Tijdelijke subsidieregeling 'volwasseneneducatie'
Burgemeester en wethouders van Gouda
Gelezen het advies d.d. 15 september 2015,
Gelet op artikel 7 Algemene Subsidieverordening Gouda 2003,
Tijdelijke subsidieregeling ‘volwasseneneducatie’
 
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
beleidskader: ‘Regionaal Programma Educatie Midden-Holland’;
doelgroep: niet inburgeringsplichtige burgers van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas  in de leeftijd van af 18 jaar die problemen ondervinden als gevolg van achterstand in de Nederlandse taal;
 
eindtermen WEB: zoals beschreven in de Regeling eindtermen educatie 2013 (conform bijlagen)
 
non-formele educatie: niet diplomagerichte taal- en rekeneducatie, gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB. Aanbieders hebben geen diploma-erkenning nodig;
 
VE-subsidie: subsidie op grond van deze regeling;
 
WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs
 
Artikel 2 Doelstelling
Deze subsidieregeling beoogt de zelfredzaamheid van de doelgroep te bevorderen door hen in staat te stellen laagdrempelige opleidingen gericht op de Nederlandse taal en rekenen, te volgen.
 
Artikel 3 Algemene toekenningscriteria
Organisaties zonder winstoogmerk met aantoonbare ervaring met de doelgroep komen voor subsidie in aanmerking komen voor zover:
  • 1.
    zij aannemelijk kunnen maken in staat te zijn de doelgroep te kunnen bereiken;
  • 2.
    zij personen uit de doelgroep kunnen motiveren scholing te volgen;
  • 3.
    zij met het scholingsaanbod kunnen aansluiten bij de feitelijke achterstand van de doelgroep;
  • 4.
    er voor het scholingsaanbod geen ander (toereikend) budget beschikbaar is;
  • 5.
    er voor het scholingsaanbod geen andere instelling is, die al een dekkend aanbod verzorgt.
 
Artikel 4 Beoordelingscriteria
Voor de beoordeling van de VE-subsidieaanvraag worden de volgende criteria gehanteerd:
  • 1.
    de mate waarin de aanvraag past binnen het beleidskader;
  • 2.
    het te verwachten aantal deelnemers;
  • 3.
    de mate waarin wordt samengewerkt met andere partijen in de regio;
  • 4.
    in geval van bestaande taal- en rekeneducatie geldt naast bovenstaande voorwaarden ook de voorwaarde dat er sprake is van bewezen effect/succes;
  • 5.
    de wijze waarop scholing van de vrijwilligers georganiseerd wordt;
  • 6.
    de wijze waarop het effect van het gevolgde taal- of rekenaanbod getoetst wordt.
 
Artikel 5 Eisen aan de aanvraag
  • 1.
    De VE-subsidieaanvraag geschiedt door middel van een vastgesteld aanvraagformulier.
  • 2.
    De aanvraag bevat: 
    • a.
      een inhoudelijk plan waarin aangegeven wordt in hoeverre de in artikel 3 en 4 genoemde criteria van toepassing zijn;
    • b.
      een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard, omvang, specifieke doelgroep, plaats, frequentie en duur, organisaties waarmee samengewerkt gaat worden, alsmede een beschrijving van de wijze waarop bepaald wordt of deelnemers hebben voldaan aan eventuele inburgeringsverplichtingen;
    • c.
      een gespecificeerde begroting van de verwachte inkomsten en uitgaven waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie de aanvrager verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van de onder b bedoelde activiteiten;
    • d.
      indien voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd worden de geldige statuten overgelegd met het nummer van de Kamer van Koophandel
 
Artikel 6 Weigeringsgronden
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie in ieder geval weigeren indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikelen 2 tot en met 5 genoemde voorwaarden en criteria.
 
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Een organisatie kan ten behoeve van de in artikel 2 genoemde doelstelling een subsidie aanvragen voor non-formele educatie
Artikel 8 Subsidieplafond en verdelingsregels
  • 1.
    Het subsidieplafond voor deze regeling wordt jaarlijks door het college vastgesteld en bekend gemaakt. Voor 2016 bedraagt het subsidieplafond € 290.162,00.
  • 2.
    De verdeling van de budgetten over de verschillende gemeenten vindt plaats overeenkomstig de verhouding van de door het rijk aan de individuele gemeenten toegekende budgetten.
  • 3.
    Zodra naar aanleiding van de begrotingsbehandeling vaststaat dat een aanpassing van dit subsidieplafond noodzakelijk is, wordt een aangepast subsidieplafond vastgesteld en bekend gemaakt. Dit kan gevolgen hebben voor de toekenning dan wel de hoogte van de aangevraagde subsidies.
  • 4.
    Op basis van de in artikel 4 genoemde criteria vindt prioritering van de aanvragen plaats, waarbij aanvragen met een hoge prioriteit als eerste in aanmerking komen voor subsidieverlening.
 
Artikel 9 Wijze van toekenning
De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een activiteitensubsidie en bedraagt maximaal €50.000,00.
Artikel 10 Indieningsdatum
  • 1.
    Volledige subsidieaanvragen dienen vóór 15 mei van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend te zijn.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid worden aanvragen met betrekking tot het jaar 2016: vóór 12 oktober 2015 ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Gouda.
  • 3.
    De aanvraag wordt ingediend bij het subsidieloket van het college van burgemeester en wethouders van Gouda.
 
Artikel 11 Subsidiecyclus
1. In afwijking van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Algemene Subsidieverordening Gouda 2003, dient de vaststellingsaanvraag voor 31 december van het jaar waarop de subsidieverlening betrekking heeft gehad, te zijn ingediend .
2. Voor de verantwoording wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde verantwoordingsformulier
 
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze subsidieregeling treedt de dag na bekendmaking in werking en vervalt met ingang van 1 januari 2018.
 
Artikel 13 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Tijdelijke subsidieregeling ‘volwasseneneducatie’
 
Aldus besloten in de vergadering van.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
, burgemeester
, secretaris
 
Naar boven