De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;
De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;
 
Gelezen het voorstel van de voorzitter en de griffier;
 
Gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;
 
besluit: vast te stellen:
 
de Gedragscode Integriteit Raadsleden Capelle aan den IJssel 2015
 
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Wettelijke grondslag
De gemeenteraad van Capelle aan den IJssel stelt een gedragscode vast voor zijn leden [artikel 15, derde lid, Gemeentewet].
Artikel 1.1
Deze gedragscode geldt voor de raadsleden en burgerraadsleden als bedoeld in artikel 4 van de Verordening op de raadscommissies Capelle aan den Ussel 2014, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.
Artikel 1.2
Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.
Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling
Wettelijk kader
Afleggen eed of belofte [artikel 14 Gemeentewet]
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: "Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen."
Persoonlijke belangen
Een lid van een volksvertegenwoordiging neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;
de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort [artikel 28 Gemeentewet].
Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden [artikel 2:4, tweede lid. Algemene wet bestuursrecht].
Incompatibiliteiten en nevenfuncties
Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente of het gemeentebestuur partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aan gaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend [artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet]. Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaat- schap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet).
Onverenigbaarheid van functies: het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit [artikel 13 Gemeentewet. Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel XI Kieswet).
Openbaarmaking nevenfuncties: volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis [artikel 12 Gemeentewet].
Artikel 2
  • 1.
    Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (nevenfuncties aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (nevenfuncties wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.
  • 2.
    De informatie betreft in ieder geval:
    • a.
      de omschrijving van de (nevenfunctie;
    • b.
      de organisatie voor wie de (nevenfunctie wordt verricht;
    • c.
      of het al dan niet een (nevenfunctie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en
    • d.
      of de (nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is.
  • 3.
    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.
Toelichting
Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.
Paragraaf 3 Informatie
Wettelijk kader Informatieplicht
Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang [artikel 169 Gemeentewet].
In 2009 heeft de gemeenteraad van Capelle aan den IJsel de Handreiking Informatievoorziening Capelle aan den IJssel vastgesteld. Daarin zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.
Geheimhouding
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen [artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet].
Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).
Artikel 3.1
Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.
Artikel 3.2
Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.
Toelichting Artikel 3.1
Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.
Paragraaf 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen
Wettelijk kader Afleggen eed of belofte
De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.
Artikel 4.1
  • 1.
    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.
  • 2.
    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.
  • 3.
    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.
  • 4.
    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.
  • 5.
    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.
Artikel 4.2
  • 1.
    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.
  • 2.
    De informatie is openbaar en via internet beschikbaar.
Artikel 4.3
  • 1.
    Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat daarvan de kosten waren.
  • 2.
    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.
Toelichting
Artikel 4.1
In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties.
Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.
Artikelen 4.2 en 4.3
Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.
Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente
Wettelijk kader Procedure van declaratie:
Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke verordening Rechtspositie over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.
Buitenlandse excursie of reis voor raadsleden:
De gemeenteraad kan een raadscommissie (of een delegatie daaruit) toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/ reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 5.1
  • 1.
    Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.
  • 2.
    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.
Artikel 5.2
Een raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.
Artikel 5.3
Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.
Toelichting
Artikel 5.1
Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel zou kunnen worden aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen:
  • a.
    in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld;
  • b.
    indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald;
  • c.
    het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt;
  • d.
    voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet.
Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk.
Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem of haar gelden.
Artikel 5.3
Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel hebben organisaties mogelijk een specifieke regeling die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon.
Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode
Artikel 6.1
De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin.
Artikel 6.2
  • 1.
    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:
    • a.
      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;
    • b.
      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.
  • 2.
    De afspraken, bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode.
Artikel 6.3
  • 1.
    De burgemeester en een voor de duur van een raadsperiode door de raad uit zijn midden benoemd lid treden op als bewaker en stimulator van de integriteit en zijn tevens 'vertrouwenspersoon integriteit'. Bij voorkeur zijn de vertrouwenspersonen een man en een vrouw.
  • 2.
    De raad kan op voordracht van het overleg van fractievoorzitters en de burgemeester wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Indien de sanctie is gericht tot een raadslid, onthoudt het raadslid in kwestie zich daarbij van stemming.
  • 3.
    Indien een raadslid zich in strijd met de gedragscode gedraagt, dan kan de raad de volgende sancties toepassen:
    • a.
      een openbaar oordeel uitspreken (bijvoorbeeld ongenoegen uitspreken, motie van afkeuring);
    • b.
      het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als politieke ambtsdrager vervult en waarin hij door de raad is benoemd (bijvoorbeeld in externe organen, commissievoorzitter, plaatsvervangend voorzitter van de raad);
    • c.
      het afnemen van faciliteiten die aan de politieke ambtsdrager door de gemeente ter beschikking zijn gesteld en het in rekening brengen van kosten bij misbruik van faciliteiten;
    • d.
      niet deelnemen aan voor de raad georganiseerde activiteiten (bijvoorbeeld werkbezoeken).
Artikel 6.4
  • 1.
    Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van haar bekendmaking. Op dat moment vervalt de op 19 september 2011 door de raad vastgestelde "Gedragscode politieke ambtsdragers Capelle aan den Ussel 2011".
  • 2.
    Deze gedragscode kan worden aangehaald als "Gedragscode integriteit raadsleden Capelle aan den Ussel 2015".
Toelichting
Artikel 6.1
Oe gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.
Artikel 6.2
De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.
Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille 'integriteit' duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.
Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur.
De procedurele afspraken kunnen onderdeel uitmaken van de gedragscode. De onderwerpen, genoemd in artikel 6.2, eerste lid, zijn niet uitputtend.
Artikel 6.3
De burgemeester staat niet alleen voor de taak als bewaker en stimulator van integriteit op te treden. Naast de burgemeester is een raadslid als vertrouwenspersoon aangewezen. Met de vertrouwenspersoon kan een raadslid zijn of haar dilemma's ten aanzien van het persoonlijk handelen of het handelen van collega raadsleden in relatie tot integriteit op een laagdrempelige wijze bespreken.
De raad heeft bij de vaststelling van de vorige gedragscode gemeend dat in uitzonderlijke situaties het ook mogelijk moet zijn sancties op te leggen, indien een raadslid zich in strijd met de gedragscode gedraagt. Artikel 6.3 lid 2 en 3 zijn dan ook overgenomen uit de vorige gedragscode.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juli 2015,
de griffier, de voorzitter,
Naar boven