In dit hoofdstuk wordt het inhoudelijke beleidskader voor social return beschreven. In het
Uitvoeringsprotocol Social Return Zaanstreek-Waterland is de toepassing en de uitvoering van dit beleid verder uitgewerkt. Hierin wordt uiteengezet hoe opdrachtnemers hun social return verplichting kunnen invullen. Dit protocol maakt onderdeel uit van het social return beleid van de gemeenten in de regio.
Hoogte van het social return percentage
Social return wordt berekend als percentage van de opdracht-/inkoopwaarde of (als de opdrachtwaarde niet bij aanvang vaststaat) van de gerealiseerde omzet. De hoogte van het social return percentage wordt bepaald door de volgende factoren:
- 1.
de social return contracteis
- 2.
de eventuele toepassing van een social return gunningscriterium
- 3.
het type aanbesteding of opdracht: werken, diensten of leveringen
- 4.
Bovenstaande factoren worden hieronder nader toegelicht.
Ad 1.
Social
return
contracteis
Social return als contracteis betekent dat de opdrachtnemer, door in te schrijven op de opdracht, verklaart aan deze eis te zullen voldoen. Het niet willen voldoen aan deze eis, betekent dat de inschrijver de opdracht niet kan verwerven. In veel gevallen zal een contracteis van 5% over de opdrachtwaarde worden gehanteerd. Echter, dit percentage wordt niet, zoals voorheen, bij alle aanbestedingen standaard toegepast. Tijdens het aanbestedingstraject wordt door diverse partijen een haalbaar percentage vastgesteld, rekening houdend met de aard van de opdracht en een aantal andere factoren (zie ook ad 4.)
Ad. 2
Social return gunningscriterium
Social return als gunningscriterium houdt in dat de inschrijver die bovenop de gestelde contracteis zelf een hoger percentage social return biedt, extra punten kan verdienen. Hij vergroot daarmee de kans om de opdracht gegund te krijgen. Het gunningscriterium wordt niet standaard toegepast, maar alleen bij opdrachten die zich daar volgens de gemeente goed voor lenen. De haalbaarheid van een hoger social return percentage zal in alle gevallen zorgvuldig door de gemeente worden afgewogen. Social return moet daarbij in een passende verhouding staan tot eventuele andere gunningscriteria. De wijze van toepassen van het gunningscriterium en het aantal daarmee te verdienen punten, kan variëren per aanbesteding.
De voor de desbetreffende opdracht geldende social return contracteis en het social return gunningscriterium staan beide vermeld in de aanbestedingsdocumenten.
Ad 3
. Type aanbesteding of opdracht
Social
return
bij aanbesteding van werken
Bij werken wordt doorgaans een social return eis van 5% opgenomen. Hiervan kan worden afgeweken als de loonsom binnen de opdracht naar verwachting minder dan 30% van de opdrachtwaarde bedraagt. Dit is conform de landelijke regelgeving van de Gids Proportionaliteit. In die gevallen wordt dan een social return contracteis van 2% over de opdrachtwaarde gesteld. Is de loonsom vrijwel nihil, dan kan worden besloten om de social return eis te relateren aan de loonwaarde of om een inspanningsverplichting van de opdrachtnemer te verlangen.
Social
return
bij aanbesteding van diensten Bij de aanbesteding van diensten geldt standaard een social return contracteis van 5% van de opdrachtwaarde. Hierop zijn in individuele gevallen twee uitzonderingen mogelijk:
- 1.
bij individuele inhuur van gespecialiseerde, hoogwaardige adviesdiensten kan een social return contracteis worden gesteld tussen 2% en 5% van de opdrachtwaarde;
- 2.
bij de inhuur van diensten van ZZP’ers wordt geen social return contracteis gesteld, maar kan wel een extra inspanning van de opdrachtnemer worden gevraagd.
Bij inhuur van diensten via raamcontracten geldt doorgaans een social return percentage van 5%.
Omdat bij de aanbesteding van diensten aan het begin van de opdracht in sommige gevallen nog geen definitieve opdrachtwaarde kan worden vastgesteld, wordt na het afsluiten van het contract op basis van het verleden een inschatting gemaakt van de verwachte omzet binnen het nieuwe contract. Er wordt dan direct begonnen om de social return verplichting die hiermee samenhangt, in te vullen. Tegen het einde van het contractjaar resp. de totale contractduur wordt de gerealiseerde omzet berekend. Een eventuele openstaande social return verplichting dient dan alsnog binnen redelijke termijn door de opdrachtnemer te worden ingevuld.
Social
return
bij aanbesteding van leveringen
Bij leveringen is de loonsom doorgaans laag. Daarom wordt per individuele levering worden bekeken welke social return eis reëel is. De contracteis kan variëren tussen 0% en 5% van de opdrachtwaarde.
Bij alle aanbestedingen geldt dat de opdrachtgever de social return contracteis vaststelt waarbij gekeken kan worden naar factoren gelegen in onder meer de markt/sector waarin de opdracht wordt uitgezet, de economische conjunctuur, de samenstelling van het personeelsbestand, etcetera.
In plaats van een prestatieverplichting als contracteis, kan ook in de offerte-aanvraag een inspanningsverplichting van de opdrachtnemer worden gevraagd.
Invulling van de social return verplichting
Voor de invulling van de social return verplichting bestaan de volgende mogelijkheden:
- 1.
Het bieden van een
betaalde arbeidsplaats aan kandidaten in een uitkeringssituatie
- 2.
Het aanbieden van een
leerwerkplek of stage aan scholieren en studenten
- 3.
Het bieden van
een tijdelijke werkervaringsplaats aan werkzoekenden die een uitkering ontvangen u.h.v. de Participatiewet of WIA/WAO
- 4.
Gemaakte kosten voor opleiding en extra begeleiding van de kandidaat voor zover de kosten aantoonbaar zijn gemaakt om de kansen van de kandidaat op de arbeidsmarkt te vergroten
- 5.
Blijkt dat de social return verplichting niet kan worden ingevuld binnen de voornoemde categorieën, dan kan de opdrachtnemer in overleg met en na toestemming van de gemeente zelf een voorstel indienen hoe hij op een
andere wijze invulling wil geven aan zijn verplichting
Bij de invulling van de social return verplichting door middel van werkgelegenheid wordt gerekend met normbedragen volgens het zgn. ‘Bouwblokkenmodel Zaanstreek Waterland’. Dit model is nader uitgewerkt in het
Uitvoeringsprotocol Social return Zaanstreek-Waterland.
Inzet van werkgeversinstrumenten
De gemeenten in de regio Zaanstreek Waterland hebben een aantal financiële instrumenten ontwikkeld om de bemiddeling van werkzoekenden te bevorderen. Bij plaatsing van kandidaten in het kader van een social return verplichting kunnen, naast eventuele wettelijke en fiscale instrumenten, de volgende instrumenten worden ingezet:
- •
de proefplaatsing (de kandidaat werkt met behoud van uitkering, maar telt nog niet mee voor de invulling van de social return verplichting);
- •
de werkplekpolis (aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering).
Daarnaast zijn alle regionaal beschikbare instrumenten inzetbaar voor kandidaten die vallen onder de doelgroep van de banenafspraak (kandidaten met een structureel verminderde loonwaarde).
De stimuleringssubsidie, de jongerenvoucher en de scholings- en begeleidingsvoucher kunnen bij social return niet worden ingezet.
Bij plaatsing van kandidaten van buiten de regio Zaanstreek Waterland is de inzet van een financieel instrument niet mogelijk.
Niet-naleving van de social return verplichting
Social return is een contractuele verplichting en dus niet vrijblijvend. De social return verplichting dient, net als alle andere contractuele verplichtingen, geheel nagekomen te zijn vóór het einde van de opdracht. Heeft de opdrachtnemer aan het einde van de looptijd van de opdracht de social return verplichting niet volledig ingevuld, dan heeft de gemeente van rechtswege een direct opeisbare vordering op de opdrachtnemer heeft ten bedrage van de openstaande social return verplichting. Dit bedrag zal door de gemeente worden ingehouden op nog te betalen facturen aan de opdrachtnemer of op andere wijze ingevorderd worden.