Voorstel van het college inzake de Verordening tot wijziging van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014

 

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 25 oktober 2016,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet.

 

Besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014:

 

Artikel I

De Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 wordt gewijzigd als volgt:

 

A Artikel 1 komt te luiden:

  • -

    budgetsubsidie: subsidie van meer dan €10.000,00 , ter dekking van de aan een activiteit verbonden kosten, waarbij de hoogte van de subsidie wordt bepaald door de mate waarin de activiteit is verricht, ongeacht de daadwerkelijk gemaakte kosten;

  • -

    de-minimisverordening: verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Europese Commissie 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L352/1), verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 20132013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 352/9) en verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving ;

  • -

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

  • -

    exploitatiesubsidie: subsidie van meer dan € 10.000,00 in het exploitatietekort van de subsidiabele activiteit;

  • -

    onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    subsidieregeling: krachtens deze verordening door het college vastgestelde algemeen verbindende voorschriften;

  • -

    Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • -

    waarderingssubsidie: subsidie tot een bedrag van maximaal € 10.000,00.

 

B Artikel 6, vijfde lid, komt te luiden:

5.Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor subsidies die voldoen aan de voorwaarden van het toepasselijk steunkader.

 

C Artikel 7, tweede lid, onderdelen a en b, komen te luiden:

  • a.

    als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd en

  • b.

    de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

 

D In artikel 8, eerste lid, wordt ‘het college’ vervangen door burgemeester en wethouders.

 

E Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vernummering van de leden 2 tot en met 4 tot 3 tot en met 5 wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt:

    • 2.

      Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

      • a.

        subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

      • b.

        de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

  • 2.

    het derde lid, onderdeel g, komt te luiden:

    • g.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen

 

F Na artikel 14 wordt een nieuw artikel 14a ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 14a

Burgemeester en wethouders kunnen te betalen subsidiebedragen of voorschotten verrekenen met door de subsidieontvanger jegens de gemeente in te lossen bestuursrechtelijke geldschulden.

 

G Aan artikel 16 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

3.Bij verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere subsidieverplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

 

H Artikel 18 als volgt aan te passen:

Verslaglegging topinkomens en doelmatigheid subsidies

  • 1.

    De subsidieontvanger, waarop artikel 4.1 eerste en tweede lid van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector en artikel 4.2 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector van toepassing is zendt het college eens per jaar gegevens en de motivering zoals bedoeld in deze wet.

  • 2.

    Indien de subsidieontvanger de in het eerste lid bedoelde verplichting niet nakomt, kan het in de verleningsbeschikking genoemde subsidiebedrag bij de subsidievaststelling worden verminderd met maximaal 5 procent.

  • 3.

    De subsidieontvanger, waarop de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector van toepassing is, is verplicht om de bezoldigingsnorm zoals bepaald bij of krachtens deze wet voor een ieder bij de subsidieontvanger in acht te nemen. Indien voor een sector een hoger bezoldigingsmaximum is afgesproken tussen de sector en de minister, dan geldt dit maximum.

  • 4.

    Indien bij de subsidieontvanger een onevenredig deel van de subsidie aan het betalen van topsalarissen wordt besteed, dan motiveert het college aan de raad of zij het wenselijk vindt – op grond van doelmatigheid en doeltreffendheid – of zij het wenselijk acht de subsidierelatie in de huidige vorm en omvang te laten voortbestaan, of dat het college liever met andere partijen in zee wil gaan.

 

I Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Artikel 20, eerste lid, komt te luiden als volgt:

    • 1.

      Bij exploitatiesubsidie en budgetsubsidie dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:

      • a.

        uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

      • b.

        indien er voor de subsidieontvanger door het rijk bij wettelijk voorschrift een sectorspecifieke verantwoordingsdatum voor het aanleveren van de jaarstukken is vastgesteld, uiterlijk op deze door het rijk vastgestelde datum.

    • 2.

      de leden 2 tot en met 5 worden vernummerd tot 3 tot en met 6;

    • 3.

      na het eerste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidend:

      • 2.

        Bij subsidieregeling en in bijzondere gevallen bij het verleningsbesluit kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn stellen. Deze termijn eindigt niet eerder dan 12 weken na het betrokken boekjaar dan wel nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

    • 4.

      Het vijfde lid komt te luiden:

      • 5.

        Bij subsidieregeling kunnen andere gegevens worden verlangd.

 

J Aan artikel 25 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

3.Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijk steunkader.

 

K Artikel 26 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    Voor de tekst van artikel 26 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    • 2.

      In een subsidieregeling kan worden bepaald dat burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kunnen afwijken als daaraan vasthouden, gelet op het belang of de belangen die met deze bepalingen worden gediend, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

       

Artikel II

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 november 2016.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 november 2016.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de plv. voorzitter, mr. R. Guernaoui.

Naar boven