Gemeente Leidschendam-Voorburg - Stimuleringsregeling duurzame maatregelen duurzaamheidsagenda 2016-2020

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg,

gezien het voorstel van het college van d.d. 6 juni 2016 (1589742 / 1604617)

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit:

vast te stellen de “Stimuleringsregeling duurzame maatregelen duurzaamheidsagenda 2016-2020”

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • b.

    Schone energie: energie opgewekt uit schone energiebronnen zoals zon, water, wind en warmte afkomstig uit de warmte van lucht en/of (bodem)water.

  • c.

    Duurzame maatregel: een duurzame energie-installatie of een energiebesparende maatregel.

  • d.

    Duurzame energie-installatie: een installatie of een voorziening/apparaat die zijn energie opwekt uit een schone energiebron of duurzaam gebruik van energie bevorderd: PV-cellen of warmtepomp.

  • e.

    Energiebesparende Maatregel: een verandering/aanpassing aan een woning of complex die het energieverbruik reduceert. Hieronder wordt in deze regeling verstaan het aanbrengen van: HR++ glas, energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen, vloer-, bodem-, (spouw) muur-, gevel- of dakisolatie.

  • f.

    PV-cellen: een installatie in de vorm van zonnepanelen voor het opwekken van elektriciteit, afkomstig uit een schone energiebron.

  • g.

    HR++ glas: glas met een hoog rendement, volgens een isolatiewaarde (U-waarde). Het is dubbelglas met in de spouw een edelgas en een coating. Onder HR++ glas wordt niet verstaan de overige glassoorten zoals: enkel glas, voorzetraam, gewoon dubbel (HR) glas, HR+ glas én het bijbehorende frame/kozijn.

  • h.

    Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd woongezicht of vergelijkbare woningen: speciaal energiezuinig glas voor monumenten of woningen in beschermd dorpsgezicht of woningen die vergelijkbaar zijn met monumenten of woningen in beschermd dorpsgezicht.

  • i.

    Vloerisolatie: materiaal ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de vloer van een woning of appartementencomplex.

  • j.

    Bodemisolatie: materiaal op de bodem ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de vloer van een woning of appartementencomplex.

  • k.

    Muur- of gevelisolatie: isolatiemateriaal aan buitenkant of binnenkant van de muur ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de buitenmuur van een woning of appartementencomplex.

  • l.

    Spouwmuurisolatie: materiaal ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de buitenmuur van een woning of appartementencomplex.

  • m.

    Dakisolatie: materiaal ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van het dak van een woning of appartementencomplex.

  • n.

    Groendaken: een vegetatie dak.

  • o.

    Woning: een, volgens het bestemmingsplan vastgesteld, voor bewoning bestemd gebouw. De woning moet kadastraal bekend zijn bij de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • p.

    Bijgebouw: dakkapel, serre, garage verbonden aan de bestaande woning.

  • q.

    Appartementencomplex: een verzameling van meerdere bij elkaar behorende woningen.

  • r.

    VVE: vereniging waarvan een woning- of appartementeigenaar van rechtswege lid is. De Vereniging van Eigenaren is verantwoordelijk voor en heeft zeggenschap over (gemeenschappelijke delen van) het gebouw en de bijbehorende grond.

  • s.

    Particulier verhuurder: de natuurlijke persoon die één of meer woningen voor permanente bewoning verhuurt.

  • t.

    Offerte: een kopie van een door een erkend installatie- of aannemersbedrijf opgestelde offerte.

  • u.

    Factuur: een kopie van een door een erkend installatie- of aannemersbedrijf opgestelde rekening van de duurzame maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • v.

    Betalingsbewijs: een kopie van een bankafschrift dat aantoont dat de betaling is overgemaakt aan het bedrijf dat de DE-voorziening geïnstalleerd heeft.

  • w.

    Energielabel van de woning: Een energielabel is een maatstaf om te zien hoe energiezuinig de woning is.

  • x.

    Warmtepomp: een systeem dat een woning voorziet van verwarming, warm water en sommige systemen ook koeling. Bodemwater of buitenlucht zorgt voor de verwarming of juist koeling.

  • y.

    Microwarmtekrachtkoppeling (microwkk): een nieuw type cv-ketel die naast warmte ook elektriciteit opwekt.

  • z.

    Buurt: woningen in de nabijheid van de woning conform wijkatlas (zie bijlage 2).

 

Artikel 2 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt halfjaarlijks een subsidieplafond vast voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Het college verdeelt het maximale subsidiebedrag genoemd in het eerste lid op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meerdere aanvragen zijn binnengekomen, dan wordt door een notaris geloot om de aanvragen van die dag in volgorde van afhandeling te zetten.

  • 3.

    Het college maakt de wijze van verdeling van de beschikbare bedragen van tevoren bekend bij de bekendmaking van de subsidieplafonds.

 

Artikel 3 Aanvrager voor subsidie

Het college kan subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie van een of meer duurzame maatregelen aan:

  • a.

    een particuliere eigenaar van een woning, waaronder ook begrepen de individuele woningeigenaar binnen een VVE voor het deel dat niet gezamenlijk is en waarvan hij volgens de splitsingsakte eigenaar is;

  • b.

    een Vereniging van Eigenaren (VVE), of diegene die gemachtigd is namens de VVE; of

  • c.

    een particuliere verhuurder die eigenaar is van meergezinswoningen, niet zijnde een woningcorporatie, zorginstelling of stichting.

 

Artikel 4 Subsidiebedrag

Subsidie voor zonnepanelen bedraagt 10% van de totale kosten en uitvoering en 15% bij meer dan 2 woningen in de buurt die gelijktijdig zonnepanelen laten plaatsen tot een maximum van €2500,- per woning.

Subsidie voor de overige duurzame maatregelen bedraagt 20% van de totale kosten en 25% bij meer dan 2 woningen in de buurt die een duurzame maatregel gelijktijdig uitvoeren tot een maximum van €2500,- per woning.

Voor een groendak bedraagt de subsidie 25% van de totale kosten en 30% bij meer dan 2 woningen in de buurt die gelijktijdig een groen dak aanleggen, tot een maximum van € 2500,- per woning. Het maximale subsidiebedrag per Vereniging van Eigenaren is €25.000,-.

 

Artikel 5 Algemene voorwaarden

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt slechts verstrekt indien de voorziening een van de volgende duurzame maatregelen betreft en als deze voorziening voldoet aan de voorwaarden genoemd in tabel 1, zie bijlage.

    • a.

      PV-cellen;

    • b.

      HR++ glas;

    • c.

      Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen;

    • d.

      Vloerisolatie;

    • e.

      Bodemisolatie;

    • f.

      Spouwmuurisolatie;

    • g.

      Muur- of gevelisolatie;

    • h.

      Dakisolatie;

    • i.

      Groendaken;

    • j.

      Micro-warmtekrachtkoppeling (micro-WKK)

  • 2.

    Subsidie voor een energiebesparende maatregel die niet voldoet aan de oppervlakte specificaties van tabel 1 kan niettemin worden verstrekt, indien deze subsidie tegelijkertijd wordt aangevraagd met subsidie voor een voorziening in dezelfde woning die wel voldoet aan de specificaties van tabel 1.

  • 3.

    Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien:

    • a.

      de energiebesparende maatregel nog niet is geplaatst op het moment dat de aanvraag voor subsidieverlening wordt gedaan;

    • b.

      de energiebesparende maatregel in bestaande bouw wordt geplaatst; deze voorwaarde is niet van toepassing als het een energiebesparende maatregel betreft die in of op een nieuwbouw bijgebouw geplaatst is; deze voorwaarde is eveneens niet van toepassing als het PV-panelen of een groendak betreft.

    • c.

      de energiebesparende maatregel leidt tot een vermindering van het energieverbruik én tot een verbetering van de bestaande woning of appartementencomplex;

    • d.

      het totaal geïnvesteerde bedrag, waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt, minimaal het bedrag van € 1000,- is;

    • e.

      de energiebesparende maatregel wordt geleverd en geplaatst door een daartoe gespecialiseerd bedrijf; Voor PV-cellen wordt aan deze voorwaarde ook voldaan, indien de aanvrager de installatie zelf aanlegt, mits de aansluiting van de PV-cellen op het elektriciteitsnet van de woning of het appartement uitgevoerd en gecontroleerd wordt door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Voor een groendak wordt aan deze voorwaarde ook voldaan, indien de aanvrager dit zelf plaatst.

    • f.

      de aanleg of installatie van de energiebesparende maatregel uitgevoerd is conform de, op het moment van aanleg, geldende (bouw)regelgeving, geldende normen, beleid of overige wet- en regelgeving;

    • g.

      voor de voorziening niet eerder subsidie is verstrekt of een subsidieregeling bestaat bij een ander bestuursorgaan;

    • h.

      het subsidieplafond nog niet bereikt is.

 

Artikel 6 Bijzondere voorwaarden

  • 1.

    Woningeigenaren met woningen met bouwjaar vóór 1995 (*) kunnen subsidie aanvragen voor alle duurzame energievoorzieningen. Woningeigenaren met woningen met bouwjaar na 1995 kunnen alleen subsidie aanvragen voor zonnepanelen en groendaken. Woningen van na 1995 worden verondersteld al goed geïsoleerd te zijn. (*) Woningen met bouwjaar tussen 1950 en 1980 zullen nadrukkelijk gewezen worden op het concept “nul op de meter” en de mogelijkheden binnen dit concept.

  • 2.

    Woningen met bouwjaar tussen 1950 en 1980 zullen nadrukkelijk gewezen worden op het concept “nul op de meter” en de mogelijkheden binnen dit concept.

  • 3.

    Vloer-, bodem-, dak-, muur-, gevel- en spouwmuurisolatie moet worden aangebracht door een erkend bedrijf.

  • 4.

    PV-cellen dienen nagelvast bevestigd te worden op of aan de woning en/of bijgebouw.

  • 5.

    Voor HR++glas en monumentaal energiezuinig glas moet duidelijk het aantal m2 gespecificeerd worden op de offerte en de factuur.

  • 6.

    Op de offerte dient een duidelijke beschrijving te worden beschreven van de duurzame maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 7.

    De factuur is voorzien van het bedrag en het type duurzame maatregel en een datum waarop de duurzame maatregel is geplaatst. In de factuur moet een specifiek onderscheid zijn gemaakt tussen de verschillende kostenposten. Bij géén of onvoldoende onderscheid tussen kozijnen en HR++ glas wordt uitgegaan van € 85,- per m2 voor HR++ glas [berekend].

  • 8.

    Het bankafschrift moet voorzien zijn van de originele datum, naam en/of nummer van de aanvrager. De overige gegevens die niet van belang zijn voor de behandeling van deze aanvraag kunnen onzichtbaar gemaakt worden. Bij contante betaling geldt als betalingsbewijs een kopie van de bon.

 

Artikel 7 Aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidieverlening wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidieverlening voor duurzame maatregelen.

  • 2.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

    • a.

      een offerte van de energiebesparende maatregel van een daartoe gespecialiseerd bedrijf;

    • b.

      een kopie van een voorlopig energielabel van de woning, met uitzondering van aanvragen voor alleen een groen dak.

  • 3.

    Indien de aanvrager een individuele woningeigenaar is binnen een VVE voor een deel dat niet gezamenlijk is:

    • a.

      een kopie van een splitsingsakte waarin de juiste passage wordt gearceerd en een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VvE goedkeuring verleent voor de voorgenomen installatie/aanleg.

  • 4.

    Indien de aanvraag is ingediend door een VVE bevat de aanvraag ook:

    • a.

      een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VvE goedkeuring verleend aan de voorgenomen installatie van de energiebesparende maatregel.

 

Artikel 8 Behandeling aanvraag en beslistermijn subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidieverlening wordt pas in behandeling genomen als deze aan alle gestelde vereisten voldoet.

  • 2.

    Volledige aanvragen worden in volgorde van binnenkomst geregistreerd en in behandeling genomen.

  • 3.

    Het college bevestigt direct schriftelijk de ontvangst van de aanvraag.

  • 4.

    Indien een aanvraag niet voldoet aan alle gestelde vereisten, wordt de aanvrager binnen drie weken na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen. Indien de gevraagde gegevens en bescheiden voldoende zijn om de aanvraag te beoordelen, wordt de aanvraag alsnog als een volledige aanvraag aangemerkt en als zodanig geregistreerd. Het college stelt de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Als datum van registratie geldt de datum waarop het college de aanvullende gegevens en bescheiden heeft ontvangen.

  • 5.

    Indien de aanvraag niet binnen de door het college gestelde termijn als bedoeld in het vierde lid wordt aangevuld, besluit het college de aanvraag niet verder te behandelen, tenzij de aanvrager een gemotiveerd verzoek om verlenging van de gestelde termijn heeft gedaan. Indien het college het verzoek om verlenging toewijst, geeft het college aan de aanvrager een laatste nieuwe termijn om de aanvraag aan te vullen.

  • 6.

    Het college beslist binnen acht weken op een volledige aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verdagen.

 

Artikel 9 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen een termijn van 20 weken na de subsidieverlening dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidievaststelling wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidievaststelling voor energiebesparende maatregelen.

  • 3.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

    • a.

      een kopie van een gespecificeerde factuur; en

    • b.

      een kopie van het betalingsbewijs; en

    • c.

      een kopie van een gecertificeerd certificaat met het energielabel van de woning, met uitzondering van een aanvraag voor alleen een groen dak;

    • d.

      voor groene daken ook vergezeld van: een foto van het aangelegde groendak.

  • 4.

    Indien voor de aanleg en installatie van een duurzame maatregel een omgevingsvergunning (voorheen: bouw- of monumentenvergunning) is vereist, dient de aanvrager, in afwijking van het eerste lid, binnen een termijn van 24 weken na de verlening van de omgevingsvergunning een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

 

Artikel 10 Beslistermijn subsidievaststelling en uitbetaling

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag om subsidievaststelling. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste twee weken verdagen.

  • 2.

    Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na subsidievaststelling uitbetaald door overmaking van het bedrag op het bankrekeningnummer van de aanvrager. Als bankrekeningnummer van een VVE of van een verhuurder van meergezinswoningen wordt aangemerkt het bankrekeningnummer zoals dat is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.

 

Artikel 11 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd, indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 en 6;

  • b.

    een eventuele benodigde omgevingsvergunning (bouw- of monumentenvergunning) is geweigerd;

  • c.

    een bewoner/eigenaar van een woning of appartementencomplex een subsidie aanvraagt die door de gemeente Leidschendam-Voorburg al verstrekt is aan een andere partij (bijvoorbeeld een VVE);

  • d.

    en voor zover bij energiebesparende maatregelen het maximum van € 2500,- per woning of appartement bij verlening wordt overschreden, in het geval dat de gemeente voor die woning of het appartement al eerder een subsidie voor een of meer DE-voorzieningen heeft verstrekt;

  • e.

    en voor zover het subsidieplafond bij verlening wordt overschreden;

  • f.

    er gegronde vrees bestaat dat de aanvrager de voorgenomen voorziening niet, of niet naar behoren heeft gerealiseerd;

  • g.

    er bij hetzelfde of ander bestuursorgaan een subsidieregeling bestaat voor dezelfde duurzame maatregel.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot kennelijk onredelijke situaties.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Stimuleringsregeling duurzame maatregelen duurzaamheidsagenda 2016-2020.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de

gemeente Leidschendam-Voorburg van d.d. 5 juli 2016.

de griffier, de voorzitter,

mr. G.A. van Egmond, drs. J.W. van der Sluijs

Bijlage ( 1) Tabel 1: Samenvatting Duurzame maatregelen inclusief specificaties

 

Tabel 1: Samenvatting Duurzame maatregelen inclusief specificaties

 

Duurzame maatregelen

Specificaties

PV-cellen

Minimaal oppervlak 6 m2

HR++ glas

 

Minimaal oppervlak 5 m2 U-waarde (warmtegeleiding) ten hoogste 1,2 W/m2 K Plaatsing conform NPR 3577[1] Woningen van vóór 1995 Minimaal type HR++ glas met ventilatie[2]

Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen

Minimaal oppervlak 5 m2 Woningen van voor 1995 U-waarde (warmtegeleiding) minder dan 3,5 W/m2 K

Vloerisolatie

 

Minimaal oppervlak 10 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 3,5 m2K/W

Bodemisolatie

 

Minimaal oppervlak 20 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 3,5 m2K/W

Spouwmuurisolatie

 

Minimaal oppervlak 10 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 1,7 m2K/W

Muur-of gevelisolatie

 

Minimaal oppervlak 10 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 3 m2 K/W

Dakisolatie

 

Minimaal oppervlak 35 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 2,5 m2 K/W

Groendaken

     

Minimaal oppervlak 5 m2 Minimaal de volgende lagen: ·Gifstoffenvrije laag dakbedekking; ·Wortelwerende laag; · Drainagelaag; · Filtervlies; ·Substraatlaag en ·Vegetatielaag (zoals grassen[3], vetplanten, mossen en kruiden). De helling van het dak is niet meer dan 45°. Bij een hellingshoek tussen de 35° en 45° moeten maatregelen getroffen zijn tegen het wegglijden en uitdrogen van de groene daklaag.

Micro-wkk

Geen

 

[1] Indien de toepassing van de richtlijn niet fysiek mogelijk is kan vrijstelling verleend worden van deze richtlijn.

[2] Minimaal ventilatiemogelijkheid.

[3] Niet bedoeld een grasdak alleen.

 

Bijlage 2 Wijk- en buurtindeling

 

 

 

 

 

Naar boven