Voorschrift in werking stellen parkeerapparatuur

 

Artikel 1. Voorschrift in werking stellen van parkeerapparatuur

  • a.

    ter zake van het betaald parkeren geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur door gebruikmaking van elektronische betaalmiddelen zoals een bankpas met EMV-chip (PIN-pas), een creditcard, de Asserpas of door het inwerpen van Euro muntstukken van € 0,10, € 0,20, € 0,50, € 1,00 en € 2,00;

  • b.

    het saldo op de gebruikte bankpas of creditcard dient tenminste zo groot te zijn als nodig is of er dienen ten minste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur te worden geworpen als nodig zijn om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren. Bij gebruik van elektronische betaalmiddelen dient ten minste zoveel te worden afgeschreven als nodig is om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren;

  • c.

    als bij het betaald parkeren gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur die na het inwerpen van muntstukken een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht

  • d.

    het gestelde onder a. en b. is niet van toepassing als door middel van een mobiele telefoon of een ander vergelijkbaar elektronisch middel aan de betalingsverplichting wordt voldaan.

  • e.

    In afwijking van het hiervoor bepaalde kan het in werking stellen van de parkeerapparatuur tevens geschieden via het inloggen op de centrale computer als bedoeld in artikel 1, onder f. van de Parkeerverordening 2009.

  • f.

    De aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door de gebiedscode telefonisch door te geven aan het bedrijf. Tevens neemt de belastingplichtige de overige voorwaarden van het bedrijf in acht. Wanneer niet aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt de belasting geheven bij wege van voldoening op aangifte overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van artikel 6 en geldt de betalingstermijn zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 8 van de Verordening parkeerbelastingen 2015.

 

Artikel 2 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1.

    Het Voorschrift in werking stellen parkeerapparatuur als vastgesteld op 29 april 2002 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking 10 oktober 2016.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van B&W van Assen op 20 september 2016

 

M.L.J. Out, voorzitter

T.Dijkstra, secretaris

Naar boven