens deze wet gegeven regels en voorschriften worden uitgezonderd.

6.2 Ontheffing

Een ontheffing kan in een Nederlandse haven door de ILT/Scheepvaart worden verleend (artikel 35a Wvvs) voor meldplicht (artikel 12a Wvvs), afgifteplicht (artikel 12b Wvvs) of verplichte bijdrage (artikel 6a Wvvs) voor de afgifte van scheepsafval.

 

Hiervoor dient het schip een Application Form (https://www.ilent.nl/Images/ILT.225.03 - Aanvraag HOI ontheffing_tcm334-356156.pdf) te gebruiken. Dit geldt ook voor buitenlandse schepen. Een ontheffing wordt verleend als aan de voorwaarden uit de Beleidsregel voor de uitvoering van artikel 35a van de Wvvs is voldaan en na een advies van de desbetreffende havenbeheerder.

In de Wvvs handelt artikel 35a over de ontheffing:

Artikel 35a – Wvvs

  • 1.

    Onze Minister kan op verzoek van de exploitant geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6a, 12a of 12b, indien:

    • a.

      het een schip betreft dat volgens een dienstregeling veelvuldig en regelmatig bepaalde havens aandoet;

    • b.

      genoegzaam is aangetoond dat er een regeling is getroffen voor de afgifte van scheepsafval in een volgens die dienstregeling aan te lopen haven, en

    • c.

      voor die afgifte voldoende bijdragen zijn verschuldigd.

  • 2.

    Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kan onder beperkingen worden verleend. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3.

    Een gedraging in strijd met de in het tweede lid bedoelde beperkingen en voorschriften is verboden.

  • 4.

    Dit aritkel is ook van toepassing op buitenlandse schepen.

De havenbeheerder ontvangt een melding van de ontheffing van ILT/ Scheepvaart. Voor de actuele regels wordt verwezen naar de website van ILT/Scheepvaart.

6.3. Afzien van afgifte

Het is voor een kapitein onder voorwaarden mogelijk om af te zien van afgifte van zijn scheepsafvalstoffen. Uit zijn gemelde gegevens dient te blijken dat hij zijn afval in een volgende haven af kan geven en dat hij voldoende opslagcapaciteit aan boord heeft. In artikel 12b lid 2 van de Wvvs wordt deze mogelijkheid beschreven. Voor het toegepaste beleid wordt verwezen naar de website van ILT/Scheepvaart:

https://www.ilent.nl/onderwerpen/transport/koopvaardij/Reders_onder_Nederlandse_vlag/wet_en_regelgeving/annex_v_marpol/ .

Artikel 12b – Wvvs

  • 1.

    De kapitein van een schip dat een haven aandoet die is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, geeft voor vertrek van het schip al het scheepsafval af bij een  havenontvangstvoorziening.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan de kapitein van afgifte afzien, indien mede uit de op grond van artikel 12a, eerste of tweede lid, gemelde gegevens blijkt dat:

    • a.

      in de volgende aanloophaven een voldoende  havenontvangstvoorziening  geschikt voor het in ontvangst nemen van al het scheepsafval beschikbaar zijn, en,

    • b.

      er aan boord van het schip voldoende afzonderlijke opslagcapaciteit beschikbaar is voor al het scheepsafval dat reeds aan boord is en nog tijdens de voorgenomen reis van  het schip naar deze haven zal ontstaan.

  • 3.

    Dit artikel is ook van toepassing op buitenlandse schepen.

7 Melding tekortkomingen en klachtenprocedure

 

Klachten en tekortkomingen kunnen het gevolg zijn van ontoereikende haven-ontvangstvoorzieningen. Klachten kunnen van incidentele of structurele aard zijn. Dit hoofdstuk beschrijft de afhandeling van klachten en tekortkomingen.

7.1 Melden klachten en tekortkomingen

Klachten over en tekortkomingen van de havenontvangstvoorzieningen kunnen met een

 

Klachtenformulier (zie bijlage 7) worden gemeld aan de havenmeester. De havenmeester registreert de klachtmeldingen en neemt de klacht vervolgens in behandeling.

 

Artikel 6b van de Wvvs geeft de mogelijkheid aan voor klachten over de havenontvangst-voorzieningen:

Artikel 6b – Wvvs

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de ontvangst en de behandeling van klachten over vermeende ontoereikendheid van havenontvangstvoorzieningen . Bij of krachtens deze maatregel kunnen taken aan de havenbeheerder en aan de inspecteur-generaal worden opgedragen.

 

De uitwerking hiervan is te vinden in het Besluit Havenontvangsvoorziening,

§ 4. Melding tekortkomingen en klachtenprocedure onder artikel 8.

Artikel 8

  • 1.

    Indien naar het oordeel van de kapitein havenontvangstvoorzieningen ontoereikend zijn, kan hij of zijn vertegenwoordiger dit aan desbetreffende havenbeheerder melden.

  • 2.

    De havenbeheerder registreert de melding, voorziet deze van de datum van ontvangst en zendt een afschrift van de melding aan de inspecteur-generaal.

  • 3.

    De beheerder stelt de kapitein of zijn vertegenwoordiger schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de melding alsmede van de eventuele conclusies die hij daaraan verbindt.

  • 4.

    De beheerder doet de inspecteur-generaal een afschrift toekomen van het geschrift, bedoeld in het derde lid.

  • 5.

    Bij ministeriële regeling kan een formulier worden vastgesteld waarmee de melding, bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan.

  • 6.

    Meldingen over de vermeende ontoereikendheid van in Nederland aanwezige havenontvangstvoorzieningen die vanwege het secretariaat van de Internationale Maritieme Organisatie aan Nederland worden doorgeleid worden in ontvangst genomen door de inspecteur-generaal. De inspecteur-generaal voorziet de melding van de datum vanontvangst en zendt een afschrift van de melding aan de havenbeheerder. De havenbeheerder zendt de inspecteur-generaal een schriftelijke en gemotiveerde reactie op deze melding. De inspecteur-generaal draagt zorg voor de verzending van een afschrift van deze reactie aan het secretariaat van de Internationale Maritieme Organisatie.

  • 7.

    De inspecteur-generaal is belast met het verzenden van de afschriften, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder f, van de richtlijn.

7.2 Procedure klachten en tekortkomingen

Op de klachtenprocedure uit dit hoofdstuk is het Nederlandse recht van toepassing. De

procedure is hieronder schematisch weergegeven.

7.3 Afhandeling

De havenmeester onderzoekt de klacht en/of de tekortkoming. In samenspraak met alle betrokken partijen wordt naar een aanvaardbare oplossing gezocht. Indien er meerdere vergelijkbare klachten binnenkomen, zoekt de havenmeester samen met de Stuurgroep HAP naar structurele oplossingen.

Procedure 5: Klachten en tekortkomingen

7.4 Afsluiting

De melding, het onderzoek en de afhandeling van alle klachten en tekortkomingen worden door de havenmeester verzameld en opgestuurd naar ILT/Scheepvaart. De ILT/ Scheepvaart biedt het pakket aan klachten en tekortkomingen aan, aan de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de Commissie. Dit volgt uit artikel 12f van de Richtlijn als onderdeel van het in artikel 17 genoemde rapport over de stand van uitvoering de Richtlijn.

Artikel 12f Begeleidende maatregelen

  • f)

    zorgen ervoor dat de Commissie een afschrift van klachten over ontoereikende havenontvangstvoorzieningen als bedoeld in artikel 4, lid 3, ontvangt;

 

De inventarisatie van klachten en tekortkomingen heeft als doel een inzicht te krijgen in de ontoereikendheid van de havenontvangstvoorzieningen. Deze gegevens worden na drie jaar gebundeld in een evaluatierapport zoals aangegeven in artikel 17 van de Richtlijn:

Artikel 17 Evaluatie

  • 1.

    De lidstaten dienen om de drie jaar bij de Commissie een rapport in over de stand van uitvoering van deze richtlijn.

  • 2.

    De Commissie legt op basis van de rapporten van de lidstaten, bedoeld in lid 1, aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag voor over de werking van het bij deze richtlijn ingestelde systeem, indien nodig vergezeld van voorstellen betreffende de uitvoering van deze richtlijn.

8 Handhaving

 

De Inspectie Leefomgeving en Transport verricht de taken met betrekking tot toezicht en handhaving. Voor details betreffende de handhaving en aanhouding in het kader van de Wvvs wordt verwezen naar het handhavingsbeleid van ILT/Scheepvaart (www.ilent.nl) .

9 Haven Afvalstoffen Plan Visserij (VisHAP)

 

De Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij (SFAV) betaalt de kosten van de inzameling van Annex I en V KGA rechtstreeks aan de inzamelaar (100% indirecte financiering). De inzameling en financiering van Annex V huishoudelijk afval wordt geregeld in het Haven Afvalstoffen Plan Visserij (VisHAP).

 

Harlingen, 29 november 2016

Burgemeester en wethouders

Bijlage 1 Afkortingen

AMvB :

Algemene Maatregel van Bestuur

AWB :

Algemene wet Bestuursrecht

CRP :

Centraal Registratie Punt

DGG :

Directoraat Generaal Goederenvervoer

EEG:

Europese Economische Gemeenschap

EG :

Europese Gemeenschap

ETA :

Estimated time of arrival

ETD :

Estimated time of departure

EU :

Europese Unie

EURAL :

Europese Richtlijn Afvalstoffen Lijst

HAP :

Haven Afvalstoffen Plan

HFO :

Heavy Fuel Oil (zware stookolie)

HOI :

Haven Ontvangst Installatie

HOV:

Haven Ontvangst Voorziening

IMO :

Internationale Maritieme Organisatie

IOPP :

International Oil Pollution Prevention

ILT :

Inspectie Leefomgeving en Transport

I&M:

Infrasctructuur en Milieu (Ministerie van)

KGA :

Klein Gevaarlijk Afval

LMA :

Landelijk Meldpunt Afvalstoffen

LRP :

Lokaal Registratie Punt

Marpol :

International Convention for the Prevention of Pollution from Ships

MFO :

Marine Diesel Fuel (gasolie)

MSW:

Maritime Single Window

NRP :

Nationaal Registratie Punt

OM :

Openbaar Ministerie

PMV :

Provinciale milieuverordening

RMCS:

Regeling Meldingen en Communicatie Scheepvaart

SAB :

Stichting Afvalstoffen Binnenvaart

SFAV :

Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij

SVW :

Scheepvaartverkeerswet

WED :

Wet economische delicten

WM :

Wet milieubeheer

WVO :

Wet verontreiniging oppervlaktewater

WVVS :

Wet voorkoming verontreiniging door schepen

 

Bijlage 2 Begrippen

 

Beheersgebied

Het beheersgebied van de haven van Harlingen, zoals dat is aangegeven in hoofdstuk 2.

 

Binnenvaartschip

Een schip, niet zijnde een zeeschip

 

Buitenlands schip

Een schip dat een ander vlag dan de Nederlandse voert.

 

 

Directe financiering

Het rechtstreeks door een schip aan de ontvanger van afvalstoffen betalen van de kosten van de afgifte.

 

Gevaarlijke stoffen

Stoffen, die gevaar voor explosie, brand, corrosie, vergiftiging, bedwelming of straling kunnen opleveren, zoals vermeld in de “International Maritime Dangerous Goods Code”, de “(International) Code for the Construction and Equipement of Ships Carrying Dangerous Chemicals in Bulk”, de “(International) Code for the Construction and Equipement of Ships Carrying Liquified Gases in Bulk” van de Internationale Maritieme Organisatie, dan wel in het “Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn” (ADNR), alsmede elk andere stof die door het college als gevaarlijke stof is aangewezen en bekendgemaakt.

 

Haven

De kaden, pieren of steigers waar schepen ligplaats kunnen hebben of waar opvarenden en zaken ingescheept of ontscheept kunnen worden, behorend tot het havenbeheersgebied van de Havendienst Harlingen, zoals dit is aangegeven op de bij dit havenafvalplan behorende kaart.

 

Havenbeheerder

De beheerder van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen haven (Havendienst Harlingen).

 

Havendienst Harlingen

Het team Nautisch Beheer van de gemeente Harlingen. Ook wel genoemd Havenbeheer of Havenbedrijf. Namens het college van burgemeester en wethouders belast met het nautisch beheer van de havens en vaarwegen in de gemeente Harlingen.

 

Havenontvangstvoorziening

Iedere vaste, varende of rijdende voorziening die geschikt is voor de inname van scheepsafvalstoffen en waarvan de houder beschikt over een aanwijzing ingevolge van de Wvvs alsmede de benodigde vergunningen conform de Wet Milieubeheer.

 

Havenafvalstoffenplan

Een plan waarin de procedures en financiële afhandeling met betrekking tot het afgeven en verwerken van scheepsafvalstoffen voor de betreffende haven is vastgelegd. Dit plan is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Milieu.

 

Indirecte financiering

Het door elk schip, ongeacht of het al dan niet scheepsafvalstoffen afgeeft, bijdragen in de kosten voor inzameling en verwerking van de scheepsafvalstoffen. Criteria voor de bepaling van de bijdrage hebben betrekking op scheepsgrootte en andere relevante factoren voor de hoeveelheid door het schip gegenereerde afvalstoffen.

 

Kapitein

De gezagvoerder of schipper van een schip dan wel degene die deze vervangt.

 

Ladingresiduen

De restanten van de lading die door het schip wordt vervoerd, waaronder niet inbegrepen ladinggebonden afval zoals onder “scheepsafvalstoffen” omschreven.

 

Ligplaats

Het gedeelte van de haven dat door de havenmeester aan een schip wordt aangewezen om te bezetten, uitgedrukt in plaats, lengte, breedte en diepte.

 

Lozen

Elk vrijkomen van schadelijke stoffen van een schip, hoe ook veroorzaakt, waaronder begrepen ontsnappen, overboord zetten, wegvloeien, weglekken, pompen of ledigen.

 

Pleziervaartuig

Schip, bestemd of gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding, ongeacht het type en de wijze van voortstuwen.

 

Richtlijn

Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen.

 

Scheepsafvalstoffen

Afvalstoffen, niet zijnde ladingresiduen, die ontstaan tijdens de bedrijfsvoering van het schip en vallen onder de reikwijdte van de Bijlagen I, II, IV en V van het Verdrag, alsmede ladinggebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van lading als afval overblijft, waaronder in ieder geval begrepen worden stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden.

 

Schip

Elk vaartuig, van welk type ook, dat op zee wordt gebruikt waaronder begrepen draagvleugelboten, luchtkussenvoertuigen, afzinkbare vaartuigen en drijvend materieel, alsmede installaties gedurende de tijd dat zij drijven, behoudens wanneer het schip als hierboven bedoeld boven de zeebodem is geplaatst voor het instellen van een onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen of voor het winnen daarvan.

 

Sleepboot

Een motorschip dat sleepdienst of assistentie verleent en hiertoe bestemd is.

 

Tankschip

Een schip, gebouwd voor of aangepast aan het vervoer van onverpakte vloeibare lading in haar laadruimen.

 

(Marpol) Verdrag

Het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen en Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en 1978, 187), en met het op 17 februari 1974 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188).

 

Vissersvaartuig

Schip, uitgerust of met commercieel oogmerk gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee.

 

Zeeschip

Een schip dat gebruikt wordt voor de vaart ter zee of dat blijkens zijn constructie voor de vaart ter zee is bestemd en elk schip dat is voorzien van een document, afgegeven door het bevoegd gezag van het land waar het schip is ingeschreven, waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee.

 

Bijlage 3 Overzichts- en risicokaart beheersgebied Harlingen

 

 

Bijlage 4 Wettelijk kader

 

Deze bijlage beschrijft de regelgeving die betrekking heeft op dit Haven Afvalstoffen Plan. Deze regelgeving kan worden onderverdeeld in internationale regelgeving, Europese regelgeving, nationale regelgeving en regionale of lokale regelgeving.

Internationale regelgeving

Het platform voor internationale regelgeving met betrekking tot de scheepvaart is de International Maritime Organisation (IMO). De belangrijkste internationale regelgeving met betrekking tot dit plan is het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (ook wel Marpol ‘73/’78 genoemd). In paragraaf 3.4 is aangegeven welke afvalstoffen en verschillende annexen van dit verdrag op dit plan van toepassing zijn.

Europese regelgeving

Voor dit plan is een groot aantal Europese richtlijnen van toepassing. De belangrijkste richtlijn in dit kader is de richtlijn die dit Haven Afvalstoffen Plan voorschrijft:

  • 1.

    Richtlijn nr. 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en restanten van schadelijke stoffen;

Naast deze richtlijn zijn ook de volgende Europese richtlijnen van toepassing:

  • 1.

    Richtlijn 91/156/EEG van de Raad tot wijziging van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen;

  • 2.

    Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen;

  • 3.

    Richtlijn 94/31/EG van de Raad tot wijziging van Richtlijn 91/689/EEG betreffende gevaarlijke afvalstoffen;

  • 4.

    Richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving met betrekking tot schepen die gebruik maken van de havens in de Gemeenschap en varen in onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandig-heden aan boord (Havenstaatcontrole);

  • 5.

    Richtlijn 1836/93/EG van de Raad van 29 juni 1993 inzake de vrijwillige deelneming van bedrijven uit de industriële sector aan een communautair milieubeheer en auditsysteem.

  • 6.

    Richtlijn 2010/65/EG van de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten

Nationale regelgeving

De internationale en Europese regelgeving is vastgelegd in de nationale regelgeving. Nationale regelgeving die betrekking heeft op dit Haven Afvalstoffen Plan is:

  • 1.

    Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs)

  • 2.

    Besluit voorkoming verontreiniging door schepen (Bvvs)

  • 3.

    Regeling voorkoming verontreiniging door schepen (Rvvs)

  • 4.

    Besluit en Regeling Havenontvangstvoorzieningen;

  • 5.

    Ministeriële regeling inzake het scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen;

  • 6.

    Regeling meldingen en communicatie scheepvaart;

  • 7.

    Besluit Jachthavens;

  • 8.

    Wet op de Economische Delicten;

  • 9.

    Wet Milieubeheer.

Provinciale en lokale regelgeving

Regelgeving op provinciale en lokaal niveau die relevant is voor dit plan:

  • 1.

    Provinciale Milieuverordening Friesland;

  • 2.

    Havenverordening Harlingen.

Bijlage 5a Aanvraagprocedure HOI aanwijzing

Procedure

Inzamelaars die in aanmerking willen komen voor een aanwijzing als Havenontvangstinstallatie, voor de haven van Harlingen kunnen dit schriftelijk of per e-mail kenbaar maken bij:

Havendienst Harlingen of haven@harlingen.nl

Postbus 10.000

8860HA Harlingen

De aanvraag dient ten minste de volgende informatie te bevatten:

  • 1.

    Op welke stoffen heeft uw aanvraag betrekking (Marpol annexen)?

  • 2.

    Een omschrijving van de middelen (voertuigen, vaartuigen etc.) waarmee wordt ingezameld

  • 3.

    Informatie omtrent contractuele of anderszins verplichtingen tot aflevering van ingezamelde stoffen aan een of meer bedrijven met een vast inrichting aan de wal.

  • 4.

    Een inschatting van de in te nemen hoeveelheden per annex.

Bij de aanvraag moeten kopieën/afschriften worden meegestuurd van de onderstaande documenten. Deze bij aanvraag nog tenminste 1 jaar geldig te zijn.

  • 1.

    Milieuvergunning(-en) voor aangevraagde stoffen.

  • 2.

    Inzamelvergunning / Besluit inzamelen afvalstoffen van het Ministerie van VROM of IenM.

  • 3.

    Vermelding bedrijf op de lijst van inzamelaars als bedoeld in artikel 10.45 Wet Milieubeheer (VIHB-lijst).

  • 4.

    Certificaat milieuzorgsysteem.

  • 5.

    Tarieventabel Marpol-stoffen.

  • 6.

    Uittreksel van de Kamer van Koophandel.

Een HOI-aanwijzing wordt uitsluitend afgegeven wanneer bovenstaande informatie volledig en eensluidend wordt aangeleverd. Een HOI-aanwijzing is telkens 3 jaar geldig en dient, met bovenstaande gegevens, telkens opnieuw te worden aangevraagd door de inzamelaar. Bij het verlopen van bovenstaande documenten vervalt automatisch de HOI-aanwijzing.

 

Bijlage 5a Lijst van inzamelaars (aangewezen HOI) per 1 maart 2016

 

Inzamelaar

Aangewezen voor

Maritieme Afvalstoffen Inzameling Nederland

  • 1.

    Annex I - Oliehoudend afval

Petroleumhavenweg 48

1041 AC Amsterdam

Tel: +31 (0)20-6130225

Mob: +31(0)6-29510715 (Bilgeboot)

  • 2.

    Annex V – Huishoudelijk afval

 

 

Klaas de Boer

  • 1.

    Annex I - Oliehoudend afval

Korte Lijnbaan 9-11

8861 NS Harlingen

Tel: +31 (0)517-415647

Mob: +31 (0)655893369

 

 

 

Omrin

  • 2.

    Annex V –

Hidalgoweg 19

8938 Leeuwarden

Tel: +31 (0)58-2336565

 

 

 

Visser ATR

  • 3.

    Annex V – Huishoudelijk afval

Kelvinstraat 30

8861 ND Harlingen

Tel: +31 (0)517-418552

 

 

Van Gansewinkel Nederland b.v.

  • 4.

    Annex V – Huishoudelijk afval

De Lier 2

9206 BH Drachten

Tel: +31 (0)512-858585

 

 

Stroom en Visser b.v.

  • 5.

    Annex I - Oliehoudend afval

Veerplaat 80

3313 LJ Dordrecht

Tel: +31(0)78-6213500

  • 6.

    Annex II – Chemicaliën in bulk

  • 7.

    Annex IV – Sanitair afval

 

 

 

Zeeland Maritime Cleaning b.v.

  • 8.

    Annex I - Oliehoudend afval

Engelandweg 33

4389 PC Rithem

Tel: +31(0) 118- 484 038

 

 

 

Reym b.v.

  • 9.

    Annex I - Oliehoudend afval

De Zwaaikom 11

9641 KV Veendam

Tel: +31(0) 59-8659500

  • 10.

    Annex II – Chemicaliën in bulk

  • 11.

    Annex IV – Sanitair afval

  • 12.

    Annex V – Huishoudelijk afval

 

Bijlage 6 Meldingsformulier (Waste Disposal Notification)

 

 

Dit formulier is onderdeel van de digitale “Pre-arrivalset Harlingen”

Vervalt bij implementatie MSW medio 2016

 

Bijlage 7 Afgifteformulier (S-formulier)

 

 

 

Bijlage 8 Formulier klachten en tekortkomingen

 

1. Gegevens betreffende het schip

Naam van het schip:

 

Eigenaar of exploitant van het schip:

 

Roepletters:

 

IMO nummer:

 

7Bruto tonnage (BT/GT):

 

Haven van registratie:

 

Scheepstype

0   Olietanker

0    Chemicaliëntanker

0   ferry / cruiseschip

0   vrachtschip / bulkcarrier

0   ander type (specificeren):

 

_______________________

 

 

 

 

2. Gegevens betreffende de haven

Land:

 

Haven of havengebied::

 

Kade, pier, ligplaats of ankerplaats:

 

Exploitant van de havenontvangstvoorziening (indien bekend)::

 

Datum van aankomst:

 

Datum van het voorval::

 

Datum van vertrek:

 

 

 

 

3. Aard en geschatte hoeveelheid aangeboden scheepsafval

 

3.1 Olie (Marpol Annex I)

 

Type oliehoudend scheepsafval:

 

 

Bilgewater

 

m3

 

 

 

Sludge afkomstig van de brandstofzuiveringsinstallatie

 

m3

 

 

 

Schilfers en slops afkomstig van gereinigde tanks

 

m3

 

 

 

Vervuild ballastwater

 

m3

 

 

 

Tankwaswater

 

m3

 

 

 

Ander scheepsafval (specificeren)

 

m3

 

 

 

Waren havenontvangst-voorzieningen beschikbaar?

Ja/Nee

 

 

 

 

Kosten:

 

 

 

 

3.2 Vuilnis (Marpol Annex V)

 

Type vuilnis:

 

 

 

Plastic

 

m3

 

 

 

Stuwhout en verpakkings-materiaal dat blijft drijven

 

m3

 

 

 

Vermalen resten van papier, lompen, glas, metalen, flessen, aardewerk, etc.

 

m3

 

 

 

Papier, lompen, glas, metalen, lompen, flessen, aardewerk, etc.

 

m3

 

 

 

Voedselresten

 

m3

 

 

 

Asresten uit de verbrandingsinstallatie

 

m3

 

 

 

Waren havenontvangst-voorzieningen beschikbaar?

Ja/Nee

 

 

 

 

Kosten:

 

 

 

 

3.4 Overige afvalstoffen

 

 

Type afvalstoffen:

 

 

 

 

m3

 

 

 

 

 

m3

 

 

 

 

 

m3

 

 

 

 

 

m3

 

 

4. Werden aangeboden scheepsafval of restanten van schadelijke stoffen door de exploitant van de havenontvangstvoorziening geweigerd?

Ja / Nee

 

5. Ontoereikendheid van de havenontvangstvoorziening

5.1 Opmerkingen over de ontoereikendheid

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

   

5.2 Locatie van de havenontvangstvoorziening (dichtbij het schip, moeilijk te bereiken locatie, noodzaak tot verhaalbeweging of andere manouevre)

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

   

5.3 Indien u problemen ondervond, met wie hebt u dit probleem besproken, of bij wie heeft u dit eerder gemeld?

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

   

5.4 Heeft u voorafgaand aan de aankomst in de haven uw afgiftebehoefte in overeenstemming met de geldende regelgeving gemeld? Ja/Nee

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

   

5.5 Heeft u bij aankomst een bevestiging ontvangen over de beschikbaarheid van de verlangde havenontvangstvoorziening?

Ja/Nee

 

 

6. Aanvullende opmerkingen

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

______________________________________________________________________________

 

     

7. Handtekening van de kapitein of diens vertegenwoordiger

 

 

 

 

______________________________________________________________________________

 

       

Naam:                                               Datum

______________________________________________________________________________

 

       

Dit formulier verzenden aan:

 

Gemeente Harlingen

t.a.v. de havenmeester

Postbus 10.000

8860 HA Harlingen

 

Of per e-mail aan: haven@harlingen.nl

 

 

Naar boven