De gemeenteraad moet in een verordening regels stellen over de voorziening beschut werk (artikel 8a lid 1 onderdeel e van de Participatiewet). De gemeente kiest ervoor om geen voorziening beschut werk tegen ten minste het WML aan te bieden, maar om op zoek te gaan naar alternatieven hiervoor. De reden hiervoor is dat slechts een klein deel van de doelgroep via deze relatief dure voorziening, waarbij een langdurige financiële verplichting wordt aangegaan, geholpen kan worden. Terwijl met ditzelfde budget een grotere groep geholpen kan worden, die ondersteuning nodig heeft bij het invullen van een (arbeidsmatige) participatieplek. Zo wordt voorkomen dat er een groep binnen de doelgroep van de Participatiewet ontstaat met een aparte status, dit zorgt voor rechtsongelijkheid.
Beoogd wordt om samen met partners in de gemeente plekken te creëren waar mensen kunnen werken of een betekenisvolle dagbesteding kunnen krijgen. Het college creëert beschutte plekken in samenhang met (arbeidsmatige) dagbesteding en participatie (WMO). Op deze manier maakt het college gebruik van de bestaande infrastructuur en de kennis en expertise van de doelgroep die in de gemeente aanwezig is.
Lid 1. Het gaat hierbij om personen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat redelijkerwijs niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze personen in dienst neemt, óók niet met extra voorzieningen van de gemeente.
Lid 2. De gemeente kan voor personen bij wie de screening nog niet is gebeurt, een screening en/of verdiepende diagnose inzetten om te onderkennen of iemand aangewezen is op een beschutte omgeving. Dit betreft bijv. personen van wie nog niet vanuit onderwijs of andere instellingen bekend is met welke problematiek zij kampen en wat daarvoor een maatwerk participatieplek is.
Lid 3. Het college maakt gebruik van de wettelijke ruimte om beschut werk ‘nieuw’ op een andere manier in te vullen dan bepaald in de wet en stelt het aantal beschutte werkplekken, waarbij verplicht een dienstbetrekking met tenminste WML of cao-loon moet worden aangeboden, op nul. We willen maatwerk bieden, waarbij we individueel kijken naar de (ontwikkel)mogelijkheden, de beperkingen en motivatie van iemand. Dit willen we verbinden met wat gevraagd wordt in de gemeente.
Lid 4. Het college behoudt met dit lid de mogelijkheid om flexibel te zijn bij de vormgeving van beschut wanneer landelijke besluitvorming daarom vraagt.
De no-riskpolis is een belangrijk instrument om aarzelingen bij werkgevers weg te nemen om mensen uit de doelgroep in dienst te nemen. De gemeente kan de verzekering aanbieden aan een werkgever die een persoon uit de doelgroep re-integratie in dienst neemt. De polis zorgt ervoor dat de werkgever schadeloos wordt gesteld wanneer de betrokken werknemer ziek wordt.
VNG en UWV hebben een afspraak gemaakt over het aanbieden van een no-riskpolis 2015 voor de gemeentelijke doelgroep van de banenafspraak in het kader van de Participatiewet. Deze afspraak is tijdelijk en geldt alleen voor 2015. Het kabinet heeft een wetsvoorstel in voorbereiding om de no-riskpolis voor de gemeentelijke doelgroep per 2016 voor de duur van 5 jaar via UWV te laten lopen.
De werkgever meldt de werknemer uit de gemeentelijke doelgroep ziek bij UWV via de gebruikelijke route. Bij de ziekmelding levert de werkgever bewijsstukken (o.a. beschikking loonkostensubsidie-LKS en indicering banenafspraak) dat de werknemer tot de doelgroep behoort. Deze verklaring heeft UWV nodig voor de claimbeoordeling. UWV zal op de website aangeven welke bewijsstukken voor de gemeentelijke doelgroep ingestuurd kunnen worden.
UWV beoordeelt de ziekmelding op basis van artikel 29b Ziektewet en voert na de ziekmelding, haar standaard proces uit. Dat proces bestaat uit een plausibiliteitstoets en de claimbeoordeling.
UWV belt als daar aanleiding toe is met de zieke medewerker en stelt vast of het verzuim plausibel is. Als de ziekmelding plausibel is, stelt UWV hoogte en duur vast op basis van informatie over het loon zoals vermeld is in de polis administratie.
UWV stelt het recht, de hoogte en de duur van de Ziektewetuitkering vast. De werkgever doet de ziek- en betermelding ook naar de gemeente. Op basis van deze melding zet de gemeente de loonkostensubsidie aan de werkgever stop of verrekent deze op een later moment. Dit om te voorkomen dat de werkgever gedurende de ziekteperiode zowel de loonkostensubsidie als de ziektewetuitkering ontvangt.