Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Legesverordening omgevingsvergunning 2013.

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 4 oktober 2016

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef, onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

Besluit:

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Legesverordening omgevingsvergunning 2013:

 

Artikel I

De Legesverordening omgevingsvergunning 2013 wordt gewijzigd als volgt:

A Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10 I nwerkingtreding/ bekendmaking normbladen / citeerartikel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2.

    De bekendmaking van de in onderdeel 1.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde normbladen geschiedt door ter inzagelegging

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening omgevingsvergunning 2013

     

B De tarieventabel behorende bij de Legesverordening omgevingsvergunning 2013 wordt vervangen door:

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening omgevingsvergunning 2013

Afdeling 1 Begripsomschrijvingen

Art.

Omschrijving

 

 

1.1

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt verstaan onder:

 

 

1.1.1

bouwkosten:

 

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), echter inclusief omzetbelasting of voor zover de aannemingssom ontbreekt, een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad 2699 en normblad 2580 of zoals deze normbladen laatstelijk zijn gewijzigd of vervangen inclusief omzetbelasting.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

1.1.2

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

1.2

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

1.3

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Afdeling 1A Beoordeling beginselaanvraag

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

1A

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1A.1

om beoordeling van een beginselaanvraag:

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo voor dit project zouden worden vastgesteld, met een minimum van € 116,90.

20%

20%

1A.2

voor een project waarbij niet wordt of zal worden gebouwd (onderdelen 2.4.1 tot en met 2.4.5 van de tarieventabel)

€ 115,45

€ 116,90

Afdeling 2 Omgevingsvergunning

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in afdeling 2. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

2.1

Bouwactiviteiten

 

 

2.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.1.1.1

indien de bouwkosten € 250.000,- of minder bedragen

van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00 met een minimum van €116,90

 

2,5%

2.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 250.000,- bedragen

van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van € 50,00 met een minimum van €116,90

3,68%

3,73%

 

en een maximum van

€ 2.500.000

€ 2.500.000

2.2

Aanlegactiviteiten

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 205,95

€ 208,50

2.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1:

 

 

2.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking)

€ 577,55

€ 584,75

2.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking)

€ 577,55

€ 584,75

2.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking)

1,87%

1,89%

 

van de bouwkosten als bedoeld in onderdeel 2.1.1 , met een maximum van

€ 8.000

€ 8.000

2.3.4

vervallen

 

 

2.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan)

€ 577,55

€ 584,75

2.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en het betreffende project niet tevens een bouwactiviteit omvat of zal omvatten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking)

€ 577,55

€ 584,75

2.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking)

€ 577,55

€ 584,75

2.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking)

€ 577,55    

€ 584,75

2.4.4

vervallen

 

 

2.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan)

€ 577,55  

€ 584,75

2.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.5.2

in geval van nieuwbouw

€ 567,10

€ 600,00

2.5.2.1

2.5.3

er is sprake van nieuwbouw, indien er 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag op grond van artikel 2.1, eerste lid onder d van de Wabo een omgevingsvergunning bouwactiviteit is aangevraagd of afgegeven.

in geval van bestaande bouw

€ 1.913,40

€ 1.500,00

 

vermeerderd met, indien sprake is van:

101 m² – 4999 m² bruto vloeroppervlak

per m² bruto vloeroppervlak

 

€ 1,50

 

5000 m² bruto vloeroppervlak en meer

 

€ 7.500,00

2.5.4

voor een aanvraag tot aanpassing van een verleende vergunning als bedoeld in 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo

€ 196,80

€ 199,25

2.6

Uitweg/inrit

 

 

2.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 246,65

€ 249,75

2.7

Kappen

 

 

2.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 2.87 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 36,05

€ 36,50

2.8

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.8.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.8.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze afdeling voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

Afdeling 3 Teruggaaf

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

3.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor activiteit bouwen

 

 

3.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.1 en 2.3.3 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

3.1.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan:

75%

75%

 

van de op grond van de onderdelen 2.1 en 2.3.3 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft

 

 

3.1.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van twee weken:

50%

50%

 

van de op grond van de onderdelen 2.1 en 2.3.3 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft;

 

 

3.2

Teruggaaf als gevolg van het niet-ontvankelijk verklaren van een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

 

 

3.2.1

Na het niet-ontvankelijk verklaren of buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project, dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.1 en 2.3 bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

 

3.2.2

De teruggaaf bedraagt:

80%

80%

 

van de op grond van onderdelen 2.1 en 2.3.3 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft.

 

 

3.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren dan wel ongebruikt laten van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

 

 

3.3.1

Na weigering of het ongebruikt laten van een omgevingsvergunning voor een project, dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.1 en 2.3, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

 

3.3.2

De teruggaaf bedraagt:

50%

50%

 

van de op grond van onderdelen 2.1 en 2.3.3 verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft.

 

 

3.3.3

Onderdeel 3.3.1 is van overeenkomstige toepassing wanneer artikel 2.21 van de Wabo wordt toegepast ten aanzien van een bouwactiviteit (weigering terzake van één of meer van de aangevraagde activiteiten).

 

 

3.4

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

3.4.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid, als bedoeld in onderdeel 2.5 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

3.4.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan:

75%

75%

 

van de op grond van onderdeel 2.5 verschuldigde leges

 

 

3.4.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van twee weken:

50%

50%

 

van de op grond van onderdeel 2.5 verschuldigde leges

 

 

3.5

Teruggaaf als gevolg van het niet-ontvankelijk verklaren van een aanvraag omgevingsvergunning voor in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

3.5.1

Na het niet-ontvankelijk verklaren of buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor in gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid als bedoeld in onderdeel 2.5, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

 

3.5.1.1

De teruggaaf bedraagt:

75%

75%

 

van de op grond van onderdeel 2.5 verschuldigde leges

 

 

3.6

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf, als bedoeld in de voorgaande leden, wordt ingediend later dan één kalenderjaar nadat de omstandigheid, genoemd in die leden, zich heeft voorgedaan. Deze termijn van één jaar vangt aan op de datum waarop het besluit tot buiten behandeling laten dan wel weigering van de vergunning onherroepelijk wordt. Als een verleende vergunning ongebruikt wordt gelaten en vervolgens ingetrokken, vervalt het recht op teruggaaf als één jaar is verstreken na het onherroepelijk worden van de vergunning

Afdeling 4 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Art.

Omschrijving

 

 

4.1

Een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning wordt voor de heffing van leges behandeld als een nieuwe aanvraag, met dien verstande dat enkel de bouwkosten van de te wijzigen aspecten en onderdelen in aanmerking worden genomen. De leges voor de oorspronkelijke vergunning blijven verschuldigd en worden vermeerderd met de leges verschuldigd voor de aanvraag tot wijziging van de omgevingsvergunning.

Afdeling 5 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Art.

Omschrijving

Bestaand tarief

Nieuw tarief

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

€ 192,90

€ 195,30

Afdeling 6 Vermindering

Art.

Omschrijving

 

 

6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een beginselaanvraag als bedoeld in afdeling 1A, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, en tussen de verzending van de beginseluitspraak en de ontvangst van de aanvraag omgevingsvergunning niet meer dan twaalf maanden zijn verstreken, worden de ter zake van de beoordeling van de beginselaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 2.

6.2

Indien een beginseluitspraak niet of niet binnen twaalf maanden gevolgd wordt door een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project, waarop de beginseluitspraak betrekking heeft, bestaat geen aanspraak op restitutie van de geheven leges.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017, met dien verstande dat de bepalingen welke op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

Artikel III

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 november 2016.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen

Naar boven