Gemeenteblad van Veere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2016, 103716 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2016, 103716 | Beleidsregels |
Nadere regels Leefbaarheidsbijdrage
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Jaarlijkse publieksactiviteit ter bevordering van de burgerparticipatie in de gemeente: Gedurende de looptijd van deze nadere regels wordt jaarlijks een activiteit georganiseerd door de gemeente met als doel om de maatschappelijke initiatieven die een bijdrage hebben ontvangen van de gemeente toe te lichten;
Maatschappelijk initiatief: initiatieven met (als hoofddoel) een maatschappelijk effect voor (groepen) inwoners van de gemeente Veere en een duidelijke publieke waarde. Deze initiatieven worden uitgevoerd door een initiatiefnemer en mede-initiatiefnemers. De gemeente heeft niet het eigenaarschap en zal dit ook niet krijgen;
Artikel 3. Doel stimuleringsregeling
Het doel van deze nadere regels is het stimuleren van maatschappelijke initiatieven om te komen tot “meer samenleving, minder overheid” en welke zodoende invulling geven aan de speerpunten van het coalitieakkoord 2014-2018 en de Nota reserve Leefbaarheid van de gemeente. In het bijzonder, maar niet uitsluitend, worden maatschappelijke initiatieven bedoeld die een bijdrage leveren aan de realisatie van de dorpsplannen voor de ‘kernen’, voor zover opgesteld en aan de gemeenteraad aangeboden.
Hoofdstuk 3 Een bijdrage aanvragen
Artikel 6. Aanvraag voor een bijdrage
1.Een aanvraag voor een bijdrage kan worden ingediend tot 31 januari 2018.
Artikel 9 Kosten die voor een bijdrage in aanmerking komen
Enkel de kosten voor het realiseren van de activiteiten binnen het project komen voor een bijdrage in aanmerking. In elk geval worden de kosten gemaximeerd op de bij de aanvraag ingediende projectbegroting.
Artikel 10.Bijdrageplafond en verdeelsleutel
De verdeling van de beschikbare middelen geschiedt op basis van datum van ontvangst van de aanvraag voor bijdrageverlening zoals bepaald in artikel 6 lid 1 van deze nadere regels, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht eenmalig de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen, als datum van ontvangst geldt.
Artikel 11 Verplichtingen bijdrageontvanger (verder: ontvanger)
Onverminderd het bepaalde in artikel 20 ASV gelden voor de bijdrage ontvanger de volgende verplichtingen:
De ontvanger van de bijdrage draagt ervoor zorg dat de projectactiviteiten op generlei wijze belangen schaden van derden (materieel en immaterieel), waaronder de gemeente. Indien ontvanger redelijkerwijs kan vermoeden dat belangen van derden geschaad kunnen worden, stelt ontvanger belanghebbende en de gemeente daarvan onverwijld schriftelijk in kennis.
Hoofdstuk 4 Verlening, verantwoording en vaststelling van de bijdrage
Artikel 14. Verantwoording en vaststelling van de bijdrage
Het College kan bij de verlening van een bijdrage aanvullende verplichtingen opleggen aan de ontvanger voor zover het de uitvoering van het de projectactiviteiten of rapportage en verantwoording van het project aangaat, waaronder in elk geval wordt verstaan het aanleveren van een periodieke rapportage door ontvanger aan het College.
Het College kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze nadere regels afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
De gemeente wil projecten ondersteunen die bijdragen aan de doelen in het coalitieprogramma 2014-2018, haar visie “meer samenleving, minder overheid”, de nota reserve leefbaarheid (goedgekeurd door de Raad op 23 april 2015) en de dorpsplannen voor de ‘kernen’, voor zover opgesteld en aan de gemeenteraad aangeboden. Het doel van deze nadere regels is te streven naar een samenleving waarin burgers kunnen participeren en een positieve bijdrage kunnen leveren aan deze samenleving. Met de middelen die verstrekt worden uit deze nadere regels, kan die maatschappelijke meerwaarde worden vergroot en het effect worden versterkt.
Het doel van deze nadere regels is het stimuleren van projecten, die ontstaan en uitgevoerd worden vanuit de samenleving. In dit kader wordt bedoeld met stimuleren dat er voor deze projecten een incidentele bijdrage beschikbaar is voor het opstarten en uitvoeren van projecten die invulling geven aan de doelstelling van deze nadere regels.
Om ervoor te zorgen dat er inderdaad meer samenleving en minder overheid komt, dienen projecten na opstarten zelfstandig te opereren zonder gemeentelijke ondersteuning op langere termijn. Ook is er voor gekozen om de doelstelling ruim te houden om zo min mogelijk maatschappelijke initiatieven uit te sluiten.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
In dit artikel staan de inhoudelijke speerpunten (welk resultaat moet het opleveren) voor een project (lid 1) en aan welke criteria (lid 2) een project moet voldoen, om voor een bijdrage in aanmerking te komen. Projecten die inhoudelijk één van de genoemde speerpunten nastreeft en voldoet aan alle genoemde criteria dragen effectief bij aan het behalen van de doelstelling van deze nadere regels. Hieronder zijn de criteria nogmaals genoemd en zijn er per speerpunt een aantal uitgangspunten opgesomd waaraan gedacht kan worden.
Een project in elk geval aan onderstaande inhoudelijke criteria voldoen:
Onder activiteiten in de zin van speerpunt 2 wordt verstaan:
Als het eindresultaat van het project is, dat eerder door de gemeente uitgevoerde taken structureel overgedragen worden naar de samenleving dan past het project binnen dit speerpunt.
Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een particuliere vuilophaaldienst op het strand met vrijwilligers, voorlichting over toerisme privaat organiseren, De wijk voert het onderhoud uit in een wijkpark, wellicht gecoördineerd door een woningbouwvereniging, Het herontwerp van een speeltuin, waarbij alle consultatie binnen een wijk door burgers uit de wijk wordt opgepakt.
Onder activiteiten in de zin van speerpunt 3 wordt verstaan
Met maatschappelijk rendement wordt bedoeld de toegevoegde maatschappelijke waarde van een project voor de hele gemeente, de kern, voor een buurt of een straat of een groep bewoners. Bijvoorbeeld het oprichten van een zorg- of energiecoöperatie, het verbeteren van het gevoel van veiligheid, het organiseren van een alternatief voor verdwenen openbaar vervoer, projecten ten behoeve van de gezondheid van de inwoners of de opwekking van duurzame energie.
Als er voor duurzame energie andere regelingen zijn voor het nemen van de fysieke maatregelen dan komen deze niet in aanmerkingen voor een bijdrage vanuit deze regeling.
Onder activiteiten in de zin van speerpunt 4 wordt verstaan
Er is sprake van wederkerigheid waarbij de initiatiefnemer als tegenprestatie voor de bijdrage, toegevoegde waarde levert aan het oplossen/verbeteren van een maatschappelijk vraagstuk in de lokale samenleving.
Particulieren en rechtspersonen zonder winstoogmerk kunnen aanvragen voor een bijdrage zoals bepaald in artikel 1 van de ASV. Om invulling te geven aan “een positieve bijdrage leveren aan de samenleving”, die de bijdrage beoogt, zal bij elke aanvraag een verklaring van minimaal één andere partner in het project dienen te worden aangeleverd.
Artikel 7 Hoogte van de bijdrage
De bijdrage vanuit deze nadere regels is een incidentele bijdrage. Per project kan er maar één keer aangevraagd worden. Aan een incidentele waarderingsbijdrage (lid 1) worden minder verplichtingen opgelegd dan aan een incidentele budgetsubsidie A. Voor een aanvraag voor een incidentele budgetbijdrage moeten er meer stukken aangeleverd worden bij de aanvraag en moet er een aanvraag tot vaststelling worden ingediend, nadat het project is afgerond.
Verder wordt er nooit een bijdrage verleend die hoger is dan 70% van de subsidiabele kosten van het project. De hoogte van de bijdrage mag in combinatie met bijdragen van derden (andere bijdragen of subsidies niet zijnde leningen en dergelijke) niet de totale projectkosten overschrijden.
Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In dit artikel worden de vereiste gegevens opgesomd welke bij de aanvraag als bijlage meegezonden moeten worden.
In het activiteitenplan moet duidelijk de aansluiting met het doel van deze nadere regels en één van de speerpunten naar voren komen. De inkomsten en uitgaven zijn gecategoriseerd te herleiden naar activiteiten.
Artikel 9 Kosten die voor een bijdrage in aanmerking komen
In dit artikel wordt aangegeven welke kosten er in aanmerking komen voor een bijdrage. Enkel de kosten voor het realiseren van de activiteiten komen voor een bijdrage in aanmerking. Deze kosten zijn de subsidiabele kosten. De bijdrage wordt voor maximaal 70% van de subsidiabele kosten verleend.
Deze nadere regels betreft een stimuleringsmaatregel om maatschappelijke initiatieven op te kunnen starten. Het duwtje in de rug om een project van de grond te krijgen.
Artikel 10. Bijdrageplafond en verdeelsleutel
In dit artikel wordt aangegeven hoeveel middelen er beschikbaar zijn voor deze nadere regels en hoe deze middelen verdeeld zijn over de twee deelplafonds. Het (deel)bijdrageplafond kan nooit overschreden worden.
Het (deel)bijdrageplafond wordt verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt; wie het eerst maalt'. Dat betekent dat een subsidieaanvrager die als eerste een aanvraag indient waar alle gegevens en bescheiden zijn aangeleverd als eerste voor subsidie in aanmerking komt. Het bijdrageplafond voor deze nadere regels bedraagt in totaal € 800.000. Dit is onderverdeeld in een deelplafond voor incidentele waarderingsbijdrage (€ 200.000) en een deelplafond voor incidentele bijdrage A (€ 600.000).
Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger
Naast de verplichtingen die zijn opgenomen in artikel 20 van de ASV, twee verplichtingen toegevoegd. Activiteiten dienen uitgevoerd te worden conform de aangeleverde planning en activiteitenplan. Indien er afgeweken wordt van de planning of activiteitenplan dient de gemeente vooraf geïnformeerd te worden.
Naast de weigeringsgronden die zijn opgenomen in artikel 17 van de ASV, kan het college een bijdrage weigeren op grond van zes weigeringsgronden die zijn toegevoegd. Dit zijn weigeringsgronden die ervoor zorgen dat projecten die een bijdrage krijgen effectief bijdragen aan het gestelde doel van de nadere regels.
In dit artikel wordt aangegeven hoe het proces verloopt nadat er een aanvraag is ontvangen. Er zijn twee verschillende processen om te verlenen. Welk proces er doorlopen wordt, hangt af van de soort bijdrage dat wordt aangevraagd.
Artikel 14. Verantwoording en vaststelling van de bijdrage
Om een verleende bijdrage van een incidentele budgetsubsidie A te kunnen vaststellen, dient de aanvrager binnen 8 weken na uitvoering van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij de gemeente. Deze aanvraag tot vaststelling geeft inzicht in de uitvoering en financiën van het uitgevoerde project. Uit de ingestuurde documenten blijkt duidelijk welke activiteiten zijn uitgevoerd, de behaalde resultaten met de koppeling naar de doelstelling en speerpunten van deze regeling en de gemaakte kosten.
Artikel 15. Uitbetaling en bevoorschotting
Incidentele waarderingsbijdrage worden na aanvragen meteen vastgesteld en bij een positieve verlening meteen 100% uitbetaald. Bevoorschotting is voor deze bijdrage niet van toepassing.
Op grond van de ASV is bepaald, dat er voor toegewezen, incidentele budgetbijdragen voorschotten betaald mogen worden. Het College kan een voorschot verlenen tot ten hoogste 80% van de subsidiabele kosten. Na vaststelling van de definitieve bijdrage, wordt het voorschot verrekend met deze vastgestelde bijdrage, waarna het verschil wordt uitbetaald.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-103716.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.