Verordening begraafplaatsrechten 2016

 

 

De raad van de gemeente Ommen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2015, kenmerk 1500861;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING BEGRAAFPLAATSRECHTEN 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaatsen aan de Hardenbergerweg, "Beerzerveld", "Laarmanshoek" en “Dr. A.C. van Raaltestraat”;

  • b.

    particulier graf: een zandgraf of keldergraf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as

  • c.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    urnennis: een nis in een urnenmuur of columbarium welke kan worden verhuurd aan een natuurlijk of rechtspersoon voor een van tevoren overeen gekomen periode voor het doen bijzetten en bijgezet houden van een of meer urnen of asbussen.

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het lichten van een lijk c.q. overblijfselen van lijken of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar
  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4, onderdeel 4.3, 4.4 en 4.6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in het vorige lid worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor dejaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in 4.2, 4.3, 4.4 en 4.6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor de rechten als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    In afwijking van het vorige lid wordt, voor de rechten als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt in verband met afkoop als bedoeld in onderdeel 4.3, 4.4 en 4.6 van de tarieventabel, ontheffing verleend over het gehele belastingtijdvak.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in 4.2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen , of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,-- doch minder dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later, met dien verstande dat, indien na de kalendermaand, waarin de aanslagen worden opgelegd, minder dan tien kalendermaanden in het belastingjaar overblijven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel bedoelde termijnen al er nog kalendermaanden in het jaar overblijven, met een minimum van vier.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor aanslagen die worden opgelegd na afloop van het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen , of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,-- doch minder dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De op voet van artikel 7, tweede lid, geheven rechten moeten worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

De ‘Verordening begraafplaatsrechten 2015’ van 4 december 2015, kenmerk 1076672, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 14 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening begraafplaatsrechten 2016’.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 3 december 2015.

 

De raad voornoemd,

 

De wnd. griffier, De voorzitter,

A.B.H. Hoving mr. M. Boumans MPM

 

Tarieventabel 201 6

BEHORENDE BIJ DE VERORDENING BEGRAAFPLAATSRECHTEN 2016

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht om voor de tijd van 30 jaar in een bepaald graf één of twee lijken c.q. overblijfselen van lijken te doen

begraven wordt per verlening geheven

€ 1.372,--

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht om voor de tijd van 30 jaar in een bepaald graf één of twee lijken c.q. overblijfselen van lijken te doen begraven wordt per verlening geheven

€ 686,--

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht om in een bepaalde nis van een urnenmuur een asbus te doen bijzetten wordt per verlening geheven:

 

 

a.voor een periode van 5 jaar

€ 508,--

 

a.voor een periode van 10 jaar

€ 937,--

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht om voor onbepaalde tijd in een bepaald graf één of twee lijken of overblijfselen van lijken te doen begraven wordt per verlening geheven

€ 6.556,--

1.5

Voor verlenging van het onder 1.1. of het onder 1.2 bedoelde recht voor de tijd van 10 jaar wordt per graf of urnengraf geheven:

€ 375,--

Hoofdstuk 2 Begraven en bijzetten van asbussen

2.1

Voor het begraven van een lijk c.q. overblijfselen van lijken wordt per begraving geheven voor:

 

 

a.personen beneden het jaar

€ 214,--

 

a.personen van 1 t/m 11 jaar

€ 427,--

 

a.personen van 12 jaar en ouder

€ 855,--

2.2

Voor het bijzetten, verplaatsen of verwijderen van asbussen en urnen wordt per bijzetting, verplaatsing of verwijdering geheven:

 

 

a.in een urnennis

€ 117,--

 

a.in een graf

€ 214,--

2.3

Het recht genoemd bij 2.1 wordt, voor het begraven van een eerste lijk in een verdiept graf, vermeerderd met

€ 156,--

2.4

Voor het lichten van een lijk c.q. overblijfselen van lijken wordt per lichting geheven:

 

 

a.voor personen beneden 12 jaar

€ 427,--

 

a.voor personen van 12 jaar en ouder

€ 855,--

2.5

Voor het lichten van een lijk c.q. overblijfselen van lijken en het overbrengen daarvan van het ene naar het andere graf op dezelfde begraafplaats wordt per lichting en overbrenging geheven:

 

 

a.voor personen beneden 12 jaar

€ 748,--

 

a.voor personen van 12 jaar en ouder

€ 1.498,--

2.6

Voor het ruimen van een graf op verzoek van rechthebbende, onverschillig of de overblijfselen van lijken gebracht worden naar het daartoe bestemde gedeelte van een begraafplaats of dat deze in hetzelfde graf worden begraven, wordt geheven

€ 1.377,--

2.7

Voor het plaatsen van een lijk in de daarvoor bestemde ruimte op de begraafplaats wordt per etmaal of een gedeelte daarvan geheven

€ 35,--

Hoofdstuk 3 Vergunning grafkelders, grafbedekkingen en beplantingen

3.1

Voor het verlenen van toestemming voor het plaatsen van:

 

 

a.een grafkelder en/of

 

 

a.bedekkingen en beplantingen op een bepaald graf wordt per toestemming geheven

€ 35,--

Hoofdstuk 4 Van gemeentewege verstrekte diensten

4.1

a.voor het verstrekken en aanbrengen van een naamplaatje nabij de verstrooiingsplaats

€ 205,--

 

b.voor het verstrooien van as op de verstrooiingsplaats van de begraafplaats, zonder aanwezigheid van de familie, per asbus

kosteloos

 

c.voor het verstrooien van as op de verstrooiingsplaats van de begraafplaats, in aanwezigheid van de familie, per asbus

€ 117,--

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente schoonhouden van op eigen graven geplaatste voorwerpen en het onderhoud van beplantingen wordt per graf per kalenderjaar geheven

€ 72,--

4.3

De rechten als bedoeld onder 4.2 kunnen worden afgekocht voor de termijn van dertig jaar door betaling van een bedrag ineens van

€ 1.431,--

4.4

De rechten als bedoeld onder 4.2 kunnen worden afgekocht voor onbepaalde tijd door betaling van een bedrag ineens van

€ 1.925,--

4.5

De onder 4.3 bedoelde afkoop is niet mogelijk voor algemene graven en voor graven welke zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd.

De onder 4.4 bedoelde afkoop is niet mogelijk voor algemene graven en voor graven welke zijn uitgegeven voor de termijn van 30 jaar.

 

4.6

De rechten als bedoeld onder 4.2 kunnen voor alleen een algemeen graf worden afgekocht voor de termijn van tien jaar door betaling van een bedrag ineens van:

€ 701,--

4.7

Op de onder 4.3 en 4.4 vastgestelde tarieven wordt een korting toegepast wanneer bedoelde afkoop plaatsvindt op het moment dat reeds een aantal jaren van de uitgiftetermijn van het graf zijn verstreken, ongeacht de al of niet gedurende deze jaren betaalde onderhoudsrechten.

De korting per verstreken jaar bedraagt 50% van het onder 4.2 vastgestelde bedrag tot een maximum van 50% van het onder 4.3 of 4.4 vastgestelde tarief.

 

Gewaarmerkt door de wnd. griffier van de gemeente Ommen

Als behorende bij het raadsbesluit van 3 december 2015

De wnd. griffier van de gemeente Ommen,

A.B.H. Hoving

Naar boven