Gemeenteraad  

 

 

 

 

 

Onderwerp:

Volgnummer

 

Verordening Parkeerbelastingen Oss 2016

Dienst/afdeling

G/ID

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

gelet op het advies van de raadadviescommissie van 3 december 2015;

gelet op artikelen 149, 216, 225, 233a en 234 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 201 6

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen en laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene die op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Oss een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

  • f.

    vergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren (parkeervergunning) zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening 1994;

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3

Belastingplicht

  • 1.

    De belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

    • i.

      indien een voor ten hoogste van drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

    • ii.

      indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 2.

    De belasting genoemd in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4

Maatstaf van heffing, belastingtarieven en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5

Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6

Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning is verleend.

Artikel 7

Termijn van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8

Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9

Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 60,00.

  • 2.

    De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen € 90,00 .

  • 3.

    Het bedrag van de ingevolge het eerste en tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 10

Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11

Vermindering

  • 1.

    Indien de in de tarieventabel onder sub II bedoelde abonnement wordt verleend in de loop van het jaar, wordt het tarief berekend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde tarief als er in dat jaar, na het tijdstip van verlenen van de vergunning, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een jaar verstaan de periode van 12 maanden vanaf 1 februari tot en met 31 januari.

Artikel 12

Vrijstellingsbepaling

  • 1.

    Vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen zoals bedoeld in artikel 2.a van deze verordening zijn:

    • a.

      Gehandicapten voor zover deze beschikken over een:

      • i.

        geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

      • ii.

        geldige buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart zoals bedoeld in art. 86 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

    • b.

      Als zodanig herkenbare politievoertuigen;

    • c.

      Als zodanig herkenbare brandweervoertuigen;

    • d.

      Als zodanig herkenbare ambulances;

    • e.

      Als zodanig herkenbare voertuigen van de gemeente Oss.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde categorieën gebruikers onder b, c, d en e zijn bovendien vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2.b van deze verordening.

Artikel 13

Nadere regels door het Dagelijks Bestuur of het College van B&W

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant en/of het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 14

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Parkeerbelasting Oss 2015' van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Parkeerbelasting Oss 2016’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 december 2015.

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs P.H.A. van den Akker drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

TARIE VENTABEL PARKEERBELASTINGEN 201 6 behorende bij en deeluitmakende

van de "Verordening Parkeerbelastingen Oss 201 6 ".

  • I.

    Voor het parkeren van een voertuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt het tarief:

  • 1.

    in de tariefklasse A: € 0,75 voor de eerste 30 minuten, daarna € 2,50 per 60 minuten;

  • 2.

    in de tariefklasse B: € 1,45 per 60 minuten;

  • 3.

    in de tariefklasse C: € 1,45 per 60 minuten, met een maximum van € 4,00 per dag;

  • 4.

    in de tariefklasse D: € 1,45 per 60 minuten;

  • 5.

    in alle tariefklassen met een bezoekerspas per dag, € 0,90.

  • II.

    Voor het parkeren van een voertuig op het parkeerterrein aan het Jurgensplein of in de parkeergarages Bergoss en Oostwal-Oost bedraagt het tarief:

  • 1.

    Parkeerterrein Jurgensplein € 1,45 per uur, met een maximum van € 4,00 per dag;

  • 2.

    Parkeergarage Bergoss € 1,45 per uur, met een maximum van € 4,00 per dag;

  • 3.

    Parkeergarage Oostwal-Oost € 1,45 per uur, met een maximum van € 4,00 per dag;

  • 4.

    Bij verlies van de parkeerkaart, € 22,00 per dag;

  • 5.

    Volledig abonnement (24 uur per dag, 7 dagen per week); € 80,00 per maand;

  • 6.

    Nacht- plus weekendabonnement (maandag tot en met vrijdag van 17.00 tot 9.00 uur en zaterdag en zondag 24 uur per dag); € 70,00 per maand;

  • 7.

    Kantoorabonnement (maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 19.00 uur); € 60,00 per maand;

  • 8.

    Nachtabonnement (maandag tot en met zondag van 17.00 tot 9.00 uur); € 35,00 per maand.

  • III.

    Voor het verlenen van een vergunning aan bewoners voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt het tarief:

  • 1.

    Indien de vergunning is uitgegeven aan een bewoner, € 45,00 per kalenderjaar;

  • 2.

    Indien het de tweede vergunning op hetzelfde adres betreft, € 90,00 per kalenderjaar;

  • 3.

    Indien naast de vergunning één of meerdere auto(‘s) op eigen terrein wordt geparkeerd (parkeren), € 90,00 per kalenderjaar.

  • IV.

    Voor het verlenen van een vergunning aan bedrijven voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt het tarief:

  • 1.

    Indien de vergunning geldig is van maandag tot en met vrijdag, € 225,00 per kalenderjaar;

  • 2.

    Indien de vergunning geldig is van maandag tot en met zaterdag, € 300,00 per kalenderjaar;

  • 3.

    Indien bij de vergunning meerdere pasjes behoren (dynamische vergunning),

€ 300,00 per kalenderjaar.

Behorende bij raadsbesluit van 17 december 2015

De griffier,

drs P.H.A. van den Akker

Kaart parkeersituatie 201 6 behorende bij en deeluitmakende van de "Verordening Parkeerbelastingen Oss 201 6 ".

Behorend bij raadsbesluit van 17 december 2015.

De griffier,

drs P.H.A. van den Akker

 

Naar boven