Gemeente Dordrecht – vaststellen Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp Dordrecht – 25 februari 2015
 
 
Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;
gelet op artikel 9 van de Verordening Jeugdhulp Dordrecht;
B E S L U I T :
vast te stellen de navolgende
Beleidsregels bij de toepassing van de Verordening Jeugdhulp Dordrecht
Artikel 1
Weigering van een PGB
  • 1.
    Verstrekking van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben met het omgaan met een persoonsgebonden budget. Hiervan is sprake:
    • a.
      bij verslaving of problemen van psychische aard;
    • b.
      als bij schulden beslaglegging op het persoonsgebonden budget dreigt;
    • c.
      als overigens mag worden verwacht dat het persoonsgebonden budget niet zal worden besteed waarvoor het is bedoeld.
  • 1.
    Verstrekking van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats als op voorhand vast staat dat binnen korte tijd vervanging van de voorziening nodig is.
  • 2.
    Verstrekking van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats ter vervanging van een voorziening in natura waarvan de afschrijftermijn nog niet is verstreken.
  • 3.
    Verstrekking van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien bekend is dat belanghebbende op een zodanige termijn gaat verhuizen dat de afschrijftermijn ten tijde daarvan nog niet zal zijn verstreken.
Artikel 2
Verantwoording van het PGB
  • 1.
    De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steekproefsgewijs plaats waarbij de omvang van de steekproef aan de hand van een risico inschatting wordt bepaald;
  • 2.
    De budgethouder voert een deugdelijke administratie.
Artikel 3
Kwaliteitseisen voor PGB hulpaanbieders
In aanvulling op de in hoofdstuk 4 van de Wet gestelde eisen gelden de volgende kwaliteitseisen voor professionele hulpaanbieders:
  • a.
    Een hulpaanbieder mag niet op de zwarte lijst van de gemeente staan vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met de Jeugdwet, het Besluit en de gemeentelijke voorwaarden en beleid, misleiding, fraude en uitbuiting personeel.
  • b.
    Hulpaanbieders zijn verplicht te melden in de verwijsindex (VIR) en hanteren de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
  • c.
    Hulpaanbieders kunnen de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden inschatten en aangeven wanneer specialistische ondersteuning is gewenst, bijvoorbeeld van uit het flexibele aanbod dan wel specialistische hulp.
  • d.
    De hulpaanbieder werkt actief samen met ander jeugdhulpverleners, zoals de Jeugdteams, wanneer sprake is van een bedreiging van de veiligheid of welzijn van de jeugdige of betrokkenen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2014.
Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris de burgemeester
M.M. van der Kraan A.A.M. Brok
Naar boven