Gemeenteblad van Hilversum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hilversum | Gemeenteblad 2016, 136822 | Verordeningen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hilversum | Gemeenteblad 2016, 136822 | Verordeningen |
VERGOEDING EIGEN BIJDRAGE KOSTEN KINDEROPVANG HILVERSUM 2016
BELEIDSREGELS GEMEENTE HILVERSUM
Behorende bij Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen
VERGOEDING EIGEN BIJDRAGE KOSTEN KINDEROPVANG HILVERSUM 2016
Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum,
artikel 1.13 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
• het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Hilversum van 9 augustus 2016, en
• het advies van de Cliëntenraad Hilversum van 16 augustus 2016
vast te stellen de hieronder beschreven Beleidsregels Vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2016
Vastgesteld in de collegevergadering d.d. 13 september 2016
De overheid, de werkgever en de werknemer betalen mee aan de opvang van de kinderen van werkende ouder(s). Ouders ontvangen de werkgeversbijdrage en het overheidsdeel in een keer van de belastingdienst via de kinderopvangtoeslag. Ook voor doelgroepouders die kinderopvang hebben in het kader van een traject of een opleiding die leidt richting werk dan wel voor een inburgeringscursus, verzorgt de belastingdienst het werkgeversdeel via de kinderopvangtoeslag.
De tegemoetkoming die de Belastingdienst verstrekt is echter geen volledig dekkende vergoeding. Er blijft een eigen bijdrage verschuldigd. Het staat gemeenten echter vrij om de tegemoetkoming voor de doelgroepouders aan te vullen en daarbij zelf de hoogte en de daaraan verbonden voorwaarden te bepalen. Om die reden heeft het college de ‘Beleidsregels Vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2013’ vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is geweest, dat doelgroepouders volledig worden gecompenseerd voor de eigen bijdrage in aanvulling op de kinderopvangtoeslag.
Gebleken is, dat de beleidsregels niet meer actueel zijn, omdat aanpalende regelgeving is gewijzigd. Zo is de WWB inmiddels vervangen door de Participatiewet. Om die reden zijn nieuwe beleidsregels gemaakt, die een zuiver formele aanpassing betreffen. Inhoudelijk verandert er niets.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang: de door het college aan doelgroepouders te verstrekken vergoeding, bedoeld in artikel 1.13 Wko, in aanvulling op de door de Belastingdienst/Toeslagen te verstrekken kinderopvangtoeslag in de kosten van kinderopvang als bedoeld in artikel I .7, eerste lid, Wko;
In aanmerking voor een vergoeding van de eigen bijdrage kosten kinderopvang komt de ouder die in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en tot een van de volgende doelgroepen behoort:
de ouder die een uitkering ontvangt op grond van de PW, de IOAW, IOAZ of ANW en gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de PW, artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de IOAW, of artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de IOAZ, welke voorziening een noodzaak tot kinderopvang met zich meebrengt;
Artikel 3. Hoogte vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Artikel 4. Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
Een aanvraag voor een vergoeding van de eigen bijdrage kosten kinderopvang bevat:
Artikel 5. Duur en omvang van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Het college verstrekt de vergoeding voor het aantal uren kinderopvang per maand dat naar het oordeel van het college voor de ouder redelijkerwijs noodzakelijk is. Hierbij wordt rekening gehouden met de aantoonbare mogelijkheden van de aanvrager om zelf in kinderopvang te voorzien of met een passende voorziening waar de ouder redelijkerwijs gebruik van zou kunnen maken.
Artikel 8. Inhoud van de beschikking
Het besluit tot vergoeding van de eigen bijdrage kosten kinderopvang bevat in ieder geval:
Artikel 9. De bevoorschotting van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Artikel 10. Het besluit tot vaststelling van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Artikel 11. Verrekening met de voorschotten
De vergoeding wordt overeenkomsti g de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.
Artikel 12. Inlichtingenplicht
Artikel 13. Onjuiste gegevens en onvoldoende medewerking
De ouder bewaart alle bewijsstukken die aan de verstrekking van de vergoeding ten grondslag liggen tenminste gedurende vijf jaar na de vaststelling en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het college voor controledoeleinden.
Artikel 15. Gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregel betreffende, waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college.
Artikel 16. Intrekken oude beleidsregels
De Beleidsregels Vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2013 worden ingetrokken met ingang van 1 oktober 2016.
Deze beleidsregels treden in werking op 1 oktober 2016.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum 2016.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum op 13 september 2016.
De secretaris, De burgemeester,
Deze beleidsregels voorzien in beleid m.b.t. de aanvulling op de eigen bijdrage voor de kosten van kinderopvang, die in een aantal gevallen voor rekening van de ouder blijft. De rechtsgrond voor die aanvulling (tegemoetkoming) is artikel 1.13 Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen (Wko).
Wijziging beleidsregels per 1 oktober 2016
Gelet op de wijziging van een aanpalende regeling, de Participatiewet (PW), worden de ‘oude’ beleidsregels uit 2013 vervangen door nieuwe beleidsregels. Inhoudelijke wijzigingen vinden niet plaats. Tekstueel zijn de beleidsregels op onderdelen aangepast.
Begrippen die in de –bovenliggende Wko reeds zijn omschreven, zijn niet nader gedefinieerd, conform de aanbevelingen voor de regelgeving. De hier wel beschreven begrippen behoeven geen nadere toelichting.
Het recht bestaat voor de ouder die in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst en gebruik maakt van een re-integratie of inburgeringstraject, een studie volgt of parttime werkt en aanvullende bijstand ontvangt. Ook zzp’ers behoren tot de doelgroep en komen onder de gestelde voorwaarden in aanmerking voor vergoeding van de eigen bijdrage.
Voor vergoeding van de eigen bijdrage is gekozen om de ouder volledig te faciliteren om uitstroom naar werk mogelijk te maken. Wanneer een uitkeringsgerechtigde uitstroomt naar werk kan het voorkomen dat er sprake is van een armoedeval omdat de inwoner dan kan worden geconfronteerd met een eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang waardoor er feitelijk sprake is ·van een teruggang in het besteedbaar inkomen.
Onder g van dit artikel is geregeld dat het college in deze gevallen gedurende maximaal een periode van 6 maanden vergoeding verstrekt om te voorkomen dat de inwoner in ieder geval niet te maken krijgt met een inkomensachteruitgang bij werkaanvaarding. Gedurende deze overbruggingsperiode van maximaal 6 maanden heeft de inwoner de gelegenheid om te wennen aan de nieuwe situatie, zelf creatieve oplossingen te zoeken binnen het eigen sociale netwerk voor de opvang van de kinderen of een verhoging van het inkomen uit arbeid te bewerkstellingen.
Bij de berekening van het inkomen wordt uitgegaan van een inkomensgrens tot maximaal 110 % van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm. Deze norm is gedefinieerd in artikel 5 PW.
Artikel 3. Hoogte vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
In dit artikel wordt geregeld dat, met inachtneming van een maximum uurtarief, de volledige eigen bijdrage van de ouder voor de kinderopvang wordt vergoed. Hierbij wordt uitgegaan van de kinderopvangtoeslag waarop de ouder bij de Belastingdienst aanspraak kan maken. De ouder is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst.
Artikel 4. Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
De vergoeding wordt door de ouder aangevraagd bij het college. Het moet dan gaan om het college van de gemeente waar de ouder woont. Omdat een vergoeding voor de duur van een berekeningsjaar wordt verstrekt moet deze elk jaar opnieuw worden aangevraagd. Een verhoging van de vergoeding in verband met een verhoging van het aantal uren of dagdelen kinderopvang, moet ook worden aangevraagd. Een verlaging van de vergoeding in verband een vermindering van de omvang van de kinderopvang hoeft niet te worden aangevraagd. In artikel 11 van deze beleidsregel is de verplichting geregeld dat de ouder hiervan wel onmiddellijk mededeling moet doen aan het college.
Onderdeel d van het eerste lid bepaalt dat bij de aanvraag een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen moet worden gevoegd. Dit betekent dat de aanvraag voor een vergoeding pas bij de gemeente kan worden ingediend als de ouder over een offerte of contract beschikt. Op basis van de offerte of het contract kan de gemeente de hoogte van de vergoeding vaststellen.
Het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen, moet ingeschreven staan in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Onderdeel e van het eerste lid bepaalt dat bij de aanvraag gegevens of een verwijzing naar gegevens wordt gevoegd waaruit blijkt dat de ouder behoort tot een gemeentelijke doelgroep.
Artikel 5. Duur en omvang van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Lid 1: De vergoeding wordt in principe voor een geheel kalenderjaar verstrekt of voor het
resterende deel van het kalenderjaar. Voor aanvragen die in de loop van een jaar worden toegekend, geldt dat de vergoeding wordt verstrekt tot 31 december van het betreffende jaar. Wil de ouder voor verlenging van deze periode in aanmerking komen dan zal ieder jaar opnieuw een aanvraag moeten worden ingediend bij de gemeente. Terugwerkende kracht is niet mogelijk.
Lid 2: De vergoeding voor ouders die door werkaanvaarding geheel uitstromen naar werk wordt voor maximaal zes maanden verstrekt. In deze periode kan de ouder wennen aan de nieuwe situatie, een hoger inkomen bewerkstelligen of andere manieren zoeken voor kinderopvang.
Lid 3: Het college kan de vergoeding voor een andere periode vaststellen. Dit kan het geval zijn
wanneer de inwoner voor een bepaalde periode recht heeft op de tegemoetkoming, hiervan kan sprake zijn wanneer aanvrager een re-integratie- of inburgeringstraject volgt voor een bepaalde, meestal vastgestelde periode.
De termijn waarbinnen het college een besluit moet nemen over de aanvraag van een vergoeding geldt voor alle aanvragen voor een bijdrage. Deze termijn geldt niet alleen voor nieuwe aanvragen, maar ook voor vervolgaanvragen en voor aanvragen voor een hogere vergoeding in verband met uitbreiding van de omvang van de kinderopvang. In deze beleidsregel is de beslistermijn ten hoogste acht weken, die eventueel met vier weken verlengd kan worden.
Dit artikel spreekt voor zich .
Artikel 8. Inhoud van de beschikking
In dit artikel is geregeld wat in het besluit moet staan. Omdat de vergoeding voor een bepaalde tijd wordt verstrekt dient in het besluit deze termijn te worden vermeld. Dat geeft duidelijkheid voor de inwoner, want deze zal op tijd zijn kinderopvangovereenkomst met het kinderopvangcentrum of gastouderbureau moeten beëindigen om onnodige kosten te voorkomen. Ook dient te worden aangeven hoeveel uren of dagdelen kinderopvang door de gemeente worden vergoed.
Artikel 9. De bevoorschotting van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
De vergoeding wordt uitbetaald in de vorm van maandelijkse voorschotten. Dit betekent dat het totale bedrag van de vergoeding waarop de aanvrager recht heeft, wordt gedeeld in twaalf gelijke delen (indien de aanvraag het gehele berekeningsjaar betreft).
Het tweede lid geeft het college de bevoegdheid om nadere voorschriften te stellen over de wijze van bevoorschotting van de vergoeding. Wanneer er twijfels bestaan of een ouder daadwerkelijk gebruik zal maken van kinderopvang, kan het college bepalen dat er alleen een voorschot wordt betaald op basis van een factuur van het kindercentrum of gastouderbureau.
Artikel 9. De bevoorschotting van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 10. Het besluit tot vaststelling van de vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 11. Verrekening met de voorschotten
Dit artikel regelt de uitbetaling door het college van het nog te betalen deel van de vergoeding.
Als de gemeente een ouder een hoger bedrag heeft uitgekeerd dan waarop deze recht heeft, kan het college het te veel betaalde bedrag terugvorderen.
Artikel 12. Inlichtingenplicht
In dit artikel wordt de inlichtingenplicht beschreven. Dit zijn de gebruikelijke verplichtingen. In het geval dat de inwoner zich hier niet aan houdt, trekt het college het besluit in of wijzigt het. Eventueel te veel betaalde vergoeding wordt teruggevorderd.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-136822.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.