Subsidieregeling Integratiebeleid

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Integratiebeleid Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Inburgeraar: Nieuwkomers en oudkomers die op basis van de daarvoor geldende landelijke regelgeving moeten inburgeren.

  • b.

    Nieuwkomer: Persoon tussen de 16 en 65 jaar die geen Nederlands paspoort heeft en na

    1 januari 2007 in Nederland is komen wonen óf op 31 december 2006 nieuwkomer was volgens de oude Wet inburgering nieuwkomers.

  • c.

    Oudkomer: Persoon tussen 16 en 65 jaar die geen Nederlands paspoort heeft maar voor

    1 januari 2007 in Nederland woonde, minder dan 8 jaar in Nederland woonde toen hij of zij leerplichtig was en geen diploma’s heeft die kunnen laten zien dat hij of zij de Nederlandse taal en Nederland goed kent.

  • d.

    Statushouder: Verblijfsgerechtigde vreemdeling die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling is toegelaten dan wel beschikt over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijke vergunning tot verblijf, zowel nieuwkomers als oudkomers.

  • e.

    Vluchteling: Iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging. Redenen voor vervolging kunnen zijn: ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of seksuele voorkeur. Een vluchteling kan in eigen land geen bescherming krijgen tegen deze vervolging.

  • f.

    Zelforganisatie: Een organisatie opgezet vanuit een allochtone bevolkingsgroep, die zich inzet voor de specifieke belangen van haar achterban en wordt gedragen door personen uit de eigen doelgroep die op vrijwillige basis actief zijn.

Artikel 2.Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

1.Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk, bovenwijks, niveau die gericht zijn op:

  • a.

    Vluchtelingen, statushouders, inburgeraars en/of potentiële inburgeraars

    • i.

      Het wekelijks verzorgen van een spreekuur voor vluchtelingen, statushouders en (potentiële) inburgeraars en,

    • ii.

      Het zorgvuldig informeren van vluchtelingen, statushouders, inburgeraars en/of potentiële inburgeraars en zo nodig doorverwijzen naar voorzieningen op buurt- en stedelijk niveau met name op sociaal en maatschappelijk gebied.

  • b.

    Discriminatiepreventie en -bestrijding

    iii.Het bieden van klachtbehandeling op het gebied van discriminatie en gelijke

behandeling en,

  • i.

    Het registeren van klachten en meldingen op het gebied van discriminatie en gelijke behandeling en,

  • i.

    Het organiseren van thema- en voorlichtingsbijeenkomsten in het kader van

preventie en bestrijding van discriminatie en ongelijke behandeling en,

  • i.Het bevorderen van homotolerantie.

  • a.

    Zelforganisaties

    i.Het vergroten van de zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van de achterban.

  • b.

    Inzet van buurtmoeders

    • ii.

      Afleggen van gerichte huisbezoeken in de door het college aangewezen aandachtsbuurten.

    • iii.

      Gerichte toeleiding en begeleiding, in de zin van op weg helpen, van ouders met kinderen in een achterstandssituatie, naar voorzieningen op buurt- en stedelijk niveau, buurtactiviteiten, vrijwilligerswerk, scholing- en/of arbeidsvoorziening en informatiebijeenkomsten.

    • iv.

      Het bevorderen van de deelname van kinderen met een onderwijsachterstand aan voor- en vroegschoolse educatie en het bevorderen van de deelname van ouders met een taalachterstand aan taalbevorderende activiteiten;

  • c.

    Taalcoaching

    v.Het vergroten van de kennis van de Nederlandse taal door middel van deelname aan conversatielessen en 1 op 1 taalcoaching met als doel

de deelnemer in staat te stellen om een netwerk op te bouwen gericht op sociale contacten, deelname aan (georganiseerde) activiteiten of (vrijwilligers)werk.

    • a.

      Het Multicultureel Centrum

      i.Het exploiteren van een multicultureel centrum ten behoeve van de integratieactiviteiten van (zelf)organisaties in Capelle aan den IJssel

    • b.

      De ontmoetingsruimte aan de Capelseweg 39 d te Capelle aan den IJssel:

      i.Het exploiteren van een ruimte ten behoeve van activiteiten gericht op de zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van Caribische Nederlanders.

  • 2.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-03 (integratiebeleid) van de gemeentelijke productenraming.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon. De uit te voeren activiteiten dienen te passen in de doelstelling van de subsidieontvanger.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Ten aanzien van subsidie voor zelforganisaties is per activiteit een bedrag van maximaal € 750,- beschikbaar.

  • 2.

    Een zelforganisatie kan in een kalenderjaar voor maximaal 4 activiteiten subsidie aanvragen.

    Een van deze activiteiten moet worden uitgevoerd in samenwerking met een andere zelforganisatie of maatschappelijke instelling.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 9. Beslistermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 2.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 10. Aanvullende weigeringsgrond

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de ASV kan het college de door een zelforganisatie gevraagde subsidie weigeren, als de organisatie zich alleen richt op de identiteit van de achterban en/of hoofdzakelijk een aanbod heeft op het veld van eigen cultuur, ontmoeting en gezelligheid voor de eigen achterban.

Artikel 11. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per subsidieregeling. De aldus in de programmabegroting opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 2.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden.

    De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 3.

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 vindt de verdeling van het subsidieplafond voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf

    1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 12. Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 13. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Integratiebeleid.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-03; integratiebeleid.

Deze doelstelling is:

Het scheppen van voorwaarden voor de bevordering van de participatie van diverse doelgroepen in onze samenleving. Het vergroten van de zelfredzaamheid en integratie van deze doelgroepen, waaronder de LHBT.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.

Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 12).

Artikel 5. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Integratiebeleid vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

Artikel 7 lid 2 betekent dat als een zelforganisatie in een jaar slechts één activiteit organiseert deze in samenwerking met een andere zelforganisatie of een maatschappelijke instelling uitgevoerd moet worden.

Artikel 8 Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 10. Aanvullende weigeringsgrond

Indien de activiteiten puur gericht zijn op het vergroten van de eigen identiteit van de achterban en niet gericht zijn op het vergoten van zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van de achterban, wordt geen subsidie verstrekt. Ook activiteiten die enkel gericht zijn op ontmoeting en gezelligheid binnen de eigen cultuur komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 11. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel12. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 13. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 14. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Naar boven