Nadere regels verstrekking subsidies raadgevend referendum 30 november 2016

De referendumcommissie van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de griffier van de gemeente Rotterdam van 16 augustus 2016, kenmerk 16gr791;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, artikel 29 van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2014 en artikel 3 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende, dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen in verband met het instellen van een subsidieplafond en procedurele aspecten ter uitvoering van de subsidiering van activiteiten die tot doel hebben het publieke debat te bevorderen over het referendum over de Woonvisie in Rotterdam op 30 november 2016;

besluit vast te stellen:

 

Nadere regels verstrekking subsidies raadgevend referendum 30 november 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

 

a. Instellingen:

een collectief van minimaal 10 kiesgerechtigde inwoners uit Rotterdam, rechtspersonen zonder winstoogmerk die gevestigd zijn in Rotterdam, niet zijnde een politieke partij of een kennelijk daaraan gelieerde organisatie.

 

b. Commissie:

referendumcommissie als bedoeld in artikel 26 van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2014.

 

c. Het referendum:

raadgevend referendum als bedoeld in artikel 1 van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2014 op 30 november 2016.

Artikel 2 Toepassingsgebied nadere regels

Deze nadere regels zijn van toepassing op aanvragen voor eenmalige subsidies voor activiteiten die in Rotterdam worden uitgevoerd en die tot doel hebben het publieke debat over de Woonvisie te bevorderen. Deze Woonvisie is onderwerp van een referendum op 30 november 2016.

Artikel 3 Het doel van de subsidie

De commissie kan instellingen subsidies verstrekken voor activiteiten die voor de datum van het referendum worden uitgevoerd in Rotterdam en die tot doel hebben:

  • a.

    kiesgerechtigden te laten stemmen vóór de door de Raad op 25 augustus 2016 vastgestelde vraag die tijdens het referendum wordt voorgelegd;

  • a.

    kiesgerechtigden te laten stemmen tegen de door de Raad op 25 augustus 2016 vastgestelde vraag die tijdens het referendum wordt voorgelegd;

  • b.

    het debat over de tijdens het referendum voorliggende vraag op neutrale wijze te bevorderen.

Artikel 4 Kring van aanvraaggerechtigden

Een aanvraag om subsidie kan worden gedaan door een instelling.

Artikel 5 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt ten minste € 250 en ten hoogste € 10.000 per instelling.

Artikel 6 Subsidievereisten

Subsidie wordt verstrekt als in ieder geval aan de volgende eisen is voldaan:

  • a.

    de activiteiten worden uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam en zijn gericht op haar inwoners;

  • b.

    de activiteiten hebben tot doel het publieke debat over de vraagstelling die betrekking heeft op de Woonvisie te bevorderen;

  • c.

    uit de aanvraag blijkt duidelijk dat de activiteiten betrekking hebben op de categorie vóór, de categorie tegen of de categorie neutraal (zoals opgenomen in artikel 3);

  • d.

    voor de uitvoering van het initiatief is sprake van een vrijwillige inzet en/of een bijdrage in natura door de aanvrager;

  • e.

    de activiteiten moeten worden uitgevoerd voordat op 30 november 2016 de stemming eindigt.

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeling van het budget

  • 1.

    Het totale subsidieplafond voor activiteiten ten behoeve van het referendum op 30 november 2016 bedraagt € 150.000. Dit bedrag wordt onderverdeeld in de volgende deelplafonds:

    • a.

      € 50.000 voor aanvragers die activiteiten willen uitvoeren die tot doel hebben kiesgerechtigden te laten stemmen vóór de door de Raad op 25 augustus 2016 vastgestelde vraag;

    • b.

      € 50.000 voor aanvragers die activiteiten willen uitvoeren die tot doel hebben kiesgerechtigden te laten stemmen tegen de door de Raad op 25 augustus 2016 vastgestelde vraag;

    • c.

      € 50.000 voor aanvragers die activiteiten willen uitvoeren die tot doel hebben het debat over de tijdens het referendum voorliggende vraag op neutrale wijze te bevorderen.

  • 2.

    De Commissie beoordeelt subsidieaanvragen die compleet zijn in de zin van artikel 9 en 10 en die voldoen aan de in artikel 6 genoemde subsidievereisten, aan de hand van onderstaande toetsingscriteria. Die beoordeling leidt tot een rangorde op basis van het behaalde aantal punten, te beginnen met het hoogste aantal punten. De aanvragen die in rangorde bovenaan staan komen als eerste in aanmerking voor subsidie voor zover het (deel)plafond door de subsidieverstrekking niet wordt overschreden.

     

    Toetsingscriteria

    punten

    normering

    1

    Inhoudelijke onderbouwing

     

    Max 40

    1.1

    Het plan draagt bij aan het bevorderen van het debat

    0–10

     

    1.2

    Het plan is voorzien van een kwalitatief goede onderbouwing

    0–10

     

    1.3

    De activiteiten zijn helder beschreven

    0–5

     

    1.4

    De mate waarin de kiesgerechtigden worden bereikt met de boodschap

    0–10

     

    1.5

    Het publieksbereik, de mate waarin verschillende doelgroepen worden bereikt

    0–5

     

    2

    Financiële onderbouwing

     

    Max 15

    2.1

    De kosten staan in verhouding tot de nagestreefde doelen

    0–10

     

    2.2

    De mate waarin de aanvrager zelf financieel dan wel anderszins bijdraagt aan de activiteit

    0–5

     

    3

    Haalbaarheid

     

    Max 15

    3.1

    Is de projectplanning realistisch en haalbaar

    0–10

     

    3.2

    Staan de aanvrager voldoende (niet-financiële) middelen ter beschikking

    0–5

     

  • 3.

    Als aan meerdere subsidieaanvragen hetzelfde aantal punten is toegekend, waarbij honorering van al deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van een (deel)plafond, wordt de onderlinge rangorde tussen die subsidieaanvragen vastgesteld door middel van loting door een notaris.

  • 4.

    Wanneer door de verstrekking van een subsidie een deelplafond zou worden overschreden, worden zowel de aanvraag voor die subsidie als de daarop in de rangorde volgende aanvragen die betrekking hebben op dat deelplafond, afgewezen.

  • 5.

    Als nadat op de subsidieaanvragen is besloten blijkt dat het deelplafond neutraal, als bedoeld in het eerste lid onder c, een bedrag van ten minste € 500 resteert, kan de commissie bepalen dat dit bedrag evenredig wordt verdeeld onder de deelplafonds voor en tegen, voor zover in die andere deelplafonds ingediende subsidieaanvragen anders zouden moeten worden afgewezen vanwege uitputting van het voor dat deelplafond beschikbare budget.

Artikel 8 Termijn indienen aanvraag

De termijn om een aanvraag om subsidie in te dienen loopt van 26 augustus 2016 om 13.00 uur tot en met 1  september 2016 om 23.59 uur.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager bedoeld in artikel 4 mag per referendum niet meer dan één aanvraag indienen voor een activiteit of activiteiten die tot doel hebben het publieke debat over het onderwerp van het referendum te bevorderen.

  • 2.

    De aanvraag kan een of meerdere activiteiten betreffen, met dien verstande dat alle activiteiten betrekking moeten hebben op dezelfde categorie als bedoeld in artikel 6, eerste lid sub c.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend door middel van een door de commissie vastgesteld en door de instelling rechtsgeldig ondertekend aanvraagformulier en bevat ten minste:

    • a.

      een plan, met daarin een omschrijving van de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en waaruit blijkt dat aan de in artikel 6 genoemde subsidievereisten wordt voldaan;

    • b.

      een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, een bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie;

    • c.

      een gespecificeerde begroting, die inzicht geeft in de geraamde inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • d.

      een tijdsplanning, waaruit blijkt dat de activiteit of activiteiten worden uitgevoerd voordat de stemming op de dag van stemming eindigt.

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie van een collectief van inwoners gaat gepaard met handtekeningen en naam, adres en woonplaats-gegevens van minimaal 10 kiesgerechtigde inwoners van de gemeente Rotterdam, zijnde de initiatiefnemers van de aangevraagde activiteit(en).

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie van een rechtspersoon gaat gepaard met een uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, waaruit (onder meer) moet blijken dat de rechtspersoon is gevestigd in de gemeente Rotterdam.

  • 6.

    Een subsidie wordt alleen uitbetaald aan een rechtspersoon.

Artikel 10 Aanvullen onvolledige aanvraag

Indien een aanvraag om subsidie onvolledig is, wordt de aanvrager een termijn van vijf werkdagen verleend om de aanvraag aan te vullen. Deze termijn gaat in op de eerste werkdag na verzending van het verzoek om aanvulling.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen in aanmerking de kosten die redelijkerwijs direct verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit of activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

  • 2.

    De subsidiabele kosten worden door de aanvrager berekend op een voor de commissie inzichtelijke en controleerbare wijze.

  • 3.

    Loonkosten of kosten voor eigen arbeid komen in beginsel niet in aanmerking voor subsidie.

  • 4.

    Voor de kosten van vrijwilligers komen enkel de redelijkerwijs noodzakelijke en daadwerkelijk gemaakte onkosten in aanmerking voor subsidie.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Een subsidieaanvraag wordt, naast de in de Algemene wet bestuursrecht en de SvR2014 genoemde gronden, afgewezen indien:

  • a.

    de subsidieaanvraag niet voldoet aan deze nadere regels;

  • b.

    door de verstrekking van een subsidie een subsidie(deel)plafond zou worden overschreden;

  • c.

    de gevraagde subsidie en de overige middelen in geen verhouding staan tot de uit te voeren activiteiten;

  • d.

    gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de te subsidiëren activiteit of activiteiten in strijd komt of komen met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

Artikel 13 Beslissing op aanvraag

De commissie beslist uiterlijk op de complete aanvragen binnen drie weken na het verstrijken van de indieningstermijn.

Artikel 14 Verplichtingen voor de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger is in ieder geval verplicht:

    • a.

      de activiteit of activiteiten uit te voeren overeenkomstig de omschrijving van de activiteit of activiteiten die in de beschikking tot subsidieverstrekking is gegeven;

    • b.

      in alle berichtgevingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten te vermelden dat een bijdrage is verkregen in het kader van deze subsidieregeling.

  • 2.

    De commissie kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie of die betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit of activiteiten wordt of worden verricht.

Artikel 15 Verantwoording

  • 1.

    Subsidie wordt verleend en achteraf vastgesteld.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient een aanvraag tot vaststelling in, waarbij in ieder geval wordt aangetoond dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk zijn verricht en waarin verantwoording wordt afgelegd over de gemaakte kosten.

  • 3.

    De aanvraag om vaststelling wordt ingediend door middel van een door de commissie vastgesteld formulier.

Artikel 16 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze nadere regels worden op 26 augustus 2016 geplaatst in het gemeenteblad en treden direct na bekendmaking in werking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels verstrekking subsidies raadgevend referendum 30 november 2016.

 

Aldus vastgesteld op 25 augustus 2016.

De referendumcommissie,

De griffier,

A.C. de Bondt, plv.

De voorzitter,

S.J. Stuiveling

Toelichting

Algemeen

De Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2014 geeft procedurele regels over de wijze waarop een referendum in Rotterdam wordt gevoerd. Ter bevordering van het publieke debat over het onderwerp van het referendum kunnen er in dat kader subsidies worden verstrekt. Om de onafhankelijkheid te borgen worden de subsidies verstrekt door de referendumcommissie. Ten behoeve van procedurele aspecten en het vaststellen van het subsidieplafond heeft de commissie nadere regels vastgesteld. Dit vormt de wettelijke grondslag van subsidiering en hierdoor is vooraf duidelijk voor de aanvrager waar een subsidieaanvraag aan moet voldoen.

De wettelijke basis hiervoor is artikel 29 van de genoemde verordening, waarin bepaald is dat de commissie het door de raad vastgestelde budget verdeelt.

 

Op deze subsidieregeling is naast de Algemene wet bestuursrecht tevens de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (hierna: SVR2014) aanvullend van toepassing met dien verstande dat voor het college de commissie moet worden gelezen. Deze nadere regels zijn van toepassing om de specifieke subsidiering van activiteiten die het publieke debat over het onderwerp van het referendum te stimuleren. In die gevallen waar de nadere regels niets regelen geldt de SVR2014.

 

Uitgangspunten bij de subsidieverlening.

 

De referendumcommissie heeft bij het opstellen van deze regeling de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Het beschikbare totale plafond moet evenwichtig worden verdeeld over activiteiten die tot doel hebben om kiezers voor of tegen het aan het referendum onderworpen voorstel te laten stemmen en activiteiten die tot doel hebben het debat op neutrale wijze te bevorderen. Bij deze laatste activiteit kan worden gedacht aan een bijeenkomst waarin voor- en tegenstanders met elkaar in debat gaan.

  • De aanvragen worden beoordeeld op basis van te voren vastgelegde criteria.

  • De activiteiten moeten worden uitgevoerd voordat op de dag waarop het referendum wordt gehouden de stemming sluit.

  • Per aanvrager (instelling) mag slechts éénmaal subsidie worden aangevraagd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel worden de begripsbepalingen vastgelegd.

Met een collectief van minimaal 10 inwoners, genoemd onder a, wordt bedoeld een groep van inwoners. Deze groep hoeft geen rechtspersoonlijkheid te hebben.

Artikel 2 Toepassingsgebied nadere regels

In dit artikel is bepaald voor welk doel de subsidies worden verstrekt. De activiteiten moeten er op zijn gericht het publieke debat over het referendum te bevorderen. Dat kan een veelheid aan activiteiten zijn, debatavonden, folders, websites en voorlichtingsactiviteiten. De gesubsidieerde activiteiten dienen plaats te vinden in Rotterdam. De activiteiten dienen plaats te vinden vóór het sluiten van de stembus op de dag van het referendum.

Artikel 3 Het doel van de subsidie

In dit artikel is het doel van de subsidie bepaald. Het moet gaan om activiteiten die gericht zijn op voor, tegen of neutraal.

Artikel 4 Kring van aanvraag gerechtigde

Dit artikel bepaalt dat een instelling, zoals gedefinieerd in artikel 1, een aanvraag in kan dienen.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

In dit artikel is de hoogte van het subsidiebedrag bepaald. Voor instellingen die een project willen uitvoeren geldt een ondergrens van € 250, terwijl de bovengrens € 10.000 is. Aanvragen die dat bedrag te boven gaan (of er onder zitten) worden niet in behandeling genomen.

Artikel 6 Subsidievereisten

Dit artikel geeft de subsidievereisten weer. Wanneer niet aan deze eisen wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeling van het budget

Subsidieplafond

In dit artikel wordt het totale subsidieplafond vastgesteld op € 150.000. Dit bedrag wordt gelijkelijk verdeeld in deelsubsidieplafonds over de ‘voor-campagne’, de ‘tegen-campagne’ en de neutrale activiteiten. Voor elke categorie is dus ten hoogste € 50.000 beschikbaar.

 

De aanvragen worden eerst getoetst aan de formele eisen, dan aan de inhoudelijke eisen. De toetsing geschiedt op basis van volledige plannen. Na toetsing aan de formele eisen wordt getoetst op basis van vastgestelde, meer inhoudelijke, criteria. Daarbij wordt op basis een puntentelling een keuzegemaakt welk plan het beste bijdraagt aan het doel de Rotterdammer maximaal te informeren waarover hij of zij de stem gaat uitbrengen. Dit kan op velerlei manieren vormgegeven worden.

 

Wanneer meer aanvragen binnenkomen dan het subsidieplafond toelaat kan op deze manier op kwaliteit van de plannen worden geselecteerd door de referendumcommissie. De criteria zijn opgenomen in de tabel in het artikel, hieronder volgt een korte toelichting.

Toelichting toetsingscriteria

Inhoudelijke onderbouwing

Hierbij wordt het plan beoordeeld op het potentieel om de Rotterdammer te bereiken. Daarbij staat de stemgerechtigde centraal. Ook de aantallen mensen die bereikt worden en de diversiteit van het publiek zijn een toetsingsgrond. Is duidelijk dat de aanvraag gaat leiden tot een vorm waarin het debat voorop staat? Prikkelt het en kan dat door de aanvrager onder woorden worden gebracht? Draagt het bij aan het informeren over het onderwerp?

Financiële onderbouwing

Het streven is om de campagnes zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Om hier vooraf inzicht in te krijgen is openheid over kosten, of deze kosten ook te rechtvaardigen zijn voor het doel en belangrijk: of er ook een eigen bijdrage te verwachten is. Dat kan bijvoorbeeld door het delen van de kosten, maar ook op enigerlei andere wijze in natura.

Haalbaarheid

Is het plan uitvoerbaar qua tijd, planning en benodigde voorbereiding? Van belang is dat de activiteit uitgevoerd kan worden voor de datum van het referendum.

 

Wanneer in de categorie ‘neutraal’ minder aanvragen worden verleend dan het bedrag van 50.000 euro kan de referendumcommissie het resterende bedrag van deze categorie gelijkelijk verdelen over de categorieën ‘voor’ of ‘tegen’ als daar vanwege het daar geldende plafond anders aanvragen afgewezen zouden moeten worden. Dit gaat in overleg met het presidium van de gemeenteraad.

Artikel 8 Termijn indienen aanvraag

In dit artikel wordt de indieningstermijn voor de aanvragen bepaald. Vanaf 26 augustus 2016 om 13.00 uur is het mogelijk een aanvraag digitaal in te dienen. De termijn sluit op zondag 18 september 2016 om 0.00 uur. Aanvragen die na die datum binnenkomen worden niet in behandeling genomen.

Artikel 9 Aanvraag

In dit artikel worden de eisen beschreven waaraan een aanvraag moet voldoen. De eerste twee vereisten zien toe op de aanvrager die per referendum maar één aanvraag mag indienen. Wel kan een aanvraag meerdere activiteiten betreffen. Het is dus zaak om verschillende activiteiten in een aanvraag te voegen. Ook moeten de aanvragen passen binnen een voorgestelde categorie. Er kan dus geen subsidie worden gevraagd voor activiteiten die tot doel hebben de kiezers tegen het voorstel te laten stemmen alsook voor activiteiten die bij de neutrale categorie passen.

De aanvraag wordt digitaal ingediend op een door de commissie vastgesteld aanvraagformulier. Hierop staan de noodzakelijke gegevens.

 

Daarnaast dient het formulier voorzien te zijn van de in dit artikel genoemde bescheiden die nodig zijn voor het nemen van een beslissing op de aanvraag. Van belang is dat een goed zicht geboden wordt op welke activiteiten worden verricht en de mate waarin deze activiteiten bijdragen aan de bevordering van het debat. Daarnaast is het met het oog op een doelmatige besteding van de subsidiegelden van belang dat er inzicht komt in de geraamde inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd. Vanzelfsprekend moet uit de tijdsplanning blijken dat de activiteit wordt uitgevoerd voordat de stemming op de dag van stemming eindigt. Dit ligt voor de hand bij activiteiten als een debatavond of folderen, maar kan anders zijn wanneer bijvoorbeeld een website wordt ontwikkeld.

Artikel 10 Aanvullen onvolledige aanvraag

Ingevolge artikel 4:5 Awb dient een bestuursorgaan na ontvangst van een volledige aanvraag de aanvrager een termijn te stellen waarbinnen de aanvraag aangevuld moet worden. Nadat de termijn waarbinnen de aanvraag moet zijn ingediend is verstreken, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten. Voor het bepalen van de termijn van ontvangst wordt uitgegaan van de datum waarop een volledige aanvraag is ingediend. Gezien de korte termijn die zit tussen de aanvraag van de subsidie en het referendum is het zaak dat zo spoedig mogelijk beslist kan worden op de ingediende aanvragen. Derhalve wordt een termijn van vijf werkdagen gehanteerd waarin een verzoek om aanvulling kan worden ingediend. Indien deze termijn is verstreken kan besloten worden de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

Uitgangspunt is dat alleen kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, voor subsidie in aanmerking komen en dat die kosten redelijkerwijs moeten worden gemaakt voor de activiteiten. De aanvraag moet daarom worden onderbouwd met een specificatie van de kosten. Loonkosten van initiatiefnemers worden niet vergoed. Onder omstandigheden kunnen kosten voor inhuur van een externe discussieleider gehonoreerd worden. Het moet duidelijk zijn dat dit niet één van de initiatiefnemers is. Redelijkerwijs noodzakelijke en daadwerkelijke onkosten voor vrijwilligers kunnen worden vergoed. Hierover moet verantwoording afgelegd worden met bonnen of facturen. De daadwerkelijk gemaakte onkosten moeten herleidbaar zijn ten bate van de activiteiten zoals opgenomen in het campagneplan.

Artikel 12 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden op de aanvraag opgenomen. Deze weigeringsgronden zijn een aanvulling op de gronden genoemd in de Awb en in de SvR2014. Deze gronden hebben een preventief karakter, bijvoorbeeld als er gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden. Aanvullend is bepaald dat als niet voldaan wordt aan de eisen om voor subsidie in aanmerking te komen, de subsidie geweigerd wordt. Dit geldt eveneens wanneer de aanvraag zou leiden tot een overschrijding van het plafond. Tot slot wordt een activiteit geweigerd indien er gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de te subsidiëren activiteit of activiteiten in strijd komt of komen met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

Artikel 13 Beslissing op aanvraag

In dit artikel is bepaald dat de commissie in beginsel binnen drie weken na het verstrijken van de indieningstermijn moet beslissen op de aanvraag. Op deze manier blijft er voldoende tijd voor campagne voeren. Deze termijn kan in bijzondere gevallen verlengd worden.

Artikel 14 Verplichtingen voor de subsidieontvanger

In dit artikel zijn de verplichtingen voor de subsidieontvanger opgenomen. Naast de in de SVR2014 genoemde verplichtingen zoals het onverwijld op de hoogte stellen wanneer de activiteit niet of niet geheel kan doorgaan, gelden voor deze subsidie specifieke bepalingen. Ten eerste moet uiteraard de activiteit verricht worden, ten tweede moet melding gemaakt worden dat de activiteiten (deels) zijn mogelijk gemaakt met een bijdrage van de gemeente Rotterdam.

Daarnaast kan de commissie ook zelf verplichtingen opleggen.

Artikel 15 Verantwoording

Subsidies in het kader van deze nadere regels worden vastgesteld op basis van daadwerkelijk geleverde prestaties en daadwerkelijk gemaakte kosten.

Artikel 16 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding.

Artikel 17 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels verstrekking subsidies raadgevend referendum 30 november 2016.

Dit gemeenteblad 2016, nummer 141, is uitgegeven op 26 augustus 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven