Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) 2017 gemeente Molenwaard

 

De raad van de gemeente Molenwaard;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

 

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones (BIZ);

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ-zones die, bij besluit van het College van Burgmeester en Wethouders, binnen de grenzen van de gemeente Molenwaard worden ingericht en tot uitvoering worden gebracht.

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    BI-zone: de bij besluit van College van Burgemeester en Wethouders aangewezen gebieden binnen de gemeente Molenwaard waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Bij besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders dienaangaande wordt telkenmale een kaart als bijlage bijgevoegd waarop de betreffende BI-zone is aangeduid.

  • -

    de wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

  • -

    het College: het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard

  • -

    uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Molenwaard en de lokale BIZ-organisatie gesloten Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 2 Aanwijzing BIZ-organisatie

Per BIZ-gebied wordt een lokale BIZ-organisatie aangewezen als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die, conform hetgeen is vastgelegd in een plan van aanpak voor maximaal 5 jaar van een BI-zone, zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht het op bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling in de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt gedurende een periode van ten hoogste 5 jaar jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De belasting wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruiken of in eigendom hebben, conform artikel 2 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones. In een specifiek BIZ-plan wordt vermeld hoe de heffingscategorie is samengesteld.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1.

    Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld als in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient en die niet is genoemd in artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 2.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

Voor elke BI-zone stelt de gemeenteraad de wijze van heffing vast. Per BI-zone kan slechts één maatstaf van heffing worden gehanteerd. In het raadsbesluit / belastingverordening wordt tevens vastgesteld of het gaat om een gebruikersheffing, een eigenarenheffing of een combinatie ervan.

De BIZ-bijdrage kan als volgt worden geheven:

  • a.

    Een in het vijfjarenplan vastgelegde vast bedrag per onroerende zaak;

  • b.

    Een in het vijfjarenplan vastgelegde staffelbijdrage;

  • c.

    Een in het vijfjarenplan vastgelegde procentuele bijdrage op basis van de waarde van de onroerende zaak.

Artikel 7 Vrijstellingen

In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

  • a.

    Onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • b.

    Openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • c.

    Waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • d.

    Werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • e.

    Werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

  • f.

    Straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;

  • g.

    Begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

  • h.

    Ten behoeve van land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond (inclusief glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor kweek of teelt van gewassen), daaronder mede begrepen de open grond) indien de BI-zone niet specifiek is bedoeld voor de in dit lid genoemde onroerende zaken die aansluitend gelegen tot de land- of bosbouw kunnen worden aangemerkt;

  • i.

    Onroerende zaken die bestemd zijn voor het transport en de distributie van elektriciteit, gas en water;

  • j.

    Onroerende zaken bestemd voor de ontvangst en verspreiding van communicatiesignalen (zendmasten).

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een mand later.

    • b.

      Bij automatische incasso in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Algemeen

Bij indienen voor zover in deze verordening en in de uitvoeringsovereenkomst daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Molenwaard van toepassing.

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de lokale BIZ-organisatie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst en het vijfjarenplan van de desbetreffende BI-zone.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten voor zover gemeente Molenwaard gebruik wenst te maken van het inhouden van de in de Wet op de bedrijveninvesteringszones genoemde perceptiekosten.

  • 3.

    In de uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 12 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De lokale BIZ-organisatie stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in de financiële situatie van de stichting of van één van de BI-zones.

  • 2.

    De lokale BIZ-organisatie stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten van de stichting of van één van de BI-zones.

Artikel 13 Intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen het besluit van het college staan de voorzieningen van de Algemene wet bestuursrecht open.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) 2017 gemeente Molenwaard’

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 13 december 2016.

 

Zaaknummer : 621601

 

De griffier, De voorzitter,

 

B.J. Nootenboom D.R. van der Borg

Naar boven