UITVOERINGSREGELING INVESTERINGSREGELING BINNENSTAD 2016-2018

 

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    eigenaar: natuurlijk persoon of rechtspersoon die de eigendom heeft over een zaak als bedoeld in artikel 5:1 Burgerlijk Wetboek;

  • c.

    ondernemers: ondernemers behorende tot het midden- en kleinbedrijf (max. 50 werknemers) die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel;

  • d.

    aandachtstraten: Augustijnenstraat, In de Betouwstraat, Bloemerstraat, Smetiusstraat, Stikke Hezelstraat, Lange Hezelstraat, Van Welderenstraat, Kelfkensbos, St. Jorisstraat, Hertogstraat, Houtstraat, Van Broeckhuysenstraat en Molenstraat, als benoemd in de nota “Binnenstad van de toekomst”, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 september 2015;

  • e.

    subsidieaanvrager: ondernemer of eigenaar van een pand in een van de onder d genoemde straten;

  • f.

    subsidieaanvraag: een financieringsaanvraag vanuit de Investeringsregeling Binnenstad 2016-2018;

  • g.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen.

     

Artikel 2 Reikwijdte en doelstelling van deze regeling

  • 1.

    Op de subsidieverlening conform deze beleidsregels zijn de Algemene wet bestuursrecht en de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking van toepassing.

  • 2.

    Doelstelling van deze investeringsregeling is het verbeteren van het vestigings- en verblijfsklimaat van de aandachtstraten als genoemd in artikel 1 onder d. Hiertoe worden ondernemers en eigenaren gestimuleerd te investeren in zowel de binnenkant als de gevel van hun bedrijfspanden.

     

Artikel 3 Subsidieverstrekking

  • 1.

    Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      duurzame en aard- en nagelvaste investeringen aan de binnenzijde van de commerciële ruimten van het pand;

    • b.

      investeringen die de beveiliging van een bedrijf verbeteren ten gunste van de ondernemer, de medewerkers en/of de bezoekers, zonder de uitstraling van de bedrijvigheid naar de omgeving te verminderen;

    • c.

      duurzame en aard- en nagelvaste investeringen die leiden tot verbetering van de fysieke kwaliteit van de buitengevel (voor- en eventueel zichtbare zijgevel) van een pand die de uitstraling van de bedrijvigheid naar de omgeving verbeteren.

    • d.

      (bouw)historisch onderzoek- en advieskosten ten behoeve van en de kosten voor restauratie en/of in het zicht brengen van historische elementen, zoals muren, stucplafonds, balklagen en kelders.

  • 2.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor:

    • a.

      verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten;

    • b.

      kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, provinciale leges, boetes en sancties;

    • c.

      kosten gemaakt na afloop van het project;

    • d.

      rolluiken aan de gevel van een pand;

    • e.

      reguliere onderhoudskosten;

    • f.

      niet noodzakelijke of bovenmatige kosten.

       

Artikel 4 Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt wanneer aan de volgende criteria wordt voldaan:

  • a.

    uit de aanvraag en bijbehorende bescheiden blijkt dat het bedrijf economisch levensvatbaar is:

    • -

      op het niveau van het bedrijf of de persoon van de startende of bestaande ondernemer; en

    • -

      op het niveau van de bedrijfsmatigheid van het initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • b.

    de financiering mag geen betrekking hebben op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van de bedrijfsactiviteiten;

  • c.

    de werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de eventueel noodzakelijke omgevingsvergunning, overeenkomstig het advies van de Commissie Beeldkwaliteit;

  • d.

    het bedrijf moet zich rechtmatig kunnen vestigen dan wel rechtmatig zijn gevestigd;

  • e.

    het bedrijf mag niet in staat van faillissement, vereffening, surseance van betaling of akkoord verkeren, dan wel dat of faillissement zijn ingediend dan wel reeds aanhangig zijn;

  • f.

    voor nieuwe bedrijven moet de bijdrage een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming;

  • g.

    voor bestaande bedrijven geldt dat de investering een positief effect moet hebben op de prestatie en uitstraling van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterkt;

  • h.

    historische onderdelen van panden hersteld of zichtbaar gemaakt worden.

     

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Subsidie kan worden verstrekt voor verbouwings- en herinrichtingskosten, veiligheidsvoorzieningen en verbetering van de gevelkwaliteit aan panden in de aandachtstraten als bedoeld in artikel 1 onder d.

Artikel 6 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan ondernemers of eigenaren van panden in de aandachtstraten zoals genoemd in artikel 1 onder d.

  • 2.

    Indien de aanvrager een ondernemer betreft moet deze bovendien voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      het bedrijf staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b.

      Het bedrijf is gevestigd in een van de aandachtstraten of kan aantonen binnen drie maanden na subsidieverlening te zijn gevestigd in één van deze straten.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie geweigerd indien het een pand betreft dat ruimte biedt aan een bedrijf dat onderdeel is van een keten met meer dan 50 werknemers. Voor de Horeca branche geldt dat er geen sprake mag zijn van een uitbreiding van het bestaande aantal vestigingen.

     

Artikel 7 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie dient te worden gericht aan het College.

  • 2.

    De regeling wordt opengesteld vanaf moment van bekendmaking en heeft een looptijd tot 1 juni 2018. Na 1 juni 2018 worden geen aanvragen meer in behandeling genomen. Dit mede vanwege de afrekeningssystematiek (verantwoording) die naar de provincie dient te geschieden voor 1 sept 2018. Het is mogelijk een aanvraag met terugwerkende kracht in te dienen, met een maximum van 3 maanden na afloop van de werkzaamheden. Kosten gemaakt voor 15 maart 2016 komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    De aanvraag voor subsidieverlening dient te worden ingediend door middel van het door het College vastgestelde aanvraagformulier.

  • 4.

    De bijdrage zal nooit hoger zijn dan de in de beschikking vastgelegde bijdrage.

  • 5.

    Het College behoudt zich het recht voor om, wanneer zij daartoe aanleiding ziet, de subsidieaanvrager een verklaring omtrent gedrag te laten overleggen en/of een integriteitsonderzoek naar de begunstigde van de subsidie te starten (wet BIBOB).

  • 6.

    Wanneer de aanvraag tot subsidieverlening wordt gedaan door de onderneming die in het pand is gevestigd, dient het aanvraagformulier vergezeld te gaan van:

    • a.

      een investering- en kostenbegroting onderbouwd met offertes;

    • b.

      een financieringsplan;

    • c.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • d.

      een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    • e.

      indien van toepassing een verblijfsvergunning of een bewijs dat anderszins een legaal bedrijf wordt gevoerd;

    • f.

      een recent bankafschrift;

    • g.

      een kopie van de laatste jaarstukken goedgekeurd door een accountant;

    • h.

      bij een bestaand bedrijf een kopie van de laatste aangifte inkomstenbelasting;

    • i.

      een kopie van de eventuele benodigde en verleende (omgevings-)vergunningen;

    • j.

      een verklaring omtrent de-minimissteun.

  • 7.

    Wanneer de aanvraag tot subsidieverlening wordt gedaan door de eigenaar van een (leegstaand) pand, dient het aanvraagformulier vergezeld te gaan van:

    • a.

      een investering- en kostenbegroting;

    • b.

      een financieringsplan;

    • c.

      inschrijving bij het kadaster;

    • d.

      een kopie van de eventuele benodigde (omgevings-)vergunningen;

    • e.

      een verklaring omtrent de-minimissteun.

  • 8.

    Wanneer de aanvraag tot subsidieverlening wordt gedaan door een persoon die zich bezig houdt met de uitoefening van een vrij beroep dient het aanvraagformulier vergezeld te gaan van:

    • a.

      bij een bestaande praktijk een kopie van de laatste aangifte inkomstenbelasting;

    • b.

      een recent bankafschrift;

    • c.

      een investerings- of kostenbegroting;

    • d.

      een financieringsplan;

    • e.

      indien van toepassing een verblijfsvergunning of een bewijs dat anderszins een legale praktijk wordt gevoerd;

    • f.

      een kopie van de eventuele benodigde (omgevings-)vergunningen;

    • g.

      een verklaring omtrent de-minimissteun.

       

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De bijdrage bedraagt maximaal 50% van de verbouwings- en herinrichtingskosten of veiligheidsvoorzieningen met een maximum subsidiebedrag van € 25.000,- per pand en een minimuminvesteringsbedrag van € 2.000 per pand.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt € 300.000,-. De subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 3.

    De subsidie-aanvrager kan geen verzoek indienen om voorschotverlening.

     

Artikel 9 Beslistermijn subsidieaanvraag

  • 1.

    Het College beslist binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de aanvraag niet volledig is, zal aanvrager binnen vier weken na indiening in de gelegenheid worden gesteld aanvullingen hierop te geven.

  • 2.

    De termijn bedoeld als in het eerste lid kan door het College in bijzondere omstandigheden ter beoordeling aan het College met een termijn van acht weken worden verlengd. Het College informeert de aanvrager hierover schriftelijk.

     

Artikel 10 Intrekking, wijziging van de subsidieverlening

Naast de gevallen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht kan het College de subsidieverlening intrekken of ten nadelen van de subsidieontvanger wijzigen indien:

  • a.

    aanwending/besteding van de subsidie op een andere wijze dan in de subsidieaanvraag gegeven informatie heeft plaatsgevonden;

  • b.

    de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd voor de vaststelling van de subsidie;

  • c.

    de subsidieontvanger niet beschikt over de eventuele benodigde vergunningen;

  • d.

    de subsidieontvanger de bedrijfsactiviteiten beëindigt;

  • e.

    de subsidieontvanger zich niet binnen drie maanden na subsidieverlening in één van de aandachtstraten heeft gevestigd;

  • f.

    de subsidieontvanger de voorwaarden in deze verordening of de beschikking niet nakomt;

  • g.

    de subsidieontvanger in surseance van betaling verkeert of in staat in van faillissement wordt verklaard.

     

Artikel 11 Subsidievaststelling, -intrekking en –wijziging

    • 1.

      Bij het verzoek tot subsidievaststelling dient voor het declareren van de kosten gebruik te worden gemaakt van het door het College vastgestelde einddeclaratieformulier.

    • 2.

      De eindbegunstigde dient uiterlijk drie maanden na afloop van het project een einddeclaratie in bij het College.

    • 3.

      De vaststelling van de hoogte van de subsidie wordt gebaseerd op de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten voor het project.

    • 4.

      Overheidsmiddelen verkregen uit andere bron die vooraf onvermeld zijn gebleven, worden in mindering gebracht op het in de beschikking toegekende subsidiebedrag. Dit kan leiden tot intrekking van de beschikking dan wel tot een lagere vaststelling van het subsidiebedrag bij de eindafrekening.

    • 5.

      De gereed melding en het verzoek tot subsidievaststelling bevat:

  • a.

    een kostenoverzicht;

  • b.

    alle rekeningen en betaalbewijzen (bankafschriften), op datum van betaling gerangschikt;

  • c.

    kasbetalingen zijn uitsluitend toegestaan tot een maximum van € 2000,- (kopie bewijs kasboek verplicht). Wanneer er geen bewijs kasboek kan worden overlegd behoudt het College het recht de aanvrager een leveranciersverklaring te laten overleggen;

  • d.

    een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder subsidie is verleend;

  • e.

    een controleverklaring indien deze bij financiële onduidelijkheden met betrekking tot de juistheid van de overgelegde financiële bescheiden door het College wordt verlangd.

     

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het College kan op verzoek van de aanvrager van de bepalingen van deze regeling afwijken indien dit leidt tot klaarblijkelijke hardheid en onbillijkheid in gevallen van bijzondere aard.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze regels kunnen worden aangehaald als de "Investeringsregeling Binnenstad 2016-2018”.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, op 14 juni 2016.

 

De Gemeentesecretaris,

Mr. drs. A.H. van Hout

 

De Burgemeester,

drs. H.M.F. Bruls

Naar boven