Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Nr. 12a

 

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

 

Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016.

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

a. een afvalstoffenheffing;

b. reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar voor:

    • a.

      een 1-persoonshuishouden € 186,60

    • b.

      een 2-persoonshuishouden € 240,84

    • c.

      een 3-persoonshuishouden € 265,32

    • d.

      een meer-persoonshuishouden € 342,36

  • 2.

    Voor het in gebruik hebben van rest-afval containers of g.f.t.-containers, boven het getal van één, is een bedrag van € 141,12 per container per belastingjaar verschuldigd.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in het eerste lid geldt in zoverre van het aldaar bepaalde, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, waarbij het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder is dan € 1.400,00, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen na de dagtekening van het aanslagbiljet. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Voor het aanbieden van een rest-afval-container of g.f.t.-container boven het aantal van 1 keer per week is een recht van € 8,00 per keer verschuldigd.

  • 2.

    Het recht bedraagt voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

    a. voorrijkosten € 20,00

    b. Het tarief genoemd onder lid 2.a. wordt voor elke ½ m3 verhoogd met € 24,00

    c. Het onder lid 2.b. genoemde bedrag is niet van toepassing op bruin- en witgoed dat valt onder de regeling Beheer elektrische en elektronische apparatuur.

  • 3.

    Het recht voor het achterlaten van afvalstoffen aan het milieubrengstation aan de Forellenweg te Raamsdonksveer bedraagt voor:

    • a.

      Asbesthoudend afval (met sloopmelding) € 0,00 per kilo

    • b.

      Autobanden, zonder velg (max 4) € 0,00 per kilo

    • c.

      Bouw- en sloopafval € 0,08 per kilo

    • d.

      Afvalhout € 0,05 per kilo

    • e.

      Frituurvet en –olie € 0,00 per kilo

    • f.

      Grof huishoudelijk restafval € 0,08 per kilo

    • g.

      Hard plastic € 0,05 per kilo

    • h.

      Huishoudelijk tuinafval € 0,00 per kilo

    • i.

      Kadavers van kleine huisdieren € 0,00 per kilo

    • j.

      KGA € 0,00 per kilo

    • k.

      Metaal € 0,00 per kilo

    • l.

      Luiers € 0,00 per kilo

    • m.

      Oud papier en karton € 0,00 per kilo

    • n.

      Schoon puin € 0,05 per kilo

    • o.

      STORL verpakkingen € 0,00 per kilo

    • p.

      Tapijt € 0,05 per kilo

    • q.

      Verpakkingsglas € 0,00 per kilo

    • r.

      Vlakglas € 0,00 per kilo

    • s.

      Wit- en bruingoed € 0,00 per kilo

  • 4.

    Voor de berekening van het recht wordt een gedeelte van de in onderdeel 2 en 3 genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 15 Termijnen van betaling

  • 1.

    De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 13:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, nota of andere schriftuur dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 16 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 18 Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015” van 18 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016".

 

Geertruidenberg, 17 december 2015

 

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

 

drs K.M.C. Millenaar-Rammelaere, drs. W. van Hees,

Naar boven