Preventie- en Handhavingsplan Jeugd, Alcohol & Omgeving Heerlen Parkstad. Beleidsplan voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet. Periode 2015 tot 2019

Inhoudsopgave

 

1. Aanleiding

2. Relatie met bestaand beleid

3. Probleemanalyse

4 Beleidsfocus en strategie

5 Handhaving

6 Regelgeving

7 Educatie

8 Uitvoering en samenwerking

Bijlagen

Bijlage 1. Voorbeeld risicoanalyse

Bijlage 2. Voorbeeld maatregelenmix per setting

Bijlage 3. Wet-en regelgeving

Bijlage 4. Alcoholmatigende regels jeugd, genomen in regio Parkstad

Bijlage 5. Preventieaanbod; leeftijdsverhoging voor alcohol naar 18 jaar

Literatuurlijst

 

1. Aanleiding

 

Drank en Horecawet

Op het gebied van alcoholwetgeving is in korte tijd veel gewijzigd. In het kader van de decentralisatie van overheidstaken ligt preventie en handhaving van de Drank- en Horecawet sinds 2013 bij de gemeenten (daarvoor was het een taak van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit).

Per 1 januari 2013 is de burgemeester het bevoegd gezag voor toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet (hierna te noemen: DHW) in de gemeente. Deze taak komt naast de bevoegdheid voor het verlenen van DHW-vergunningen. Met deze wijziging in de DHW kwam ook de verplichting dat gemeenteraden in 2013 een drank- en horecaverordening vaststellen voor de paracommercie.

Per 1 januari 2014 is, via een nieuwe wijziging in de DHW, de leeftijdsgrens voor het kopen en in bezit hebben (in publieke ruimten) van licht alcoholische dranken verhoogd naar 18 jaar (was 16 jaar). Aan deze wetswijziging is een jarenlang lobby voor alcoholmatiging en gedegen onderzoek naar de schadelijke effecten van alcohol voor de jeugd vooraf gegaan.

 

Preventie- en handhavingsplan

De DHW (artikel 43a) verplicht gemeenten in 2014 een Preventie- en Handhavingsplan door de raad te laten vaststellen, voor de periode van 2015 tot 2019.

Concreet staat hierover in de DHW:

Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.

In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;

b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet Publieke Gezondheid;

c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;

d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden’.

De wetgever vraagt van gemeenten om in het Preventie- en Handhavingsplan een nadrukkelijke verbinding te leggen tussen preventieve taken vanuit het gemeentelijk gezondheidsbeleid en taken vanuit het gemeentelijk handhavingsbeleid. De Wet publieke gezondheid verplicht gemeenten om vanaf 2019 het Preventie en Handhavingsplan (hierna te noemen: PenH-plan) onderdeel te maken van het gemeentelijke gezondheidsbeleid.

 

Het voorliggende plan bevat de beleidsfocus en strategie die de gemeente kiest om norm- en gedragsverandering tot stand te brengen ten aanzien van het alcoholgebruik van jongeren.

De focus wordt gelegd bij de jongeren onder de 18 jaar omdat met name in deze leeftijdsperiode de schadelijke gevolgen van alcohol in de hersenen het grootst zijn. Om deze reden heeft de rijksoverheid de leeftijdsgrens voor alcoholhoudende drank verhoogd naar 18 jaar.

De wetgever vraagt van gemeenten om in het Preventie- en Handhavingsplan een nadrukkelijke verbinding te leggen tussen preventieve taken vanuit het gemeentelijk gezondheidsbeleid en taken vanuit het gemeentelijk handhavingsbeleid. De Wet publieke gezondheid verplicht gemeenten om vanaf 2019 het Preventie en Handhavingsplan (hierna te noemen: PenH-plan) onderdeel te maken van het gemeentelijke gezondheidsbeleid.

 

Regionale nota gezondheidsbeleid

In de regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Limburg 2012-2015 hebben de 18 Zuid-Limburgse gemeenten de volgende doelstellingen geformuleerd ten aanzien van alcoholgebruik:

- Verhoging van de beginleeftijd waarop jongeren beginnen met alcohol drinken.

- Bevordering van een integrale ketenaanpak rondom alcoholpreventie bij jongeren.

 

Totstandkoming en besluitvorming Preventie en Handhavingsplan

Dit PenH-plan is opgesteld door een werkgroep, samengesteld uit ambtenaren volksgezondheid, handhaving/regelgeving uit de gemeenten Parkstad.

In 2010 heeft het Zuid-Limburgs Veiligheidsbestuur(VB) de stuurgroep ‘Jeugd, Alcohol & Omgeving’ opdracht gegeven om regionaal alcoholmatigingsbeleid voor jongeren te ontwikkelen samen met de 18 Zuid-Limburgse gemeenten. Deze regionale samenwerking biedt mogelijkheden om alcoholmatiging doeltreffender aan te pakken en een eenduidige boodschap uit te stralen (NIX 18).

GGDzl en Mondriaan hadden de opdracht van de stuurgroep om de gemeenten in de regio Zuid-Limburg te begeleiden bij het opstellen van het plan. Een model-plan van VNG en Trimbos-instituut diende als basis.

De gemeenteraden in Parkstad wordt een gelijkluidend PenH-plan voorgelegd ter besluitvorming. Het mandaat over besluitvorming van het uitvoeringsplan/programma ligt bij het college.

 

2. Relatie met bestaand beleid

 

Integrale aanpak

Voor een effectieve alcoholpreventie is integraal beleid nodig. Dat betekent dat de gemeente beleid ontwikkelt dat inspeelt op verschillende factoren die het alcoholgebruik beïnvloeden. Veel factoren zijn niet direct te beïnvloeden vanuit gezondheidsbeleid of regelgeving op toezicht alcoholbeleid, maar vereisen maatregelen op andere gemeentelijke beleidsgebieden, zoals openbare orde en veiligheid, verkeersveiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, terrasbeleid, verenigingen, evenementenbeleid, toerisme, sportbeleid en reclamebeleid.

In de komende jaren worden relevante beleidsvelden en externe partners betrokken bij de uitvoering van het PenH-plan. Voorbeelden zijn: HALT, leerplichtambtenaren, ondernemers, (woordvoerders van) jongeren en ouders, verenigingen, scholen.

 

3. Probleemanalyse (Zuid limburg)

3.1. Gegevens uit onderzoek GGD Zuid Limburg

 

Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren zijn in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd gaan drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koploper in Europa, als het ging om binge drinken, dat is: het op één avond meer dan vijf alcoholische drankjes drinken (Hibell e.a., 2012).

De gegevens in deze probleemanalyse zijn voornamelijk gebaseerd op de jeugdmonitor van de GGD Zuid-Limburg die iedere vier jaar wordt afgenomen in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. De laatste meting dateert uit oktober 2013.

 

Jong en veel drinken

De Zuid-Limburgse jeugd begint op zeer jonge leeftijd met het drinken van het eerste glas alcohol. Bij onderzoek in 2013 onder 13-14 jarigen bleek dat de beginleeftijd (het eerste glas alcohol) gemiddeld ligt op 11,1 jaar. Landelijk is dit 11,8 jaar (figuur 1). Sinds 2005 is er wel een lichte daling te zien in het drinkgedrag van jongeren, maar een beginleeftijd van 11,1 jaar ligt nog steeds erg ver af van de nieuwe norm 18 jaar. Uit onderzoek blijkt verder dat jongeren na de eerste kennismaking met alcohol gemiddeld binnen 1,5 jaar voor de eerste keer dronken zijn (Zwart ea, 2000).

Figuur 1: Beginleeftijd 13-14 jarigen die aangeven alcohol te drinken (meting 2013)

 

Het blijkt dat jongeren jong en veel drinken (figuur 2). Van de 13 jarigen heeft in 2013 bijna 16% de afgelopen vier weken alcohol gedronken, bij de 15 jarigen is dit 52 %. Jongeren van het VMBO drinken vaker alcohol dan jongeren van de Havo/VWO.

Figuur 2: Drinkgedrag jongeren uitgesplitst naar leeftijd en opleidingsniveau (2013)

 

Binge drinkers

Indien er alcohol gedronken wordt, drinkt 11% van de 13 jarigen (in 2013) meer dan vijf glazen per gelegenheid. We spreken dan van binge drinken. Bij de 15-jarigen is dit 33%. Binge drinkers zijn vaker geneigd tot experimenteer gedrag in vergelijking met de rest van de jongeren die niet (binge) drinkt, zie figuur 3.

Figuur 3: Binge drinken bij 13-15 jarigen (meting 2013)

 

Gevolgen van veel drinken op jonge leeftijd

Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Als er in de puberjaren veel wordt gedronken, veel alcohol in korte tijd, ontwikkelt het brein zich minder goed. Met name het hersengedeelte genaamd frontale cortex, waardoor functies zoals geheugen, leer-en concentratievermogen zich minder goed ontwikkelen. Door op jonge leeftijd al met alcohol te beginnen wordt de kans op problematisch drinken en afhankelijkheid op latere leeftijd verviervoudigd (Gilligan 2012). Onderzoek laat zien dat er een causaal verband is tussen alcoholgebruik op 16 jarige leeftijd en agressief gedrag vijf tot tien jaar later. Dit verband bleek sterker naarmate er op 16-jarige leeftijd meer alcohol werd gedronken (Memorie van toelichting DHW, 2011-2012, 33 341, nr.3).

Figuur 4: Verschil in hersenactiviteit tijdens een geheugentaak, tijdens de test waren beiden nuchter. Links de hersenen van een 15 jarige jongen die niet drinkt en rechts de hersenen van een 15 jarige jongen die regelmatig alcohol drinkt. De rode vlekken geven de zuurstofactiviteit weer in de hersenen, tijdens het uitvoeren van de geheugentaak.

 

Overmatig alcoholgebruik vergroot de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld, spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten. Alcohol speelt een rol in 8,7 % van de door de politie geregistreerde incidenten met jongeren. Ook vergroot alcohol de kans op seksueel geweld en onveilig vrijen. Uit het landelijk onderzoek “Seks onder je 25ste” blijkt dat een groot deel van de Zuid Limburgse jongeren (65%) ervaring heeft met seks onder invloed van alcohol. Veilig vrijen blijkt moeilijker in die situatie. Als jongeren gedronken hebben, vinden ze het bovendien moeilijker om grenzen aan te geven en seks te weigeren. Ze hebben ook vaker spijt na de eerste keer seks (25% van de jongeren) (SENSE, GGDZL, 2012).

 

In Coma door teveel alcohol

Als er sprake is van verminderd bewustzijn door in korte tijd teveel alcohol te drinken, spreken we van alcoholintoxicatie. In de ergste gevallen moeten jongeren die dit laten gebeuren worden opgenomen vanwege acute bedreiging van de vitale functies (ademhaling, hartslag). Hierbij kunnen zij zelfs in coma raken.

Landelijke cijfers geven aan dat er in 2013, 713 gerelateerde ziekenhuisopnames waren van jeugdigen In 434 gevallen was alcoholintoxicatie en in 60 gevallen een andere, aan alcohol gerelateerde aandoening reden voor ziekenhuisopname (Factsheet alcoholintoxicaties 2007 tot en met 2013, 2014,Universiteit Twente). De jongst gerapporteerde leeftijd op het moment van opname was 12 jaar, de gemiddelde leeftijd lag op 15,5 jaar.

Sinds 2008 is er een alcoholpoli in Zuid-Limburg bij het Atrium ziekenhuis, waar alcoholgeïntoxiceerde jongeren worden behandeld en begeleid om eventuele herhaling te voorkomen. Tussen 2008 en 2013 zijn op deze alcoholpoli gemiddeld 43 jongeren per jaar opgenomen, met een gemiddelde leeftijd van 16 jaar. Opvallend is dat bijna 30% van de opgenomen jeugdigen jonger was dan de toenmalige leeftijdsgrens van 16 jaar (Atrium MC).

 

3.2. Beschikbaarheid alcohol

Onderzoek naleving schenkverbod aan jongeren

De beschikbaarheid van alcohol is een belangrijke voorspeller van alcoholgebruik onder jongeren (bron: Alcohol: no ordinary commodity, Babor). Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief gemakkelijk in Nederland. In opdracht van de gemeente Maastricht is in april 2013 een nalevings-onderzoek uitgevoerd door bureau NUCHTER. Met behulp van zogenaamd “mystery-shopping” zijn bij 88 locaties in Maastricht door 15-jarigen aankooppogingen gedaan van zwak-alcoholische drank. De locaties waren: cafetaria, horeca, slijterijen, sportkantines en supermarkten. Iedere locatie is 2 maal bezocht. Slechts in gemiddeld 19% van de gevallen werd er gevraagd naar een ID en is er geen alcohol verkocht. In totaal zijn 176 aankoop-pogingen gedaan en werd er 143 keer onwettig alcohol verkocht aan 15 jarigen (leeftijdsgrens voor alcohol lag in 2013 nog op 16 jaar). Ook landelijk wordt onderzoek verricht. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft in oktober en november 2013 opdracht gegeven voor een grootschalig nalevingsonderzoek voor de leeftijdsgrenzen voor alcohol. In totaal zijn 1.410 aankooppogingen voor alcoholhoudende dranken gedaan door 15-jarige “MysteryKids” bij een selectie van verschillende verkoopkanalen (supermarkten, slijterijen, horeca, cafetaria, sportkantines en thuisbezorgkanalen) met landelijke representativiteit. Er lijkt een verbetering op te treden in het op een juiste manier naleven van het schenkverbod aan jongeren door verstrekkers. De juiste naleving, op landelijk niveau, steeg van 28,2% naar 46,5% (Nuchter, Roodbeen, e.a., 2014).

Omdat de andere Zuid-Limburgse gemeenten niet beschikken over gegevens uit een nalevingsonderzoek wordt uit bovenstaande cijfers een inschatting gemaakt dat ook in deze regio het vragen naar een ID (dus het juist naleven van het schenkverbod aan jongeren) nog niet is ingeburgerd, en dat de hierboven genoemde cijfers representatief zijn voor de regio Parkstad.

 

Beschikbaarheid alcohol via ouders, familie of bekenden

Uit onderzoek van de GGD blijkt dat jongeren onder de 16 jaar in Zuid-Limburg alcohol vooral verkrijgen via familie en/of vrienden (sociale beschikbaarheid) en dat in mindere mate de alcohol ook daadwerkelijk door de jongeren zelf wordt gekocht (commerciële beschikbaarheid). Van de 13-14 jarigen verkrijgt 7% de alcohol via commerciële kanalen, 24% via sociale kanalen en 6% via beide kanalen. Eigenlijk alle 13-14 jarigen die de alcohol zelf kopen via commerciële kanalen (café of sportvereniging) verkrijgen de alcohol ook via familie en/of vrienden (bron jeugdmonitor GGD Zuid Limburg, 2013).

 

Ouders nog steeds erg tolerant

Ouders zijn iets minder tolerant geworden over het drinken van alcohol door hun kinderen in de afgelopen vier jaar. Toch staat bijna een op de vijf ouders alcohol drinken thuis toe bij kinderen onder de 16 jaar, zie figuur 5. Veel Zuid-Limburgse jongeren (34%) hebben het idee dat ze thuis alcohol mogen drinken, terwijl maar ongeveer 17% van de ouders aangeeft dit toe te staan. Mogelijk zijn ouders niet bekend met het drinkgedrag van hun eigen kinderen in de thuissituatie óf communiceren en handhaven zij eigen gestelde regels niet duidelijk genoeg.

Figuur 5: Alcoholbeleid van ouders en wat jongeren denken thuis te mogen drinken

 

Gemeenten met grensgebieden

Voor gemeenten in de grensgebieden speelt er nog een andere problematiek. Voor de minderjarigen die sinds 1 januari 2014 geen alcohol meer mogen kopen en drinken in Nederland wordt het erg aantrekkelijk om over de grens te stappen (alcoholtoerisme). In België en Duitsland is de minimumleeftijd waarop je mag drinken op 16 jaar gebleven. Het risico bestaat dat jongeren hierdoor naar België of Duitsland gaan, naar winkels en uitgaansgelegenheden waar zij wel alcohol kunnen kopen en gebruiken.

 

Minder horeca gelegenheid beschikbaar voor jongeren onder de 18 jaar

Bepaalde horecagelegenheden zijn overgegaan tot het weigeren van jongeren onder de 18 jaar, om op deze wijze geen risico te lopen bij leeftijdscontroles. Dit is geen gewenste ontwikkeling. Het kan ertoe leiden dat jongeren zich laten verleiden tot rondhangen en drinken op straat of elkaar ontmoeten in besloten gelegenheden, waar wettelijke controle op naleving van de DHW ontbreekt. Het indrinken voorafgaand aan een uitgaansavond kan op deze manier ook een verleiding worden voor 16 en 17 jarigen. Een aantal cafés in de regio is overgegaan op het uitreiken van polsbandjes aan de deur voor 18 jaar en ouder. Deze cafés laten jongeren onder de 18 (en boven de 15 jaar) wél toe.

 

Samengevat

 

- Alcohol drinken op jonge leeftijd kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren wat blijvende gevolgen kan hebben voor met name het geheugen, concentratievermogen en leervermogen. Regelmatig drinken verhoogt de kans op verslaving en stimuleert agressief en risicovol gedrag.

 

- De Zuid-Limburgse jeugd begint jong met drinken (11,1 jaar) en drinkt dan vervolgens vaak meer dan vijf glazen per gelegenheid (binge drinken). Jonge binge drinkers zijn ten opzichte van jongeren die niet binge drinken beduidend vaker seksueel actief, roken meer, spijbelen vaker en gebruiken meer softdrugs en (in mindere mate) harddrugs.

 

- Ouders staan vaak het gebruik van alcohol door jongeren onder 16 jaar toe in de thuissituatie.

 

- Bij een nalevingsonderzoek in Maastricht (2013) werd aan 15- jarige “mystery-shoppers” in 81% van de aankooppogingen alcohol verkocht (leeftijdsgrens voor alcohol lag in 2013 nog op 16 jaar).*

 

* Wenselijk is om in de regio Parkstad een vergelijkbaar nalevingsonderzoek te verrichten.

 

4 Beleidsfocus en strategie

4.1 Doelgroepen

 

Het Preventie- en Handhavingsplan 2015-2019 richt zich met name op de jongeren onder de 18 jaar, omdat bij deze doelgroep veel gezondheidswinst gehaald kan worden. Maatschappelijk draagvlak voor de nieuwe norm niet drinken tot 18 jaar is nog in ontwikkeling en in dit kader is voorlichting over het belang van de nieuwe norm, duidelijke regels en gerichte handhaving essentieel.

 

Op termijn zullen ook de 18-24 jarigen aandacht behoeven voor wat betreft het overmatig alcoholgebruik en de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een intoxicatie/coma, verslaving en agressief gedrag. Uitgaansavonden, evenementen en activiteiten van verenigingen (sportkantines) zijn belangrijke risicomomenten, gezien de oververtegenwoordiging van deze leeftijdscategorie.

Naast de jongeren zelf zijn de subdoelgroepen van dit plan de omgeving van de jongeren, namelijk de ouders, beroepsopvoeders, scholen en de leefwereld waar alcohol verkregen wordt.

 

4.2 Integrale aanpak

 

Dit PenH-plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is sprake van een preventie én handhavingsplan. Dit impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeente en dus ook meerdere typen maatregelen moeten worden ingezet om te komen tot alcoholmatiging bij jongeren. Op deze wijze komen de diverse beleidsterreinen samen hetgeen het effect van het alcoholmatigingsbeleid versterkt.

 

Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we de handreiking “gezonde gemeenten” van het RIVM dat in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid en Sport door het Trimbos instituut is opgesteld en waarin een model Preventie en Handhavingsplan is opgenomen.

Uitgangspunt voor deze handreiking is het preventiemodel van Reynolds (2003).

Het model kent 3 beleidspijlers: regelgeving, handhaving en educatie. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 6). Het model is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. Zowel de persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank als het overheidsbeleid beïnvloeden het alcoholgebruik. Voor een succesvolle alcoholmatiging is het belangrijk vooral de omgeving van de jonge drinker te beïnvloeden, zoals het uitgaansleven (horeca, verenigingen, evenementen), de school en de ouders.

Figuur 6: Preventiemodel Reynolds

 

4.3 Doelstellingen

 

De ambitie van dit beleidsplan is: stimuleren dat jongeren op een gezonde en zo veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten optimaal tot ontwikkeling kunnen komen. Hiervoor is de volgende regionale doelstelling geformuleerd:

- Afname alcoholgebruik en daarmee de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar

 

Uitgangspunten

 

De uitgangspunten bij het nastreven van de doelstellingen zijn als volgt geformuleerd:

- In de eerste plaats wordt gestreefd naar bewustwording bij jongeren, hun opvoeders en verkoopkanalen van alcohol.

- Wanneer de beschikbaarheid van alcohol voor jeugd onder de 18 afneemt, neemt ook hun alcoholgebruik af.

- Handhavingsmaatregelen zijn aanvullend op preventiemaatregelen.

- De gemeenten en haar bestuur dragen in haar communicatie naar buiten dezelfde boodschap uit, namelijk:

- beslist geen alcohol voor jeugd onder de 18

- er zijn alternatieven voor alcohol

- te veel alcohol heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van jeugdigen

 

Subregionale doelstellingen

Voor de periode 2015-2019 zijn de volgende algemene doelstellingen geformuleerd

1. Jongeren en hun opvoeders zijn zich meer bewust van de gezondheidsrisico’s van het gebruik van alcohol op jonge leeftijd.

2. De gemiddelde leeftijd waarop jongeren beginnen met het drinken van eerste glas alcohol is gestegen.

3. Het risicovol drankgebruik (binge drinken en coma zuipen) onder jongeren is afgenomen.

4. De tolerantie bij ouders/verzorgers ten opzichte van alcoholgebruik door hun kinderen is afgenomen.

5. Schenkers houden zich aan de leeftijdsgrens 18 jaar.

 

Hoe gaan we de doelstellingen meten?

 

De GGD vraagt iedere jaar 13/14- en 15/16-jarige scholieren om een enquête in te vullen over hun leefstijl en welzijn. In deze enquête worden ook vragen gesteld over alcoholgebruik.

De gegevens worden verwerkt in de Jongerenmonitor, die elke vier jaar verschijnt. Onderstaande doelstellingen zijn geformuleerd op basis van de Jongerenmonitor 2013.

Conform de landelijke planning wordt in 2015 weer een Jongerenmonitor afgenomen, de resultaten daarvan verschijnen in 2016.

 

Ad 1. Zowel de jongeren- als de volwassenmonitor bevat vragen die ingaan op het alcoholgebruik van jongeren en de mening en acceptatie van hun ouders hierover.

 

Ad 2. In 2019 is de beginleeftijd van jongeren, die hun eerste glas alcohol drinken,

verhoogd naar 14 jaar.

Jongeren van 13 en 14 jaar in Parkstad gaven aan gemiddeld 11,1 jaar te zijn bij hun eerste glas. In Heerlen is dit 11,09 jaar

Gekeken in de leeftijdscategorie 13 t.m. 16 jaar is dit 12,64 respectievelijk 12,58 jaar.

 

De vragen uit de jongerenmonitor geven inzicht in die beginleeftijd en tevens in het aantal jongeren per leeftijdsgroep dat alcohol nuttigt.

 

In 2019 is het aantal jongeren in de leeftijd van 13 t/m 16 jaar , dat de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken gedaald :

In Parkstad van 37,7 % naar 20% (Heerlen van 37,1 % naar 20%).

 

Ad 3. In 2019 is het binge drinken onder jongeren van 13-16 jaar gedaald:

In Parkstad van 26,5 % naar 15% (Heerlen van 27,9 % naar 15%).

 

In 2019 is het aantal jongeren onder 18 jaar dat het afgelopen jaar in Zuid Limburg is opgenomen met een alcoholintoxicatie, in vergelijking met 2013, gedaald:

30% (13 kinderen) - > 15%

Een specifiekere doelstelling op Parkstad niveau is nu niet mogelijk.

 

Ad 4. In 2019 is de sociale beschikbaarheid van alcohol (het verstrekken van alcohol door ouders, vrienden en familie) voor 13-16 jarigen ten opzichte van 2013.

In Parkstad gedaald van 34,9% naar 20% (Heerlen van 34,7 % naar 20%)

 

In 2019 is het aantal ouders dat jongeren tot 18 jaar toestaat om thuis te drinken gedaald.

17% -> 10%

In de volwassenmonitor worden ouders van jongeren bevraagd op de beschikbaarheid en de tolerantie van alcoholgebruik van hun kind(eren).

 

Ad 5. In 2019 is de naleving van de leeftijdsgrens 18 jaar via commerciële verkoopkanalen minimaal 50% (dit is een minimumgrens, aanbevelingswaardig is 70%).

In een dergelijk geval wordt een verbetering van minimaal 20% nagestreefd.)

 

 

Tussentijds bijstellen van bovengenoemde doelstellingen is mogelijk in 2016 omdat de GGD jongerenmonitor in 2015 opnieuw wordt afgenomen. Indien men de resultaten van de jongerenmonitor koppelt aan de resultaten van een nalevingsonderzoek kan dit als input gebruikt worden voor een evaluatiemoment. Tijdens een dergelijke evaluatie kan men kritisch kijken naar de haalbaarheid van de geformuleerde doelstellingen, dan wel de ingezette acties op effectiviteit en uitvoerbaarheid toetsen en waar nodig bijstellen.

 

4.4 Risicoanalyse

 

De risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald.

Iedere gemeente maakt ieder jaar haar eigen risicoanalyse. Het wordt hiermee een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid en dat aanknopingspunten biedt voor het volgend PenH-plan; de DHW bepaalt dat om de vier jaar het PenH-plan opnieuw moet worden vastgesteld door de gemeenteraad, als onderdeel van het gemeentelijke gezondheidsbeleid. De risicoanalyse en de daaruit naar voren komende hot spots vormen een van de uitgangspunten voor de uitvoeringsplannen voor preventie- en handhaving, die door het college worden vastgesteld.

 

De risicoanalyse wordt opgesteld aan de hand van:

 

Gegevens uit onderzoek:

De gegevens van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, rol ouders) worden middels de GGD gezondheidsmonitor vastgesteld (paragraaf 3.1). Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen, echter de eerstkomende gezondheidsmonitor vindt deze keer reeds in 2016 plaats. De intoxicatiecijfers worden op basis van ziekenhuisgegevens jaarlijks verzameld.

 

Nalevingsonderzoek

De naleving van de wet door alcoholverstrekkers wordt in 2016 en 2018 regionaal vastgesteld aan de hand van een mysteryshop onderzoek. Hierbij worden jongeren ingezet, om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen, d.i. wordt de drank volgens de wetgeving verstrekt, dus na verifiëren van leeftijd door te vragen naar de ID. Het onderzoek kan anoniem uitgevoerd worden, waarbij alleen voor gemeenten de risicoplekken bekend worden. Het gaat hierbij om supermarkten, slijterijen, sportkantines, horeca en cafetaria’s.

 

Gegevens van partners:

In ieder geval zijn dit: politie, jongerenwerk, outreachend preventiewerk verslavingszorg en de DHW BOA’s. Van deze partners wordt jaarlijks gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien, via een gestandaardiseerde vragenlijst, expertbijeenkomst of interviews. De gegevens van de partners worden gecombineerd met gegevens uit eerder genoemde onderzoeken. In bijlage 1 is een voorbeeld weergegeven van hoe de risicotabel eruit kan komen te zien als deze is uitgevoerd.

 

Inventarisatie hotspots

Hotspots zijn alcoholverstrekkers waar jongeren alcoholhoudende drank proberen te kopen. Op basis van de risicoanalyse worden de hotspots vastgesteld en de volgende settings gehanteerd:

Per hotspot wordt de kans op overtreden in kaart gebracht. Die kans wordt bepaald op basis van kenmerken zoals deurbeleid, het gebruik van leeftijdscontrolesystemen, openingstijden, doelgroep en naleving. Figuur 7 laat zien hoe de verschillende typen verkopers kunnen worden ingedeeld.

Figuur 7: Risico-pyramide

 

Per hotspot wordt de volgende info verzameld:

- naam bedrijf

- rechtspersoon

- adres bedrijf

- openingstijden, data (voor evenementen)

- toegangsbeleid (indien bekend)

- doelgroep

- tijden waarop jongeren het bedrijf bezoeken

- nalevingshistorie

- bijzonderheden (veiligheid, bedrijfsfilosofie)

 

Evenementen vragen extra aandacht, waaronder de sportevenementen en schoolfeesten. Ieder gemeente stelt een evenementenkalender op m.b.t. de jongerenevenementen en algemene evenementen die ook door veel jongeren worden bezocht. De hotspots en risicoinschatting kunnen per gemeente verschillen.

 

Risicoanalyse 2015

Voor 2015 wordt gewerkt met een risico inschatting op basis van cijfers verkregen uit controles en overlastmeldingen in 2013 en 2014.

Hierbij zal de risico-pyramide als eerste aanzet gebruikt worden. Als setting gaan wij in 2015 met name uit van de doelgroepen sportkantines, grote evenementen, horeca, para commerciële instellingen, supermarkten, scholen (feesten) en slijterijen.

 

4.5. Interventiestrategie

 

De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke hotspot of doelgroep (setting) de meeste aandacht krijgt. Uitgangspunt is dat per setting zoveel mogelijk combinaties worden gemaakt van elementen die elkaar versterken. Per setting wordt een geschikte maatregelenmix opgesteld, die in de komende jaren wordt verfijnd en bijgestuurd. Ook hier geldt dat deze per gemeente kan verschillen.

 

Bijlage 2 bevat een overzicht van mogelijke maatregelen die kunnen worden ingezet voor handhaving, regelgeving, educatie per setting. Deze maatregelenmix kan onderdeel uitmaken van het gemeentelijk uitvoeringsplan/uitvoeringsprogramma.

 

In de hoofdstukken 5,6 en 7 worden per beleidspijler (handhaving, regelgeving, educatie) mogelijke maatregelen nader toegelicht die gemeenten kunnen gebruiken voor het opstellen van het lokale uitvoeringsplan/uitvoeringsprogramma.

 

Regionale acties:

Het is aan te bevelen om op korte termijn een nalevingsonderzoek te houden rond het schenkgedrag, om hiermee een accurate 0-meting te krijgen.

Aansluiting zoeken bij de regionale evenementenkalender.

De kalender geeft inzicht in evenementen waar veel jeugd komt en waar dus aandacht besteed dient te worden aan alcoholmatigingsmaatregelen.

Vanaf uitvoeringsjaar 2016 maakt de risicoanalyse conform 4.4. vast onderdeel uit van het preventie- en handhavings uitvoeringsprogramma van de gemeenten in Parkstad.

 

5 Handhaving

 

In het uitvoeringsplan beschrijft de gemeente welke handhavings-activiteiten de gemeente op welke plekken gaat uitvoeren en met welke frequentie. Het uitvoeringsplan baseert zich hierbij op de conclusies uit de eerder gemaakte risicoanalyse en hotspotanalyse (paragraaf 4.4). Het uitvoeringsplan wordt voorgelegd aan het college ter vaststelling.

 

De handhaving richt zich op wettelijke bepalingen van de DHW, zoals:

- Artikel 20, (lid 1 en 4); het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens.

- Artikel 20, lid 4; het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens.

- Artikel 45, lid 1; het is degene die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben.

 

Daarnaast richt de handhaving zich op andere artikelen uit de DHW en op artikelen uit de APV, of uit het wetboek van strafrecht. (Zie voor een totaal overzicht van de wetten bijlage 3).

 

Voorbeelden van interventies voor handhaving:

 

Voorbereidingscontrole

Met een basiscontrole wordt vastgesteld of de vergunning (in ieder geval van de hotspots) nog op orde is (en wordt vastgesteld of er een vergunning is).

 

Basiscontrole

Bij de controle worden de algemene regels en voorwaarden van de afgegeven vergunning gecontroleerd, zoals aanwezigheid van een leidinggevende, eventueel toegangsbeleid, leeftijdsgrenzen aanduiding en inrichtingseisen.

 

Leeftijdsgrenzencontrole

Onderzoek toont aan dat een controlefrequentie van minimaal 6 keer per jaar voor de hotspots met een permanent risico positieve gedragsverandering teweeg brengt. Voor de hotspots met een beperkt risico zijn 4 inspecties per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te blijven beïnvloeden. Voor de categorie waar nagenoeg geen risico geldt (groene deel uit de pyramide figuur 7) volstaat 1 controle per jaar (Wagenaar e.a., 2005).

De daadwerkelijke frequentie van de controles worden door de afzonderlijke gemeentes bepaald in de jaarlijkse uitvoeringsplannen, aan de hand van de door de desbetreffende gemeente gestelde prioritering.

 

Nalevingscommunicatie (in samenwerking met afdeling communicatie)

Communicatie kan het effect van de handhaving versterken. Het kan bijdragen aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie:

 

- Educatieve communicatie

Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.

 

- Dreigende communicatie

Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden.

 

- Normatieve communicatie

Communicatie en PR over de gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen. Bijvoorbeeld een interview in huis aan huis krant met een ondernemer die de regels naleeft. Of een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders.

 

Sanctiestrategie richting verstrekkers

 

Elke gemeente past de tekst vooralsnog aan aan de huidige lokale afspraken. Er wordt op termijn echter gestreefd naar een uniforme regionale sanctiestrategie. In de tekst hieronder staat een voorbeeld van sanctiebeleid

 

- 1e overtreding

Bij de 1e overtreding van de DHW ontvangt de verstrekker een schriftelijke waarschuwing. Daarin kan advies (leeftijdscontrolesystemen/ cursus) en informatie worden opgenomen, om een herhaling van de overtreding te voorkomen en mogelijke gevolgen bij herhaling van de overtreding.

 

- 2e overtreding (binnen 1 jaar)

Bij de 2e overtreding wordt een bestuurlijke boete opgelegd aan de verstrekker. De hoogte van de boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Eventuele bijkomende sanctie is de onmiddellijke invoering (binnen 2 weken) van een effectief leeftijdscontrolesysteem dat door de gemeente is goedgekeurd.

 

- 3e overtreding (binnen 1 jaar)

Hier zal een keuze gemaakt dienen te worden in de volgende mogelijkheden:

- Intrekking of schorsen van de DHW-vergunning of ontzegging alcoholverkoop voor maximaal 12 weken.

- opnieuw een bestuurlijke boete, met de verhoging conform Besluit Bestuurlijke Boete van 50%. Bij wederom herhaling van de overtreding na de 3e overtreding het intrekken/schorsen van de vergunning.

 

In de gemeente Heerlen is reeds sanctiebeleid vastgesteld voor de handhaving van de Drank- en Horecawetgeving. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestuursrechtelijke handhaving (zoals toepassen dwangsom- of bestuursdwangprocedures) en tevens kan door de politie gebruik worden gemaakt van het strafrecht (proces-verbaal). In 2015 zullen wij in het uitvoeringsprogramma het sanctiebeleid actualiseren op basis van de gewijzigde Drank- en Horecawetgeving. Daarbij zal ook worden onderzocht of gebruik kan worden gemaakt van het opleggen van een bestuurlijke boete.

 

Sanctiestrategie bij evenementen

Bij evenementen worden de bovenstaande termijnen niet gehanteerd, vanwege de grote mogelijkheid dat hetzelfde evenement pas weer wordt georganiseerd buiten de genoemde termijn van 1 jaar. De overtredingen dienen geconstateerd te worden binnen een termijn van 2 à 3 uren. Tussen de 1e constatering en de nacontrole wordt de gelegenheid geboden om bijsturing en aanpassingen te doen in de leeftijdsgrenzencontrole, binnen een redelijke termijn.

 

In 2015 zal in het uitvoeringsprogramma worden ingegaan op de sanctiestrategie die kan worden toegepast bij de doelgroep evenementen. Daarbij zal met name de aandacht worden gericht op de grote evenementen.

 

Sanctiestrategie jongeren

Bij iedere controleronde door Buitengewoon Opsporings Ambtenaren (BOA’s) wordt bepaald of, naast het handhaven op naleving de leeftijdsgrens door schenkers, er ook gehandhaafd wordt op artikel 45, lid 1 van de DHW, het bezitsverbod door jongeren.

Jongeren krijgen dan hetzij een boete, hetzij een doorverwijzing naar Halt voor een leerstraf. Dit wordt gecombineerd met educatieve communicatie richting de ouders.

 

In 2015 zal in het uitvoeringsprogramma worden ingegaan welke maatregelen (sancties) kunnen worden toegepast bij de doelgroep jongeren.

 

Regionale actie:

Toewerken naar uniformiteit in regionaal sanctiebeleid bij handhaving.

Toewerken naar een (sub) regionale pool van toezichthouders DHW. (speerpunt uit het regionale alcoholmatigingsproject “Jeugd, Alcohol en Omgeving”, augustus 2010).

Inbedden van nalevingscommunicatie in het (jaarlijks) uitvoeringsprogramma.

 

6 Regelgeving

 

Met regels geeft een gemeente een norm aan wat op termijn een effect heeft op de norm van ouders, jongeren en hun omgeving. De DHW geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden, waarmee zij mogelijkheden hebben tot het sturen middels daarin opgenomen maatregelen. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid.

 

In diverse modelverordeningen voor paracommercie zijn voorbeelden gegeven van gemeentelijke regels die alcoholmatigend werken voor jeugd, zoals:

 

- Het verbieden van extreme tijdelijke prijsacties bij paracommercie en/of horeca (happy hours: kortingen hoger dan 40 %).

- Het verbieden van extreme tijdelijke prijsacties bij detailhandel (kortingen hoger dan 30%).

- Het verbieden van verkoop van sterke drank bij paracommercie.

- Het beperken van schenktijden bij paracommercie, bv bij sportkantines op zaterdagen schenken vanaf 15.00 uur i.v.m. jeugdwedstrijden.

- Een gemeente kan bepalen dat een horecazaak met nachtvergunning niet toegankelijk is voor jongeren jonger dan 18 jaar.

- Een gemeente kan in haar verordening opnemen dat tijdens van tevoren bepaalde dag(en) en/of in bepaalde gebied(en) slijterijen, supermarkten, cafetaria geen alcohol mogen verstrekken. Hiermee kan indrinken tijdens een jaarlijks risico-evenement tegengegaan worden.

- Een gemeente kan voorwaarden stellen aan evenementen: In de vergunningaanvraag een module alcohol opnemen waarin de organisator minimaal 3 maatregelen dient te beschrijven en te nemen, ter voorkoming van het schenken aan jeugdigen onder de 18 jaar. In een bijlage van de vergunningaanvraag kan een lijst met adviezen opgenomen worden waardoor de organisator effectieve maatregelen zal uitzoeken.

 

In bijlage 4 vindt u een overzicht welke regels door welke gemeenten in de regio Parkstad momenteel in hun beleid zijn opgenomen.

 

Regionale actie:

 

Het streven is dat in de regiogemeenten de regelgeving betreffende alcoholmatiging jeugd zoveel mogelijk gelijkgestemd wordt, omdat dat effectiever is.

 

7 Educatie

 

De derde pijler om gedragsverandering te bewerkstelligen is educatie. Om effect te kunnen bereiken dienen educatieve preventieactiviteiten niet uitsluitend gericht te zijn op de hoofddoelgroep, de jongeren zelf, maar ook op de omgeving, alcoholverstrekkers, ouders/opvoeders, het (onderwijzend) personeel van de school.

In de Zuid-Limburgse gemeenten worden diverse landelijk bekende alcoholpreventie-activiteiten uitgevoerd om de doelgroepen te bereiken.

Jaarlijks worden hiertoe uitvoeringsplannen opgesteld via de centrumgemeente. Deze activiteiten worden met name uitgevoerd en soms op maat ontwikkeld door de instelling voor verslavingszorg in deze regio, die hierin samenwerkt met onder andere scholen, welzijnswerk, Halt, ziekenhuizen, CJG’s, Jeugdhulpverlening, huisartsen.

Uitgangspunt bij het uitvoeren van deze preventieactiviteiten is het landelijk basispakket preventie. Dit pakket richt zich op de domeinen waar verslavingspreventie moet worden ingezet, te weten;

vrije tijd, onderwijs, thuis en overkoepelend.

 

Een brede inzet is nodig om echt effectief te zijn. Het betreft een breed pakket bestaande uit peereducation (verhoging van kennis door inzet van opgeleide jongeren zelf), outreachende

verslavingspreventie, individuele preventie, de gezonde school en genotsmiddelen, opvoedingsondersteuning (bv Triple P) en advisering en programma’s voor intermediairs, professionals en beleidsmakers (bv open en alert).

 

Hieronder worden de diverse groepen die van invloed zijn op het alcoholgebruik van jongeren en de mogelijke preventieactiviteiten nader beschreven.

 

Alcoholverstrekkers

Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW.

Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals en vrijwilligers wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement.

 

Training

Belangrijk is dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals Barcode voor barpersoneel, de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om, door de gemeente gefaciliteerde, alcohol-verstrekkers te verplichten een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management te laten volgen, wanneer een overtreding is vastgesteld op het niet naleven van de leeftijdsgrens. Van belang daarbij is dat de gemeente in haar uitvoeringsplan training van barpersoneel koppelt aan gerichte handhaving. Uit onderzoek blijkt dat training van barpersoneel alleen effect heeft als deze is gekoppeld aan een adequate handhavingstrategie (Babor, 2010).

 

Ouders en de thuissituatie

Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken (paragraaf 3.2). Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door leeftijdsgenoten, terwijl ouders wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). De mate van beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek van de GGD Zuid Limburg (monitor)blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels is een andere beschermende factoren een goede band tussen ouder en kind. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren.

Via het preventieplan, dat gefinancierd wordt door de gemeenten, worden scholen aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren. Ook krijgen ouders via digitale nieuwsbrieven tips voor gesprekvoering met hun kinderen. Verder worden ouders via de overige ketenpartners bereikt, en worden er ouderavonden en oudercursussen georganiseerd, waarbij de link met goede landelijke ouderwebsites wordt gelegd.

 

Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma’s, enkel gericht op jongeren blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het gebruik te de-normaliseren en daarmee ook bij hen aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen zoals handhaving en specifieke regelgeving.

Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen voor voorgezet onderwijs worden in het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. In het overleg met de VO scholen zal worden gemonitord hoe de scholen in de gemeente omgaan met de regels rond de nieuwe leeftijdsgrens met betrekking tot alcohol en welke maatregelen zij nemen wanneer bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen toch wordt gedronken. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs nog geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Bekeken wordt of scholen moeite hebben met de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld feesten. Daar waar mogelijk wordt bekeken of toezichthouders van de gemeente een ondersteunende rol kunnen spelen.

 

Ketenpartners

Het meest effectief is het om educatie te richten op uitstel van het eerste gebruik. Echter ook voor jeugdigen die al met alcohol in aanraking zijn gekomen en voor hun ouders of begeleiders is het van belang om goede informatie te krijgen. Bijvoorbeeld jongeren die bij Halt terecht komen omdat zij een overtreding hebben begaan in relatie tot alcoholgebruik, krijgen een voorlichtingstraject. En bij ziekenhuizen vinden informatieve nazorggesprekken plaats met jongeren die daar met een alcoholintoxicatie zijn opgenomen, en met hun ouders. Voor ketenpartners die werken met (risico)jongeren zijn er cursussen om te leren om de juiste norm over te brengen en om riskant middelengebruik vroeg te signaleren en adequaat te begeleiden.

 

Naast deze activiteiten zijn er in het kader van het regionaal alcoholmatigingsproject Jeugd Alcohol en Omgeving in deze regio een aantal NIX18 activiteiten ontwikkeld, waarmee preventie, educatie en handhaving gecombineerd worden. Dit aanbod staat beschreven in bijlage 5.

Gemeenten kunnen ook zelf activiteiten initiëren.

 

Jongeren

Zoals aan het begin van het hoofdstuk aangegeven worden de jongeren uiteraard rechtstreeks geïnformeerd over de risico’s van alcoholgebruik. Juist het feit dat zij gezien hun leeftijd nog niet de gevolgen kunnen overzien en gezien de sociale en genotsfunctie van alcohol, moet zoals aangegeven ook de omgeving bij de preventieactiviteiten ingeschakeld worden.

Jongeren worden rechtstreeks via de NIX18 campagne op de hoogte gebracht van de regelgeving, de gevolgen van veel drinken worden ook landelijk breed uitgemeten. Daarnaast worden zij via de diverse domeinen vrije tijd, onderwijs, thuis en overkoepelende professionals geïnformeerd en begrensd.

Van belang om te noemen is de inzet van getrainde jongeren, de zogenaamde peer educators.

Deze vrijwilligers geven voorlichting met als doel de kennis over genotmiddelen te verhogen, normen en waarden te beïnvloeden en het bevorderen van veilig(er) gebruik van drugs.

De informatie is laagdrempelig en open minded en kan in het domein vrije tijd worden ingezet.

 

 

 

Preventie 2015

Voor 2015 wordt in principe voortgezet op het uitgezette preventieprogramma en de landelijke ontwikkelingen. Hierbij wordt al gestart met een doorsteek naar het handhavingsprogramma zodat de maatregelen elkaar versterken en meer effect bereikt kan worden.

 

Regionale actie:

 

Ga op zoek naar alternatieven voor drankjes en evenementen voor jongeren onder de 18

 

Sinds de invoering van de wijziging op de DHW komen jongeren en ondernemers met initiatieven voor alcoholvrije drankjes op evenementen en de organisatie van alcoholvrije feesten.

De gemeenten in Parkstad juichen deze initiatieven toe en staan open voor overleg met de initiatiefnemers. Het is aan te bevelen dat gemeenten lokaal de mogelijkheden bekijken om initiatieven te stimuleren en/of te faciliteren die het mogelijk maken dat jongeren onder de 18 jaar de mogelijkheid hebben elkaar te ontmoeten in cafés en bij muziekevenementen.

Daarnaast is het raadzaam de nieuwe wet-en regelgeving mee te nemen als vast agendapunt van “de gezonde school “.

 

8 Uitvoering en samenwerking

 

De coördinatie van het PenH-plan ligt in principe binnen elke gemeente bij een samengesteld team van ambtenaren van de afdelingen OOV, volksgezondheid jeugd, vergunningen, toezicht en handhaving en juridische zaken. Dit integrale team komt regelmatig bij elkaar om de voortgang te monitoren en uitvoeringsafspraken te maken. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het thema ligt bij de Burgemeester en de portefeuillehouder volksgezondheid.

 

Onder de paraplu van dit beschreven beleid worden er uitvoeringsplannen/programma’s opgesteld welke worden gebaseerd op de interventiestrategie en op jaarlijkse risicoscans. Het betreft jaarlijkse uitvoeringsplannen voor handhavingsactiviteiten en preventieactiviteiten, welke aan het college ter goedkeuring worden voorgelegd. Hierin vindt een verdere uitwerking en concrete plaatselijke keuzes plaats op basis van plaatselijke cijfers en ervaringen. Op basis van de resultaten kunnen jaarlijks verschuivingen (bijgestelde prioriteiten op basis van evaluaties) in het preventie- en handhavingsprogramma worden aangebracht.

 

Zoals in hoofdstuk 4 is geschetst, werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.

 

 

Politie Hotspots in kaart brengen, integraal samenwerken rond evenementen, veiligheid tijdens inspecties, Halt doorverwijzingen.

 

Ondernemers/ Nalevingsommunicatie, meedenken over systeemontwikkeling,

verenigingen training personeel/vrijwilligers.

 

Scholen Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.

 

Gezondheids- Partners als de GGD en de Instelling voor verslavingszorg zijn

Organisaties belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.

 

Halt Halt heeft een speciale Halt-straf voor alcohol- en drugsgebruik. Naast reguliere straf, nemen jongeren deel aan leerprogramma bij een instelling voor verslavingszorg waarin zij voorlichting krijgen over het gebruik van alcohol en drugs.

 

Financiën

 

De gemeente Heerlen beheert als centrumgemeente de rijksmiddelen voor verslavingspreventie, waaronder alcoholpreventie. Tevens wordt door de gemeente Heerlen, in afstemming met de ketenpartners, beleid op dit gebied ontwikkeld.

 

Voor 2014 bedraagt het totale budget voor preventieactiviteiten voor Heerlen € 330.950. Hiervoor zijn preventie-uren en producten ingekocht bij Mondriaan. Dit budget is niet alleen bedoeld voor alcoholpreventie, maar ook voor verslavingspreventie in het algemeen, waaronder middelen / activiteiten als drugs, roken, gokken, gamen, etc. Voor 2015 zal eenzelfde budget beschikbaar zijn.

Voor een nalevingsonderzoek zal binnen de diverse gemeenten aanvullend budget beschikbaar moeten worden gesteld.

 

Bijlagen

Bijlage 1. Voorbeeld risicoanalyse

 

Setting

Risico kenmerken

Locatie(s)

Tijdstip(pen)

Detailhandel

Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken. Bij bepaalde zaken beperkte naleving.

Supermarkt x …

Slijterij y …

Vrijdagavond 19.30u-22.00u

Zaterdagavond 20.00u-21.00u.

Horeca/

Evenementen

Doorschenken bij dronkenschap.

Cafe x …

Cafe y …

Zaterdag 23.00u-04.00u.

Thuis/ouders

Ontbreken van duidelijke afspraken mbt alcohol en uitgaan.

Nvt

Geen afgebakend tijdstip.

Sport

Slechte naleving leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap.

Voetbalver. x …

Hockeyclub y …

Toernooien en clubfeesten.

Scholen

Niet naleven leeftijdsgrenzen en ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol tijdens excursies, studiereizen e.d. Gebrek aan handhaving regels.

VO-school x …

VO-school y …

Schoolfeesten en buitenschoolse activiteiten.

Openbare ruimte

Alcoholgebruik op straat door minderjarigen, openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast.

Plein x …

Straat y …

Vrijdag 19.30u-04.00u. Zaterdag20.00u-05.00u, vooral tussen 2.00 en 5.00 uur.

Bron: Trimbos instituut, Model preventie en handhavingsplan

Bijlage 2. Voorbeeld maatregelenmix per setting

 

Setting

Handhaving

Regelgeving

Educatie

Detailhandel

-Nalevings-communicatie

- Training caissières

- Communicatie over DHW en alcoholregels

-

-Toezicht leeftijdsgrenzen

-Three strikes out

 

Horeca/

evenementen

-Nalevings-communicatie

-Training barpersoneel

- Communicatie over DHW en alcoholregels

- Aanvullende eisen tav ontheffing DHW bij evenementen

- Happy hours beperken

-Toezicht leeftijdsgrenzen

-Toezicht doorschenken

-Handhavingsstappenplan

 

Thuis/ouders

-Alcoholopvoeding

-Uitgaansopvoeding

- Communicatie over DHW en alcoholregels

-

-

Sport/

Jongerencentra

-Training barvrijwilligers

-Nalevings-communicatie

- Communicatie over DHW en alcoholregels

Schenktijden beperken

-Toezicht leeftijdsgrenzen

-Toezicht doorschenken

-Handhavingsstappenplan

 

Scholen

- Overleg scholen over alcoholvoorlichting aan ouders

- Communicatie over DHW en alcoholregels

Overleg over interne regels op school

Ondersteuning door BOA bij schoolfeesten

 

Openbare ruimte

Campagne

-

-Toezicht openbare dronkenschap

-Toezicht bezit alcohol in openbare ruimte, door jongere

Bron: Trimbos instituut, Model preventie en handhavingsplan

Bijlage 3. Wet-en regelgeving

Artikel 20, lid 1 van de Drank- en Horecawet

Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Onder verstrekken als bedoeld in de eerste volzin wordt eveneens begrepen het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, welke drank echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

 

Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet

Bij de voor het publiek bestemde toegang tot een horecalokaliteit, een slijtlokaliteit, een ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of een vervoermiddel waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, dient duidelijk zichtbaar en goed leesbaar te worden aangegeven welke leeftijdsgrens of leeftijdsgrenzen gelden. Bij regeling van Onze Minister kunnen daaromtrent nadere regels worden gesteld of modellen worden vastgesteld.

 

Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet

Het is verboden in een slijtlokaliteit of horecalokaliteit of op een terras de aanwezigheid toe te laten van een persoon die in kennelijke staat van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeert.

 

Artikel 21 van de Drank- en Horecawet :

Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken, indien redelijkerwijs moet worden vermoed, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.

 

Artikel 45, lid 1 van de Drank- en Horecawet : Het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.

 

Relevante artikelen uit de APV.

 

Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen

1. Een paracommercieel rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten van sportieve aard kan zwakalcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op:

a. maandag tot en met vrijdag vanaf 19.00 tot 24.00;

b. zaterdag vanaf 15.00 tot tot 22.00; voor zover wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens het laatste uur vóór het verlopen of na afloop van deze schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan zwakalcoholhoudende drank te verstrekken tot 2 uur na beëindiging van deze activiteiten. Deze activiteiten zijn opgenomen in het jaarplan van de rechtspersoon en de rechtspersoon doet uiterlijk 5 werkdagen voor betreffende activiteit melding hiervan aan de burgemeester.

c. zondag vanaf 12.00 tot 21.00;

d. Voor feestdagen (2de kerstdag, paasmaandag, pinkstermaandag, nieuwjaarsdag, hemelvaartsdag) geldt de begintijd van de zondag.

2. Een paracommerciële rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten waarbij het faciliteren van sociale interactie een voorname rol speelt (gemeenschapshuizen) kan onverminderd het bepaalde in artikel 2:28 zwak-alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken vanaf 1 uur voor de aanvang en tot uiterlijk 2 uur na afloop van een activiteit die past binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.

3. Overige paracommerciële rechtspersonen kunnen onverminderd het bepaalde in artikel 2:28

zwak-alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken vanaf 1 uur voor de aanvang en tot uiterlijk 2 uur na afloop van een activiteit die past binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.

4. Een paracommercieel rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid of derde lid verstrekt geen

alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

5.1 Een paracommercieel rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid kan tijdens bijeenkomsten inherent aan de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon, in afwijking van het eerste lid, zwak-alcoholhoudende drank verstrekken met inachtneming van het volgende:

a. de drank wordt verstrekt tot uiterlijk 2:00 uur;

b. de drank wordt verstrekt tijdens ten hoogste 15 bijeenkomsten per jaar;

c. de rechtspersoon doet uiterlijk 10 werkdagen voor een bijeenkomst

melding hiervan aan de burgemeester.

5.2. Een paracommercieel rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid en zijnde een jeux de boules vereniging kan tijdens bijeenkomsten inherent aan de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon, in afwijking van het eerste lid, zwak-alcoholhoudende drank verstrekken met inachtneming van het volgende:

a. bij een activiteit in de periode van maandag tot en met vrijdag mag gedurende 1 dag de schenktijd beginnen om 13.00 uur;

b. deze activiteit en de betreffende dag zijn opgenomen in het jaarplan van de rechtspersoon.

6. Een paracommercieel rechtspersoon als bedoeld in het tweede lid kan, onverminderd het bepaalde in artikel 2:28, tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, in afwijking van het eerste en tweede lid, zwak-alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken met inachtneming van het volgende:

a. de drank wordt verstrekt tijdens ten hoogste 12 bijeenkomsten per jaar;

b. het organiseren van deze bijeenkomsten past binnen de statutaire doelomschrijving;

c. de paracommercieel rechtspersoon doet uiterlijk 5 werkdagen voor een bijeenkomst melding hiervan aan de burgemeester.

7. In afwijking van het bepaalde in het derde lid kan een paracommercieel rechtspersoon dat zich richt op diensten voor zorg, verpleging en wonen sterke drank aan inwoners verstrekken.

8. Uiterlijk op 1 december voorafgaande aan het nieuwe kalenderjaar dient de burgemeester in het bezit te zijn van het jaarplan van de paracommerciële instelling.

Artikel 2:34c Verbod happy hours

Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel hulpdiensten2:34d Beperking verkoop alcoholhoudende drank door inrichtingen art. 18 lid 2 onder c DHW

Het is verboden om bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder c, van de Drank- en horecawet:

a. op vrijdag en zaterdag gedurende de tijdsruimte van 23:00 uur tot en met de reguliere sluitingstijd

b. gedurende evenementen behorende tot de categorieën B1, B2 en C als bedoeld in het evenementenbeleid Vergunningverlening, Veiligheid en Facilitering;

c. in het gebied, in Heerlen-Centrum dat begrensd wordt door de Putgraaf, Dr. Poelsstraat, Raadhuisplein, Coriovallumstraat, Kruisstraat, Geerstraat, Stationsplein, Stationstraat, Willemstraat, Klompstraat, en Groene Boord tot en met de kruising met de Putgraaf, inclusief de aan de genoemde straten grenzende bebouwing.

 

Artikel 2:42 Hinderlijk drankgebruik

1.Het is verboden op de weg alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben, waarbij hinder wordt of kan worden veroorzaakt.

2 Het is verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.3.

Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet voor:

a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet;

b. de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

 

Artikel 2:46 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten

Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen dan wel te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.

 

Bevoegdheden politie

Artikel 252 Wetboek van Strafrecht.

Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft: hij die aan iemand die in kennelijke staat van dronkenschap verkeert, bedwelmende drank verkoopt of toedient. (Dronkenschap/doorschenken)

 

Artikel 453 Wetboek van Strafrecht

Hij die zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevindt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van de eerste categorie.

 

Nb. Bij constateren op heterdaad mag een algemeen opsporingsambtenaar handhavend optreden voor de artikelen van de Drank- en Horecawet.

 

* Met betrekking tot artikel 45 van de Drank- en Horecawet bestaat nog enige onduidelijkheid of de leeftijdscontrole via legitimatie een bevoegdheid in het kader van handhaven of toezicht is. Derhalve is het onduidelijk of alleen de Toezichthouder DHW of alle opsporingsambtenaren voor dit feit mogen verbaliseren. De enige manier om hier duidelijkheid in te krijgen is het uitlokken van een proefproces.

 

Bijlage 4. Alcoholmatigende regels jeugd, genomen in regio Parkstad

 

Gemeentelijke maatregelen gericht op alcoholmatiging jeugd

Gemeenten die deze regel hebben opgenomen

Evenementenorganisatoren dienen 2 of meer maatregelen te nemen ter voorkomen van schenken aan minderjarigen.

 

Kerkrade, Voerendaal, Brunssum, Heerlen, Nuth, Simpelveld (onderdeel evenementenbeleid)

Evenementenorganisatoren dienen maatregelen te beschrijven die zij nemen om overmatig alcoholgebruik te voorkomen.  

 

Onderbanken, Nuth, Simpelveld

Een evenement dient een barverantwoor-delijke te hebben die in bezit is van Verklaring Sociale Hygiëne.

 

Kerkrade, Voerendaal, Brunssum, Onderbanken, Heerlen, Nuth, Simpelveld

Beperking schenktijden bij paracommercie (bv sportverenigingen) waardoor jeugd minder vaak geconfronteerd wordt met alcohol: o.a. zaterdags niet vóór 15.00 uur.

 

Voerendaal, Heerlen, Simpelveld (in APV)

   

Verbod op schenken sterke drank bij paracommercie.

 

Heerlen (m.u.v. verzorgingstehuizen)

Verbod happy hours (kortingen hoger dan 40%) bij paracommercie.

 

Heerlen, Simpelveld

Verbod happy hours (kortingen hoger dan 40%) bij commerciële horeca.

 

Heerlen, Simpelveld

Horeca met nachtvergunning is niet toegankelijk voor jongeren onder de 18 jaar.

 

Kerkrade

Plaatselijk en tijdelijk schenkverbod voor detailhandel en cafetaria tijdens een jaarlijks risico-evenement.

 

 

Alcoholverbod (gebruik of aangebroken flessen bij zich hebben) op specifieke risicoplekken in openbare ruimte.

 

Kerkrade, Voerendaal, Onderbanken, Nuth, Simpelveld ( 3 gebieden)

 Cafetaria mogen in weekend na 23.00 uur geen alcohol meer verkopen.

 

Heerlen

Bijlage 5. Preventieaanbod; leeftijdsverhoging voor alcohol naar 18 jaar

 

De nieuwe leeftijdsgrens van 18 jaar vraagt om een gedragsverandering waarvoor het in eerste instantie van groot belang is om maatschappelijk draagvlak te creëren via educatie en handhavingscommunicatie. Hiertoe is een specifiek aanbod ontwikkeld waarin preventiewerk en handhaving afstemmen met elkaar:

 

NIX 18 aanbod voor alcoholverstrekkers: (horeca, verenigingen, detailhandel)

- Advies alcoholmatigingsmaatregelen jeugd, voor evenementenorganisaties.

Handhaven van de Drank en Horecaregels begint bij de burgers en verstrekkers zelf, en om hen daartoe te motiveren helpt het om te adviseren. Het advies betreft bewezen effectieve werkwijzen hoe o.a. het schenken aan jeugdigen onder de 18 voorkomen kan worden. Het niet uitsluiten van 18minners, en bieden van alternatieven is een onderdeel van het advies. Integrale aanpak samen met alle betrokkenen is van belang, zoals afdeling handhaving van de gemeente, meewerkende horeca, politie en security

- Advies alcoholmatigingsmaatregelen jeugd, voor horeca of verenigingen.

Bij horecagelegenheden of verenigingen met veel jeugd kan advies gegeven worden over het communiceren en uitvoeren van de nieuwe norm/leeftijdsgrens.

- IVA evenementen: Sinds 2014 is de instructie verantwoord alcoholschenken officieel inzetbaar voor barpersoneel van een evenement. Vaak zijn dit vrijwilligers van verenigingen, en de certificering is tevens geldig binnen de vereniging.

- Preventie en Handhavingscommunicatie: Tijdens een adviesgesprek of tijdens een IVA cursus kan strategisch samengewerkt worden met de BOA van de gemeente. Deze maakt van die gelegenheid gebruik om handhavingscommunicatie toe te passen.

- Verplicht opgelegde Instructie DHW/IVA , na overtreding: Mogelijk kiest een gemeente bij een eerste geconstateerde overtreding door een verstrekker niet gelijk voor beboeten, maar voor het opleggen van een verplichte en op maat gemaakte instructie over de DHW en over verantwoord schenken. De overtreder betaalt de instructie uiteraard zelf.

- Advies bij aanscherpen Alcoholbestuursregelementen (ABR), of alcohol-drugs-beleid.

 

NIX18 aanbod voor scholen; BO, VO, (en ook MBO, HBO, Universiteit):

- Advies over aanscherpen alcoholbeleid, en over bieden van alternatieve invulling feesten.

Zowel Mondriaan als de gemeente kan het initiatief hierin nemen. Een preventiewerker van Mondriaan kan dit adviesgesprek uitvoeren, maar er kan ook een gemeentemedewerker meegaan.

- In navolging van andere regio’s kunnen gemeente in Zuid-Limburg i.s.m. de GGD of Mondriaan scholen stimuleren tot een convenant, en streven naar certificering van scholen tot “ alcohol- en rookvrije school”.

- Bewustmakende activiteiten op thema NIX18 voor leerlingen, ouders, en studenten.

 

NIX 18 aanbod voor ouders en beroepsopvoeders

Verenigingen en gemeente kunnen meewerken in het bereiken van ouders, door samenwerking zullen ouders beter bereikt kunnen worden.

- Preventieactiviteit tijdens verenigingsactiviteit. Bij verenigingen komen veel ouders over de vloer om hun jeugd te zien presteren. Tijdens die activiteiten wordt op een laagdrempelige manier een preventieactiviteit aangeboden zoals “het alcoholparcours”, of “healthy lifestyle”. Hiermee worden ouders, opvoeders bij de vereniging, én jeugdigen bereikt.

- Digitale preventie: Het CJG kan i.s.m. Mondriaan op initiatiemomenten (zomervakantie, eerste schooldag, examen, carnaval), ouders tips geven, en verwijzen naar de landelijke opvoedwebsite over middelengebruik: “www.hoepakjijdataan.nl”.

- Project Outreachende preventie: Gedurende een bepaalde periode wordt in een gemeente een outreachend preventiewerker ingezet op dit thema, die ouders aanspreekt op vindplekken in bepaalde wijken, en daarnaast alle andere opvoeders/sleutelfiguren en jeugdigen.

 

NIX18 aanbod voor tieners en jongeren

- Nazorg-trajekt voor jeugdigen die met alcoholvergiftiging werden opgenomen:

Advies: het Atrium Medisch centrum beheert een alcoholpoli volgens de methodiek van Dr. Van der Lely. Hierbij wordt door medewerkers nazorggesprekken gevoerd met jeugdigen en ouders.

Nazorggesprekken voeren: Met de ziekenhuizen: MUMC en Orbis heeft Mondriaan preventie een nazorgtraject ontwikkeld, en voeren preventiewerkers van Mondriaan de gesprekken met de jeugdigen en de ouders.

 

Bron: Mondriaan, preventie aanbod NIX 18, 2014

 

Literatuurlijst

 

Mulder e.a. (2013). Model Preventie- en Handhavingsplan. Voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet. Trimbos instituut.

 

Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press.

 

Bieleman, B., Kruize, A. & Zimmerman, C. (2011). Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Groningen: Intraval.

 

Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723.

 

Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP

 

Engels, C.M.E. e.a. (2013) De rol van ouders bij alcoholgebruik van adolescenten: stand van zaken. Radboud Universiteit Nijmegen.

 

Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht.

 

GGDZL (2014). Een nieuwe kijk op gezondheid in Zuid-Limburg’ (http://ggdzuidlimburg.publ.com/Een-nieuwe-kijk-op-gezondheid-in-Zuid-Limburg)

 

Hibell,B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T. Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedisch Council for Information and Alcohol and Other drugs (Can).

 

Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press.

 

Lie, K.J. e.a.(2013). Factsheet gemeente Maastricht 2013, Nalevingsonderzoek leeftijdscontrole bij alcoholverkoop. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen.

 

Meier , P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion. Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of Health and Related Research, University of Sheffield, UK.

 

Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum.

 

Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K.(2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen.

 

Universiteit Twente (2014). Factsheet alcoholintoxicaties 2007 tot en met 2013; Universiteit Twente; STAP; Reinier de Graafgroep; Enschede/Utrecht/Delft

 

Van der Vorst, H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W., & Dekovic, M. (2006). Parental Attachment, Parental Control, and Early Development of Alcohol Use: A Longitudinal Study. Psychology of Addictive Behaviors , Vol. 20, No. 2, 107–116

 

Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.

 

Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum

Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262

Naar boven