Verordening tot wijziging van de Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater Eemnes
 
 
De raad van de gemeente Eemnes
gelezen het voorstel d.d. 21 oktober 2014 van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer;
overwegende dat in de artikelen 3.5 en 3.6 van de Waterwet aan de gemeente zorgplichten zijn opgedragen voor de verwerking van hemelwater en het voorkomen van nadelige gevolgen van de grondwaterstand, en dat de Wet milieubeheer in dat kader de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een gemeentelijk rioolstelsel en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in de openbare vuilwaterriolering;
overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied binnen een vooraf te bepalen termijn niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool;
BESLUIT:
  • I.
    de Verordening tot wijziging van de Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater
    Eemnes vast te stellen;
  • I.
    de Verordening tot wijziging van de Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater
    Eemnes treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking daarvan.
Verordening tot wijziging van de Verordening op de afvoer hemelwater en grondwater Eemnes
Artikel I.
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2 Plicht tot afkoppelen
  • 1.
    Burgemeester en wethouders kunnen een gebied aanwijzen waarbinnen het verboden is om een hemelwaterafvoerleiding aan te sluiten of aangesloten te houden op het openbaar vuilwaterriool. Eenzelfde gebiedsaanwijzing kan door genoemde beheerder worden gedaan ten aanzien van het vrijkomende grondwater bij drainage, oppompen of andere vormen van onttrekkingen van grondwater.
  • 2.
    Het is verboden om de afvoer van de hemelwater en grondwater in het aangewezen gebied op de gemeentelijke openbare riolering aan te sluiten of aangesloten te houden op het openbaar
vuilwaterriool.
  • 3.
    In afwijking van het eerste lid is het toegestaan om een afvoerleiding voor hemelwater of grondwater, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de gebiedsaanwijzing op het openbaar vuilwaterriool is aangesloten, gedurende een termijn van 2 maanden na die inwerkingtreding aangesloten te houden op het openbaar vuilwaterriool.
  • 4.
    Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
  • 5.
    Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool
rekening met het gemeentelijk rioleringsplan.
  • 6.
    De gebiedsaanwijzing treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop zij bekend is gemaakt.
  • 7.
    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater of grondwater kan worden gevergd. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Eemnes in zijn openbare vergadering
van 24 november 2014.
J.A. de Bruijn R. van Benthem RA
griffier voorzitter
Naar boven