|
persoon, vanaf 18 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd, die een uitkering van de gemeente Assen ontvangt. Dit is bijvoorbeeld een bijstanduitkering of een IOAW(Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) of IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen uitkering)
|
|
persoon die aanspraak kan maken op een voorziening
|
-Functionele arbeidsbeperking.
|
Een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap die er toe leidt dat een persoon niet in staat is om het sociale minimum te verdienen hebben
|
|
persoon van wie door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen is vastgesteld dat sprake is van een functionele arbeidsbeperking (hij is niet in staat tot het verdienen van het wettelijk minimumloon)
|
|
waarde van de prestatie die de werknemer levert op de werkvloer in verhouding tot die van een reguliere werknemer in dezelfde functie. (van toepassing is artikel 6, lid 1, sub g van de wet)
|
|
Een voorziening gericht op werk, bedoeld voor mensen die loonvormende arbeid kunnen verrichten. De hoeveelheid begeleiding en werkplekaanpassing is bepalend en niet de werkzaamheden zelf. Beschut werk is een arbeidsinstrument. Het is dan ook geen regel dat werknemers binnen de doelgroep altijd de laagste loonwaarde vertegenwoordigen
|
-participatievoorziening:
|
het verrichten van maatschappelijk nuttige en andere sociale activiteiten ter voorbereiding op re-integratie en ter voorkoming van sociaal isolement
|
|
“Voor wat hoort wat” bepaling in de wet. Het gaat er om dat in ruil voor de uitkering allerlei maatschappelijk nuttige werkzaamheden worden verricht. Er is geen verdringing op de arbeidsmarkt en de tegenprestatie is niet gericht op re-integratie
|
|
onverplicht en onbetaald werk dat in enig georganiseerd verband, wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving
|
-persoonlijke ondersteuning/
|
Persoonlijke ondersteuning voor de persoon die aan de slag gaat in een afspraakbaan. De jobcoach zorgt voor zaken als begeleiding in het werk zelf en ook op het gebied van werkplekaanpassingen en/of inrichting van de werkplek. De jobcoach is altijd tijdelijk aanwezig (indicatief twee jaren)
|
|
Verzekering die wordt afgesloten voor de werkgever als hij een persoon uit de doelgroep in dienst neemt. De werkgever wordt verzekerd voor de verplichte doorbetaling van het salaris als de werknemer ziek wordt.
|
|
Een werkstage is bedoeld voor inwoners die werkervaring missen of (opnieuw) moeten leren hoe je functioneert in een werkrelatie. De inwoner blijft gedurende de stage wel in de uitkering. De stage is (zoals alle stages) beperkt in duur. Tijdens de werkstage worden ontbrekende competenties ontwikkeld. Na de werkstage is de inwoner geschikt om een baan te aanvaarden.
Het is belangrijk dat verdringing voorkomen wordt. Het is niet de bedoeling dat werkgevers veel stagiairs nemen om hun werkzaamheden uit te voeren waardoor er geen ruimte meer is voor “echt werk”.
|
|
Dit is een veel gebruikte vorm onder de Wsw. Sommige werkgevers verkiezen deze constructie met het oog op het afschermen van risico’s. de inwoners op detacheringsbanen tellen mee voor het aantal afspraakbanen (Quotum). De inwoner stroomt uit de uitkering, treedt in dienst bij een payroll organisatie en gaat aan het werk bij de inlener. Deze vorm is niet beperkt in tijd omdat de inwoner wel is uitgestroomd naar werk. Mocht de inlener geen gebruik meer willen maken van de diensten blijft iemand wel in dienst van de payroll organisatie, en die moet dan op zoek naar iets nieuws. De loonkostensubsidie (indien van toepassing) vervalt dan tot dat iemand weer aan het werk is. Dat betekent dat de Payroll organisatie het volledige loon moet blijven betalen maar daar geen loonkosten subsidie meer voor ontvangt.
|
|
Een participatieplaats is een onbetaalde eenvoudige baan waarin een langdurig werkloze met behoud van uitkering kan werken Het gaat om werklozen die moeilijk bemiddelbaar zijn, doordat ze al jaren niet meer hebben gewerkt, ‘te oud’ zijn of een handicap hebben. Degene kan dan onbeloonde additionele werkzaamheden verrichten gedurende maximaal twee jaar. Het werk is vooral bedoeld om werkervaring op te doen en sociale vaardigheden aan te leren. Een werkgever kan een bijdrage leveren aan de re-integratie van deze langdurig werklozen door een functie te creëren die geschikt is voor deze groep mensen, voor minimaal een jaar. Het is niet de bedoeling dat deze mensen regulier werk verrichten, het moet echt gaan om additionele werkzaamheden. Voor inwoners jonger dan 27 jaar is ondersteuning in de vorm van een participatieplaats niet mogelijk. De participatieplaats volgt uit de wet en is daarom verplicht opgenomen in de verordening
|
|
Het leerwerktraject geeft de leerling, de mogelijkheid het diploma te behalen door middel van een meer passende leerroute. Een leerroute waarbij de leerling wordt uitgedaagd en uitgenodigd, door de combinatie van binnen- en buitenschools leren met meer praktijk en minder theorie, te slagen voor het vmbo-diploma. Het leerwerktraject is een vorm van voortgezet onderwijs en een volwaardige leerroute binnen de basisberoepsgerichte leerweg (BB) van het Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)
|
|
Landelijk is bepaald dat er 35 regionale werkbedrijven komen,. Het werkbedrijf is de verbindende schakel tussen inwoners met een functionele arbeidsbeperking en werkgevers. In het werkbedrijf werken de Sociale Partners, gemeenten en UWV samen. Het is geen fysieke organisatie maar een platformoverleg. In dit overleg worden afspraken gemaakt over de inhoud van de verordeningen, de wijze van loonwaardebepaling en is er een gezamenlijk marktbewerkingsplan en werkgeversservicepunt.
|
-Wet afspraakbanen en quotumregeling
|
In deze wet zijn de bepalingen rondom de afspraakbanen en de quotumregeling vastgelegd.
|
-afspraakbanen (voorheen garantiebanen)
|
Dit zijn de extra banen die voortvloeien uit het sociaal akkoord van april 2013. In het sociaal akkoord is afgesproken dat tot 125.000 extra banen worden gecreëerd, 100.000 in de marktsector en 25.000 voor de overheid. De banen zijn bedoeld voor mensen die een functionele arbeidsbeperking hebben. Het aantal banen dat gecreëerd moet worden neemt jaarlijks toe totdat in 2026 alle banen zijn ingevuld
|
|
Indicatie van het UWV waaruit blijkt dat een persoon die bijstand ontvangt tot het doelgroepenregister behoort.
|
|
Een register waarin alle mensen die een functionele arbeidsbeperking hebben staan. Met behulp van dit register wordt in beeld gebracht of voldoende extra banen zijn gecreëerd (ingevuld door mensen uit de doelgroep Het is van belang voor alle partijen die zijn betrokken bij de wet banenafspraak en quotumregeling (werkgevers, rijksoverheid, gemeenten en inwoners).
Het UWV beheert dit register. Het UWV heeft de mensen in de Wajong, mensen met een Wsw-indicatie en de mensen met een Wiw en ID-baan in één keer opgenomen in het doelgroepen register. De mensen uit de Participatiewet waarvan niet bekend is of zij tot het doelgroepenregister behoren. Kunnen worden voorgedragen aan het UWV. UWV geeft op verzoek van gemeenten een indicatie afspraakbaan af als een inwoner functioneel beperkt is en geplaatst kan worden op een afspraak baan.
|
|
Methodiek waarmee wordt vastgesteld wat de verdiencapaciteit is van een inwoner in een bepaalde functie. De loonwaarde wordt bepaald als een werkgever het voornemen heeft om iemand in dienst te nemen. De loonwaarde wordt op de werkplek bepaald met inbreng van die werkgever. In de arbeidsmartktregio is afgesproken dat de loonwaarde wordt bepaald met het instrument Dariusz.
|
|
Loonkostensubsidie compenseert de werkgever voor het verlies aan productiviteit van een werknemer. De werknemer ontvangt het reguliere wettelijk minimumloon (WML) of cao-loon van de werkgever en bouwt hierover pensioen op. De loonkostensubsidie die de werkgever ontvangt is het verschil tussen het wettelijk minimumloon en de loonwaarde, vermeerderd met een vergoeding voor de werkgeverslasten. Als het Cao-loon hoger is dan het WML zijn die meerkosten voor rekening van de werkgever. De loonkostensubsidie kan nooit meer zijn dan 70% van het WML. Het doel van dit instrument is het verstevigen van de arbeidsmarktpositie van de doelgroep. Bovendien bouwt de werknemer over het hele inkomen pensioen op.
|