Gemeenteblad van Hilversum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hilversum | Gemeenteblad 2016, 159972 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hilversum | Gemeenteblad 2016, 159972 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van de Hondenbelasting 2017
De raad van de gemeente Hilversum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 20 september 2016;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van de Hondenbelasting 2017
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: de aan één lokatie gebonden ruimte(s) bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waar-van door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke lokatie als inrichting is aangemeld over-eenkomstig artikel 3.7, lid 1, van het Besluit houders van dieren.
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Indien in de loop van het belastingjaar de belastingplicht ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige bin-nen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in art. 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeen-tewet bedoelde gemeenteambtenaar verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aan-gifte.
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een ver-zoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in
de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter za- ke van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectie- velijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in
de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de be-lastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aan-slagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 5.000,-, en zolang de verschuldigde be-dragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belas-tingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslag-biljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten andere aanslagen dan die genoemd in het eerste lid, worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet, tenzij de aanslagen door automatische betalingsincasso in termijnen die deze drie maanden overschrijden mogen worden betaald.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing
en de invordering van de hondenbelasting.
Bij de invordering van deze belasting wordt géén kwijtschelding verleend, met uitzondering van de houder van de eerste hond die voldoet aan de kwijtscheldingsvereisten van de Leidraad invordering Gemeentelijke belastingen.
Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening Hondenbelasting 2016”, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-159972.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.