Subsidieverordening Particuliere Woningverbetering Reimerswaal
 
De raad van de gemeente Reimerswaal,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2015,
 
besluit vast te stellen
 
Subsidieverordening Particuliere Woningverbetering Reimerswaal 2015
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
  • 1.
    subsidiabele kosten: de door burgemeester en wethouders vast te stellen kosten, welke in aanmerking komen voor subsidie, op basis van het ingediende aanvraagformulier;
  • 2.
    woning: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de permanente huisvesting van één afzonderlijk huishouden en dat is gelegen binnen het gebied van de kaart Bestaand bebouwd gebied van de Provincie Zeeland.
  • 3.
    eigenaar/bewoner: degene die de woning in eigendom heeft volgens Kadaster, notarieel erfpacht of recht van opstal heeft en die de woning op het moment van aanvraag feitelijk bewoont alsmede de toekomstige eigenaar/bewoner.
  • 4.
    casco van een woning: de hoofddraagconstructie van de woning.
  • 5.
    geregistreerd bedrijf: bedrijf met geldige inschrijving bij Kamer van Koophandel.
  • 6.
    aanvrager subsidie: eigenaar/bewoner van een woning die een aanvraag doet om subsidie als bedoeld in deze verordening.
Artikel 2 Subsidiebepalingen
  • 1.
    Voor deze verordening wordt het subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht jaarlijks vastgesteld in de begroting.
  • 2.
    Een aanvraag wordt slechts in behandeling genomen, indien het bedrag als bedoeld in lid 1 toereikend is.
  • 3.
    Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag aanhouden tot het volgende jaar indien er geen middelen resteren als bedoeld in lid 1.
  • 4.
    Een besluit tot aanhouding als bedoeld in lid 3 kan voor een aanvraag slechts eenmaal worden genomen.
  • 5.
    Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie voor voorzieningen waarvoor op grond van enige andere regeling een subsidie is verleend.
  • 6.
    Alle aanvragen om een beschikking tot subsidieverlening worden op volgorde van ontvangst afgehandeld. Een aanvraag wordt in deze volgorde opgenomen als zij voldoet aan de wettelijke eisen voor het in behandeling nemen van een aanvraag.
  • 7.
    Artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de subsidies die op grond van deze verordening worden verstrekt.
HOOFDSTUK 2 Verstrekken van subsidie
Artikel 3 Grondslag
  • 1.
    Het belang van de subsidie voor het treffen van voorzieningen aan de door de eigenaar bewoonde woning is gelegen in het opheffen van bouwtechnische gebreken aan het casco van woningen met een matige tot slechte kwaliteit. In combinatie hiermee kunnen samenhangende voorzieningen worden gesubsidieerd. De specifieke onderdelen welke voor subsidie in aanmerking komen zijn vermeld op het vastgestelde aanvraagformulier.
  • 2.
    Aan de eigenaar/bewoner van een woning kan een subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de, door burgemeester en wethouders goed te keuren, kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan een woning. Onder bouwtechische gebreken wordt in het algemeen verstaan:
    • a)
      Verbeteren van de fundering
    • b)
      Herstel van gevels en dragende binnenmuren, buitenkozijnen met ramen en deuren
    • c)
      Herstel vloerconstructies
    • d)
      Herstel dakconstructies inclusief dakbedekking en dakkapellen
    • e)
      Rookkanalen, binnen- en buitendaks
    • f)
      In combinatie met a t/m e het aanbrengen van overige voorzieningen, zoals genoemd op het aanvraagformulier.
Artikel 4 Aanvraag subsidie
  • 1.
    Een aanvraag om subsidie wordt in enkelvoud ingediend door de eigenaar/bewoner middels het invullen van de gevraagde gegevens op een door de gemeente vastgesteld formulier, onder overlegging van de daarbij behorende bijlagen, waaronder gegevens over het doel waarvoor geldelijke steun wordt gevraagd en een begroting van de kosten.
  • 2.
    Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit over de voorlopige toekenning van de subsidie.
  • 3.
    Het college kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen.
Artikel 5 Verplichtingen subsidieverstrekking
De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat:
  • 1.
    zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet wordt afgeweken van het plan;
  • 2.
    de voor het verrichten van de activiteiten noodzakelijke vergunningen zijn verleend;
  • 3.
    de activiteit op een sobere en doelmatige wijze uitgevoerd wordt;
  • 4.
    de woning na het treffen van de voorzieningen en voor zover het deze voorzieningen betreft voldoen aan voldoet het Bouwbesluit, niveau bestaande bouw;
  • 5.
    bedrijfsmatige activiteiten uitsluitend worden uitgevoerd door geregistreerde bedrijven;
  • 6.
    met de voorzieningen wordt gestart binnen een termijn van een half jaar na het voorlopig besluit tot verlenen van subsidie;
  • 7.
    uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de subsidie dienen de gesubsidieerde bouwwerkzaamheden afgerond te zijn en na afronding van die werkzaamheden wordt dit uiterlijk binnen twee weken gemeld aan burgemeester en wethouders middels een door de gemeente verstrekt formulier.
  • 8.
    aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen:
    a) toegang wordt verleend tot de woning
b) inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen
c) gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.
Artikel 6 Maatregelen
  • 1.
    De subsidie als bedoeld in artikel 3 bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 12.000,00 voor het opheffen van bouwtechnische gebreken als genoemd in artikel 3.
  • 2.
    De subsidiabele kosten zijn de daadwerkelijk gemaakte kosten; bij zelfwerkzaamheid de materiaalkosten, bij inhuur van een geregistreerd bedrijf de totaalkosten van de aanneemovereenkomst voor de in aanmerking komende onderdelen.
  • 3.
    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het vorige lid.
Artikel 7 Weigeringsgronden
  • 1.
    Het college wijst de aanvraag om subsidie af indien:
    • a)
      de woning jonger is dan 40 jaar;
    • b)
      de warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van de voorzieningen lager zal zijn dan 2,5 m2 K/W
    • c)
      de te treffen voorzieningen uitsluitend of overwegend bestaan uit isolatiemaatregelen
    • d)
      de woning waaraan voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken of een andere bestemming zal krijgen op basis van een gemeentelijk plan.
    • e)
      reeds met de werkzaamheden een begin is gemaakt zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.
    • f)
      de subsidiabele kosten minder bedragen dan € 3.500,00.
    • g)
      in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde activiteit subsidie is verleend.
    • h)
      de intrekking en wijziging van de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling geschieden overeenkomstig afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht.
  • 2.
    naast de gronden genoemd in lid 1 kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling intrekken en wijzigen indien de woning waarvoor subsidie is verleend, wordt vervreemd voordat burgemeester en wethouders positief hebben besloten op de gereedmelding.
  • 3.
    burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 1, onder b, genoemde eis indien:
    • a)
      de gevel niet geschikt is voor het daaraan aanbrengen van spouwmuurisolatie; of
    • b)
      het dak niet geschikt is voor het aanbrengen van isolatie tussen de dakbedekking en het dakbeschot; of
    • c)
      de desbetreffende woning een aangewezen beschermd of gemeentelijk monument is en voor het treffen van de in het vorige lid bedoelde maatregelen geen vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 wordt verleend.
Artikel 8 Gereedmelding
  • 1.
    Direct na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen de termijn volgens artikel 5, lid 7, meldt de subsidie-aanvrager middels het door de gemeente verstrekte gereedmeldingsformulier, aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.
  • 2.
    De gereedmelding is tevens de aanvraag om vaststelling van de subsidiabele kosten en bepaling van de hoogte van de subsidie.
  • 3.
    De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten zoals aangegeven op een door de gemeente vastgesteld formulier. Tevens wordt op het formulier verklaard dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de geldelijke steun is verleend.
  • 4.
    De subsidie-aanvrager houdt alle rekeningen en betaalbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden gedurende vijf jaar na de gereedmelding ter controle beschikbaar.
  • 5.
    Meerwerk binnen de reikwijdte van deze verordening is uitsluitend subsidiabel indien het onderdelen betreft die redelijkerwijze niet te voorzien waren op het moment van indiening van de subsidieaanvraag en de meerkosten tijdens de uitvoering goedgekeurd zijn door of namens burgemeester en wethouders na voorafgaand overleg en opname.
  • 6.
    Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding beslissen burgemeester en wethouders op basis van de gereedmelding of er tot en met de uitvoering voldaan is aan alle voorwaarden en stellen zij bij positieve bevindingen de definitieve subsidiabele kosten vast en bepalen zij de hoogte van de subsidie overeenkomstig het bepaalde in lid 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.
  • 7.
    Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in lid 6 eenmaal verdagen met zes weken voor zover controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.
  • 8.
    Onverminderd voorgaande bepalingen uit artikel 8 vindt de definitieve vaststelling van de hoogte van de subsidie plaats op basis van de werkelijke subsidiabele kosten.
Artikel 9 Voorschot
Indien subsidie wordt toegekend, kan aan de aanvrager in daartoe aanleiding gevende gevallen een voorschot worden verstrekt. Het voorschot wordt verrekend bij de uitbetaling van de definitieve subsidie. Een verzoek hiertoe kan aangegeven worden op het door de gemeente verstrekte aanvraagformulier.
Artikel 10 Intrekking
  • 1.
    Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot verlening of tot vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
  • a.
    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;
  • b.
    een subsidie op grond van deze verordening is verleend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is dat deze zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
  • 2.
    Indien subsidie verleend of vastgesteld is en gebleken dat de gegevens op grond waarvan de beschikking werd genomen onjuist waren terwijl de subsidieaanvrager wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot verlening of tot vaststelling van de subsidie intrekken en kunnen zij een reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.
  • 3.
    Burgemeester en wethouders trekken de beschikking in ieder geval in, indien de subsidieaanvrager meldt dat de activiteit geen doorgang zal vinden.
HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen
Artikel 11 Ontheffing van termijnen
  • 1.
    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de subsidieaanvrager ontheffing verlenen van een in deze verordening genoemde termijn. Een dergelijke aanvraag wordt vóór het verstrijken van betreffende termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.
  • 2.
    Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, honoreren, geven zij een nieuwe termijn of termijnen aan.
  • 3.
    Burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voor de in het tweede lid bedoelde nieuwe termijn nadere voorwaarden verbinden.
Artikel 12 Overgangsbepaling
Aanvragen die zijn ingediend voordat deze verordening in werking trad, worden afgehandeld op basis van de regels die golden op het moment van de ontvangst van de aanvraag.
Artikel 13 Hardheidsclausule
Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Particuliere Woningverbetering Reimerswaal 2015’.
Artikel 15 Inwerkingtreding en duur
Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2015.
 
Vastgesteld door de gemeenteraad van Reimerswaal op 27 januari 2015.
T.Jansen A.J. Huisman
raadsgriffier voorzitter
Naar boven