Legesverordening 2016

 

 

De raad van de gemeente Ommen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015, kenmerk 1500861;

 

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE LEGES 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 7 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 8 Persoonlijke vrijstellingen

Van de verplichting tot het betalen van de in deze verordening genoemde leges zijn, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, vrijgesteld openbare besturen, ambtenaren of instellingen voor de diensten door hen in het openbaar belang verzocht.

Artikel 9 Zakelijke vrijstellingen

De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • b.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst voor pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • c.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften/aanvragen en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • d.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichtingen jegens de gemeente;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek/aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • g.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • h.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 10 Aanvang abonnementen in de loop van het kalenderjaar

Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld in de hoofdstukken 4, 7 en 8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden bij aanvang van het abonnement in de loop van het kalenderjaar, de verschuldigde leges naar evenredigheid geheven, met dien verstande dat een gedeelte van een maand wordt gerekend als een volle maand.

Artikel 11 Ontheffing bij tussentijdse beëindiging van abonnementen

Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld in de hoofdstukken 4, 7 en 8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, wordt bij tussentijdse beëindiging van een abonnement, indien deze plaatsvindt voordat een halfjaar van de geldigheidsduur daarvan is verstreken en het abonnement ten hoogste voor de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren van bescheiden, waarop het recht geeft, is verbruikt, op schriftelijke aanvraag van de houder, ontheffing van de betaling van deze leges verleend. De ontheffing wordt verleend tot een bedrag gelijk staande met de helft van het verschuldigde.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Overgangsrecht

De legesverordening 2015 van 4 december 2014 wordet ingetrokken met ingang van in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2016'.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 3 december 2015.

 

De raad voornoemd,

 

De wnd. griffier, De voorzitter,

A.B.H. Hoving mr. M. Boumans MPM

 

 

Tarieventabel

 

 

Tarieventabel, behorende bij de verordening op de heffing en invordering van leges 2016

 

 

 

 

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

1.1.1.1

in het huis der gemeente:

 

 

1. op maandag om 8.30 uur en 9.00 uur

kosteloos

 

2. op maandag tot en met vrijdag overige tijdstippen

€ 375,00

 

3. op zaterdagen, zondagen en algemene feestdagen

€ 750,00

1.1.1.2

In het huis der gemeente, vrije locatie

 

 

1. van maandag tot en met vrijdag

€ 840,00

 

2. op zaterdagen, zondagen en algemene feestdagen

€ 990,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien en voor zover geen gebruik gemaakt wordt van een trouwlocatie

€ 120,00

1.1.3

De tarieven genoemd onder 1.1.1.1 worden voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek vermeerderd met

€ 120,00

1.1.4.

De tarieven genoemd onder 1.1.1.1 worden voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek vermeerderd met

€ 120,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje, inclusief uitreksel van de burgerlijke stand

€ 40,00

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor 1 dag

€ 97,00

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor 1 dag die eveneens moet worden beëdigd

€ 245 ,00

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het inzetten van een bodedienst ter ondersteuning van de huwelijksvoltrekking

€ 194 ,00

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

 

 

 

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,44

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,44

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,44

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,20

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,20

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,40

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,48

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,31

1.2.7

De tarieven genoemd onder 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden voor het laten thuisbezorgen van een reisdocument, per reisdocument, vermeerderd met

€ 12,50

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,83

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt voor het laten thuisbezorgen van een rijbewijs, per rijbewijs, vermeerderd met

€ 12,50

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basis reg istratie perso nen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van het onderdeel 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basis Registratie Personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 13,70

1.4.3

Het tarief voor het op verzoek doornemen van de Basis Registratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,10

1.4.4

het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisadministratie:

 

1.4.4 .1

via de publieksbalie of post

€ 13,70

1.4.4 .1

via het digitaal loket

€ 10,30

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst

€ 13,70

1.4.6

Het tarief bedraagt voor een gewaarmerkte kopie of afschrift van een verklaring onder ede

€ 7,10

1.4.7

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, lid 2 van het Besluit Basisregistratie Personen

€ 7,50

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet.

€ 6,90

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina's, per pagina

€ 0,23

 

met een maximum per bericht van

€ 5,00

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 22,50

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 5,00

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de vastlegging, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking.

€ 22,50

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

 

1.6.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de Kadernota

€ 87,60

1.7.1.2

een afschrift van de programmabegroting of jaarstukken (jaarverslag en programmarekening)

€ 87,60

1.7.1.3

een afschrift van de productenraming of productrealisatie (per boekwerk)

€ 43,60

1.7.1.4

een afschrift van boekwerk bijlagen

€ 27,30

1.7.1.5

een afschrift van het burgerjaarverslag

€ 87,20

1.7.1.6

een afschrift van het beleidsprogramma

€ 18,60

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

 

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 0,60

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,60

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.2.2.1

op de stukken en verslagen van de raadsvergaderingen

€ 88,80

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.3.1

tot het verstrekken van:

 

1.7.3.1.1

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,60

1.7.3.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,60

1.7.3.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.3.2.1

op de stukken en verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie

€ 18,70

1.7.3.2.2

op de stukken van alle raadscommissies en alle functionele raden

€ 74,00

1.7.3.2.3

Indien de stukken bedoeld in artikel 1.7.3.2.2 worden toegezonden, worden de leges per onderdeel vermeerderd met

€ 13,10

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.7.4.1

tot het verstrekken van het gemeenteblad, per pagina

€ 0,60

1.7.4.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad

€ 87,00

1.7.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.5.1

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening, per pagina

€ 0,60

1.7.5.2

een afschrift van andere, niet met naam in deze verordening genoemde verordening, per pagina

€ 0,60

1.7.5.3

een afschrift van aanvullingen van het in artikel 1.7.5.1 en 1.7.5.2 bedoelde, per pagina

€ 0,60

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.1.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,60

1.8.1.1.2

in formaat A3

€ 0,70

1.8.1.1.3

In formaat AO

€ 5,40

1.8.1.1.4

per scan (PDF-formaat) of afdruk van bouwtekening, plankaart o.i.d

€ 5,40

1.8.1.1.5

een fotokopie van een bestemmingsplan, waaronder begrepen ontwerpplannen of een herziening daarvan als betreft een bestemmingsplan als bedoeld in één van de artikelen 3.1, 3.6 of 6.8 van de Wet ruimtelijke ordening, bestaande uit deel van plankaart (tot A3 formaat), toelichting en voorschriften.

 

 

a. maximaal 25 bladzijden

€ 24,50

 

b. 25-50 bladzijden

€ 42,40

 

c. 50-100 bladzijden

€ 64,20

 

d. meer dan 100 bladzijden.

€ 84,80

 

hieronder wordt ook begrepen de verzoeken in verband met koop/ verkoop en taxatie van percelen.

 

1.8.1.1.6

informatie over de toestand van de bodem, betrekking hebbend op een perceel, waaronder vragen over mogelijke bodemverontreiniging, bodemgesteldheid, aanwezigheid ondergrondse (olie)tanks, IBA of riolering per kadastraal perceel

€ 34,30

1.8.1.1.7

overige milieu-informatie betrekking hebbend op een perceel, waaronder Wet milieubeheer, geluid per kadastraal perceel

€ 22,90

1.8.1.1.8

informatie over bouwaangelegenheden, waaronder omgevingsvergunningen, monumentenvergunningen, (vooraankondigingen van) aanschrijvingen Woningwet, kwaaitaal vloeren, (vooraankondigingen van) aanschrijvingen strijdigheden bestemmingsplan, per kadastraal perceel

€ 34,30

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid van Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 11,00

1.8.2.2

een verzoek om toelichting op het in onderdeel 1.8.2.1 verleende dossier, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 16,80

1.8.2.3

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 11,10

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand, per adres

€ 11,10

1.8.3.2

het relatiebestand adres-kadastraal perceel, per gelegde relatie

€ 11,10

1.8.3.3

het adrescoördinatenbestand, per adrescoördinaat

€ 11,10

1.8.3.4

een exemplaar van de bouwverordening met de daarbij behorende nadere regelingen

€ 64,20

1.8.3.5

een exemplaar van de welstandsnota

€ 64,20

1.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

1.8.4.1

een aanvraag tot het verstrekken van een makelaarsrapportage

€ 52,00

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 13,70

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 13,70

1.9.4

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 13,70

1.9.4.1

Het bewijs van Nederlanderschap wordt kosteloos afgegeven in het geval dat een bewijs van toevoeging wordt overlegd waarop het bedrag van de eigen bijdrage overeenkomt met het bedrag genoemd in artikel 35 van de Wet op de rechtsbijstand.

 

1.9.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en de beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2016

 

1.9.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afleggen van een optieverklaring gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en de beschikking wijzigingspercentage optie-en naturalisatiegelden 2016

 

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

1.10.1

Onderzoek, (excl. Administratie- en verzendkosten, zie 1.10.5.1)

 

1.10.1.1

Opvraag kopie uit akten (historische) burgerlijke stand (alleen met opgave concrete datum)

€ 7,40

1.10.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van het doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 11,20

1.10.2

Scannen, digitalisering (indien digitaal niet aanwezig)

 

1.10.2.1

Scannen van beeldmateriaal tot A4, per scan

€ 7,40

1.10.2.2

Scannen van documenten (anders dan beeldmateriaal) tot A3, per scan

€ 0,50

1.10.2.3

Scannen van documenten (anders dan beeldmateriaal) groter dan A3, per scan

€ 4,90

1.10.2.4

Digitaliseren van geluidsfragment

€ 12,40

1.10.3

Scannen, digitalisering (indien digitaal aanwezig)

 

1.10.3.1

Ter beschikking stelling documenten, per document in pdf-formaat

€ 3,90

1.10.4

Het tarief bedraagt voor een printerafdruk, exclusief administratie en verzendkosten, zie 1.10.5.1

 

1.10.4.1

Printerafdruk A4 per afdruk

€ 0,60

1.10.4.2

Pinterafdruk A3 per afdruk

€ 0,60

1.10.4.3

Printerafdruk A0 per afdruk

€ 5,40

1.10.5

Administratie en verzending

 

1.10.5.1

Administratiekosten, verzendkosten, incl. porto

€ 5,00

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 136,00

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 136,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

€ 81,60

 

 

 

Hoofdstuk 14 Standplaatsen

 

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.14.1

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Ommen

 

1.14.2

geldig voor een dag

€ 13,30

1.14.3

geldig voor een kalenderweek of een gedeelte daarvan (langer dan 1 dag)

€ 66,20

1.14.4

geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan (langer dan 1 week)

€ 266,60

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld ingevolge artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 11,40

1.16.2

Het tarief voor een aanvraag van een aanwezigheidsvergunning zoals bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen bedraagt:

 

 

a. voor een periode van twaalf maanden voor 1 kansspelautomaat

€ 56,50

 

b. voor een periode van twaalf maanden voor 2 of meer kansspelautomaten voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

 

c. voor 1 kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

 

d. voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

1.16.3

Artikel 1.16.2 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de artikel 1.16.2 bedoelde maximumbedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

 

 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 241,20

1.17.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 1,80

1.17.1.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 0,70

1.17.1.3

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 206,90

1.17.1.4

indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met

€ 206,90

1.17.1.5

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (ontheffing blauwe zone)

€ 33,70

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 33,70

1.18.3

tot het verlenen van een ontheffing voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen op adressen buiten de aangewezen route

€ 86,00

1.18.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) waarbij

 

1.18.4.1

een medische keuring noodzakelijk is

€ 60,50

1.18.4.2

geen medische keuring noodzakelijk is

€ 40,30

1.18.4.3

de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een duplicaat van de in 1.18.4 genoemde kaart bedragen

€ 7,40

1.18.4.4

De artikelen 1.18.4, 1.18.4.1, 1.18.4.2 en 1.18.4.3 missen toepassing indien het inkomen van de aanvrager lager is dan de inkomensgrenzen zoals deze nader zijn vastgesteld in artikelen van de ”verordening maatschappelijke ondersteuning” respectievelijk artikel 5.2.4 van de beleidsregels voorziening maatschappelijke ondersteuning, respectievelijk  artikel 7 van het Besluit voorziening maatschappelijke ondersteuning.

 

1.18.5

tot het verlenen van een ontheffing van het parkeerverbod

€ 99,00

 

 

 

Hoofdstuk 19 Diversen

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1.1

tot het verlenen van een ontheffing voor het kamperen buiten kampeerterreinen als bedoeld in paragraaf 3.5.2 van het Kampeerbeleid gemeente Ommen

€ 82,40

1.19.1.2

tot het verkrijgen van een reclamevergunning als bedoeld in paragraaf 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 63,10

1.19.1.3

tot het verkrijgen van een collectevergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2010

€ 13,30

1.19.1.4

tot het verkrijgen van een stookvergunning als bedoeld in artikel 5:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 13,30

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 7,10

1.19.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.19.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,60

1.19.2.2.2

per pagina op papier van A3- formaat

€ 0,60

1.19.2.2.3

per pagina op papier van A0-formaat

€ 5,30

1.19.2.2.4

De tarieven per pagina genoemd onder 1.19.2.2 tot en met 1.19.2.2.3 zijn eveneens van toepassing op afschriften, doorslagen of fotokopieën die moeten worden gescand of bewerkt worden tot pdf-bestand en digitaal worden verzonden.

 

1.19.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk/scan

€ 5,40

1.19.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 21,00

1.19.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 7,00

 

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

Aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de 'Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)’, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

 

 

2.1.1.2

Bouwkosten:

 

 

de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de realisering van een bouwproject tot en met de oplevering van het bouwwerk.

 

 

De kosten omvatten direct en indirecte kosten.

 

 

Directe kosten zijn:

 

 

·          bouwkundige werken, inclusief bodemvoorzieningen en

 

 

paalfunderingen;

 

 

·          gebouwinstallaties;

 

 

·          vaste inrichtingen.

 

 

Indirecte kosten zijn:

 

 

·           algemene bouwplaatskosten;

 

 

·           algemene bedrijfskosten;

 

 

·           winst en risico.

 

 

Bouwkosten zijn exclusief:

 

 

·          grondkosten;

 

 

·          losse inrichtingen en bedrijfsinstallaties;

 

 

·         bijkomende projectkosten, waaronder begrepen de honoraria van adviseurs;

 

 

·          btw.

 

 

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

Voor de bepaling van de bouwkosten van bouwwerken wordt gebruik gemaakt van de meest actuele uitgave van de taxatieboekjes van Reed Business Kosteninformatie Bouw & Infra;

 

2.1.1.3

vervallen

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is gelet op het geldende ruimtelijke plan en welstand

€ 278,10

 

Indien de aanvraag betrekking heeft op een project, waarvoor een vooroverleg als bedoeld in dit artikel en er een vergunning wordt aangevraagd als bedoeld in artikel 2.3.1.1.1 gevraagd als bedoeld in artikel 2.3.1.1.1 worden de leges voor dit vooroverleg verrekend met de leges in dit artikel.

 

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning in het kader van het geldend ruimtelijk plan en welstand:

€ 278,10

 

Indien de aanvraag betrekking heeft op een project, waarvoor een conceptaanvraag heeft plaatsgevonden als bedoeld in dit artikel en er een vergunning wordt aangevraagd als bedoeld in artikel 2.3.1. (bouwactiviteit) worden de leges voor deze conceptaanvraag verrekend met de leges in dit artikel.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief bepaald op basis van onderstaande tabel:

 

 

Bouwkosten

Tarief

 

van € 0,-- tot € 5.000,00,-

€ 313,60

 

van € 5.000,-- tot € 12.500,---

€ 397,90

 

€ 12.500,--

€ 397,90

 

€ 25.000,--

€ 784,40

 

€ 50.000,--

€ 1.473,70

 

€ 100.000,--

€ 2.672,70

 

€ 150.000,--

€ 3.753,40

 

€ 250.000,--

€ 5.614,10

 

€ 500.000,--

€ 9.351,20

 

€ 1.000.000,--

€ 16.640,70

 

vanaf € 1.000.000,--

€ 16.640,70 plus 1,3 % van het deel van de bouwkosten boven € 1.000.000,--

 

 

 

 

Voor de bepaling van het tarief voor bouwkosten tussen € 12.500,-- en € 1.000.000,-- wordt rechtlijnig in de tabel geïnterpoleerd tussen het tarief dat behoort bij de in de tabel genoemde meest nabije lagere bouwkosten en het tarief dat behoort bij de in de tabel genoemde meest nabije hogere bouwkosten.

 

 

 

 

 

Indien het bouwplan niet uit oogpunt van welstand hoeft te worden beoordeeld, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende tarief verminderd met:

 

 

3 o/oo van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen

 

 

€ 0,00 en € 230.000,00, plus

 

 

½ o/oo van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen

 

 

€ 230.000,00 en € 455.000,00, plus

 

 

¼ o/oo van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen

 

 

€ 455.000,00 en € 680.000,00, plus

 

 

1/8 o/oo van het deel van de bouwkosten dat € 680.000,00 te boven gaat.

 

 

Het minimale tarief voor de welstandbeoordeling bedraagt:

€ 26,00

2.3.1.2

Het tarief bedraagt, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning, die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op bouwactiviteiten, wegens onvolledigheid definitief niet in behandeling kan worden genomen: 40 % van het tarief bepaald volgens 2.3.1.1, met een minimum van:

€ 188,90

2.3.1.3

Het op basis van 2.3.1.1. tot en met 2.3.1.2 bepaalde tarief wordt naar beneden afgerond op hele euro’s.

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 109,30

 

 

 

 

Verhoging in verband met illegale bouw

 

2.3.1.5

Het volgens onderdeel 2.3.1.1 bepaalde tarief wordt met 10 % verhoogd, met een maximaal tarief van € 1.000,-, indien, op het moment dat op de aanvraag wordt beschikt, het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft reeds zonder of in afwijking van een vergunning is gebouwd, dan wel zonder of in afwijking van een vergunning in aanbouw is genomen.

 

 

De verhoging wordt naar beneden afgerond op hele euro’s.

 

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 239,20

2.3.2.2

Indien een vergunning als bedoeld in 2.3.2.1. kan worden verleend, wordt het tarief genoemd onder 2.3.2.1. afhankelijk van de aanlegkosten verhoogd met een bedrag zoals genoemd onder a t/m f:

 

 

a. bij aanlegkosten minder dan € 5.000,--

€ 175,30

 

b. bij aanlegkosten van € 5.000,-- tot € 45.000,--

€ 350,70

 

c. bij aanlegkosten van € 45.000,-- tot € 145.000,--

€ 525,00

 

d. bij aanlegkosten van € 145.000,-- tot € 1.000.000,--

€ 1.051,10

 

e. bij aanlegkosten van € 1.000.000,--tot € 2.000.000,--

€ 1.100,10

 

f. bij aanlegkosten vanaf € 2.000.000,--

€ 2.916,30

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2:

 

2.3.3.1.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking)( in Wro projectbesluit); 6 o/oo van de bouwkosten resp. aanlegkosten met een minimum van :

€ 6.386,90

2.3.3.1.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking), op basis van provinciale lijst van categorieën voor projecten van lokale aard, waarvoor geen vooroverleg noodzakelijk is 6 o/oo van de bouwkosten resp. aanlegkosten met een minimum van:

€ 3.104,60

2.3.3.1.3

Indien met toepassing van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening een voorbereidingsbesluit is vastgesteld:

€ 1.028,50

2.3.3.2

vervallen

 

2.3.3.3

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening gegeven regels is afgeweken:

€ 353,90

2.3.3.4

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gegeven regels is afgeweken:

€ 353,90

2.3.3.5

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):

€ 353,90

2.3.3.6

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):

€ 381,10

2.3.3.6.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, waarbij sprake is van toepassing van artikel 4, lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht of andere leden van hetzelfde artikel 4 voor een termijn langer dan 1 jaar maar korter dan een termijn van of langer dan 4 jaar:

€ 1.070,60

2.3.3.6.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, waarbij sprake is van:

- toepassing van artikel 4, lid 9 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht;

- toepassing van artikel 4, lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht of andere leden van hetzelfde artikel 4 voor een termijn van of langer dan 4 jaar;

wordt het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 verhoogd met extra leges geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van behandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten van een op te stellen ruimtelijk kwaliteitsplan indien daarom wordt verzocht. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieven tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.

Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald met toepassing van een exploitatieplan of een grondexploitatieovereenkomst.

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):

€ 353,90

2.3.4.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):

€ 381,10

2.3.4.2.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, waarbij sprake is van toepassing van artikel 4, lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht of andere leden van hetzelfde artikel 4 voor een termijn langer dan 1 jaar maar korter dan een termijn van of langer dan 4 jaar:

€ 1.070,60

2.3.4.2.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, waarbij sprake is van:

- toepassing van artikel 4, lid 9 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht;

- toepassing van artikel 4, lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrechtof andere leden van hetzelfde artikel 4 voor een termijn van of langer dan 4 jaar;

wordt het verschuldigde bedrag geheven tot het bedrag van de aan de aanvrager mee gedeelde kosten van behandeling, inclusief bekendmakingskosten, (externe) onderzoek- en advieskosten, stedenbouwkundige bureaukosten en de kosten van een op te stellen ruimtelijk kwaliteitsplan indien daarom wordt verzocht. Voor de kosten wordt een begroting opgesteld door of vanwege het college van burgemeester en wethouders. Voor de toepassing van deze tarieven tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de kostenbegroting aan de aanvrager bekend is gemaakt. De aanvrager kan gedurende deze 5 werkdagen zijn aanvraag kosteloos intrekken. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend. Dit geldt ook als aanvrager tijdens de behandeling zijn aanvraag intrekt.

Dit artikel is niet van toepassing indien de met deze aanvraag voor een buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten op grond van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald met toepassing van een exploitatieplan of een grondexploitatieovereenkomst.

 

2.3.4.3.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking, in Wro projectbesluit):

€ 6.386,90

2.3.4.3.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, op basis van de provinciale lijst van categorieën voor projecten van lokale aard, waarvoor geen vooroverleg noodzakelijk is:

€ 3.104,60

2.3.4.3.3

Indien met toepassing van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening een voorbereidingsbesluit is vastgesteld:

€ 1.028,50

2.3.4.4

vervallen

 

2.3.4.5

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken:

€ 196,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken:

€ 353,90

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken:

€ 353,90

2.3.4.8

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken:

€ 353,90

2.3.4.9

vervallen

 

2.3.4.10

vervallen

 

2.3.4.11

vervallen

 

 

 

 

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 696,00

2.3.5.2

Indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen wordt op verzoek teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermd stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument:

€ 242,50

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 242,50

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 242,50

2.3.6.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.3.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument:

€ 242,50

2.3.6.3.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 242,50

2.3.6.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 242,50

2.3.6.5

In de in 2.3.6.1 tot en met 2.3.6.4 genoemde tarieven zijn niet de tarieven begrepen die op grond van andere onderdelen van de legesverordening in rekening moeten worden gebracht.

 

2.3.6.6

In de in 2.3.6.1 tot en met 2.3.6.4 genoemde tarieven zijn niet de advieskosten begrepen die voor de beoordeling van de aanvraag door de monumentencommissie in rekening worden gebracht. De advieskosten die de gemeente aan de monumentencommissie moet betalen, worden de aanvrager van de vergunning in rekening gebracht, en bedragen:

 

 

1,5 x 3 o/oo van het deel van de bouwkosten, sloopkosten en aanlegkosten dat ligt tussen €0,00 en € 230.000,00, plus

 

 

1,5 x ½ o/oo van het deel van de bouwkosten, sloopkosten en aanlegkosten dat ligt tussen € 230.000,00 en € 455.000,00, plus

 

 

1,5 x ¼ o/oo van het deel van de bouwkosten, sloopkosten en aanlegkosten dat ligt tussen € 455.000,00 en € 680.000,00, plus

 

 

1,5 x 1/8 o/oo van het deel van de bouwkosten, sloopkosten en aanlegkosten dat €680.000,00 te boven gaat.

 

 

Het minimale tarief voor de beoordeling bedraagt :

€ 39,10

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 11,10

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 11,10

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 65,70

 

 

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 242,50

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998:

€ 242,50

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

€ 242,50

 

 

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

vervallen

 

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 242,50

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

 

 

het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning.

 

 

Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 242,50

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.16

Boordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

Voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 108,20

 

Voor de beoordeling van de resultaten van een nader milieukundig bodemonderzoek

€ 216,60

 

Voor het uitzoeken en verstrekken van historische informatie ten behoeve van het op te stellen onderzoeksrapport

€ 72,50

2.3.16.2

Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 136,40

 

 

 

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

 

 

·       het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, dan wel

 

 

·       het tarief als bepaald volgens de onderdelen van dit hoofdstuk.

 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 206,70

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl op de aanvraag nog geen beslissing is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in indienen ervan: 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De teruggaaf wordt naar boven afgerond op hele euro’s;

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de in 2.5.1.1 genoemde termijn: 65% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De teruggaaf wordt naar boven afgerond op hele euro’s.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden nadat de vergunning onherroepelijk is geworden en van de vergunning geheel of ten dele geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 20% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De teruggaaf wordt naar boven afgerond op hele euro’s.

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De teruggaaf wordt naar boven afgerond op hele euro’s.

 

 

De ingeval van weigering van een omgevingsvergunning te betalen leges zijn echter minimaal het tarief als bepaald volgens 2.3.1.4 of 2.3.2.1.

 

2.5.4

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

 

 

2.7.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, wordt bepaald op basis van de van toepassing zijnde onderdelen van deze legesverordening, en wordt verminderd met de oorspronkelijk geheven leges, gecorrigeerd naar het jaar van aanvragen van de wijziging. Het minimale bouwtarief bedraagt € 313,60 (€ 287,60 als de aanvraag niet uit oogpunt van welstand beoordeeld hoeft te worden). Het minimale aanlegtarief bedraagt € 239,10.

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning voor andere activiteiten dan bouw- of aanlegactiviteiten als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, wordt bepaald op basis van onderdelen van deze legesverordening,en wordt verminderd met de oorspronkelijk geheven leges. Het minimale tarief bedraagt 25% van de oorspronkelijk geheven leges.

 

2.7.3

Het volgens 2.7.1 en 2.7.2 bepaalde tarief wordt naar beneden afgerond op hele euro’s.

 

2.7.4.

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag, van degene op wiens naam de omgevingsvergunning is gesteld of op aanvraag van zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de omgevingsvergunning is gesteld voor zover er geen wijziging van het project is opgetreden, bedragen:

€ 136,40

 

en worden verhoogd met de in Titel 1 Hoofdstuk 19 onder 1.19.2.2 en 1.19.2.3 genoemde bedragen voor het verstrekken van kopieën van de bij de omgevingsvergunning behorende gegevens en bescheiden.

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.8.1.

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een principeverzoek met betrekking tot de vraag of op basis van een initiatiefplan een vergunning, wijziging of ontheffing zou kunnen worden verleend:

€ 198,10

 

Mocht het principeverzoek aanleiding geven tot het starten van de bestemmingsplanprocedure dan worden de leges van het principeverzoek in mindering gebracht worden op de leges van de bestemmingsplanprocedure.

 

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt, ongeacht het resultaat:

€ 6.386,90

 

Hierbij worden de door de gemeente (al dan niet aan derden) ter zake verschuldigde kosten voor voorbereiding van dat bestemmingsplan, inclusief die van noodzakelijke (voor)-onderzoeken, eveneens in rekening gebracht bij aanvrager.

 

 

Deze kosten worden voor het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld aan de hand van een door of namens burgmeester en wethouders opgestelde begroting. Na mededeling van de begrote kosten is betrokkene bevoegd gedurende vijf werkdagen zijn aanvraag tot het verlenen van de dienst in te trekken.

 

2.8.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste en tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening, ongeacht het resultaat:

€ 3.104,60

 

Bij het opstellen van een wijzigings -of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wordt het genoemde tarief verhoogd met de ter zake door de gemeente aan derden verschuldigde kosten, inclusief die van noodzakelijke (voor-) onderzoeken. Deze kosten zijn eveneens voor rekening van de aanvrager.

 

 

Deze kosten worden voor het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld aan de hand van een door of namens burgemeester en wethouders opgestelde begroting. Na mededeling van de begrote kosten is betrokkene bevoegd gedurende vijf werkdagen zijn aanvraag tot het verlenen van de dienst in te trekken.

 

2.8.4.

Indien met toepassing van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening een voorbereidingsbesluit is vastgesteld:

€ 1.028,50

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gedoogbeschikking

 

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedoogbeschikking voor het (in strijd met de voorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan) bewonen van een recreatiewoning:

 

 

1. voor een gedoogbeschikking met een gedoogtermijn van maximaal 1 jaar

€ 338,90

 

2. voor de overige persoonsgebonden beschikkingen

€ 1.094,30

2.10.2

Indien de gevraagde vergunning wordt geweigerd, wordt op verzoek van de aanvrager een teruggaaf van 60% van de onder 2.10.1 lid 1 en 2 geheven leges verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 11 Verhogingen in verband met de Wet geluidhinder

 

 

 

 

2.11.1

Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij het noodzakelijk is de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeer-, railverkeer en/of industrielawaai te beoordelen dan wel waarvoor verzoek tot ontheffing moet worden ingediend wordt vermeerderd met:

 

2.11.1.1

voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarden van artikel 82, lid 1 Wet geluidhinder bij verbouw/uitbreiding van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen:

€ 109,30

2.11.1.2

voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarden van artikel 82, lid 1 Wet geluidhinder bij nieuwbouw van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen:

€ 121,30

2.11.1.3

aanvragen waarvoor een procedure voor een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden gevolgd vermeerderd met het bedrag onder 2.11.1.1 of 2.11.1.2:

€ 434,00

2.11.1.4

het tarief als bedoeld onder 2.11.1.1 of 2.11.1.2 wordt bij woongebouwen per wooneenheid verhoogd met:

€ 35,70

2.11.2

Indien een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanherziening/-wijziging/ -ontheffing, dan wel een aanvraag om bouwvergunning wordt het onder 2.11.1 bedoelde tarief verhoogd met de werkelijke kosten door een externe adviseur aan de gemeente in rekening gebracht. Voorafgaande aan de opdracht-verstrekking door de gemeente wordt hiervan aan betrokkenen prijsopgave gedaan.

 

 

 

 

Hoofdstuk 11A Verhoging in verband met toets ruimtelijk kwaliteitsplan/erfinrichtingsplan

 

2.11A.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in titel 2 van deze tarieventabel, waarbij een ruimtelijk kwaliteitsplan of erfinrichtingsplan moet worden beoordeld, wordt vermeerderd met:

€ 430,80

 

 

Hoofdstuk 12 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 136,40

 

 

 

Hoofdstuk 13 Toepassing tarieventabel bij dienstverleningsovereenkomst

 

2.13

Indien de gemeente op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet het bevoegd gezag is, wordt aan het bevoegd gezag een percentage van de volgens de tarieventabel vastgestelde leges in rekening gebracht.

 

 

De grootte van dit percentage is vastgelegd in de met het betreffende bevoegd gezag gesloten dan wel nog te sluiten dienstverleningsovereenkomst.

 

 

 

 

 

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 279,90

3.1.2

Het tarief voor publicaties in dag- en nieuwsbladen, zoals voorgeschreven ingevolgde Drank- en Horecawet bedraagt per publicatie

€ 69,90

3.1.3

Het tarief voor een wijziging in de omschrijving van een vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet bedraagt

€ 138,80

3.1.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet bedraagt

€ 11,10

3.1.5

Het tarief voor een vergunning, in afwijking van het in 3.1.1. bepaalde, als de aanvrager met recht een beroep doet op artikel 27, tweede of derde lid, of op artikel 75, eerste of tweede lid van de Drank- en Horecawet bedraagt

€ 256,50

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een verlof als bedoeld in de Drank- en Horecaverordening

€ 256,50

3.1.7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning

€ 279,90

3.1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Drank en Horecawet

€ 138,80

3.1.9.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing voor het geopend houden van een openbare inrichting na het algemeen sluitingsuur

€ 138,80

3.1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het inrichten van een terras als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening

 

3.1.10.1

voor de eerste aanvraag van een ontheffing

€ 151,10

3.1.10.2

voor elke vervolgaanvraag, per aanvraag

€ 50,40

 

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

€ 27,30

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 11,20

 

 

 

Hoofdstuk 3 Seks bedrijven

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een vergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting of escortbedrijf

€ 2.143,90

3.3.2

wijziging van de bestaande vergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.2.1

voor een seksinrichting of escortbedrijf

€ 1.357,50

 

 

 

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.4.1

tot het verkrijgen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 136,00

3.4.2

tot het verkrijgen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 136,00

3.4.3

tot het verkrijgen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 136,00

3.4.4

tot het verkrijgen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder de van de Huisvestingswet 2014

€ 136,00

3.4.5

tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 136,00

 

 

 

Hoofdstuk 5 Kinderopvang

 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 581,80

3.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bieden van gastouderopvang, als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 100,80

3.5.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 581,80

 

 

 

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in paragraaf 2 Gebruikersvergunning van de Brandbeveiligingsverordening

€ 69,60

 

 

 

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 69,60

 

 

 

 

 

 

Gewaarmerkt door de wnd. griffier van de gemeente Ommen als behorende bij het raadsbesluit van 3 december 2015

 

 

 

 

 

 

De wnd. griffier van de gemeente Ommen,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A.B.H. Hoving

 

 

 

Naar boven