Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2016

 

De raad van de gemeente Bladel;

 

gelezen het voorstel R2015.107 van burgemeester en wethouders van 18 september 2015;

overwegende dat in 2012 een manifest voor een afvalloze samenleving is getekend door de portefeuillehouders “Afval” binnen de SRE;

dat het voorgaande voor belastingjaar 2015 heeft geleid tot een verschil in tarief voor een restcontainer en gft-container om tot een verhouding van 10:1 te kunnen komen;

dat uit de evaluatie van de eerste 6 maanden van 2015 is gebleken dat de resultaten achterblijven ten opzichte van de verwachtingen ten aanzien van opbrengsten, kosten en aantal ledigingen;

dat de in de Najaarsnota 2015 geactualiseerde ramingen met betrekking tot vuilophaal en -afvoer de basis vormen voor de tarieven afvalstoffenheffing 2016;

dat de totale lasten rondom vuilophaal en -afvoer € 1.748.966,00 bedragen en de baten € 527.987,00;

dat de geraamde omvang van de egalisatiereserve afvalstoffenheffing de maximumomvang van € 50.000,00 overschrijdt met € 180.876,00 en dat deze overschrijding met een bedrag van € 160.292,00 wordt verminderd teneinde de lastendruk voor de burger te verlagen;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2016

Artikel 1

Begripsomschrijving.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    container: een vanwege de gemeente uitgezette container met een bepaald volume;

  • 2.

    gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;

  • 3.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • 4.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water voor de levering van water betrekking heeft.

Artikel 2

Aard van de belasting en belastbaar feit.

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3

Belastingplicht.

  • 1.

    De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4

Maatstaf van heffing en belastingtarief.

De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5

Belastingtijdvak.

  • 1.

    Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.

  • 2.

    In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6

Wijze van heffing.

De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

Artikel 7

Termijnen van betaling.

  • 1.

    Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water moet worden betaald.

  • 2.

    In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing terzake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde stoffen.

De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10

Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing 2015”, vastgesteld door de raad van de gemeente Bladel bij besluit van 18 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar vangt, in afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2016 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2016 lopende verbruiksperiode eindigt.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2016”.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 5 november 2015.

 

De raad voornoemd,

de griffier, L.A.J. Dirks

de voorzitter, mr. A.H.J.M. Swachten

Naar boven