Verordening marktgelden Zundert 2016

 

De raad van de gemeente Zundert;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3-11-2015;

gehoord het advies van de Ronde d.d. 18-11-2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen

Verordening tot heffing en invordering van marktgelden Zundert 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde weekmarkt;

  • b.

    standplaats: een aan de belastingplichtige ter beschikking gestelde plaats op de markt;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats.

Artikel 2 Aard van de heffing / belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor:

  • a.

    het innemen van een standplaats op de weekmarkt;

  • b.

    het gebruik maken van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van de vergunninghouder.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak voor het innemen van een:

  • 1.

    dagstandplaats is gelijk aan een dag

  • 2.

    vaste standplaats is gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste plaats is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht ter zake van een vaste plaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het marktgeld verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van dat belastingtijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht ter zake van een vaste plaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor derde zoveel gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde marktgeld, als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4.

    Het marktgeld voor een dagplaats is verschuldigd bij de aanvang van het innemen van een standplaats.

  • 5.

    Wanneer de belastingplichtige die gebruik maakt van een vaste standplaats gedurende meer dan vijf weken aantoonbaar buiten zijn/haar wil niet in staat geweest is de weekmarkt te bezoeken en evenmin gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid zich te laten vervangen, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde marktgeld als er volle kalendermaanden zijn, gedurende welke van de standplaats geen gebruik is gemaakt.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Het marktgeld voor een dagplaats wordt geheven door middel van een mondelinge of schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald:

    • a.

      binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7, tweede lid:

• mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

• schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.

Artikel 11 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De “Verordening marktgelden Zundert 2015” vastgesteld bij besluit van 9 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening marktgelden Zundert 2016”.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 8 december 2015

De raad voornoemd.

De griffier, De voorzitter,

drs. J.J. Rochat L.C. Poppe-de Looff

Naar boven