Evenementenbeleid gemeente Bergeijk 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk;

 

Overwegende dat:

 

in de gemeente Bergeijk jaarlijks een groot aantal publieksevenementen plaatsvindt;

 

evenementen in toenemende mate (hogere) risico’s kennen;

 

het gewenst is voor de classificatie van evenementen gebruik te maken van een (regionale) risicoscan en risicoanalyse;

 

het gewenst is een evenementenbeleid vast te stellen dat als beleidskader dient voor vergunningverlening en handhaving van evenementen in de gemeente.

 

besluiten vast te stellen:

 

  • 1.

    Evenementenbeleid gemeente Bergeijk 2016;

  • 2.

    Dit beleid in werking te laten treden per 1 januari 2016.

 

Samenvatting
Inleiding

Evenementen vervullen een belangrijke rol in het maatschappelijk verkeer, zowel in sociaal-culturele als in economische zin. Evenementen brengen vertier en vermaak en dragen bij aan de sociale samenhang. De gemeente Bergeijk kent van oudsher een levendig verenigingsleven en heeft mede daardoor een rijke traditie op het gebied van evenementen. Het gemeentebestuur staat positief tegenover het organiseren van evenementen. Evenementen kunnen risico’s met zich meebrengen die zich voordoen op het gebied van openbare orde, veiligheid en overlast voor de omgeving.

Wet en regelgeving

De grondslag en de definitie van een evenement is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Bij een evenement zijn vaak ook andere wetten van toepassing zoals de Drank- en Horecawet de Wegenverkeerswet, de Bouwverordening en regelgeving met betrekking tot brandveiligheid.

Risico’s bij een evenement  

Evenementen worden beoordeeld in het kader van de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, bescherming van het milieu en de waarborgen die de organisatie biedt voor een goed verloop van het evenement. De beoordeling van evenementen vond tot op heden op basis van het huidige evenementenbeleid (2010) zonder risicoanalyse plaats. In het nieuwe evenementenbeleid wordt er voor gekozen om evenementen te beoordelen aan de hand van een risicoscan en risicomatrix. De Veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost (VRBZO) heeft in 2012 de Regionale handreiking evenement-veiligheid vastgesteld waarin modellen hiervan zijn opgenomen. Deze worden regionaal toegepast. Uit de risicoscan vloeit een classificatie voor evenementen voort.

Categorisering evenementen
  • -

    Categorie A: Regulier evenement

  • -

    Categorie B: Aandacht evenement (beperkt risico)

  • -

    Categorie C: Risico evenement (hoog risico)

Procedure tot vaststelling van beleid

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders –ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft – stellen het beleid vast. Het beleid zal vervolgens ter kennisgeving worden aangeboden aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

Binnen de gemeente Bergeijk vindt jaarlijks een groot aantal publieksactiviteiten plaats. Evenementen leveren een welkome bijdrage aan het culturele, sociaal-maatschappelijke leven in de gemeente. Aantrekkelijke evenementen dragen bovendien bij aan een positief beeld van de gemeente.

 

Evenementen kennen in toenemende mate hogere risico’s en er komt steeds meer nadruk te liggen op de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van de organisator en de gemeente. Wij willen meer aandacht besteden aan veiligheid bij evenementen, zodat beter ingespeeld kan worden op de risico’s bij evenementen. Daarnaast moet de overlast die evenementen kunnen veroorzaken zoveel mogelijk worden voorkomen. Voor de classificatie van evenementen zal gebruik worden gemaakt van de door de VRBZO opgestelde risicoscan en risicoanalyse (zie hoofdstuk 3).

1.2 Doel

Het doel is te komen tot een integraal evenementenbeleid, ingestoken vanuit dienstverlening, regelgeving, openbare orde en veiligheid, dat als beleidskader dient voor vergunningverlening en handhaving van evenementen in Bergeijk. Om dit te bereiken moeten de volgende zaken worden opgepakt:

  • -

    Duidelijkheid in regels voor evenementen zowel voor organisatoren, burgers, medewerkers van de gemeente Bergeijk en externe partners als het gaat om de beoordeling van evenementen;

  • -

    Een vastgestelde risicoscan en risicoanalyse om als gemeente voorwaarden te kunnen scheppen om evenementen op een veilige en verantwoorde wijze te laten plaatsvinden;

  • -

    Aan een vergunning moeten de noodzakelijke voorschriften zijn verbonden en deze moeten handhaafbaar zijn.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader
2.1 Inleiding

De basis voor een evenement is geregeld in de APV. Daarnaast kan nog andere wet- en regelgeving van toepassing zijn bij een evenement.

22.2 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

De volgende artikelen zijn van toepassing bij het verlenen van een evenementenvergunning:

  • -

    Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing (algemene bepaling);

  • -

    Artikel 1.8 Weigeringsgronden (algemene bepaling);

  • -

    Artikel 2.24 Begripsbepaling;

  • -

    Artikel 2.25 Evenement (grondslag vergunning);

  • -

    Artikel 2.26 Ordeverstoring.

Daarnaast zijn op een aantal andere aspecten die bij een evenement van toepassing kunnen zijn in de APV bepalingen opgenomen. Hierbij kan gedacht worden aan sluitingstijden (artikel 2.29), collectieve festiviteiten (artikel 4.2), individuele festiviteiten (artikel 4.3), geluidhinder (artikelen 4.6 en 4.6a), kamperen bij evenementen (artikel 4.18).

2.3 Andere wet- en regelgeving

Naast de APV kan andere wet- en regelgeving van toepassing zijn bij een evenement. Onderstaand overzicht is niet uitputtend bedoeld.

  • -

    Drank- en Horecawet;  

  • -

    Wegenverkeerswet;

  • -

    Wet geluidhinder;

  • -

    Brandbeveiligingsverordening;

  • -

    Bouwbesluit en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

  • -

    Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit milieubeheer);

  • -

    Wet op de kansspelen;

  • -

    Zondagswet;

  • -

    Regeling verkeersregelaars.

Hoofdstuk 3 Classificatie van evenementen

3.1 Risicoscan

De VRBZO heeft in 2012 de Regionale handreiking evenementveiligheid vastgesteld. Als bijlage daarbij zijn de regionale risicoscan en risicomatrix opgenomen. De risicoscan is gebaseerd op verschillende indicatoren die zijn gerubriceerd in een drietal profielen (activiteitenprofiel, publieksprofiel en ruimteprofiel). De risicoscan wordt ingevuld op basis van gegevens uit het aanvraagformulier, ervaringsgegevens (van vergelijkbare evenementen) en specifieke informatie vanuit de diensten. Het risico wordt uitgedrukt in risicopunten. Hoe hoger het aantal punten, des te groter is de inschatting dat er een risicovolle situatie kan ontstaan. De volledige risicoscan met bijbehorend  classificatiesysteem is opgenomen in bijlage 3.

3.2 Classificatie van evenementen  

De gemeente Bergeijk bepaalt met behulp van de risicoscan tot welke van de drie categorieën A, B of C een evenement wordt gerekend. Afhankelijk van de categorie worden de hulpverleningsdiensten al dan niet om advies gevraagd.  

Categorie

Omschrijving

Wel / Geen

vergunning

Indieningstermijn

voorafgaand aan

evenement

Beslistermijn

Voorbeeld

Categorie A

Score

< 6

Regulier evenement

Laag risico met beperkte

impact op de omgeving

Meldingsplichtig

4 weken

4 weken

Buurtfeest

Categorie B

Score

> 6 < 9

Aandacht evenement

Beperkte impact op

de directe omgeving

Vergunningsplichtig

12 weken

8 weken

KPJ-zeskamp

Ploegfestival

Categorie C

Score

> 9

Risico evenement

Grote impact op de

omgeving

Vergunningsplichtig

26 weken

26 weken

Op dit moment geen

Voor de gemeente en de hulpdiensten is het van belang te weten welke risico’s bij een evenement aanwezig zijn en of het evenement dusdanig risicovol is dat bijvoorbeeld een multidisciplinaire afstemming noodzakelijk is in de vorm van een evenementenvergunning met maatwerkvoorschriften of dat volstaan kan worden met standaardvoorschriften. Op basis van de risicoscan worden evenementen onderverdeeld in drie categorieën, te weten A, B en C.

3.3 Categorie A - Reguliere evenementen

De activiteiten, omvang, locatie en tijdstippen vormen weinig tot geen belasting voor de omgeving en hebben een laag risicogehalte. Deze categorie evenementen hebben veelal een herhalend karakter: ze worden jaarlijks georganiseerd. Categorie A evenementen zijn melding plichtig op grond van het nieuwe artikel 2.25 lid 2  van de APV. De termijn voor het indienen van een aanvraag voor een evenement voor categorie A bedraagt minimaal 4 weken voorafgaand aan de dag dat het evenement plaatsvindt /begint. Uitgangspunt is dat voor melding plichtige evenementen de standaardvoorschriften gelden. De aanvragers van dit soort evenementen krijgen van de gemeente een ontvangstbevestiging met de standaardvoorwaarden. Deze standaard voorwaarden worden ook gepubliceerd  op de gemeentelijke website.  

3.4 Categorie B – Aandacht evenementen (beperkt risico)

Aandacht evenementen zijn vergunning plichtig op grond van het bepaalde in het nieuwe artikel 2.25 lid 1  van de APV. Zij hebben, naast het gestelde in de APV en andere regelgeving, een bijzonder kader nodig omdat deze een belasting (kunnen) vormen voor de leefomgeving rondom de locatie waar deze evenementen worden gehouden. Dit kader betreft de volgende onderdelen:

  • -

    Het evenemententerrein kan -indien nodig- nauwkeurig worden afgebakend waarbij kan worden aangegeven hoe de locatie mag worden ingericht;

  • -

    Er kunnen veiligheids- en medische voorschriften aan de vergunning worden verbonden;

  • -

    Er kunnen algemeen geldende geluidsvoorschriften en/of eindtijden aan de vergunning worden verbonden.

Daarnaast vragen deze evenementen soms extra inzet van de hulpdiensten. Het is dan ook van belang om deze aanvragen zorgvuldig te behandelen. Daarbij wordt rekening gehouden met de belangen van de direct omwonenden. De indieningtermijn voor aanvragen om een evenementenvergunning voor categorie  B evenementen bedraagt minimaal 12 weken voorafgaand aan de dag dat het evenement plaatsvindt/begint.  

3.5 Categorie C - Risico-evenementen (hoog risico)

Risico evenementen zijn vergunning plichtig op grond van het bepaalde in het nieuwe artikel 2.25 lid 1 van de APV. Categorie C-evenementen vragen, net zoals categorie B-evenementen, om een bijzonder kader. In principe is een risico-evenement gelijk aan een aandacht-evenement met als verschil dat er een extra inzet van de hulpverleningsdiensten noodzakelijk is om de openbare orde en veiligheid te handhaven.  Categorie  C evenementen worden mede  beoordeeld en van advies voorzien door de VRBZO. Het betreft hier (zeer) grote evenementen met vaak landelijke uitstraling, omvang en aard.  Aanvragen voor een evenementenvergunning voor categorie C dienen minimaal 26 weken voorafgaand aan de dag dat het evenement plaatsvindt/begint te worden ingediend. Indien nodig wordt er een langere termijn bepaald. Bij een categorie C evenement zal de uitgebreide voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) worden gevolgd. Hiervoor geldt een doorlooptijd van  zes maanden. De gemeente Bergeijk heeft momenteel geen categorie C evenementen. Dominator in de gemeente Eersel is een voorbeeld van een categorie C evenement.

3.6 Evenementenkalender

Aandacht- en risico evenementen dienen uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt te worden gemeld aan de vergunningverlener APV ter vermelding van het evenement op de regionale evenementenkalender. In bijlage 6 is een standaardformulier opgenomen voor het doen van een opgave voor plaatsing op de evenementenkalender.

3.7 Grote niet typisch gemeente gebonden evenementen

Organisatoren van een niet typisch gemeente gebonden evenement waarbij live muziek wordt geproduceerd en zeer grote bezoekersaantallen een potentiële bedreiging voor de openbare orde en veiligheid (kunnen) vormen worden doorverwezen naar het regionale evenementterrein (E-3 strand te Eersel).

Hoofdstuk 4 Rolverdeling en verantwoordelijkheden

4.1 Organisator / aanvrager

De organisator / aanvrager van een evenement is hoofdverantwoordelijk voor het evenement. De organisator / aanvrager:

  • -

    dient een melding te doen (bij kleinschalige evenementen) of een vergunning aan te vragen voor het mogen organiseren van een evenement;

  • -

    heeft hierbij de verplichting om alle informatie te verschaffen die voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is;

  • -

    is verantwoordelijk voor het aanleveren van een tijdige- en complete vergunningaanvraag, veiligheidsplan en bijbehorende tekeningen en eventueel andere documenten zoals certificaten;

  • -

    is eerstverantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement, dus de veiligheid van het publiek, vrijwilligers/werknemers, verkeersregelaars, communicatie naar belanghebbenden en het beperken van overlast;

  • -

    dient zelf in staat te zijn kleine voorzienbare calamiteiten te bestrijden;

  • -

    is verantwoordelijk voor het gehele evenement en het daarbij naleven van de in de vergunning gestelde voorwaarden;

  • -

    is verplicht om derden die deel uitmaken van het evenement, zoals kraamhouders op een braderie, op de hoogte te stellen van de gestelde voorwaarden. Dit betekent dat de organisator er ook verantwoordelijk voor is dat derden, die deel uitmaken van het evenement, zich aan de gestelde voorwaarden houden.

De verantwoordelijkheid strekt zich ook uit tot de woon- en leefomgeving. Het gaat dan vooral om het voorkomen en beperken van overlastaspecten betreffende geluid, afval, parkeren, enzovoort. Voorop staat dat de organisator goed zal moeten communiceren, niet alleen naar de gemeente toe maar zeker ook naar omwonenden. Zowel vooraf als achteraf. Een draaiboek en een veiligheidsplan zijn hiervoor een goed hulpmiddel. Daarin wordt beschreven hoe, wat, wanneer, ten aanzien van en met wie een en ander gaat plaatsvinden.

4.2 Gemeente

De gemeente reageert op de melding, verleent de vergunning, houdt toezicht en handhaaft indien noodzakelijk.

De burgemeester is het bevoegde gezag ten aanzien van vergunningverlening voor een evenement. Hij is ook verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde en veiligheid en is belast met het toezicht op openbare vermakelijkheden zoals evenementen en festiviteiten. Artikel 172 Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester, voor handhaving van de openbare orde, bij de uitoefening van toezicht op onder meer openbare samenkomsten en vermakelijkheden, bevelen kan geven die hij noodzakelijk acht met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid.

Het college van burgemeester en wethouders draagt de eindverantwoordelijkheid voor de algemene voorbereiding op de bestrijding van incidenten (crisisbeheersing). Burgemeester en Wethouders zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in de openbare ruimte en de woon- en leefomgeving. Ten aanzien van evenementen is er een raakvlak ten aanzien van waar de verantwoordelijkheden van de gemeente overgaan naar de organisator en vice versa.

In de praktijk is duidelijk dat de verantwoordelijkheid van de organisator zich uitstrekt tot buiten de letterlijke grens van een evenemententerrein, tot in de openbare ruimte.

De ambtelijke organisatie is verantwoordelijk voor het behandelen van meldingen en vergunningsaanvragen met betrekking tot publieksactiviteiten. Dat betekent dat het toetsen van gegevens en het beslissen op aanvragen zorgvuldig en tijdig plaatsvindt. Daartoe dienen de ambtelijke processen en middelen (zoals formulieren) goed ingericht te zijn.

Hoofdstuk 5 Proces en procedure

5.1 Inleiding

Hogere wetgeving en de APV bieden de basis voor de beoordeling van meldingen en vergunning aanvragen met betrekking tot evenementen. De gemeente toetst of aan de diverse wettelijke vereisten voldaan wordt en neemt op grond van de uitkomst daarvan een besluit. In artikel 1.8 van de APV zijn de weigeringsgronden genoemd.

5.2 Indienen melding / aanvraag vergunning

Voor het organiseren van een evenement is een integraal formulier opgesteld. Dit formulier wordt ook digitaal ter beschikking gesteld via de gemeentelijke website. Dit formulier kan worden gebruikt voor zowel een melding als een vergunning aanvraag voor een evenement.

5.3 Werkproces evenementen

De aanvraag voor het organiseren van een evenement komt binnen bij de afdeling Documentaire Informatie Voorziening (DIV) en wordt daarna afgehandeld door het cluster Vergunningverlening Toezicht en Handhaving. Aan de hand van de risicoscan vindt classificatie plaats. Afhankelijk van de uitkomst daarvan vindt verdere behandeling plaats. Bij een categorie A evenement wordt een acceptatiebrief  met standaard voorwaarden verzonden. Bij een categorie B of C evenement worden de nodige adviezen ingewonnen en vindt zo nodig een overleg plaats met de hulpdiensten. De aanvrager van het evenement kan worden uitgenodigd om dit overleg bij te wonen. Op basis van de ingewonnen adviezen / het overleg worden aan een te verlenen vergunning (nadere) voorschriften verbonden. Deze kunnen per evenement verschillen en betreffen de volgende categorieën:

  • -

    Beperking van overlast (hoofdstuk 6 van deze beleidsnota)

  • -

    Borging openbare veiligheid (hoofdstuk 7 van deze beleidsnota)

  • -

    Beschermen volksgezondheid (hoofdstuk 8 van deze beleidsnota)

5.4 Beslistermijn / Ontvankelijkheid

5.4.1. Beslistermijn

In artikel 1.2 van de APV is opgenomen dat het bevoegd gezag op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag beslist. Het bevoegd gezag kan op grond van lid 2 van dit artikel zijn beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Bij een categorie C evenement zal de uitgebreide voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) worden gevolgd. Hiervoor geldt een doorlooptijd van zes maanden.

5.4.2. Ontvankelijkheid

Het aanvraagformulier voor het organiseren van een evenement moet volledig en naar waarheid zijn ingevuld. Bij elk aanvraagformulier dient een op schaal weergegeven situatietekening van de locatie op een kadastrale ondergrond te worden aangeleverd zodat een goede risicoanalyse / -beoordeling van het evenement mogelijk is. Het komt (regelmatig) voor dat het aanvraagformulier te weinig informatie bevat om een weloverwogen besluit te nemen. In deze gevallen wordt de aanvrager er van in kennis gesteld dat de aanvraag niet in behandeling kan worden genomen. Hij wordt in de gelegenheid gesteld de aanvraag compleet te maken binnen termijn van twee weken. Stuurt de aanvrager de gevraagde aanvullende gegevens niet binnen de gestelde termijn dan wordt de aanvraag niet ontvankelijk verklaard en niet in behandeling genomen. Wordt de benodigde informatie wel tijdig ontvangen dan wordt de vergunningprocedure verder doorlopen.

Ingevolge artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt de beslistermijn opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn is verstreken.

5.5 Besluitvorming en mandatering

Op grond van artikel 2.25 APV is de burgemeester als bestuursorgaan bevoegd te beslissen op een aanvraag om een evenementenvergunning. Deze bevoegdheid kan gemandateerd worden op grond van de mandaatregeling van de gemeente Bergeijk. Vanwege de aard en het karakter van categorie C evenementen en het belang daarvan, zal de burgemeester voor die categorie altijd zelf het besluit op een aanvraag om evenementenvergunning nemen en deze zelf ondertekenen. Voor categorie A en B evenementen wordt mandaat verleend aan de medewerker APV om namens de burgemeester / burgmeester en wethouders de besluiten te nemen en te ondertekenen.

5.6 Bekendmaking van vergunningen, publicatie en rechtsmiddelen

Bekendmaking van een verleende vergunning geschiedt door toezending aan de aanvrager. Een besluit gericht tot een of meer belanghebbenden dat niet aan belanghebbenden kan worden toegezonden, wordt op grond van artikel 3:41 lid 2 Awb bekendgemaakt op een andere geschikte wijze. De gemeente Bergeijk maakt alle officiële bekendmakingen, verleende vergunningen en ontheffingen en meldingen waarmee is ingestemd digitaal bekend in het elektronisch gemeenteblad op https://www.officielebekendmakingen.nl. Deze link is terug te vinden op de gemeentelijke website.

De reactie van de burgemeester op een melding van een categorie A evenement is geen besluit in de zin van de Awb. Bezwaar en / of beroep hiertegen zijn niet mogelijk. .Indien de burgemeester de aangemelde activiteit verbiedt is dat wel een Awb besluit waartegen bezwaar / beroep openstaat. Een derde belanghebbende kan de burgemeester verzoeken om gebruik te maken van zijn bevoegdheid om de activiteit te verbieden. Een weigering van dat verzoek is  een Awb besluit waartegen de derde belanghebbende bezwaar / beroep kan instellen.

Hoofdstuk 6 Beperking van overlast
6.1 Inleiding

Naast positieve kanten hebben evenementen en festiviteiten ook negatieve kanten. Zo kunnen deze overlast veroorzaken voor mensen die dicht bij de locaties waar de activiteiten plaatsvinden wonen en werken maar ook verderop en zelfs voor de hele gemeenschap.

In dit hoofdstuk worden, zonder de mogelijkheden van publieksactiviteiten zwaar te beperken, regels vastgelegd om overlast in het algemeen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Tijdens de behandeling van een aanvraag kunnen deze ergernissen niet altijd worden voorzien, al wordt er wel zoveel mogelijk rekening mee gehouden door het stellen van voorwaarden en door het geven van informatie vooraf. Vaak wordt pas bekend dat een evenement overlast heeft veroorzaakt indien er klachten binnenkomen en het evenement al in volle gang of voorbij is.

Belangrijk uitgangspunt hierbij is dan ook dat de regels en beperkingen, gerelateerd aan publieksactiviteiten, door alle betrokken partijen zo breed mogelijk gedragen worden. Betrokken partijen in deze zijn de organisatoren, de burgers, het publiek, de gemeente, toezichthouders, alsmede de hulpverleningsdiensten. Hoe groter de mate waarin het beleid gedragen wordt, hoe meer men zich houdt aan de regels, wat weer van invloed is op het aantal klachten en de mate van handhaafbaarheid.

6.2 Vergunningvoorschriften ter beperking van overlast

Evenementen en (enige) overlast zijn niet van elkaar los te koppelen. Met name gaat het hier om overlast voor omwonenden rond het evenement. Klachten ten aanzien van evenementen betreffen veelal evenementen waarbij gebruik gemaakt werd van versterkte muziek meestal in de vorm van een live muziekband of dj-achtige activiteiten.

Ook tijdelijke afsluiting van wegen, auto’s die her en der parkeren en rondslingerend vuil of het afsteken van vuurwerk en ook wildplassen en vernielingen zijn vormen van overlast.

De voorschriften betreffen diverse onderwerpen welke hieronder nader worden beschreven.

6.3 Eindtijden

Ter beperking van overlast in het algemeen kunnen aan publieksactiviteiten begin- en/of eindtijden gekoppeld worden. De begin- en/of eindtijden voor een publieksactiviteit worden bepaald in het beleid. Ze worden opgenomen in een vergunning of ontheffing. Daarbij kunnen ook de tijden voor op- en afbouw geregeld worden.

De vast te stellen eindtijden van vergunningen lopen gelijk met de sluitingstijden voor horecabedrijven genoemd in artikel 2.29 van de APV:

  • -

    Van zondag(nacht) tot en met donderdag (nacht)geldt een eindtijd van 01.00 uur. Het eventuele gebruik van geluid(versterkende) apparatuur tijdens een evenement dient uiterlijk om 00.00 uur afgelopen te zijn.

  • -

    Op vrijdag (nacht)en zaterdag (nacht) geldt een maximale eindtijd van 02.00 uur. Hetzelfde geldt voor dagen die  voorafgaan aan een algemene vrije dag. Het eventuele gebruik van geluid (versterkende) apparatuur tijdens een evenement dient uiterlijk om 01.00 uur afgelopen te zijn.

6.4 Geluid

Voor het geluid dat tijdens een evenement geproduceerd wordt, is een ontheffing op grond van artikel 4.6a APV noodzakelijk.

 

Geluid van evenementen kan bij omwonenden leiden tot tal van irritaties en complicaties. De vraag welk geluidsniveau door omwonenden geduld moet worden laat zich moeilijk beantwoorden aangezien de mate waarin overlast wordt ervaren van individu tot individu verschilt. Voor degenen die zich in mindere mate betrokken voelen bij een evenement, zal de acceptatie van het evenement afnemen naarmate de duur van het evenement langer is, het geproduceerde geluidsniveau hoger ligt en de hinder daardoor toeneemt. Enerzijds is het vooral bij grotere evenementen onontkoombaar dat inwoners een zekere mate van hinder ondervinden en dienen te accepteren: dit is immers inherent aan het wonen in een dorpskern. Anderzijds mogen inwoners van de gemeente verwachten dat zij duidelijke grenzen stelt en eventuele overlast als gevolg van evenementen zoveel mogelijk beperkt. Eenduidig beleid is dan ook voor alle betrokkenen van belang.

6.4.1 Geluidsnormen evenementen in de openlucht

Om de geluidshinder bij evenementen te reguleren / beperken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • 1.

    In een te verlenen evenementenvergunning worden geen te hanteren geluidsniveaus opgenomen, maar wordt opgenomen dat geen geluidsoverlast mag worden veroorzaakt voor de omgeving;

  • 2.

    In de vergunning wordt een eindtijd opgenomen voor het ten gehore brengen van muziek;

  • 3.

    Er mag maximaal tot één uur vóór de onder 6.3 genoemde eindtijden muziek ten gehore worden gebracht.

  • 4.

    De eindtijd voor het ten gehore brengen van (live) muziek op het Hof wordt vastgesteld op 23.00 uur;

  • 5.

    Een uitzondering op het onder punt 4.gestelde geldt voor de kermis Bergeijk - Hof. De eindtijd voor het maken van live muziek is dan vastgesteld op 00.00 uur. De eindtijd waarop helemaal geen muziek meer mag worden gemaakt is dan vastgesteld op 01.00 uur. In de tijd tussen 00.00 en 01.00 uur moet de organisator van het evenement het geluidsniveau al terugbrengen;

  • 6.

    De onder punt 5. Genoemde uitzondering geldt ook voor de kermissen in de andere kernen.

  • 7.

    Een uitzondering geldt ook voor Koningsdag. De eindtijd voor het ten gehore brengen van (live) muziek op het Hof is dan vastgesteld op 00.00 uur.

  • 8.

    De verantwoordelijkheid voor de naleving van de eindtijd en het terugbrengen van het geluidsniveau ligt bij de organisator van een evenement.

6.4.2 Geluidsnormen bij festiviteiten in (binnen) een inrichting

Collectieve festiviteiten (artikel 4.2APV)

Op grond van artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het mogelijk om in een gemeentelijke verordening (APV) collectieve festiviteiten aan te wijzen tijdens welke er een afwijkende geluidsnorm geldt. Deze mogelijkheid is in artikel 4.2 van de APV uitgewerkt. Dat artikel beschrijft de aanwijzing van de collectieve festiviteiten en de daarbij geldende afwijkende normering van geluidswaarden in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het maximum aantal en de aard/soort jaarlijkse collectieve festiviteiten wordt afzonderlijk bij besluit vastgesteld door het college.

Individuele/incidentele festiviteiten (artikel 4.3 APV)

Op grond van artikel 4.3 van de APV is het een inrichting toegestaan maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij een afwijkende geluidsnorm geldt. Ondernemers die hier gebruik van willen maken dienen dit te melden door een kennisgeving in te dienen. Deze kennisgeving dient minimaal twee weken voordat de incidentele festiviteit gehouden wordt, bij het college te zijn ingediend.

6.5 Afval

Afval

Door het niet goed verzamelen van afval en achterblijvende rommel, kan ook overlast ontstaan. Aan de evenementenvergunning worden voorwaarden op het gebied van de inzameling en afvoer van afval verbonden.

 

Afvalinzameling en -verwerking

De organisatie dient er voor te zorgen dat er voldoende minicontainers/afvalbakken geplaatst worden.

 

Opruimen terrein

In de evenementenvergunning wordt de voorwaarde opgenomen dat de organisatie verplicht is om uiterlijk de dag na afloop van het evenement vóór 12.00 uur het afval op en in de directe omgeving van de locatie van het evenement te hebben opgeruimd. Indien dit, naar het oordeel van de gemeente, niet naar genoegen geschiedt, wordt het afval door of vanwege de gemeente verwijderd op kosten van de organisatie.

 

Indien bij een evenement gebruik wordt gemaakt van openbaar groen of gemeentelijke eigendommen, kan als voorschrift bij de vergunning worden opgenomen dat schade hieraan door de gemeente op kosten van de vergunninghouder wordt hersteld.

6.6 Parkeren

Indien bij evenementen veel bezoekers komen, kan dat leiden tot grote parkeerdrukte. De beschikbare parkeerruimte kan onder druk komen te staan wat tot overlast kan leiden. Indien bij een evenement sprake is van grote parkeerbehoefte/-drukte, kunnen aan een vergunning voorschriften verbonden worden die moeten voorzien in een goede regeling, zoals beschikbaarheid van alternatieve parkeergelegenheid en het inzetten van verkeersregelaars. Parkeren kan ook te maken hebben met verkeersstromen en daarmee verkeersveiligheid. Dat aspect wordt beschreven in hoofdstuk 7.

Hoofdstuk 7 Openbare orde en veiligheid
7.1 Inleiding

Ten aanzien van de openbare orde en veiligheid is veel wet- en regelgeving van toepassing. De regulering van evenementen in deze beleidsnota er grotendeels op gericht om de openbare orde en veiligheid bij evenementen te borgen. Regelmatig zijn er incidenten in binnen- en buitenland, die dwingen tot een minder vrijblijvende benadering van evenementen. Met name de inzet/capaciteit van hulpdiensten dwingt tot meer regulering en een gemeentegrens-overschrijdende aanpak is vereist.  In dit verband is het steeds vaker inschakelen van al of niet professionele beveiliging bij evenementen niet meer weg te denken.

7.2 Toezicht door organisator

De vergunninghouder is eerstverantwoordelijke  voor de orde en veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Dit betekent dat de organisator zelf maatregelen dient te nemen.

Er zijn situaties denkbaar dat dit kan met “eigen” mensen die toezien op een goed verloop van het evenement. Ook hier zal sprake zijn van maatwerk. De advisering van de politie hiertoe zal doorslaggevend zijn en indien nodig vertaald worden naar vergunningvoorschriften en het draaiboek / veiligheidsplan.

7.3 Bewaking/beveiliging

Afhankelijk van de aard en de omvang van het evenement dient de organisator beveiliging aan te stellen die toezicht uitoefenen op het evenement. Beveiliging van evenementen dient uitgevoerd te worden door gecertificeerde en gekwalificeerde medewerkers van door het Ministerie van Justitie erkende beveiligingsbedrijven. Bij categorie C evenementen wordt in ieder geval beveiliging voorgeschreven. Bij categorie B evenementen vindt een afweging plaats op basis van voorgaande ervaringen en advies van de politie. De kosten voor de beveiligingswerkzaamheden zijn voor rekening van de organisator. In de vergunning worden, indien van toepassing, voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal aan te stellen beveiligers. De algemene gehanteerde richtlijn is 1 gecertificeerde beveiliger op 250 bezoekers. Indien het karakter van het evenement daar aanleiding toe geeft of indien gevaar van buiten dreigt, kan deze norm op advies van de politie zowel naar boven als naar beneden worden bijgesteld.

7.4 Plaatsen tent, tijdelijke bouwwerken

Het plaatsen van een (grote) tent of tijdelijk bouwwerk dan wel het houden van een feest in bijvoorbeeld een schuur is, in verband met de brandveiligheid, verbonden aan een aantal brandveiligheidsvoorschriften. Dit geldt ook voor de constructieve veiligheid! (wegwaaiende tenten, instortende tribunes etc.).

Voor het plaatsen van een tent of een tijdelijk bouwwerk ten behoeve van een evenement, dan wel voor het houden van een feest in bijvoorbeeld een schuur, moet een melding worden gedaan op grond van het Gebruiksbesluit. In sommige situaties kan het noodzakelijk zijn dat bij de gemeente een vergunning op grond van het Gebruiksbesluit wordt aangevraagd. De regionale brandweer beoordeelt of een vergunning op basis van het Gebruiksbesluit noodzakelijk is.

De aanvrager moet bij vergunningsaanvraag of melding een volledig ingevuld aanvraagformulier inclusief plattegrondtekening(en) en situatietekening indienen. Na beoordeling van de aanvraag beslist de brandweer over het opstellen van voorschriften. De voorschriften hebben tot doel het zoveel als mogelijk beperken van een brandgevaarlijke situatie en het borgen van de veiligheid van de inzet van hulpverleningsdiensten.

Het is mogelijk om een vergunning te verlenen voor het (deels) op de openbare weg plaatsen van een tent, mits de overlast die hiermee gepaard gaat zoveel mogelijk wordt beperkt door het treffen van verkeersmaatregelen.

7.5 Volksgezondheid/geneeskundige veiligheid

Bij evenementen komen allerlei aspecten aan de orde die de gezondheid van mens en dier kunnen beïnvloeden en waarop kan worden geanticipeerd. De huidige wet- en regelgeving heeft er voor gezorgd dat in de voorbereiding op (grote) evenementen goede afspraken moeten worden gemaakt ten aanzien van preventie van incidenten. Zoals onder andere aan hygiëne bij tijdelijke horeca-voorzieningen en de inzet van EHBO’ers.

Een evenement heeft invloed op de bereikbaarheid van een stad of dorp voor hulpdiensten. Onder veiligheid valt dan ook genees- en gezondheidskundige aspecten. Deze veiligheidsaspecten zijn de verantwoordelijkheid van de organisatie. De GHOR adviseert alle gemeenten in haar regio over preventie van geneeskundige risico’s bij evenementen. Dit door eventuele extra voorschriften in een vergunning. Het is aan de gemeente om te bepalen of genees- en gezondheidskundige advisering gewenst is. Organisaties kunnen zelf ook informatie inwinnen bij het GHOR.

7.6 Brandveiligheid/open vuur

Er kunnen voorschriften aan een evenementenvergunning verbonden worden ten aanzien van het voorkomen van brand. Het betreft dan maatregelen in het kader van gebruik en aanwezigheid van open vuur, gasflessen, elektra, kooktoestellen, etc.

7.7 Verkeersveiligheid

De organisatie is verantwoordelijk voor een ordelijk verloop van het verkeer, het parkeren en de bereikbaarheid van het terrein voor hulpdiensten en doorgang van de openbare weg. Om dit te realiseren dienen er indien nodig verkeersregelaars en/of parkeerwachters te worden ingezet.

7.7.1 Calamiteitenstrook/route

De hulpverleningsdiensten dienen te allen tijde vrije doorgang te hebben op en naar de evenementenlocatie. Er kunnen dan ook voorwaarden gesteld worden met betrekking tot het vrijhouden van een bepaalde route of calamiteitenstrook. In de vergunning wordt dan opgenomen welke afmeting de vrije doorgang dient te hebben. Daarnaast kunnen, afhankelijk van de locatie, aanvullende maatregelen getroffen worden.

7.7.2 Verkeersregelaars

Op basis van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn bij activiteiten op de openbare weg, waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, verkeersregelaars vereist. Verkeersregelaars die ingezet worden bij evenementen hebben de taak het verkeer voor de veiligheid van deelnemers/bezoekers van het evenement te regelen.

Indien een organisatie personen wil aanstellen als verkeersregelaar moeten die personen een digitale instructie verkeersregelaars volgen via www.verkeersregelaarsexamen.nl. Indien die instructie met goed resultaat is afgesloten dient de organisatie de n.a.w. gegevens van de in te zetten verkeersregelaars op een verzamelstaat in te vullen en deze samen met de bewijsstukken dat zij de instructie met goed gevolg hebben afgelegd in te dienen bij de gemeente. De gemeente zal dan de benodigde aanstellingsbesluiten maken.

7.7.3 Verkeersmaatregelen en -besluiten

Bij een evenement kan het nodig zijn om wegen af te sluiten, rijrichtingen te veranderen (bijv. éénrichtingsverkeer) en dergelijke. De organisator geeft in de aanvraag en in het draaiboek en veiligheidsplan aan hoe men hiermee om wil gaan. De afdeling Beheer en Ruimte beoordeelt dit en  geeft zo nodig advies of aanwijzingen. Uitgangspunt is dat doorgaande routes, hoofdwegen en routes voor openbaar vervoer niet afgesloten worden. In overleg met de verkeersdeskundige zullen indien nodig verkeersbesluiten genomen worden. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor de organisator.

Omleidingsroutes worden samen met de gemeente bepaald. Aan de vergunning worden voorschriften verbonden ten aanzien van verkeersmaatregelen, zoals welke wegen wanneer en hoe lang/wanneer mogen worden afgezet en eisen aan wegafzettingen en verlichting daarvan. Indien nodig neemt de gemeente verkeersbesluiten om de verkeersmaatregelen te formaliseren. Dit dient in de pas te lopen met de termijnen die verbonden zijn aan de behandeling en beslissing op de evenementenvergunning.

7.8 Drankverstrekking en gebruik glaswerk

 

7.8.1 Tappen op of aan de openbare weg

Bij evenementen wordt regelmatig bier geschonken. Dit gebeurt door horecaondernemers middels een tappunt op hun eigen terras en/of door de organisatie van een evenement met een (mobiel) tappunt op het evenemententerrein.

 

Tappunt op eigen terras

Indien het terras is opgenomen in de Drank- en Horecavergunning is het toegestaan om alcoholhoudende dranken te verstrekken op het terras. Voor het plaatsen van een tappunt op het terras, ook al is het terras opgenomen in de horecavergunning (art. 3 Drank- en Horecawet), dient toestemming van de burgemeester te worden verkregen.

 

Tappunten op straat

Voor het tappen elders dan in een horeca inrichting inclusief terras (bijvoorbeeld op de openbare weg), moet een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet worden aangevraagd. Een dergelijke ontheffing kan alleen afgegeven worden voor bijzondere gebeurtenissen van zeer tijdelijke aard. Dat kan een evenement zijn. Voorwaarde voor het tappen op straat middels (bier-)tappunten of andere vorm van verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank is derhalve dat er sprake moet zijn van een evenement en dat de tappunten binnen het evenemententerrein zijn gelegen. Daarnaast dient de aanvrager te voldoen aan de wettelijk gestelde eisen en – indien de verstrekker van de alcoholhoudende drank niet de organisator zelf is, maar bijvoorbeeld een cateraar - de toestemming van de organisator.

7.8.2 Gebruik glaswerk

Tijdens evenementen kan als voorwaarde aan de vergunning worden verbonden dat het in verband met de veiligheid van de bezoekers en ter bescherming van het milieu verplicht is drank uitsluitend in plastic glazen of in duurzame kunststofbekers te schenken. Ook wanneer drankverstrekking plaatsvindt op een terras vanuit mobiele tappunten buiten een horeca inrichting kan de burgemeester het gebruik van plastic glazen of  duurzame kunststofbekers verplicht stellen.

7.9 Paracommercie en Alcoholmatiging

Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Artikel 4 van de gewijzigde Drank- en Horecawet (DHW) verplicht gemeenten bij verordening regels te stellen waaraan para commerciële rechtspersonen (sportverenigingen, gemeenschapshuizen etc.) die in eigen beheer horecafaciliteiten exploiteren zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Dit om oneerlijke concurrentie te voorkomen.

De gewijzigde DHW biedt gemeenten daarnaast op basis van de artikelen 25a tot en met 25d DHW de mogelijkheid om in een verordening bepalingen op te nemen om de onverantwoorde verstrekking van alcohol aan in het bijzonder jongeren tegen te gaan. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 19 december 2013 besloten in de APV in hoofdstuk 2 een afdeling 8a toe te voegen luidend: “Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet”.

7.10 Verkoop alcoholische drank

De Drank- en Horecawet is op 1 januari 2014 gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • -

    Aan jongeren onder de 18 jaar mag geen alcohol worden verstrekt / verkocht.

  • -

    Jongeren onder de 18 jaar zijn strafbaar als ze alcohol bij zich hebben. Zowel op straat als op andere plekken toegankelijk voor het publiek. Bijvoorbeeld in een café, winkelcentrum of park.

  • -

    De wet maakt geen onderscheid meer tussen zwak alcoholische dranken en sterke drank. Het maakt dus niet uit wat voor soort alcohol jongeren onder de 18 jaar bij zich hebben. Ze zijn in beide gevallen strafbaar.

Hoofdstuk 8 Toezicht en handhaving
8.1 Inleiding

De verantwoordelijkheid voor het naleven van de algemene regels / voorschriften bij een evenement ligt bij de organisator. Bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees daarvoor is de burgemeester op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet bevoegd bevelen te geven die hij noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde.

8.2 Handhavingsbeleid

Toezicht en handhaving kan voorafgaand aan het evenement (preventief) en tijdens een evenement plaatsvinden. In het handhavingsprogramma kan worden vastgelegd welke evenementen in welke mate en wanneer gecontroleerd worden. De aanleiding om (preventief) te controleren is afhankelijk van het naleefgedrag en de professionaliteit van de organisatie. Bij categorie C evenementen vindt altijd vooraf en tijdens het evenement toezicht plaats.

8.3 Gemeentelijke klachtenregistratie

Om irritatie bij omwonenden zoveel mogelijk te voorkomen, is het van belang dat adequaat wordt ingegrepen indien blijkt dat omwonenden onaanvaardbare overlast ondervinden van een evenement.

Burgers kunnen (geluid)klachten overdag melden op een centraal nummer: Bel- en herstellijn 0497-551480. Het team Vergunningverlening Toezicht en Handhaving houdt een klachtenregistratie bij. Behalve bij de gemeente kunnen burgers ook bellen met de provinciale milieuklachtentelefoon (073-6812821) en de meldkamer van de Politie Brabant Oost (0900-8844).

8.4 Illegale feesten

In Brabant Oost is beleid vastgesteld over de handhaving van illegale feesten casu quo houseparty's. Het doel van dit beleid is het niet laten plaatsvinden, dan wel beëindigen van het illegale feest vanuit het perspectief van de veiligheidsrisico's voor de feestgangers enerzijds en de overlast voor de burgers in de omgeving anderzijds. Hoe er in het voorkomende geval wordt opgetreden, strafrechtelijk of bestuursrechtelijk, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval.

Hoofdstuk 9 Communicatie en organisatie
9.1 Communicatie

De medewerker vergunningverlening APV is het aanspreekpunt voor organisatoren van evenementen. Voor wat betreft (pro) actieve informatie is de medewerker vergunningverlener APV niet alleen betrokken bij de informatieronde voorafgaand aan het evenementenseizoen (over de regionale evenementenkalender) maar informeert hij /zij organisatoren, adviseurs en belanghebbenden.

De lokale huis-aan-huisweekbladen en de website van de Gemeente Bergeijk zijn geschikte media voor dergelijke publicaties.

9.2 Voorlichting

De expertise van de communicatieadviseur van de Gemeente Bergeijk wordt op verzoek van de medewerker vergunningverlening APV ingezet. De beantwoording van persvragen namens de Gemeente Bergeijk aangaande een evenement of het evenementenbeleid wordt altijd gecoördineerd door de afdeling voorlichting.

 

Vastgesteld in de vergadering van 1 december 2015.

 

Burgemeester en wethouders van Bergeijk,

W.A.C.M. Wouters

Secretaris

H.G.M. van de Vondervoort

Burgemeester

Bijlage 1 Aanvraagformulier

Op de gemeentelijke website is een “Formulier aanvraag evenementen in de openbare ruimte van de gemeente Bergeijk” geplaatst. Via onderstaande link is het formulier te downloaden.

www.bergeijk.nl/evenementorganiseren

Er wordt momenteel gewerkt aan een digitaal aanvraag formulier voor evenementen.

Bijlage 2 Regionale risicoscan VRBZO

Bijlage 3 Regionale risicomatrix VRBZO

Bijlage 4 Standaard voorschriften categorie A-evenementen

Algemene voorschriften bij een evenementenmelding en –vergunning.

 

Algemeen

  • 1.

    U dient de gemeente een telefoonnummer te verstrekken van een persoon die (namens de organisatie van de activiteit) te allen tijde bereikbaar is gedurende de activiteit;

  • 2.

    U bent verantwoordelijk voor een ordelijk verloop van de activiteit;

  • 3.

    De organisatie dient voldoende personeel in te zetten voor het houden van toezicht gedurende de activiteit. Deze toezichthouders dienen duidelijk herkenbaar te zijn;

  • 4.

    Hulpdiensten dienen te allen tijde vrije doorgang te hebben;

  • 5.

    Bluswatervoorzieningen van de brandweer dienen te allen tijde vrij te worden gehouden van voorwerpen c.q. obstakels. U mag geen gebruik maken van bedoelde voorzieningen;

  • 6.

    Het in strijd handelen met een van de voorschriften in de toestemming kan er toe leiden dat de activiteit onmiddellijk kan worden stilgelegd;

  • 7.

    De gestelde eindtijden dienen strikt te worden gehanteerd;

  • 8.

    Aanwijzingen van de politie, brandweer, GGD/GHOR en de gemeentelijk toezichthouder dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd;

  • 9.

    De gemeente Bergeijk wordt hierbij door u onherroepelijk gevrijwaard voor alle aanspraken van en/of moeilijkheden met derden, welke het gevolg zouden kunnen zijn van het gebruikmaken van de toestemming;

  • 10.

    De gemeente Bergeijk is niet aansprakelijk voor de schade welke u door gebruikmaking van deze toestemming mocht lijden;

 

Bereikbaarheid voor hulpdiensten

  • 1.

    De doorrijdbreedte van wegen moet minimaal 3,50 meter bedragen. Dit geldt ook bij uitgeklapte luifels en voor toegangswegen tot een evenement.

  • 2.

    De doorrijdhoogte van wegen moet minimaal 4,20 meter bedragen.

  • 3.

    Kruispunten van wegen moeten altijd vrij gehouden worden voor doorgang van hulpdiensten. De buitenbochtstraal in bochten en op kruisingen moet tenminste 10 meter bedragen.

  • 4.

    Woon- en industriegebieden moeten zoveel als mogelijk vanuit twee zijden bereikbaar zijn voor hulpdiensten.

  • 5.

    Bij woon- en industriegebouwen hoger dan 6,0 meter, moet de hoofdtoegang altijd bereikbaar zijn voor hulpdiensten.

  • 6.

    Wegen mogen alleen worden afgesloten na overleg met de gemeente. De wijze van afsluiting mag alleen gebeuren door afsluitmiddelen die door de brandweer zijn goedgekeurd.

  • 7.

    Brandkranen moeten altijd voldoende worden vrijgehouden, zodat deze door de brandweer direct voor gebruik gereed zijn.

  • 8.

    Brandkraanaanduidingen moeten altijd zichtbaar blijven.

 

Locatie van de activiteit

  • 1.

    In gemeentelijk terrein mag niet worden gegraven;

  • 2.

    De aanwezige beplanting c.q. groenvoorziening dient te worden beschermd tegen betreding en/of vernieling. De organisatie dient hiervoor voor zover mogelijk fysieke maatregelen te treffen;

  • 3.

    Het is niet toegestaan om met motorvoertuigen gemeentelijke groenvoorzieningen en grasvelden te berijden;

  • 4.

    Het is verboden as of ander afval in groenvoorzieningen te deponeren;

  • 5.

    Er dienen voldoende afvalbakken te worden geplaatst op het terrein waar het evenement wordt gehouden;

  • 6.

    Na afloop van het evenement dienen de (parkeer)terreinen (tenzij anders overeengekomen met de gemeente) binnen 24 uur vrij van afval te worden opgeleverd. Indien hieraan niet wordt voldaan, zal dit van gemeentewege op uw kosten geschieden;

  • 7.

    Schade aan gemeentelijke terrein als gevolg van het evenement dient te worden hersteld. Indien hieraan niet binnen 1 week wordt voldaan, zal dit van gemeentewege op uw kosten geschieden;

  • 8.

    Bewegwijzering dient zodanig aan lantaarnpalen, bomen e.d. bevestigd te worden dat hieruit geen beschadiging voortvloeit;

  • 9.

    Bewegwijzering dient zodanig geplaatst geworden dat daardoor verkeerstekens niet aan het oog van de weggebruikers worden onttrokken;

  • 10.

    Er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn. De parkeergelegenheid dient duidelijk zichtbaar met verwijsborden te worden aangegeven;

  • 11.

    Uiterlijk 2 dagen na afloop van het evenement dient de door u aangebrachte bewegwijzering te zijn verwijderd. Indien hieraan niet wordt voldaan, zal dit van gemeentewege op uw kosten geschieden;

  • 12.

    Aanwijzingen gegeven door de politie en/of gemeentelijk toezichthouder dienen onmiddellijk te worden opgevolgd;

  • 13.

    De toestemming dient op verzoek aan een daartoe bevoegd ambtenaar te worden overlegd.

 

Muziek/geluid

  • 1.

    Het ten gehore brengen van muziek mag moet worden beëindigd op:

    Zondag(nacht) tot en met donderdag(nacht): om 00.00 uur.

    Vrijdag(nacht)  en zaterdag(nacht)  om 01.00 uur.

    De eindtijd voor het ten gehore brengen van (live) muziek op ’t Hof is alle dagen 23.00 uur.

  • 2.

    Aanwijzingen met betrekking tot het geproduceerde geluidsniveau gegeven door de politie, de gemeentelijk toezichthouder of de Milieudienst dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

 

Kramen/bakken en braden

  • 1.

    De afstand tussen de kramen en de gevels van woningen dient tenminste 1 meter te bedragen;

  • 2.

    De kramen waarin gebakken/gebraden wordt, dienen tenminste 5 meter uit de gevel van woningen geplaatst te worden;

  • 3.

    Kramen op de rijweg dienen zodanig geplaatst te worden dat hulpdiensten te allen tijde een vrije doorgang hebben (doorrijbreedte en –hoogte van brandweerwagen bedragen 3,50 resp. 4,20 meter);

  • 4.

    Kramen e.d. mogen niet boven/op brandkranen geplaatst worden;

  • 5.

    Elektriciteitsaansluitingen dienen veilig te zijn en de kabels dienen zodanig te worden aangebracht dat niemand hiervan enige hinder ondervindt;

  • 6.

    Gasflessen moeten buiten het bereik van onbevoegden worden geplaatst en op goed geventileerd staan opgesteld;

  • 7.

    De verbindingsslangen tussen de gasflessen en de bak/kooktoestellen mogen maximaal 2,00 meter lang zijn en moeten:

    • a.

      voldoen aan kwaliteitsnorm NEN 3143;

    • b.

      met slangklemmen aan de gasflessen en de te gebruiken bak/kooktoestellen worden bevestigd;

    • c.

      niet aan ontoelaatbare temperatuurinvloeden blootstaan.

  • 8.

    Als er sprake is van brandgevaarlijke activiteiten dienen daarvoor geschikte blusmiddelen binnen handbereik aanwezig te zijn (brandblussers, branddekens e.d.);

  • 9.

    Er dienen voldoende afvalbakken te worden geplaatst waarin het afval, afkomstig en/of in verband met het verstrekken van eten/drinkwaren vanuit de kraam, gedeponeerd kan worden.

 

Optochten

  • 1.

    De aan de optocht deelnemende voertuigen dienen zowel voor aanvang als na afloop van de  optocht niet langer op de weg te blijven staan dan strikt noodzakelijk is;

  • 2.

    U dient er op toe te zien dat geen schade wordt toegebracht aan de weg, groenvoorziening en straatmeubilair;

  • 3.

    U dient er op toe te zien dat de deelnemers aan de optocht geen alcohol nuttigen;

  • 4.

    U dient personen aan te stellen die toezien op een veilig en ordelijk verloop van de optocht. Indien personen worden belast met de regeling van het verkeer, dienen deze een instructie verkeersregelaars te hebben gevolgd (www.verkeersregelaarexamen.nl). Indien het parcours middels dranghekken is afgesloten, is het aanstellen van verkeersregelaars niet noodzakelijk;

  • 5.

    Er mogen geen brandgevaarlijke activiteiten plaatsvinden op of in de directe nabijheid van de voertuigen/wagens;

  • 6.

    Op de voertuigen/wagens dienen voldoende blusmiddelen aanwezig te zijn (tenminste 1 brandblusser klasse A/B/C van 6 kg)

  • 7.

    Het gebruik van warmte producerende apparatuur in de carnavalswagen dient op een veilige manier te gebeuren;

  • 8.

    Zorg bij het gebruik van aggregaten voor voldoende ventilatie;

  • 9.

    Indien zich personen in een afgesloten gedeelte van de carnavalswagen bevinden, zorg dan voor voldoende ventilatie/verse lucht;

 

Algemene voorschriften brandveilig gebruik tent

 

1 Begripsomschrijvingen

In de voorschriften wordt verstaan onder:

 

Ter zake kundige:

uitvoerder van een door de desbetreffende branche erkend bedrijf.

 

NEN-norm:

een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm.

2 Calamiteitenroute

Een calamiteitenroute ten behoeve van de hulpverlenende diensten heeft een minimale breedte van 3.50 meter en een vrije hoogte van 4.20 meter.

3 Vrijhouden van terreingedeelten
  • 3.1.

    Bluswatervoorzieningen moeten volledig worden vrijgehouden en tevens voor onmiddellijk gebruik door de brandweer bereikbaar zijn.

  • 3.2

    De toegangen en uitgangen van belendende gebouwen mogen niet worden versperd of belemmerd.

  • 3.3

    De tijdelijke inrichting dient op tenminste 5 meter afstand van opslagen en gebouwen geplaatst te worden en tenminste 3.5 meter van erfscheidingen tenzij anders op de vergunningstekening aangegeven.

4 Nooduitgangen en vluchtwegen
  • 4.1.

    De doorgangen vanaf iedere nooduitgang naar een veilige plaats moeten altijd worden vrijgehouden van obstakels.

  • 4.2

    Kabels, slangen en leidingen in vluchtroutes moeten zijn opgehangen, afgeplakt of onder matten weggeborgen zodat het publiek er niet over kan struikelen.

  • 4.3

    Nooduitgangen in tenten moeten opengaan in de vrije richting, anders dan naar binnen.

  • 4.4

    Een nooduitgang moet onmiddellijk te openen zijn zonder gebruik van losse voorwerpen en vanzelf opengaan over de vereiste breedte na het doen van 1 logische handeling.

    De logische handelingen zijn:

    deurklink naar beneden en deur naar buiten duwen (alleen toegestaan bij minder dan 100 personen per tent)

    naar buiten duwen

    opzijschuiven van een hendel

    naar beneden trekken van een hendel of trekkoord

  • 4.5

    Uitgangen met lussen en ogen kunnen alleen als nooduitgang worden gebruikt als ze tijdens het evenement over de vereiste breedte van de nooduitgang openstaan.

  • 4.6

    Binnen een straal van 2 meter van de nooduitgangen mogen geen tafels, stoelen of andere obstakels aanwezig zijn.

  • 4.7

    Op de aan de buitenlucht grenzende zijde van een nooduitgang moet het opschrift ‘NOODDEUR VRIJHOUDEN’ of “NOODUITGANG” zijn aangebracht.

  • 4.8

    Scheerlijnen, tuidraden, schoren en verankeringen mogen vluchtwegen en (nood)uitgangen niet blokkeren of versmallen, moeten duidelijk zichtbaar zijn en mogen niet verschuiven of omvallen bij het vluchten.

5 Noodverlichting
  • 5.1.

    De vluchtwegen van een tent of terrein en de voor publiek bestemde ruimte in een tent of terrein moeten zijn voorzien van verlichting.

  • 5.2

    Deze verlichtingsinstallatie is aangesloten op een voorziening voor noodstroom die binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening van elektriciteit, voldoende stroom levert om de betrokken verlichtingsinstallatie ten minste 60 minuten te laten werken.

6 Vluchtrouteaanduiding
  • 6.1.

    Een vluchtrouteaanduiding moet zijn aangebracht op een duidelijk waarneembare plaats en verlicht zijn.

  • 6.2

    Deze transparanten moeten zijn voorzien van goedgekeurde pictogrammen conform de laatste Europese richtlijnen. (tekst pla­ten zijn niet meer toegestaan).

  • 6.3

    Een vluchtrouteaanduiding voldoet binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening van elektriciteit gedurende ten minste 60 minuten aan de zichtbaarheid eisen.

7 Brand- of explosiegevaar door installaties
  • 7.1.

    Het is verboden een elektrische -, verlichting - of verwarmingsinstallatie op zodanige wijze te gebruiken, dat het gebruik:

    door de eigenschappen van die installatie of dat toestel zelf gevaar oplevert voor het ontstaan van brand;

    door de wijze waarop die installatie of dat toestel is opgesteld of aangebracht, gevaar oplevert voor het ontstaan van brand.

  • 7.2

    Een voorziening van elektriciteit in een tent moet voldoen aan de eisen in NEN 1010.

  • 7.3

    Een installatie functioneert overeenkomstig de op die installatie van toepassing zijnde voorschriften en wordt adequaat beheerd, onderhouden en gecontroleerd.

  • 7.4

    Bij gebruik van gas als brandstof moet worden voldaan aan de eisen in NEN 1078. De gasfles moet zijn voorzien van een geldig door de dienst voor het Stoomwezen erkend keurmerk.

  • 7.5

    Brandbare vloeistoffen en samengeperste, tot vloeistof verdichte gassen mogen slechts op een afstand van ten minste 5 meter van de tent(en) aanwezig zijn.

  • 7.6

    Een gasfles moet zijn voorzien van een door de Dienst voor het Stoomwezen erkend geldig keurmerk.

  • 7.7

    De gasdrukregelaar van een gasfles is een door de dienst voor het Stoomwezen goedgekeurd type en is niet ouder dan 10 jaar.

  • 7.8

    Bij gebruik van gas als brandstof mag uitsluitend een goedgekeurde slang met een lengte van maximaal 10 meter als verbinding worden gebruikt. De slang verkeert in een goede staat van onderhoud, is niet uitgedroogd, vertoont geen andere beschadigingen en is niet ouder dan 10 jaar.

  • 7.9

    De slang moet deugdelijk afgeschermd zijn tegen beschadiging of breuk.

  • 7.10

    Aggregaten en verwarmingstoestellen met een interne brandstoftank moeten op een afstand van ten minste 5 meter van een tent worden geplaatst.

  • 7.11

    Het gebruik van L.P.G. is verboden.

  • 7.12

    Een opening ten behoeve van ventilatie, op grond van enige regeling geëist, mag niet worden afgesloten.

  • 7.13

    Een tent wordt alleen met verwarmde lucht verwarmd.

  • 7.14

    Slangen en pijpen voor het transport van verwarmde lucht moeten voldoen aan de eisen van klasse A1 van NEN-EN 13501-1.

  • 7.15

    Het is verboden een verwarmingstoestel voor het stoken met gas te gebruiken indien de verbrandingsgassen daarvan niet worden afgevoerd door middel van een doeltreffend rookkanaal of gasafvoerkanaal.

8 Barbecues en ventwagens

Het gebruik van barbecues is alleen toegestaan wanneer deze zich op minimaal 5 meter afstand van de tent bevind, zodanig dat er geen brandgevaar bestaat voor de directe omgeving of het tijdelijke inrichting.

In de nabijheid van de barbecues en in de ventwagen moet een blusmiddel aanwezig zijn.

9 Blustoestel
  • 9.1.

    In de tent of op het terrein moeten blustoestellen met een inhoud van 6kg, of 6 l blusstof, geschikt voor het blussen van branden van brandklasse A, B en C zijn aangebracht, en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.

  • 9.2

    De kleine blusmiddelen moeten voor onmiddellijk gebruik gereed, makkelijk bereikbaar en voor een ieder goed zichtbaar zijn.

  • 9.3

    De voorgeschreven blustoestellen moeten eenmaal per 2 jaar op goede werking zijn gecontroleerd volgens NEN 2559, hiervan moet op het blustoestel een keuringsbewijs aanwezig zijn.

10 Stoffering en versiering
  • 10.1

    De toegepaste materialen, decors, rekwisieten en dergelijke moeten voldoen aan:

    NEN 1775, uitgave 1991, en NEN 1775/A1, uitgave 1997, klasse TI ten aanzien van vloeren;

    NEN 6065, uitgave 1991, en NEN 6065/A1, uitgave 1997, klasse 2 ten aanzien van overige aankle­ding en versiering;

    de eis ten aanzien van gordijnen van een navlam duur van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden, bepaald volgens NEN-EN-ISO 6940 en 6941, uitgaven 1998;

    NEN 6066, uitgave 1991, en NEN 6066/A1, uitgave 1997, optische rookdichtheid < 2,2 m-1, waarbij laatstgenoemde eis niet geldt voor vloeren en tredevlakken.

11 Meubilering
  • 11.1

    Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moet tussen de rijen een vrije ruimte aanwezig zijn van tenminste 0,40 meter, gemeten tussen de loodlijnen door de elkaar dichtst naderende gedeelten van de rijen.

    Indien in een rij tussen zitplaatsen tafeltjes zijn geplaatst, moet de genoemde vrije ruimte ter plaatse van de tafeltjes doorlopen.

  • 11.2

    Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moeten, indien een rij meer dan 4 stoelen bevat en 4 of meer rijen achter elkaar zijn geplaatst, deze zo zijn gekoppeld danwel aan de vloer zijn gevestigd dat deze ten gevolge van gedrang niet kunnen verschuiven of omvallen.

  • 11.3

    Een rij zitplaatsen, die slechts aan één einde op een gangpad of uitgang uitkomt, mag niet meer dan 8 zitplaatsen bevatten.

  • 11.4

    Een rij zitplaatsen die aan beide einden op een gangpad of een uitgang uitkomt, mag ten hoogste bevatten:

    16 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen kleiner is dan 0,45 meter;

    32 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen groter is dan 0,45 meter;

    50 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen groter is dan 0,45 meter en er verder bovendien aan beide einden van de rijen per 4 rijen een uitgang met een breedte van tenminste 1,10 meter aanwezig is.

  • 11.5

    De plaatsing van stoelen moet overeenkomen met een door de brandweer goedgekeurd stoelenplan.

12 Verbod open vuur en vuurwerk
  • 12.1

    Het gebruik van fakkels, vuurwerk, vuurpotten en dergelijke is verboden.

  • 12.2

    Het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen of te hebben.

13 Weersomstandigheden

De organisator moet, in samenspraak met de leverancier, aanwijzingen door bevoegd gezag over niet opbouwen, ontruimen en vervroegd afbouwen onmiddellijk opvolgen.

14 Tentboek
  • 14.1

    Een tent moet zijn voorzien van een tentboek.

Bijlage 5 Evenementenkalender

Sinds januari 2013 is UitinBergeijk.nl de overkoepelende evenementenkalender van alle kernen in de gemeente Bergeijk.

VVV Bergeijk, gemeente Bergeijk en Promotie Bergeijk hadden voordien ieder hun eigen, aparte evenementenkalender.

Op initiatief van Promotie Bergeijk zijn deze samengevoegd tot één allesomvattende evenementensite, waarop met een paar muisklikken alle Bergeijkse evenementen te vinden zijn.

Klik hier voor een flyer over de Bergeijkse Evenementenkalender. Deze kan kosteloos worden afgehaald bij VVV Bergeijk.

Hebt u vragen of opmerkingen over UitinBergeijk.nl? Stuur dan een e-mail naar info@bestemmingbergeijk.nl

 

Publicatie van evenementen op UitinBergeijk.nl

UitinBergeijk.nl wordt gevuld door organisatoren van evenementen zelf. Dit gaat heel eenvoudig door te klikken op www.uitinbergeijk.nl/evenement-toevoegen en de gegevens van het evenement op te geven.

Aan de plaatsing van een evenement op UitinBergeijk.nl zijn geen kosten verbonden en kunnen geen rechten worden ontleend. Wel dient bij gemeente Bergeijk vergunning voor het evenement te zijn aangevraagd.

Kijk op aanvraag vergunning voor meer informatie. De eindredactie wordt gevoerd door Promotie Bergeijk. Bij deze organisatie kunt u trouwens ook terecht voor cofinanciering, faciliteiten en advies m.b.t. de promotie van evenementen.

Kijk voor meer informatie hierover op BestemmingBergeijk.nl onder de groene knop Leden.

De spelregels voor plaatsing van evenementen op UitinBergeijk.nl zijn gepubliceerd op www.uitinbergeijk.nl/plaatsingsvoorwaarden

Naar boven