Verordening op de heffing en de invordering van de Precariobelasting 2016

RAADSBESLUIT

 

 

De raad van de gemeente Hilversum;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2015;

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van de Precariobelasting 2016

 

Artikel 1

 

Begripsomschrijvingen

 

Deze verordening verstaat onder:

Vaste standplaats: een standplaats waarbij een vergunning voor een periode van twee jaar is afgegeven;

Incidentele standplaats: een standplaats welke niet een vaste standplaats is;

Jaar: een kalenderjaar;

Kwartaal: een kalenderkwartaal;

Maand: een kalendermaand;

Week een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

Dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

Vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie

opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voor-werpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

 

Artikel 2

 

Belastbaar feit

 

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben

van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld

of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3

 

Belastingplicht

 

1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie die dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoelt in het eerst lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeente-grond heeft.

 

 

 

 

Artikel 4

 

Vrijstellingen

 

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

1. Voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

2. Voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

3. Voorwerpen, wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toe-ristenbond ANWB en andere overeenkomstige instellingen;

4. Voorwerpen, welke uitsluitend gebezigd worden voor weldadige doeleinden;

5. Buizen in de grond tot het lozen van fecaliën, huishoud- of hemelwater;

6. Rolluikkasten en alarminstallaties;

7. Brievenbussen en telefooncellen.

 

 

Artikel 5

 

Nader invulling vrijstelling weldadige doeleinden

 

1. Er is sprake van een activiteit zonder winstoogmerk indien in ieder geval aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. De activiteit heeft niet tot doel om financieel gewin te boeken;

b. De activiteit mag inkomsten genereren, maar die inkomsten dienen wel aanwijsbaar in hun geheel ten goede te komen voor de instandhouding van de betreffende activi-teit, dan wel in hun geheel te worden bestemd voor weldadige doeleinden als bedoeld onder het vierde lid.

c. De activiteit mag inkomsten genereren, maar de activiteit dient in eerste instantie gericht te zijn op het bijdrage leveren aan de sociale cohesie op straat-, buurt- of wijkniveau, dan wel bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van het betreffende (winkel)gebied of het uitnodigende imago van de gemeente Hilversum.

2. Onder een activiteit die uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op straat-, buurt- of wijkniveau wordt in ieder geval verstaan:

a. Een activiteit georganiseerd door een straat-, buurt- of wijkcomité, al dan niet ge-organiseerd als niet-natuurlijke rechtspersoon, en als zodanig ook bekend bij onze gemeente;

b. Een activiteit georganiseerd door een stichting, vereniging of een natuurlijke rechts-persoon, gericht op opbouwwerk, jeugdwerk, éénmalige sport- of ontspannings-activiteiten op straat-, buurt- of wijkniveau, en als zodanig ook bekend bij onze gemeente;

3. Onder een activiteit die uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de aantrekkelijk-heid van het betreffende (winkel)gebied of het imago van de gemeente Hilversum wordt in ieder geval verstaan:

a. Een activiteit georganiseerd door een individuele of groep ondernemer(s)/winkelier(s) ten behoeve van het aantrekkelijk maken van het betreffende (winkel)gebied door middel van verfraaiing in de vorm van bloembakken en/of sierverlichting.

b. Een activiteit georganiseerd door een stichting, een vereniging of een natuurlijke rechtspersoon, gericht op het bijdrage leveren aan het uitnodigende imago van de gemeente Hilversum door middel van een niet-commerciële culturele bijdrage in de vorm van muziek, theater, dans of film.

4. Onder een activiteit die uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van weldadige doel-einden wordt in ieder geval verstaan:

a. Een activiteit georganiseerd ten behoeve van een stichting, vereniging, fonds of een andere niet-natuurlijke rechtspersoon die erkend is door het Centraal Bureau Fond-senwerving;

b. Een activiteit georganiseerd door een kerkgenootschap of een maatschappelijke instelling ten behoeve van fondswerving voor doelgroepen of acties die ook val- len binnen het werkveld van het betreffende kerkgenootschap, c.q. de betreffende maatschappelijke instellingen.

 

Artikel 6

 

Maatstaf van heffing en belastingtarief

 

De precariobelasting wordt geheven met inachtneming van het in deze verordening bepaalde en naar de maatstaven en tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 7

 

Berekening van de precariobelasting

 

1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieven-tabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

6. In afwijking van het bepaalde in art. 1 wordt voor de berekening van precariobelasting:

a. indien in de tarieventabel voor voorwerpen wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

b. indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

8. Indien uit constatering bij controle of bij aangifte blijkt dat er bij dezelfde belastingplich-tige meerdere voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeen-tegrond zijn die elkaar overlappen, zal er alleen precariobelasting worden berekend over het voorwerp met de grootste overlappende oppervlakte, tenzij er sprake is van een terras of bouwplaatsinrichting.

9. Indien uit constatering bij controle of bij aangifte blijkt dat er bij dezelfde belastingplich-tige meerdere voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeen-tegrond zijn die overlappen met een terras of bouwplaatsinrichting, zal er alleen precario-belasting worden berekend over het terras of bouwplaatsinrichting. Overige voorwerpen buiten het terras of bouwplaatsinrichting worden als zelfstandige voorwerpen voor de precariobelasting aangeslagen.

 

 

 

 

 

 

Artikel 8

 

Belastingtijdvak

 

1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de ver-gunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneen-gesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

 

Artikel 9

 

Wijze van heffing

 

1. De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schrif-telijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisge-ving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 10

 

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

 

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en

de invordering van precariobelasting.

 

Artikel 11

 

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

 

1. In de gevallen bedoeld in artikel 8, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. In de gevallen bedoeld in artikel 8, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijd-vak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ont-heffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

5. Aanslagen van € 10,- of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige vol-zin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 12

 

Termijnen van betaling

 

1. De aanslag moet worden betaald binnen 60 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moet de precario-belasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

3. In afwijking in zoverre van voorgaande leden met betrekking tot de incidentele aanslagen betreffende bouwmaterialen, containers, standplaatsen en terrassen, geldt in geval het to-taalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische be-talingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschre-ven, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en vervalt 60 dagen na de dagteke-ning van het aanslagbiljet.

4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande gestelde termij-nen.

 

Artikel 13

 

Kwijtschelding

 

Bij de invordering van de precariobelasting wordt géén kwijtschelding verleend.

 

Artikel 14

 

Inwerkingtreding en citeertitel

 

1. De "Verordening Precariobelasting 2015" van 12 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien ver- stande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening Precariobelasting 2016"

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 11 november 2015,

 

De griffier, De voorzitter,

 

 

 

P.M.H. van Ruitenbeek P.I. Broertjes

 

 

 

 

 

 

 

Tarieventabel

 

behorende als onderdeel bij de "Verordening Precariobelasting 2016"

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

 

1.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen waarvoor in de volgende hoofdstukken geen afzonderlijk tarief is opgenomen:

1.1.1. per m, gemeten over de langste zijde, per dag € 0,44

1.1.1.2 per m, gemeten over de langste zijde, per week € 1,25

1.1.1.3. per m, gemeten over de langste zijde, per maand € 2,96

1.1.1.4. per m, gemeten over de langste zijde, per kwartaal € 3,96

1.1.1.5. (160) per m, gemeten over de langste zijde, per jaar € 19,42

 

Hoofdstuk 2 Bouwmaterialen en dergelijke

 

2.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van bouwmaterialen:

2.1.1 per m2, per maand € 8,64

2.1.2. per m2, per kwartaal € 20,54

2.1.3. per m2, per jaar € 85,91

 

Hoofdstuk 3 Leidingen, kabels en buizen

 

3.1. (167) Het tarief bedraagt voor het hebben van leidingen, kabels en buizen, andere dan bedoeld in onderdeel, per meter, per jaar:

4,98

 

Hoofdstuk 4 Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of water

 

4.1. Het tarief bedraagt voor het hebben van:

4.1.3. een pompheuvel, per m2, per jaar € 478,99

4.1.4. (168) een tank voor motorbrandstof, olie, lucht of water,

per m2, per jaar

9,99

 

Hoofdstuk 5 Aankondigingsborden/Reclameborden

 

5.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van reclame- of andere aankondigingsborden over de frontoppervlakte:

5.1.1.1 per 0,5 m2, per maand € 4,65

5.1.1.2. (161) per 0,5 m2, per jaar € 49,14

 

Hoofdstuk 6 vervallen

 

Hoofdstuk 7 Terrassen

7.1 (191) Het tarief bedraagt, inzake lokatie

klasse 1 (centrum/pentergebied binnenstad),

voor het op of boven een terras hebben van:

7.1.1. banken, tafeltjes, stoelen e.d., per stuk (m2), per jaar € 43,04

7.2 (192) Het tarief bedraagt, inzake lokatie

klasse 2 (binnenstad/stedelijk gebied),

voor het op of boven een terras hebben van:

7.2.1 banken, tafeltjes, stoelen e.d., per stuk (m2), per jaar € 31,03

7.3 (193) Het tarief bedraagt, inzake lokatie

klasse 3 (buitengebied),

voor het op of boven een terras hebben van:

7.3.1. banken, tafeltjes, stoelen e.d., per stuk (m2), per jaar € 18,59

 

 

Hoofdstuk 8

Overige voorwerpen

 

8.1. Het tarief bedraagt voor het hebben van:

 

8.1.2 (173) een luifel, serre, uitbouw, etalage, per m2, per jaar € 19,42

 

Containers

8.1.3. een container, per m2, per dag € 0,65

8.1.3.1 een container, per m2, per week € 1,96

8.1.3.2 een container, per m2, per maand € 5,53

8.1.3.3 (180) een container, per m2, per jaar € 68,18

 

8.1.4 een wel- of zak-, zink-, vergaar-, vulput en dergelijke,

per stuk, per jaar

19,93

 

8.1.5 een watermeterkist, een kastje voor elektriciteitsmeter, voor rolfilms en dergelijke, per stuk, per jaar

33,23

 

8.1.6 (172) een vlag, lantaarn, per stuk, per jaar € 24,11

 

8.1.7 een, hek of afrastering, per m, per jaar € 33,23

 

8.1.9 (177) een markies of zonnescherm, per m2, per jaar € 19,42

 

8.1.10 een uitstalkast en dergelijke, per m2, per jaar € 33,23

 

8.1.11 uitgestalde zaken langs, voor en aan gevels:

8.1.12.1 per m2, per dag € 1,66

8.1.12.2 per m2, per week € 4,99

8.1.12.3 per m2, per maand € 16,64

8.1.12.4 (163) per m2, per jaar € 117,67

 

8.1.12.5 jaarbulkmelding voor het plaatsen van

minimaal 24 containers per jaar

2.217,68

 

8.1.13 spoorrails, per meter, per jaar € 4,98

 

8.1.14 (170) bloembak/pot, per m2, per jaar € 28,51

 

8.1.15 (171) mast, paal, per stuk, per jaar € 6,96

 

8.1.16 (164) rijwielrek of -blok per m2, per jaar € 38,68

 

8.1.17 (162) verwijzingsbord t.b.v. van bedrijven, per bord, per jaar € 47,99

 

8.1.18 Incidentele standplaatsen o.a.: kiosken, kramen, wagens, tenten, etc. voor de verkoop van waren, alsmede voor het uitstallen van goederen, uitgezonderd het plaatsen of uitstallen daarvan op markt-plaatsen gedurende aangewezen marktdagen, per m2:

8.1.18.1 per dag € 1,66

8.1.18.2 per week € 4,99

8.1.18.3 per maand € 17,46

 

 

 

8.1.18.4 Vaste standplaatsen per m2, per jaar:

8.1.18.5 (181) Als het aantal wekelijkse verkoopdagen in de vergunning is bepaald op 1 € 19,98

 

8.1.18.6 (182) Als het aantal wekelijkse verkoopdagen in de vergunning is bepaald op 2 € 39,95

8.1.18.7 (183) Als het aantal wekelijkse verkoopdagen in de vergunning is bepaald op 3 € 59,93

8.1.18.8 (184) Als het aantal wekelijkse verkoopdagen in de vergunning is bepaald op 4 € 79,92

8.1.18.9 (185) Als het aantal wekelijkse verkoopdagen in de vergunning is bepaald op 5 € 99,89

8.1.18.10 (186) Als het aantal wekelijkse verkoopdagen in de vergunning is bepaald op 6 € 119,87

8.1.19 (187) een balkon/uitbouw, niet t.b.v. bedrijfsmatige activiteiten, per m2, per jaar

6,66

 

8.1.20 (178) spandoek, per strekkende meter, per jaar € 65,35

 

8.1.21 (179) een ligplaats voor een woonschip en bedrijfsvaartuigen,

per vaartuig, per jaar,

336,28

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 11 november 2015,

 

de griffier, de voorzitter,

 

 

 

 

P.M.H. van Ruitenbeek P.I. Broertjes

Naar boven