Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Vlagtwedde 2016

De raad van de gemeente Vlagtwedde;

 

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d., no./DV.15-535 , afdeling M&A;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZOR GINGS RECHTEN 2016.

 

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. begraafplaatsen:

de gemeentelijke begraafplaatsen, te weten in Vlagtwedde, Bourtange, Sellingerbeetse, Sellingen, Ter Apelkanaal, Ter Apel (Kapelweg) en Ter Apel (Poortweg);

 

b. rechthebbende:

degene, aan wie het uitsluitend recht tot het doen begraven of doen of te doen bijzetten van asbussen in een graf is verleend, of die dat recht door overboeking heeft verkregen;

 

c. eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

 

 

d. algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

 

e. kindergraf:

een graf in een bepaald gedeelte van de gemeentelijke begraafplaatsen, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon voor onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend om daarin overleden kinderen van zes jaar en jonger te doen begraven;

 

f. algemeen urnengraf:

een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

 

g. urnennis:

een nis, waarvoor voor een bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

 

h. asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

 

i. urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

 

j. verstrooiingsplaats:

een permanent daartoe bestemd terrein, waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

 

k. naamplaatje:

een herdenkingsplaatje met gegevens van een overledene, waarvan de as is verstrooid op de verstrooiingsplaats aan de Poortweg te ter Apel;

 

l. eigen urnengraf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 2.

    het doen verstrooien van as.

Artikel 2 – Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 – Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 – Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, zoals in deze verordening vermeld.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in deze verordening genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 – Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 – Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden, behoudens het bepaalde in lid 2, geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    De rechten bedoeld in artikel 19, lid 1, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor dejaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 19, lid 1, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 19, lid 1, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 19, lid 1, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 – Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in artikel 19, lid 1, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 – Termijn van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald:

  • a.

    ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, lid 1, mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving;

  • c.

    ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, lid 1, wordt toegezonden binnen 2 weken na de dagtekening van de kennisgeving;

  • d.

    ingeval de heffing geschiedt bij wege van aanslag bedoeld in artikel 6, lid 2, in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 – Begraven of bijzetten van asbussen; ruimen van graven of opgraven van lijken

  • 1.

    Voor het openen en sluiten van een graf wordt, met uitzondering van een urnengraf en behalve indien dit op rechterlijk gezag geschiedt, het volgende recht geheven voor het lijk van:

     

    a.een persoon van 12 jaar en ouder

    € 279,40

    b.een kind tot 12 jaar

    € 139,70

    De rechten bedoeld onder artikel 11, lid 1, sub a en b, worden verhoogd met respectievelijk € 125,85 en € 62,90 indien het begraven van het lijk plaats heeft in de zogenaamde tweede verdieping van een graf.

     

     

  • 2.

    De rechten bedoeld onder artikel 11, lid 1, sub a en b, worden verhoogd met respectievelijk € 103,00 en € 51,75, indien in het graf plaatsing van een grafkelder wordt verlangd, met dien verstande echter, dat het recht slechts voor het plaatsen van een grafkelder wordt geheven, indien plaatsing van een grafkelder wordt verlangd, waarin door het aanbrengen van een tussen-schot twee kisten, c.q. andere omhulsels boven elkaar kunnen worden gezet of plaatsing van een afzonderlijke grafkelder wordt verlangd, op de grafkelder, welke in de tweede verdieping is geplaatst, nadat daarin een lijk is begraven, doch voor dit graf is gesloten.

  • 3.

    Voor het plaatsen van een grafkelder in een graf, waarin nog niet wordt begraven, een zogenaamde gereserveerd graf, wordt een recht geheven van

    € 379,90

  • 4.

    Geen recht wordt geheven voor het begraven van doodgeboren kinderen of overleden kinderen beneden de leeftijd van een maand, die in een kist, c.q. ander omhulsel tegelijk met de overleden moeder worden begraven.

  • 5.

    Voor het begraven van doodgeboren kinderen of van overleden kinderen beneden de leeftijd van één maand, die in één kist, c.q. ander omhulsel worden begraven, wordt het recht slechts eenmaal geheven.

  • 6.

    Voor het openen en sluiten van een eigen graf om daarin een asbus te doen bijzetten wordt een recht geheven van

    € 129,15

  • 7.

    Het recht bedoeld in artikel 11, lid 6, wordt, indien in dat graf plaatsing van een kelder wordt verlangd, verhoogd met

    € 51,75

  • 8.

    Voor het opgraven van een asbus, bijgezet in een eigen graf, dan wel in een urnengraf, wordt, behalve indien dit op rechterlijk gezag geschiedt, geheven

    € 180,90

  • 9.

    Indien een aparte handeling nodig is voor het ruimen van een graf, met uitzondering van een urnengraf, op aanvraag van de rechthebbende en voor het wederbegraven van de overblijfselen van een lijk of lijken in datzelfde graf of in een afgesloten gedeelte van de begraafplaats bedraagt het recht voor elk lijk, indien het betreft:

     

    a. een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

    € 387,95

    b. een lijk van een kind tot 12 jaar

    € 193,95

  • 10.

    Voor het opgraven en overbrengen van een lijk uit het ene naar het andere graf op dezelfde begraafplaats, alsmede voor het opgraven en overbrengen van een lijk bestemd tot overbrengen naar een andere begraafplaats, de kosten van vervoer naar die begraafplaats, de eventuele verschuldigde rechten om te begraven aldaar niet inbegrepen, bedraagt het recht, indien het betreft:

     

    a. een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

    € 2.003,95

    b. een lijk van een kind tot 12 jaar

    € 993,45

  • 11.

    De rechten bedoeld in artikel 11, lid 1, worden verhoogd:

     

    a. voor het begraven op 'buitengewone uren' met

    € 91,95

    b. indien het sluiten van graven dient te gebeuren op de zaterdag, per graf, met

    € 117,60

    c. indien het openen en sluiten van graven dient te gebeuren op de zaterdag, per graf, met

    € 230,15

     

  • 12.

    Voor het begrip ´buitengewone uren´ wordt verwezen naar artikel 20 van de ´Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Vlagtwedde 2000´.

Artikel 12 - Uitsluitend recht op een graf

  • 1.

    Onverminderd de rechten bedoeld in artikel 11, lid 1, wordt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht op een graf geheven:

    a.voor een graf voor onbepaalde tijd

    € 1.306,50

    b.voor een graf voor de tijd van 20 jaar

    € 623,10

    c.voor een graf voor de tijd van 25 jaar

    € 763,80

    d.voor een kindergraf voor onbepaalde tijd

    € 623,10

    e.voor een kindergraf voor de tijd van 20 jaar

    € 316,60

    f.voor een kindergraf voor de tijd van 25 jaar

    € 381,90

  • 2.

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een graf met een periode van 10 jaar wordt een recht geheven van:

    a.indien het betreft een recht als bedoeld in artikel 12, lid 1, sub b en c

    € 366,85

    b.indien het betreft een recht als bedoeld in artikel 12, lid 1, sub e en f

    € 185,95

Artikel 12a Algemeen graf

Onverminderd de rechten bedoeld in artikel 11, lid 1, wordt voor het gelegenheid geven tot het doen begraven en begraven houden van een lijk in een algemeen graf voor de tijd van 10 jaar, een recht geheven van

€ 514,55

Artikel 13 - Bijzetten van asbussen

  • 1.

    Voor het openen en sluiten van een eigen graf, c.q. een urnengraf wordt, behalve indien dit op rechterlijk gezag geschiedt, een recht geheven van

    € 129,15

  • 2.

    Het onder 1 bedoelde recht wordt niet geheven voor het bijzetten van een volgende asbus.

  • 3.

    Het recht bedoeld in artikel 13, lid 1, wordt verhoogd met

    € 51,75

    indien in het graf plaatsing van een kelder wordt verlangd.

     

  • 4.

    Voor het bijzetten van een asbus in een eigen graf, c.q. een urnengraf wordt een recht geheven

    € 90,45

  • 5.

    Voor het tijdelijk bewaren van een asbus, alvorens de asbus wordt bijgezet (in een eigen graf, of in een urnengraf), c.q. de inhoud ervan wordt verstrooid op een verstrooiingsplaats, wordt per maand, of gedeelte daarvan, een recht geheven, van

    € 21,60

Artikel 13a – Bijzetten asurnen in een urnenmuur

  • 1.

    Voor 1 plaats in de urnenzuil voor onbepaalde tijd wordt, een recht geheven van

    € 1.381,90

  • 2.

    Voor een periode van 20 jaar voor 1 plaats in de urnenzuil wordt, een recht geheven van

    € 657,75

  • 3.

    Voor het verlengen met een periode van 10 jaar

    € 365,00

  • 4.

    Voor een afdekplaatje met inscriptie wordt, een recht geheven van

    € 246,70

  • 5.

    Voor het plaatsen van een urn door de gemeente wordt, een recht geheven van

    € 83,40

     

Artikel 14 – Uitsluitend recht tot bijzetten van asbussen

Onverminderd de rechten bedoeld in artikel 13, lid 1, wordt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht op een urnengraf voor het doen bijzetten van asbussen geheven:

a.voor een urnengraf voor onbepaalde tijd

€ 514,55

b.voor een urnengraf voor de tijd van 20 jaar

€ 207,05

c.voor het verlengen van het onder b genoemde recht voor de tijd van 10 jaar

€ 106,55

Artikel 15 – Verstrooien inhoud asbus

Voor het verstrooien van de inhoud van een asbus op een verstrooiingsplaats op de begraafplaats aan de Poortweg te Ter Apel wordt een recht geheven van

€ 129,65

Artikel 16 – Aanbrengen naamplaatje

  • 1.

    Voor het afgeven en aanbrengen van een naamplaatje op de daarvoor bestemde bevestigingsplaats op de begraafplaats aan de Poortweg te Ter Apel wordt voor de tijd van 20 jaar een recht geheven van

    € 172,85

  • 2.

    Voor het verlengen van de onder 1 genoemde periode met 10 jaar wordt een recht geheven van

    € 100,50

Artikel 17 – Inschrijven, overboeken, c.q. vernieuwen

  • 1.

    Per inschrijving en/of overboeking in het daartoe bestemde register, alsmede voor het vernieuwen van een zgn. eigendomsbewijs, wordt voor iedere inschrijving en/of overboeking een recht geheven van

    € 11,55

  • 2.

    Het recht bedoeld in artikel 17, lid 1 wordt niet geheven van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van de rechthebbende op een graf

  • 3.

    Voor het verstrekken van inlichtingen uit het register bedoeld in artikel 27 van de Wet op de lijkbezorging wordt voor elke inlichting een recht geheven van

    € 11,55

  • 4.

    Voor het in behandeling nemen van een schriftelijk verzoek om vooruitgifte van een graf/graven wordt per graf een recht geheven van

    € 25,60

Artikel 18 - Grafbedekking

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of wijzigen van een gedenkteken of kruis, een zerk of grafsteen, het beplanten van een graf, wordt geheven;

€ 150,75

Artikel 19 - Schoonhouden en onderhouden

  • 1.

    Voor het door of vanwege de gemeente schoonhouden en onderhouden van graven, waarop gedenktekenen, kruisen, zerken of grafstenen zijn aangebracht, is per belastingtijdvak een recht verschuldigd van:

    a. indien een gedenkteken, kruis, zerk of grafsteen, benevens een omrastering is aangebracht:

     

     

    1. voor een enkel graf

    € 154,75

     

    2. voor twee graven

    € 257,80

     

    3. voor elk graf meer, mits de omrastering één geheel vormt met de overige graven

    € 100,50

    b. indien alleen een gedenkteken, kruis, zerk of grafsteen is aangebracht:

     

     

    1. met opschrift betreffende één overledene

    € 78,40

     

    2. met opschrift betreffende twee of meer overledenen

    € 100,50

  • 2.

    Het schoonhouden en onderhouden bedoeld in artikel 19, lid 1, kan niet langer dan tot het tijdstip, waarop de betreffende begraafplaats wordt gesloten verklaard, aan de gemeente worden overgedragen.

Artikel 20 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Vlagtwedde 2015', vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 2014, no. 12, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2016.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ´Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Vlagtwedde 2016´.

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van 17 december 2015.

De raad voornoemd

L.A.M. Kompier

voorzitter

H. Kastermans

griffier

Naar boven