Gemeenteblad van Ermelo
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ermelo | Gemeenteblad 2016, 165212 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ermelo | Gemeenteblad 2016, 165212 | Overige besluiten van algemene strekking |
Raamovereenkomst Prestatieafspraken 2017 – 2021 Gemeente Ermelo, De Groene Draad en UWOON
“Bewegen in verandering” is de context van waaruit de gemeentelijke woonvisie (2015) is opgesteld en de richtinggevende keuzes gemaakt zijn. In de dagelijkse praktijk ervaren wij de effecten van recente wet- en regelgeving (passend toewijzen, langer zelfstandig wonen, extramuralisering) en externe factoren zoals de vluchtelingenstroom. Deze ontwikkelingen hebben invloed op hoe burgers willen en kunnen wonen in gemeente Ermelo en de doelstellingen die de gemeente, UWOON en De Groene Draad met elkaar voor ogen hebben in voorliggende raamovereenkomst.
Gemeente Ermelo en UWOON hebben in het verleden prestatieafspraken gemaakt. Vanaf 2015 worden deze prestatieafspraken gemaakt tussen gemeente Ermelo, UWOON en De Groene Draad, waarbij partijen op voet van gelijkwaardigheid samenwerken. Dit heeft al geleid tot prestatieafspraken voor 2016.
Bij het opstellen van prestatieafspraken tussen de genoemde organisaties gelden de onderstaande kaders:
De speerpunten uit de gemeentelijke Woonvisie zijn:
De ambities uit het ondernemingsplan van UWOON zijn:
De Groene Draad heeft geparticipeerd in de totstandkoming van het ondernemingsplan van UWOON en onderschrijft de daarin opgenomen speerpunten. De Groene Draad geeft prioriteit aan de volgende onderwerpen:
Op hoofdlijnen komen de onderwerpen uit deze prioriteiten, speerpunten en ambities met elkaar overeen.
De Groene Draad, gemeente Ermelo en UWOON vinden het belangrijk om een raamovereenkomst op te stellen die kan dienen als basis voor het maken van prestatieafspraken in de komende vijf jaren (2017 tot en met 2021). Partijen realiseren zich dat door diverse ontwikkelingen bijstelling noodzakelijk kan zijn. Dit kan er toe leiden dat tijdens de looptijd van deze raamovereenkomst wijzigingen noodzakelijk zijn. Partijen spreken af dat aanpassing op basis van consensus mogelijk is.
Deze raamovereenkomst is gebaseerd op de onderwerpen die in de vorige paragraaf zijn opgesomd. De raamovereenkomst is als volgt opgebouwd:
Daar waar dit mogelijk is worden de gemeenschappelijke doelstellingen weergegeven en wordt op hoofdlijnen aangegeven wie verantwoordelijk is voor welke prestaties. Vervolgens worden jaarlijks (jaar n) prestatieafspraken concreet geformuleerd voor het jaar daarop (jaar n+1) met een doorkijk naar het daarop volgende jaar (jaar n+2).
In bijlage 2 zijn de door partijen overeengekomen procesafspraken opgenomen.
2. Beschikbaarheid en betaalbaarheid
In dit hoofdstuk gaan we in op de gewenste omvang en de kwaliteit van de woningvoorraad, de betaalbaarheid, de gezamenlijke doelstellingen en de afspraken die de partijen hier over willen maken.
2.1.1 De omvang van de woningvoorraad
In de jaren 2012- 2015 is de omvang van de bevolking licht gekrompen; in 2015 was er sprake van een stijging met circa 300 inwoners. De verwachting is dat de omvang van de bevolking de komende jaren zal stabiliseren.
Door de gezinsverdunning is het aantal huishoudens wel toegenomen. Een groei die zich ook de komende jaren zal voortzetten. In de woonvisie is uitgegaan van een groei tussen 2012 en 2020 van 500 tot 700 huishoudens. De oorzaken zijn sociaal-culturele factoren zoals een voortschrijdende individualisering en emancipatie, maar ook als gevolg van demografische ontwikkelingen zoals de vergrijzing.
Deze toename van het aantal huishoudens zorgt voor een toenemende druk op de woningmarkt. Door de extramuralisering en de daarmee gepaard gaande uitstroom vanuit de diverse instellingen enerzijds en vanwege het beleid dat mensen worden gestimuleerd langer zelfstandig te blijven wonen anderzijds, neemt de vraag naar woonruimte toe. Daarnaast is momenteel sprake van een toename van het aantal vergunninghouders en een daarmee samenhangende verhoogde taakstelling. Ook de gevolgen van de economische recessie laten zich voelen. Het aantal huishoudens met een lager inkomen is de laatste jaren toegenomen. Nu de economie een voorzichtig herstel laat zien is de verwachting dat deze trend weer (enigszins) wordt omgebogen.
Uitgangspunt is dat de diverse te onderscheiden doelgroepen gelijkmatig bediend kunnen worden van passende woonruimte. De huidige slaagkans (aantal geadverteerde woningen gedeeld door het aantal reagerende woningzoekenden x 100%) bedraagt momenteel 20%. Dit betekent dat de gemiddelde woningzoekende gemiddeld na 5 jaar over een passende woning beschikt. We streven ernaar dat de actieve zoektijd voor de te onderscheiden doelgroepen meer gelijk wordt.
De gemeente Ermelo heeft zichzelf de taakstelling opgelegd om in de huidige bestuursperiode (tot voorjaar 2018) 70 arbeidsmigranten onderdak te bieden. UWOON speelt hier alleen een rol in als arbeidsmigranten via het reguliere woonruimte bemiddelingssysteem voor woonruimte in aanmerking komen.
Op basis van de geschetste ontwikkelingen zijn partijen het er over eens dat in de periode tot 2020 een structurele toename van het aantal sociale huurwoningen gewenst is. De omvang van deze toename is van een aantal factoren afhankelijk, zoals de omvang van de doelgroep en de mate van ‘scheefheid’. Daarnaast kan er sprake zijn van een minder goed te prognosticeren tijdelijke boven-trendmatige woningbehoefte. Omdat omgevingsfactoren doorlopend veranderen en dit van invloed is op de gewenste omvang van de voorraad sociale huurwoningen spreken partijen af de ontwikkeling van de woningvoorraad en daarmee ook de toe- of afname periodiek te monitoren. Partijen gaan op met elkaar in gesprek om de behoefte voor de periode 2015 – 2025 te onderbouwen en vast te stellen. Uiterlijk 1 juli 2017 moet er overeenstemming zijn bereikt over de behoefte aan sociale huurwoningen voor de komende jaren. Bij vaststellen van de toekomstige behoefte vormt voor de gemeente de ‘Woonvisie Ermelo 2014’ en de ‘Woningbouwprogrammering en het sturingskader in de gemeente Ermelo’ de belangrijkste informatiebron. UWOON baseert zich op de cijfers uit het Ondernemingsplan 2015-2018 en de meest recente Vastgoedstrategie. Gezamenlijk wordt verkend of en waar aanvullende informatie nodig is.
Alle partijen erkennen dat er op korte termijn behoefte is aan woonruimte met een sociale huurprijs. Om op relatief korte termijn over extra woonruimte te beschikken en om tevens te voorkomen dat op middellange termijn sprake is van een woningoverschot, met alle gevolgen (financieel, leefbaarheid ) van dien, is het wenselijk om minimaal 100 tijdelijke wooneenheden te realiseren.
2.1.2 De kwaliteit van de woningvoorraad
Gelet op diverse ontwikkelingen is er sprake van een kwalitatieve opgave. Dit geldt voor de gehele woningvoorraad. In deze raamovereenkomst richten partijen zich met name op de sociale huurwoningvoorraad.
De bevolking vergrijst en de gemiddelde omvang van de huishoudens neemt af. De vraag naar kleinere woningen, geschikt voor 1- en 2-persoonshuishoudens (waaronder starters) neemt als gevolg hiervan toe. Tevens worden hogere eisen gesteld aan de toegankelijkheid. Zie hoofdstuk 4.1.
Daarnaast staan we voor een enorme uitdaging om te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de diverse duurzaamheidsconvenanten. Het duurzaamheidsconvenant dat UWOON en gemeente Ermelo zijn overeengekomen, komt aan de orde in hoofdstuk 3.
Om de veiligheid te bevorderen past UWOON inbraakpreventief hang- en sluitwerk toe. Het hang- en sluitwerk dient minimaal van klasse 2 te zijn van de Stichting Kwaliteitscentrum Gevelelementen (SKG) en minimaal te voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Bij nieuwbouw wordt dit meteen toegepast en bij bestaande bouw vindt vervanging plaats op een natuurlijk moment, zoals bij het vervangen van kozijnen.
Vanaf 1 januari 2016 heeft het ‘passend toewijzen’ zijn intrede gedaan. Huurders die recht op huurtoeslag hebben, kunnen hierdoor vrijwel alleen nog terecht in de goedkopere woningvoorraad met huurprijzen tot de zogenaamde aftoppingsgrenzen. Op grond van deze maatregel en de verwachte behoefte, wordt de woningvoorraad ingedeeld in een aantal huurprijscategorieën (streefhuur). UWOON heeft haar voorraad in Ermelo als volgt ingedeeld (prijspeil 2016):
Dit beleid is tot stand gekomen na onderzoek over de inkomenssituatie van huishoudens en het verwachte aantal huishoudens per inkomensklasse. Hierbij is o.a. gebruik gemaakt van Nibudnormen om te bepalen wat huishoudens aan huur kunnen betalen. Ter verduidelijking: als alle woningen van UWOON in Ermelo nu worden opgezegd dan worden ze volgens bovenstaand overzicht weer verhuurd. Het percentage huuropzeggingen bedraagt echter ongeveer 6% per jaar. Op basis van dit percentage komen er per jaar 150 woningen in de gemeente Ermelo beschikbaar, plus het aantal nieuwe huurwoningen dat in dat jaar wordt opgeleverd.
De indeling naar huurklassen per 1 januari 2016ziet er als volgt uit:
Gezien de kwaliteit van de woningen is er nog ruimte om de huurprijzen te verhogen tot de gewenste huurklasse-indeling. De transitie van de bestaande naar de gewenste situatie verloopt langs de weg van de geleidelijkheid en zal jaren in beslag nemen. Door onder meer de slaagkansen te monitoren, toetsen wij de huidige verdeling. Zo nodig past UWOON het beleid, mits uit bedrijfsmatig oogpunt verantwoord, aan.
UWOON voegt in de periode van 2016 tot en met 2025 een nader af te spreken aantal sociale huurwoningen aan haar voorraad in de gemeente Ermelo toe. Deze afspraak dient altijd passend te zijn binnen de toekomstige vastgoedportefeuille van UWOON en te voldoen aan het Sturingskader woningbouw van gemeente Ermelo. Bij het toevoegen van woningen is specifiek aandacht voor woningen die geschikt zijn voor 1- en 2-persoonshuishoudens (waaronder starters).
UWOON spant zich, als praktisch de enige sociale verhuurder in de gemeente, maximaal in om voldoende woningen aan te bieden om te kunnen voldoen aan de taakstelling voor de huisvesting van vergunninghouders. Ieder kwartaal treden UWOON en gemeente Ermelo met elkaar in overleg om de voortgang af te stemmen.
De slaagkans van de te onderscheiden doelgroepen bij het vinden van passende woonruimte is in 2026 binnen een bandbreedte van 10% gelijk. UWOON brengt bij de jaarlijkse evaluatie de slaagkansen in beeld. De resultaten van de regionale woonruimtebemiddeling over de periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 worden als uitgangspunt genomen.
UWOON zorgt voor het naar inkomen passend toewijzen van haar gereguleerde woningen volgens het in paragraaf 2.2. aangegeven overzicht. Indien op middellange termijn (2018) de slaagkans van doelgroepen daartoe aanleiding geeft, treden partijen met elkaar in overleg over een eventuele bijstelling van het beleid.
Gemeente Ermelo en UWOON hebben een duurzaamheidsconvenant opgesteld. In dit hoofdstuk worden de afspraken samengevat. Het convenant wordt als bijlage aan deze raamovereenkomst toegevoegd. Met de ondertekening van deze raamovereenkomst wordt het duurzaamheidsconvenant tevens door partijen bekrachtigd.
Het overheidsbeleid is er op gericht om langer zelfstandig wonen te stimuleren (extramuralisering). Maar ook de meeste mensen met een zorgvraag, zowel senioren, mensen met fysieke of verstandelijke beperking als GGZ-cliënten, willen zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven voeren en zoveel mogelijk zelfstandig wonen. De meeste mensen die hulp of zorg nodig hebben, hebben eigenlijk dezelfde woonwensen als ieder ander: zelfstandig en betaalbaar wonen in een woning naar keuze, in een prettige buurt met een aantal basisvoorzieningen en een sociaal netwerk om zich heen. Verhuizen wordt bij voorkeur niet gedaan, omdat dit het sociale netwerk kan ontwrichten en het dagelijks leven kan ontregelen. Het overlijden van de partner en het krijgen van (ernstige) fysieke beperkingen vormen voor senioren in veel gevallen de aanleiding om te gaan verhuizen naar een meer geschikte woning.
Om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen in de eigen woning dient aan bepaalde randvoorwaarden voldaan te worden. Naast het wonen (de woning en de woonomgeving), gaat het ook om ondersteuning die meer gericht is op welzijn en welbevinden (welzijn) en om zorg. Indien wordt voldaan aan de vraag naar veiligheid, ontmoeting en dagbesteding, kan (de relatief dure) zorg lange tijd buiten de deur worden gehouden.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op:
Partijen zijn het er over eens dat goed toegankelijke woningen er aan bijdragen dat in mindere mate een beroep moet worden gedaan op Wmo- en zorggelden. UWOON hanteert een systeem waarbij de toegankelijkheid van woningen in 5 niveaus wordt onderscheiden. De niveaus 1 tot en met 4 zijn gelijkvloerse woningen. Dit zijn woningen op de begane grond, met lift bereikbaar of eengezinswoningen met de primaire voorzieningen op de begane grond.
Niveau 0: Niet gelijkvloerse woningen
Niveau 2: Rollator toegankelijke woning
Niveau 3: Rolstoel toegankelijk, rollator doorgankelijk
Niveau 4: Rolstoel doorgankelijk
Bij de verhuur van woningen wordt het toegankelijkheidsniveau vermeld. Woningzoekenden hebben op deze wijze invloed op het vinden van bij hun levensfase dan wel beperking passende woonruimte.
UWOON brengt kosteloos eenvoudige verbeteringen aan bij woningen waarvan het classificatieniveau verbeterd kan worden én die binnen 600 meter van een supermarkt liggen. Voor de toekomst zijn dit kansrijke woningen om adequaat zelfstandig te wonen.
Bij appartementen zijn vaak ook ingrepen in het woongebouw nodig om het classificatieniveau te verhogen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het aanbrengen van automatische deuropeners en het verlagen van dorpels bij entrees. Deze maatregelen worden planmatig uitgevoerd. Daarbij wordt aangesloten bij een natuurlijk moment (de schildercyclus). Dit betekent dat binnen 6 à 7 jaar de complexmatige ingrepen worden afgerond.
Aanpassingen in minder kansrijke woningen zijn op verzoek van de huurder ook mogelijk. UWOON faciliteert huurders hierbij. De kosten komen als eenmalige bijdrage dan wel als huurverhoging voor rekening van de huurder.
In het kader van de regionale woonvisie is in 2013 een inschatting gemaakt van het aantal huishoudens met een fysieke beperking. Onderstaand een overzicht van het aantal huishoudens met een fysieke beperking in Ermelo.
Klasse A = gebruik wandelstok (niveau 1)
Klasse B = gebruik rollator (niveau 2)
Klasse C = gebruik rolstoel (niveau 3)
Klasse Extramuralisatie (niveau 1 t/m 3)
Tabel: Inschatting aantal huishoudens met een fysieke beperking gemeente Ermelo
Er is geen onderscheid gemaakt in koop- en huurwoningen.
Partijen onderschrijven de toename van het aantal mensen met een fysieke beperking. En partijen zijn het er over eens dat het verbeteren van de toegankelijkheid een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is, die een nadere uitwerking vergt.
Tussen 2000 en 2015 is in Ermelo door diverse partners, waaronder de gemeente Ermelo, UWOON, PWT en VAC Wonen, gewerkt aan het verbeteren van de toegankelijkheid in het kader van 'Ermelo Onbelemmerd en Zorgzaam. Dit heeft o.a. geresulteerd in een notitie 'Toegang voor Iedereen' waarin is omschreven wanneer Ermelo toegankelijk is. De PWT en VAC Wonen adviseren UWOON, gemeente Ermelo en indien nodig/gewenst ook anderen over de woonomgeving en de toegankelijkheid van woningen. In de planvorming en uitvoering worden zij actief betrokken door deze partijen.
In 2016 heeft het Parlement het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd. Doelstelling van dit verdrag is dat iedereen, dus ook mensen met een beperking, volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Belangrijke begrippen daarbij zijn: non-discriminatie, gelijke kansen, toegankelijkheid en respect voor de inherente waardigheid en persoonlijke autonomie; met andere woorden, regel de zaken zo dat mensen hun leven kunnen inrichten zoals zij zelf willen (uit: Plan van Aanpak 'implementatie VN-verdrag Handicap' van het Ministerie van VWS). Dit is aanleiding geweest dat op 26 mei 2016 de gemeenteraad in Ermelo een motie heeft aangenomen die uitspreekt dat "Inclusieve Samenleving" een van de uitgangspunten moet zijn van het algemene beleid van de gemeente Ermelo.
4.3 Veiligheid, ontmoeting en dagbesteding (welzijn)
Uit onderzoek blijkt dat het welbevinden van mensen (met een beperking) vooral te maken heeft met de aspecten veiligheid, ontmoeting en dagbesteding.
Gemeente Ermelo geeft in de woonvisie aan dat de vergrijzing vooral kansen biedt. Er is de komende jaren een groeiend aantal vitale senioren die over tijd, kennis en vaardigheden beschikken. Zij vormen een potentiële bron voor mantelzorg en zorgen voor vormen van zelforganisatie en nieuwe lokale initiatieven. Gemeente Ermelo voert een beleid dat gericht is op het faciliteren van dergelijke initiatieven.
Voor de echt kwetsbaren wil gemeente Ermelo in samenwerking met haar partners voor een vangnet zorgen.
In Ermelo zijn een leefbaarheidsteam en een sociaal team aanwezig. Het leefbaarheidsteam heeft tot doel om de leefbaarheid in wijken te bevorderen en richt zich op ontmoeting in de wijken, het bevorderen van de sociale samenhang en het doen van fysieke investeringen in de wijken. Daarin werken o.a. gemeente, UWOON, politie en Welzijn Ermelo samen.
In het sociaal team participeren meerdere partners bij het ondersteunen van inwoners met vragen over zelfredzaamheid, langer thuis wonen, et cetera om hen te helpen hun vraag te verhelderen en toe te leiden naar de juiste ondersteuning, waar mogelijk in basisvoorzieningen en waar nodig met (geïndiceerde) maatwerkvoorzieningen.
Partijen achten het van groot belang dat de teams aangestuurd worden met daadkracht en waar nodig doorzettingsmacht.
In 2017 wordt het sociaal vangnet overleg onderdeel van het sociaal wijkteam Ermelo. Het is van cruciaal belang dat de juiste expertise in dit team aanwezig is. Gemeente Ermelo ziet hierop toe.
4.5 Gemeenschappelijke visie wonen-welzijn-zorg
Op het gebied van wonen-welzijn-zorg zijn binnen de grenzen van gemeente Ermelo veel organisaties actief. Deze organisaties bieden ondersteuning en zorg voor onder meer:
Bij de hervorming van de langdurige zorg zijn veel taken overgedragen naar gemeenten. Actueel is de beleidsontwikkeling rondom beschermd wonen in de GGZ-sector, dat sinds 1 januari 2015 een (centrum)gemeentelijke taak is geworden. Daar zal de komende jaren de beweging van wonen in instellingen naar wonen met bescherming/begeleiding in de wijk gemaakt gaan worden.
Met regelmaat hebben organisaties vaak bilateraal contact met elkaar. Zorgorganisaties met UWOON of met de gemeente en zorgorganisaties onderling met elkaar.
Een substantieel deel van deze doelgroepen is ook direct of indirect klant (huurder, onderhuurder) van UWOON. Gemeente Ermelo, De Groene Draad en UWOON willen de samenwerking met en tussen de diverse organisaties optimaliseren, waarbij het doel is het bereiken van meer synergie. Partijen zijn van mening dat een gemeenschappelijke visie op het brede terrein van wonen-welzijn-zorg een goede basis zou zijn voor een verder optimalisering van de samenwerking.
Partijen gaan gedurende de looptijd van deze raamovereenkomst uit van de volgende doelstellingen:
UWOON en gemeente Ermelo sluiten een ‘Wmo- convenant’ waarin afspraken worden gemaakt over woningaanpassingen. Daarbij wordt samengewerkt met de gemeente Harderwijk om tot uniform beleid te komen rondom woningaanpassingen vanuit de Wmo. De volgende onderwerpen komen daarin ten minste aan de orde:
Met alle relevante partijen wordt onder regie van gemeente Ermelo een gemeenschappelijk visie wonen-welzijn-zorg ontwikkeld. Op basis hiervan worden nadere afspraken gemaakt, onder meer over intramurale en extramurale woonvormen voor mensen met een beperking en een afwegingskader voor nieuwe woonzorginitiatieven.
5. Huisvesting urgente en bijzondere doelgroepen
Woningcorporaties zijn toegelaten instellingen die tot doel hebben mensen met een smalle beurs onderdak te bieden, door betaalbare woningen te bouwen, beheren en verhuren. In de Woningwet is gedefinieerd hoe de primaire doelgroep van een woningcorporatie er uit ziet.
Binnen de primaire doelgroep van een woningcorporatie bevinden zich subdoelgroepen die gezien hun inkomen of vanwege een fysieke of mentale beperking op de sociale (huur) woningvoorraad zijn aangewezen.
De huisvesting van de zogenaamde urgente doelgroepen is één van de prioritaire thema’s van het rijk.
Partijen onderkennen de volgende urgente doelgroepen. Deze doelgroepen bestaan uit huishoudens die niet over zelfstandige woonruimte beschikken of om dringende redenen op korte termijn moeten verhuizen:
Daarnaast zijn er de volgende bijzondere doelgroepen die zich vanwege hun beperking, situatie of specifieke woonwens onderscheiden van reguliere woningzoekenden:
In de huisvestingsverordening worden twee categorieën urgentie onderscheiden: vergunninghouders en overige urgent woningzoekenden. De laatste categorie kan urgentie aanvragen via een regionale urgentiecommissie. Het gaat daarbij om woningzoekenden die in een levensbedreigende of levens ontwrichtende situatie verkeren.. Daarnaast ontvangen mensen die vanwege sloop hun woning moeten verlaten een ‘dorpsvernieuwingsurgentie’. Ook mensen die mantelzorg verstrekken dan wel ontvangen kunnen onder voorwaarden voor urgentie in aanmerking komen. Volgens algemene spelregels (Verordening) worden deze woningzoekenden met voorrang aan een passende woning geholpen.
De rijksoverheid legt iedere gemeente naar rato van het aantal inwoners een taakstelling op voor het huisvesten van vergunninghouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning). Deze doelgroep is vrijwel volledig aangewezen op de sociale woningvoorraad. De woningvoorraad is het meest geschikt om meerpersoonshuishoudens op te vangen. Een groot deel van de verblijfgerechtigden is evenwel alleenstaand. UWOON is bereid om samen met gemeente Ermelo onderzoek te doen naar de mogelijkheden om meer dan één alleenstaande per woning te huisvesten en tijdelijke huisvesting te realiseren. Gemeente Ermelo neemt daarnaast initiatief om onderzoek te doen naar eventueel particulier initiatief (particulieren, sportverenigingen, kerken) om ondersteunende diensten te verstrekken.
Partijen vinden dit van belang om enerzijds aan de taakstelling te kunnen voldoen en anderzijds voldoende woningen over te houden voor de reguliere woningzoekende en daarmee het draagvlak voor de opvang van deze doelgroep in stand te houden.
Het ‘passend huisvesten’ heeft tot gevolg dat het potentieel aan woningen dat voor de taakstelling kan worden gebruikt enorm is geslonken. Omdat ook andere bijzondere doelgroepen op deze woningen zijn aangewezen, spreken partijen hun zorg uit voor de slaagkans voor de reguliere woningzoekende met de laagste inkomens. In hoofdstuk 3 is aangegeven dat dit gemonitord wordt.
De gemeente heeft regionale afspraken over de tijdelijke huisvesting van 70 arbeidsmigranten in de periode tot 2017. UWOON ziet de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten niet als haar taak. Als arbeidsmigranten voor een langere termijn een woning zoeken, kunnen zij zich inschrijven als woningzoekenden bij UWOON.
Binnen de gemeentegrenzen zijn 15 woonwagenstandplaatsen, waarvan 8 eigendom zijn van gemeente Ermelo. Tevens heeft gemeente Ermelo 1 woonwagen in eigendom. Het beheer van deze woonwagen en de standplaatsen is door gemeente Ermelo uitbesteed aan UWOON. Sinds de Woningwet 2015 behoort het beheer van woonwagenstandplaatsen niet meer tot de kernactiviteiten van een woningcorporatie. Op dit moment is onduidelijk of het beheer van woonwagenstandplaatsen op termijn nog is toegestaan. Onder andere om deze reden wenst UWOON de beheersovereenkomst te beëindigen. De gemeente is bereid om hierover in gesprek te gaan en te bekijken of een derde partij het beheer wil overnemen.
De overige bijzondere doelgroepen (bewoners tijdelijke instelling, bewoners maatschappelijke opvang en zorgdoelgroepen) worden bediend door bijzondere toewijzing toe te passen als zij in een instelling verblijven en zelfstandig (met begeleiding) kunnen en willen gaan wonen. Dit houdt in dat door UWOON passende woonruimte gezocht wordt. Deze woonruimte wordt buiten het reguliere systeem om verhuurd en verantwoord onder de term ‘bijzondere toewijzing’. Aan de voorwaarde om transparant verantwoording af te leggen aan de buitenwacht wordt daarmee voldaan.
De woonruimte kan worden verhuurd aan natuurlijke personen die tot deze doelgroepen behoren, maar ook aan (zorg)organisaties die de woningen vervolgens onderverhuren, de zogenaamde intermediaire verhuur.
Van het totale aantal verhuringen wordt maximaal 3% gereserveerd voor deze doelgroepen.
Beperkte instroom in instellingen
Als gevolg van de extramuralisering zijn er groepen inwoners die niet meer voor een verblijf in een zorginstelling geïndiceerd worden en zelfstandig blijven of gaan wonen; zij stromen niet meer in bij een zorginstelling. Dit geldt voor alle zorgsectoren (V&V, GGZ, GZ). Met name inwoners met een beperking of psychische aandoening richten zich vanwege hun inkomenspositie op de sociale huursector (zie hoofdstuk 4).
UWOON reserveert maximaal 3% van de te verhuren woningen voor de ‘overige bijzondere doelgroepen’ conform de regionale afspraken. Gemeente onderzoekt bij het traject van de wonen-welzijn-zorg visie (zie hoofdstuk 4) welke knelpunten ervaren worden bij de door- en uitstroom en hoeveel cliënten van zorgaanbieders gemiddeld per jaar uit kunnen en willen stromen naar een woning in gemeente Ermelo. Partijen maken afspraken met elkaar op basis van de resultaten van het onderzoek.
Gemeente Ermelo gaat bij de huisvesting van urgente en bijzondere doelgroepen, als er sprake is van geclusterde huisvesting (meer dan 2 personen die niet tot hetzelfde huishouden behoren), met de betrokken maatschappelijke partners in overleg over de communicatie richting tenminste de omwonenden om het draagvlak voor de huisvesting van bijzondere doelgroepen te behouden onder de inwoners van gemeente Ermelo.
In de voorgaande hoofdstukken komen diverse onderwerpen aan bod die een relatie hebben met het brede onderwerp ‘Leefbaarheid’. Partijen hebben er behoefte aan om een aantal onderwerpen die de leefbaarheid betreffen in een apart hoofdstuk aan de orde te stellen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op:
Gemeente Ermelo geeft in haar woonvisie aan dat het wijkgericht werken in wijken en buurtschappen prioriteit heeft. De leefbaarheid in de gemeente Ermelo is relatief goed wat betreft ‘schoon heel en veilig’ en de sociale cohesie tussen inwoners . Doelstelling is deze kwaliteit te behouden en te zorgen voor prettig wonen voor de verschillende doelgroepen in de gemeente. Gemeente Ermelo en UWOON werken samen met ander organisaties in wijkteams. UWOON heeft hierin een signalerende en verbindende rol.
Steeds meer burgers voelen zich betrokken bij hun wijk en bij hun woonomgeving en zetten zich daar vrijwillig voor in. Gemeente Ermelo onderschrijft dit en ziet haar eigen rol veranderen van initiatiefnemer naar facilitator. Buurtbemiddeling is een typisch voorbeeld van burgerparticipatie. Goed getrainde vrijwilligers lossen via bemiddeling veel overlastsituaties op. Partijen concluderen dat buurtbemiddeling van groot belang is in het streven de leefbaarheid op het gewenste niveau te houden. Partijen zijn voorstander van handhaving en doorontwikkeling van het project Buurtbemiddeling.
6.3 Extreme of langdurige overlast
Ondanks de succesvolle inzet van Buurtbemiddeling komt het steeds vaker voor dat overlastsituaties moeilijk oplosbaar blijken te zijn. In veel gevallen is sprake van multiprobleem situaties die alleen met behulp van professionals kunnen worden opgelost. De complexiteit van deze situaties neemt steeds meer toe.
Partijen zijn van mening dat bij de aanpak niet alleen in het belang van de veroorzaker van de problematiek moet worden gehandeld, maar dat er ook vooral aandacht moet zijn voor degenen die het slachtoffer zijn van de overlast. Partijen zijn van mening dat een goede, snelle en verantwoorde aanpak alleen mogelijk is als de professionele organisaties hier nauw met elkaar (blijven) samenwerken.
6.4 Beperking woningontruiming
Het ontruimen van een woning en het vervolgens weer opvangen van de bewoners kost de maatschappij veel geld. Een verhuurder blijft met een oninbare vordering zitten als gevolg van huurachterstanden en ‘mutatieschade’. De overheid moet voor een sociaal vangnet zorgen door onder meer een crisisopvang in te richten en de problematiek zet zich vaak op andere locaties voort.
De laatste jaren zijn veel potentiële ontruimingen voorkomen door een goede samenwerking tussen Gemeente Ermelo, UWOON en Stichting Welzijn Ermelo. Partijen zijn voorstander van continuering en eventueel uitbreiding van deze samenwerking .
Diverse organisaties werken samen bij het tegengaan van het telen van hennep en het verhandelen van drugs vanuit woningen. De afspraken hierover zijn vastgesteld in het zogenaamde hennepconvenant. Indien een hennepkwekerij wordt aangetroffen in een woning gaat de burgemeester over tot sluiting van de woning. Een maatregel die zowel bij huur- als koopwoningen kan worden toegepast. Door het middel snel toe te passen wordt niet alleen het zerotolerance beleid zichtbaar, maar wordt ook daadkracht getoond. Daarnaast treedt het middel van afschrikking als mechanisme in werking. Partijen hebben oog voor de noodzaak om snel weer een woning aan woningzoekenden ter beschikking te stellen en maatschappelijke kosten als huurderving te beperken.
Indien in een woning van UWOON een hennepkwekerij wordt aangetroffen, treedt onmiddellijk een ontruimingsprocedure in werking.
Partijen achten het van belang dat de procedures van gemeente (sluiting op last van de burgemeester) en UWOON (opzegging huur en/of ontruimingsprocedure) op elkaar worden afgestemd.
7. Overige afspraken/Slotbepalingen
Leningen die UWOON aantrekt voor de financiering van DAEB activiteiten (Diensten voor Algemeen Economisch Belang) worden geborgd door het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw). Deze borging is ingebed in de zekerheidsstructuur van het borgstelsel met meerdere vangnetten en buffers De rijksoverheid en de gemeente staan beide voor 50% contragarant en vormen hiermee de derde buffer.
Gemeente Ermelo staat garant voor diverse leningen die op termijn geherfinancierd moeten worden. Voor een goede bedrijfsvoering is het van belang dat gemeente Ermelo garant staat voor de herfinanciering van deze leningen. Alleen vanwege zwaarwichtige redenen kan hiervan beargumenteerd worden afgeweken. Hiervan is sprake indien het daadwerkelijke risico dat de gemeente loopt aantoonbaar zodanig is dat de gemeentelijke bedrijfsvoering enkel en alleen door de borgstelling in gevaar komt.
De Groene Draad en UWOON willen huurders (en UWOON ook haar andere belanghouders) meer invloed geven op beleid en de uitvoering. De uitwerking van dit onderwerp uit het ondernemingsplan van UWOON, valt buiten de reikwijdte van deze raamovereenkomst. De wijze waarop De Groene Draad haar achterban raadpleegt, komt onderstaand (kort) aan de orde.
Deze raamovereenkomst wordt door partijen openbaar gemaakt. De Groene Draad plaatst de overeenkomst op haar website.
De Groene Draad raadpleegt haar achterban jaarlijks door het organiseren van twee bijeenkomsten: de ledenvergadering en de algemene huurdersbijeenkomst. De leden kunnen achteraf reageren op deze raamovereenkomst en hebben de mogelijkheid om vooraf in te spreken op de uit deze raamovereenkomst voortvloeiende prestatieafspraken voor 2018 en de daarop volgende jaren.
Om (meer) huurders meer te betrekken bij beleid en uitvoering, doet De Groene Draad onderzoek naar nieuwe vormen van huurdersparticipatie.
Namens gemeente Ermelo
Mr. J. van den Bosch
Wethouder
Namens de Groene Draad
De heer T. Kroon
Voorzitter
Namens UWOON
Mevrouw M.C.F. van Balen-Uijen
Directeur-bestuurder
BIJLAGE 1: Definities en begrippen
Voor de woningcorporaties is WSW feitelijk een onderlinge waarborgmaatschappij die steunt op ‘solidariteit’ binnen het borgstelsel en de zekerheidsstructuur. De solidariteit komt op diverse manieren tot uiting.
Om te voorkomen dat WSW een aanspraak krijgt op zijn borgstelling zijn er verschillende vangnetten en buffers. Om te beginnen is er de kasstroom en de vermogensbuffer van de corporatie zelf. Dan is er de saneringssteun, opgebracht door de sector en geaccordeerd door de minister. Corporaties die niet voldoen aan de kredietwaardigheidseisen van WSW komen in beginsel voor sanering in aanmerking.
Het eigen risicovermogen van WSW is daarna de eerste buffer om aanspraken op de borg op te vangen. Deze reserve kan WSW zo nodig aanvullen door het onderpand van de noodlijdende corporatie uit te winnen. De tweede buffer is de onderlinge waarborg van corporaties (het obligo). Corporaties voldoen op eerste verzoek 3,85% van hun geborgde schuldrestant aan WSW. De derde buffer bestaat uit de afspraak met Rijk en gemeenten (de ‘achtervang’) dat WSW indien nodig kan beschikken over renteloze leningen.
De achtervang van het Rijk (50%) en de gemeenten (50%) is het sluitstuk van de zekerheidsstructuur binnen het borgstelsel. Deze zekerheidsstructuur maakt het mogelijk dat corporaties met voordelige financiering sociale volkshuisvesting kunnen realiseren.
WSW neemt de betaalverplichtingen voor een lening over wanneer de corporatie (ondanks de voordelige financieringsvoorwaarden) de rente en aflossing op een door WSW geborgde lening niet meer kan betalen. Alleen als WSW deze betaalverplichting niet uit de overige buffers in de zekerheidsstructuur kan voldoen, moeten Rijk en gemeenten bijspringen. Op grond van hun rol als achtervanger moeten zij in dat geval renteloze leningen aan WSW verstrekken, en wel onder de volgende afspraken:
Het feitelijke risico van de gemeente wordt gevormd door de rente die betaald moet worden over de lening. De hoofdsom van de lening wordt volledig terugbetaald.
Het niet meer energie verbruiken, dan dat op duurzame wijze wordt opgewekt. Compensatie door bosaanplant is hierbij geen optie.
Met het convenant verplichten de gemeenten, de Veiligheidsregio’s en de woningcorporaties binnen de provincies Overijssel en Gelderland en daarnaast alle netbeheerders, de politie, het UWV en het Openbaar Ministerie zich tot een intensieve en integrale aanpak van hennepteelt.
De partners informeren elkaar bij vermoedens van hennepteelt, zodat de politie een onderzoek kan instellen. Tijdens dit onderzoek verschaffen de partners elkaar (voor zover wettelijk mogelijk) de informatie die daarbij nodig is. Bij aantreffen van een hennepkwekerij treffen alle partners de nodige maatregelen. In eerste instantie om de gevaarlijke situatie rond de hennepkwekerij te beëindigen en vervolgens om op te treden tegen de hennepkweker. Elke partner heeft op dat gebied zijn eigen mogelijkheden. Daarbij valt te denken aan afsluiting van energie, afsluiting van het pand (zowel huur als koop), het stopzetten van een uitkering, het intrekken van vergunningen het verhalen van schade en onterecht verkregen uitkeringen en het beëindigen van de huurovereenkomst Dat naast een strafrechtelijke vervolging, waarbij ook gekeken wordt naar de mogelijkheden tot ontneming van geld en luxe goederen. Al deze maatregelen samen moeten als effect hebben dat het starten van een hennepkwekerij wordt voorkomen en herhaling wordt tegengegaan.
De huren stijgen de komende jaren gematigd. De totale huursom (alle huren bij elkaar) van de sociale huurwoningen van een woningcorporatie mag de komende jaren met niet meer dan het inflatiepercentage plus 1 procent stijgen.
Aedes en de Woonbond vinden – evenals het kabinet – dat de huur meer moet worden gebaseerd op de kwaliteit van de woning. Binnen de gekozen huursombenadering kan daarom bij huurwoningen met een relatief lage huur de huur wat meer stijgen dan bij woningen die al een relatief hoge huur hebben. Er is gekozen voor twee categorieën:
Ook de huurprijzen bij nieuwe verhuringen (zogeheten ‘harmonisatie’) kunnen gematigd stijgen. De huurstijgingen bij het wisselen van huurders vallen namelijk binnen de overeengekomen stijging van de totale huursom. Huurstijgingen die het gevolg zijn van het verbeteren en verduurzamen van woningen vallen niet onder de maximale stijging van de huursom.
De gedragsaanwijzing is een ‘aanwijzing’ omtrent het gedrag van een huurder en houdt het midden tussen een lichte, niet-juridische maatregel, zoals buurtbemiddeling en een juridisch zwaar middel zoals woningontruiming. Bij een gedragsaanwijzing kunnen verboden (het is verboden luide muziek ten gehore te brengen tussen 20.00 uur en 8.00 uur) en geboden (huurder dient de tuin op te ruimen en opgeruimd te houden) inhouden. Onderscheid wordt gemaakt tussen een vrijwillige gedragsaanwijzing in de vorm van een overeenkomst en een niet-vrijwillige gedragsaanwijzing opgelegd door de rechter.
Woningen met een huur onder de liberalisatiegrens (710,68 euro in 2016) behoren tot de sociale of gereguleerde huursector.
Dit wil zeggen dat bepaalde activiteiten (al dan niet binnen een bepaald gebied of op een bepaalde plek) geen positief of negatief effect hebben op het klimaat.
Een gemeente is klimaatneutraal als de totale hoeveelheid van alle binnen de gemeente vrijkomende broeikasgassen (naast CO2-emissies door energieproductie ook emissies van andere broeikasgassen), even groot is als de vermeden emissies o.a. door de binnen de gemeente opgewekte duurzame energie. Compensatie door bosaanplant is hierbij tevens een optie.
De gemeente wil, in samenwerking met haar partners, het vangnet zijn dat nodig is. Dit betekent dat gemeente Ermelo partners wil faciliteren in het organiseren van passend wonen met de nodige ondersteuning en zorg voor deze groep. [Bron: Hoofdstuk 3.3. Woonvisie]
Niveaus toegankelijkheid sociale huursector
Er zijn verschillende niveaus van toegankelijkheid benoemd voor gelijkvloerse woningen:
Niveau 0: niet gelijkvloerse woning: de woning is alleen te bereiken door trappen te lopen of er is in de woning zelf een trap aanwezig die nodig is om één van de primaire ruimten (woonkamer, slaapkamer, badkamer en keuken) te bereiken. Deze woning is in principe niet geschikt voor iemand met beperkingen bij het lopen.
Niveau 1: Nultrapswoning: de woning heeft alle primaire voorzieningen (woonkamer, keuken, minimaal één slaapkamer, badkamer en toilet) op de begane grond van de woning. Indien de woning deel uitmaakt van een flatcomplex gaat het om een benedenwoning of is de woning per lift bereikbaar. In de woning zijn wel drempels aanwezig waardoor de woning geschikt is voor bewoners met geringe beperkingen bij het lopen of een beperkt uithoudingsvermogen (hart/long problemen) waardoor zij geen trap meer kunnen lopen.
Niveau 2: Rollator toegankelijke woning: de bewoner kan zich (eventueel met een rollator) zonder grote hindernissen in en door het woongebouw en naar de woning bewegen. De woning is geschikt voor bewoners met beperkingen bij het lopen waarbij zij soms ook lichte instabiliteitproblemen hebben. Met behulp van een rollator kunnen zij grotere afstanden overbruggen. In de woning kunnen zij lopen door te steunen.
Niveau 3: Rolstoel toegankelijk, rollator doorgankelijk: de bewoner kan zonder (grote) hindernissen met een 'standaard' rolstoel 1 in en door het woongebouw en naar de woning bewegen en kan via de voordeur met de rolstoel in de woning komen. De rolstoel is in de woning niet goed te gebruiken, een rollator is dat wel. De woning is geschikt voor bewoners met een beperkte loopafstand die eventueel in de woning gebruik maken van een rollator maar niet meer in staat zijn grotere afstanden te overbruggen of op oneffen terrein te lopen.
Niveau 4: Rolstoel doorgankelijk: de woning is bereikbaar met een 'standaard' rolstoel en is geschikt voor gebruik van deze rolstoel in de woning. De woning is geschikt voor bewoners die zich zittend moeten verplaatsen. Het gebruik van een actieve tillift is mogelijk naast het bed en bij de toiletgang.
Het aantal nieuwe verhuringen gedeeld door het aantal reagerende woningzoekenden op jaarbasis x 100%. Bij een nieuwe verhuring is de ingangsdatum van het huurcontract bepalend.
Voor elke woning is een 'streefhuur' bepaald. Dit is de kale huurprijs die een nieuwe huurder betaalt voor een woning. De grenzen van de huurtoeslagwet (passend toewijzen) zijn daarbij het uitgangspunt. De streefhuren worden jaarlijks geïndexeerd.
Tot de kwetsbare groep inwoners worden gerekend: senioren met een intensieve zorgvraag, mensen met psychische problematiek, mensen met ernstige lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking(en).
We hanteren een overlegcyclus die aan de voorwaarden in de Woningwet voldoet. In de cyclus besteden we aandacht aan de zogenaamde PDCA-cyclus. [Plan-Do-Check-Act]. We maken afspraken [Plan], we voeren ze uit [Do], we evalueren ze [Check] en we sturen eventueel bij door bijvoorbeeld nieuwe afspraken niet alleen te baseren op deze raamovereenkomst maar ook op de evaluatie van de vorige prestatieafspraken [Act]. Uiteraard is er dan ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en voortschrijdende inzichten.
De planning en bijbehorende cyclus zien er als volgt uit:
Om het totale proces goed te laten verlopen worden de volgende afspraken gemaakt:
Voorafgaande aan de actualisatie van de woonvisie laat gemeente Ermelo een gemeentelijk of regionaal woningmarktonderzoek uitvoeren; Over de kostenverdeling wordt vooraf met UWOON en, indien het om een regionaal onderzoek gaat, met andere in de regio werkzame gemeenten en woningcorporaties afspraken gemaakt.
Convenant Samenwerking 2016-2020 gemeente Ermelo en woningbouwcorporatie UWOON
Stichting UWOON, gevestigd te Harderwijk, Deventerweg 5 3843 GA Harderwijk, bij deze gelegenheid rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder <<nog in te vullen >>, deze rechtspersoon hierna te noemen UWOON
Gemeente Ermelo, gevestigd te Ermelo, Raadhuisplein 2, 3851 Ermelo, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder << nog in te vullen >>, deze rechtspersoon hierna te noemen Ermelo
Bod: Het Bod geeft conform de nieuwe woningwet, artikel 43, een overzicht van bijdragen die UWOON in Ermelo wil en kan leveren aan het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.
Buurtopwekker Een buurtopwekker is een installatie waarmee duurzame energie opgewekt wordt, waarbij er een directe relatie is tussen de opwekker en een aantal bewoners woonachtig in de buurt van de opwekker.
Artikel 1. Algemene uitgangspunten
Artikel 2. Relatie met het Bod
Artikel 3. Looptijd, monitoring en herijking
Artikel 4. Bestaande woningvoorraad van UWOON
De overige woningen van de voorraad van UWOON worden binnen een periode van 12 jaar (2x een cyclus van 6 jaar) naar gemiddeld energielabel B gebracht. (Conform het strategisch ondernemingsplan van UWOON) Alle technische maatregelen worden genomen op natuurlijke onderhoudsmomenten. Dit is met uitzondering van woningen die binnen het strategisch voorraadbeleid van UWOON op einde exploitatie staan.
UWOON en Ermelo gaan zich inspannen om daar waar mogelijk extra labelstappen te realiseren, waarbij Ermelo aanvullende middelen wil inzetten. Conform onderhoudsplanning zullen er in 2017 36 woningen naar label C gebracht worden. De in artikel 4.g genoemde pilot moet duidelijk maken hoe deze woningen naar energieneutraal gerenoveerd kunnen worden en welke bijdrage vanuit Ermelo daarbij dan nodig is.
UWOON zal in een pilot in 2016 onderzoeken of een drietal woningen naar energieneutraal gerenoveerd kan worden. Ermelo zich zal inspannen om hier een aantal woningen vanuit de particuliere sector aan toe te voegen. Ermelo zal sowieso met een contactpersoon deelnemen aan de werkgroep van deze pilot en een financiële bijdrage aan deze pilot leveren.
Artikel 6. Energiegebruik en gedrag
Artikel 9. Vernieuwde strategische visie
Artikel 10. Overige bepalingen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-165212.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.