De raad van de gemeente Geertruidenberg;

 

 

gelezen het voorstel van het college van 11 oktober 2016;

 

gelet op de artikelen 149 en 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet

 

overwegende, dat de Inspraakverordening is toegepast en er een uniforme openbare voorbereidingsprocedure overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd;

 

Besluit vast te stellen de:

2. Woonschepen verordening Geertruidenberg 2016

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, een als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van één of meer personen;

  • b.

    historisch woonschip: elk woonschip, dat voldoet aan de beoordelingscriteria voor historische woonschepen en dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, een als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van één of meer personen;

  • c.

    historisch schip: elk schip dat voldoet aan de beoordelingscriteria voor historische woonschepen en dat niet uitsluitend of niet in hoofdzaak bestemd is tot een als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van één of meer personen. Voor een historisch schip gelden, met uitzondering van het als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van één of meer personen, in het kader van de Woonschepenverordening dezelfde voorwaarden als voor een historisch woonschip.

  • d.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • e.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals bijboot, steiger en een loopplank;

  • f.

    bijboot: een klein vaartuig dat behoort bij het woonschip en bestemd en geschikt is voor het onderhoud, de voortstuwing of het kunnen bereiken van het woonschip;

  • g.

    openbaar water: wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

  • h.

    college: het college van burgemeester en wethouders gemeente Geertruidenberg.

  • i.

    kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december

Artikel 2 Belastbaar feit

Het recht wordt geheven ter zake van het innemen van een ligplaats met een (historisch) woonschip, binnen de gemeentelijke wateren overeenkomstig de bestemming daarvan.

 

Artikel 3 Belastingplichtige

Belastingplichtig is de eigenaar van het (historische) woonschip of degene die als vertegenwoordiger voor deze optreedt.

Artikel 4 Tarief

1.Voor het innemen van een ligplaats overeenkomstig het gestelde in artikel 2 wordt op jaarbasis een tarief van € 9 per m2 ingenomen wateroppervlakte geheven;

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor het naar jaartarief geheven recht

  • 1.

    Het naar het jaartarief geheven recht is verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt is het naar het jaartarief geheven recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat kalenderjaar verschuldigde recht als er in dat kalenderjaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat kalenderjaar verschuldigde als er in dat kalenderjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de nota’s worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de nota is vermeld en de daaropvolgende steeds twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels, masten, schoorstenen en antennes worden niet meegerekend.

Artikel 9 Verboden ligplaatsen

Het is verboden met een (historisch) woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een (historisch) woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 11 aangewezen gedeelten van het openbaar water.

Artikel 10 (Historische) Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod van artikel 9 is niet van toepassing op (historische) woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 11 Aangewezen ligplaatsen op ligplaatsenkaart

  • 1.

    De ligplaatsen met adressen waar (historische) woonschepen en ligplaats mogen hebben, zijn aangewezen op de ligplaatsenkaart, die als bijlage bij deze verordening is opgenomen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de ligplaatsenkaart om deze in overeenstemming te brengen met een bestemmingsplan dat na het van kracht worden van deze verordening is goedgekeurd.

Artikel 12 Ligplaatsvergunning

  • 1.

    Op de op grond van artikel 11, eerste lid, aangewezen plaatsen mag een (historisch) woonschip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een ligplaatsvergunning van het college van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag in behandeling is genomen.

  • 3.

    Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager niet een natuurlijk persoon is van tenminste 18 jaar, en tevens eigenaar van het woonschip;

    • b.

      de aanvrager zich niet deugdelijk kan legitimeren als eigenaar van het (historisch) woonschip en/of het (historisch) woonschip niet deugdelijk kan identificeren;

    • c.

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • d.

      de aanvrager al een vergunning voor een andere ligplaats heeft;

    • e.

      het (historisch) woonschip langer, breder, hoger of dieper is dan aangegeven op de ligplaatsenkaart, die als bijlage bij deze verordening is opgenomen;

    • f.

      het (historisch) woonschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • g.

      het uiterlijk van het (historisch) woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

    • h.

      het (historisch) woonschip niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

    • i.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het (historisch) woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

    • j.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met de door burgemeester en wethouders gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen;

    • k.

      het maximale aantal ligplaatsen, zoals aangegeven op het desbetreffende onderdeel van de ligplaatsenkaart, wordt overschreden.

  • 4.

    Alvorens een ligplaatsvergunning voor een historisch woonschip wordt afgegeven, wordt door het college een advies opgevraagd bij de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig, de Oudheidkundige Kring Geertruidenberg en de Stichting Veers Erfgoed. Deze brengen een advies aan het college uit over het al dan niet afgeven van een ligplaatsvergunning en zij baseren zich hierbij op de onderstaande criteria:

     

  • .

    1. Het schip is ouder dan 50 jaar en moet kunnen varen. De maximale lengte van het schip bedraagt 30 meter. De maximale breedte is 6 meter. De maximale hoogte bedraagt 2,50 meter gemeten vanaf de waterlijn, met uitzondering van de stuurhut;

  • .

    2. Het schip voldoet in sterke of in betekenende mate aan de beoordelingscriteria, te weten:

    • a)

      Lokaal (cultuurhistorisch) belang. Het schip heeft een belangrijke plaats in de plaatselijke of regionale scheepvaartgeschiedenis, heeft vroeger de wateren rond de gemeente Geertruidenberg bevaren, is van een type dat in en rond de gemeente Geertruidenberg voorkwam en is bij voorkeur gebouwd op één van de scheepswerven in de gemeente;

    • b)

      Esthetische kwaliteiten en gaafheid. Het schip is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en/of interieur, typerend voor een bepaalde stijl of scheepstype of een functionele en/of typologische ontwikkeling. Het schip bezit bijzondere esthetische kwaliteiten (ruimtelijke indeling, verhoudingen van romp en opbouw of zeldzame detaillering, materiaal- en kleurgebruik), heeft een bijzonder of zeldzaam interieur/exterieur of bevat bijzondere en zeldzame onderdelen in het interieur dan wel exterieur.

    • c)

      Wijzigingen aan het schip, in verband met het gebruik ervan, moeten in redelijke mate harmoniëren met het oorspronkelijke uiterlijk van het schip.

    • d)

      De esthetische kwaliteiten en gaafheid moeten na de gedane aanpassingen aan het schip zodanig zijn dat de visuele uitstraling van het schip op een afstand van 50 meter zo is dat er nog steeds sprake is van een historisch schip.

    • e)

      Documentatie en presentatie. De bouw en latere verbouwingen zijn behoorlijk gedocumenteerd. Opvolgende eigenaars zijn bekend en zij of hun nagelaten betrekkingen zijn over het schip bevraagd. Het gebruik van het schip door de tijd heen is bekend en gedocumenteerd. Er is historisch beeldmateriaal verzameld en archiefonderzoek gedaan.

    • f)

      Er is een op het publiek gerichte samenvatting van de documentatie die ook daadwerkelijk wordt gepresenteerd;

    • g)

      Er wordt gestreefd naar een zoveel mogelijk gevarieerd aantal typen historische woonschepen;

    • h)

      Indien een eigenaar van een historisch schip een aanvraag voor een ligplaatsvergunning indient en het historisch schip qua uitstraling beter past binnen de gevarieerdheid van schepen en zodoende bijdraagt aan het verhogen van de kwaliteit van het totaal aan historische (woon)schepen kan aan de eigenaar, op basis van een advies van eerder vermelde partijen (art. 12, lid 4) een ligplaatsvergunning worden verstrekt.

  • 5.

    De ligplaatsvergunning vermeldt:

    • a.

      de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats en of dit een permanente dan wel een tijdelijke ligplaats is;

    • b.

      de na(a)m(en) van de eigena(a)r(en) van het (historisch) woonschip;

    • c.

      de kenmerken van het (historisch) woonschip;

    • d.

      het gebruik van de ruimte rondom het (historisch) woonschip;

    • e.

      de voorzieningen behorende bij het (historisch) woonschip;

    • f.

      de bijbehorende toegestane voorzieningen op de wal.

  • 6.

    Aan een krachtens dit artikel verleende vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van: a de openbare orde b volksgezondheid c veiligheid d de milieuhygiëne, en e het aanzien van de gemeente;

  • 7.

    De ligplaatsvergunning voor een historisch woonschip wordt afgegeven voor een periode van 10 jaar en kan door het college telkenmale voor een periode van 10 jaar worden verlengd (op voorwaarde dat voldaan wordt aan de criteria zoals vermeld in artikel 12 lid 4);

  • 8.

    Aan een ligplaatsvergunning kan het college voorwaarden verbinden.

Artikel 13 Wachtlijst ligplaatsvergunning

  • 1.

    Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt geweigerd, omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door het college van burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2.

    Indien één van de op grond van artikel 11, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stelt het college van burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag van een ligplaatsvergunning in te dienen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 12, derde lid, onder a tot en met k en lid 4.

  • 3.

    Indien de nieuwe aanvraag niet binnen vier weken na de datum van verzending van het in het tweede lid bedoeld schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 14 Overdragen ligplaatsvergunning

  • 1.

    De houder van de ligplaatsvergunning kan het college verzoeken om de vergunning voor dezelfde ligplaats op een rechtverkrijgende over te schrijven, met uitzondering van een ligplaatsvergunning voor een historisch woonschip die persoonsgebonden is;

  • 2.

    Op aanvraag van de vergunninghouder en van de rechtverkrijgende schrijft het college van burgemeester en wethouders de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende;

  • 3.

    Op verzoeken zoals bedoeld in het eerste en tweede lid zijn de overige artikelen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1.

    Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2.

    Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid, onder a tot en met k, en lid 4 van toepassing.

Artikel 16 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • a.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • e.

    het (historisch) woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

  • f.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • g.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning;

  • h.

    het (historisch)woonschip dat door een calamiteit niet meer bewoonbaar is, niet binnen drie maanden nadat de calamiteit heeft plaats gevonden, is weggehaald.

Artikel 17 Hardheidclausule

Het college kan de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van de verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18 Aansluiting aan drinkwaterleiding

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het (historisch)woonschip is aangesloten aan het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien het schip is voorzien van een of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt.

Artikel 19 Aansluiting aan de riolering

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het (historisch) woonschip is aangesloten aan een openbaar riool.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing:

    • a.

      in delen van de gemeente waarin geen openbare riolering aanwezig is;

    • b.

      voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd.

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid, indien afvoer op een andere wijze zonder verontreiniging van water, bodem of lucht mogelijk is.

Artikel 20 Aansluiting elektra

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het (historisch)woonschip is aangesloten op het distributienet van het openbare elektriciteitsnet.

  • 2.

    Het is de vergunninghouder niet toegestaan op de ligplaats elektriciteit op te wekken gebruikmakend van benzine- of dieselaggregaten, anders dan voor het incidenteel uitvoeren van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden.

  • 3.

    Het college kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid indien de afstand van het aansluitpunt voor de elektravoorzieningen tot het (historisch)woonschip langer is dan 50 meter. Bij een verzoek om vrijstelling van het tweede lid zullen de milieutechnische effecten (bijvoorbeeld geluid- en stankoverlast) onderzocht worden.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde afstand wordt gemeten langs de kortste lijn waarlangs een aansluiting zonder bezwaar kan worden gemaakt.

Artikel 21 Nakoming aanwijzingen

  • 1.

    Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats worden de door het college van burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht genomen;

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door het college van burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 22 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 23 Strafbepalingen

Overtreding van de artikelen 9 en 21 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 24 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De '”Woonschepenverordening 2014” van 28 mei 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Woonschepenverordening Geertruidenberg 2016”.

Artikel 26 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Ligplaatsvergunningen, afgegeven op grond van de regeling als genoemd in artikel 25, tweede lid, worden geacht vergunningen op grond van artikel 12 van deze verordening te zijn.

  • 2.

    Aanvragen van vergunning waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening.

     

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 24 november 2016,

De raad van Geertruidenberg,

de griffier,

de voorzitter,

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere

drs. W. van Hees

Naar boven